'Ik schrijf tegen zekerheden' Een slippertje mag van God Boeken Nancy Huston over de creatieve kracht van ballingschap Doodsbang voor vossen De buitenkant van glamour Ontheemd in het paradijs Meteen de hel in 28 nrc handelsblad Vrijdag 24 januari 2003 BUITENLANDSE LITERATUUR Nancy Huston schrijft vaak over bannelingen, zowel in het Engels als in het Frans. „De roman is een poging om verhalen te vertellen die zin geven aan het leven." Margot Dijkgraaf Wie in meer talen schrijft en publiceert, kan soms in raresituaties terechtkomen. Nancy Huston, die ter gelegenheid van de vertaling van haar roman L' empreinte de l'ange (Het teken van de engel) een kon bezoek brengt aan het Maison Descartes in Amsterdam, kan erover meepraten. Huston, die in 1953 in Calgary, Canada, werd geboren, maar al een jaar of twin tig in Parijs woont, schreef haar recent ste romans tegelijkertijd in het Frans en in het Engels. Afhankelijk van haar per sonages en de setting van. haar intrige be gint ze in de ene taal en vertaalt ze haar tekst, al schavend en schurend, in de an dere. De eerste keer dat ze zo te werk ging, voor Cantique des plaines uit 1993, begon ze in het Engels: logisch, het boek ging o ver het landschap van haar prille j eugd, over cowboys en indianen. Het ver scheen tegelijkertijd in een Engelse en Franse versie. De Franse werd bekroond met de meest prestigieuze literaire prijs uit Québec, de Prix du Gouverneur ge neral. Het werd een schandaal, met hef tige protesten tegen het feit dat de be langrijkste prijs van het Franstalige Québec werd toegekend aan een Engels talige uit Parijs. Hustons volgende boek, Het teken van de engel, mocht dan ook naar geen enkele literaire prijs in Québec meer meedingen. Dit boek begon Huston in het Frans. In 1957 komt een twintigjarige Duitse, Saffie, aan in Parijs en vindt werk als huishoudster bij een Franse fluitist, Ra phael Lepage. Gruwelijke gebeurtenis sen in haar jeugd en in de oorlog, heb ben van Saffie een ongrijpbare, schijn baar gevoelloze vrouw zonder levens vreugde gemaakt, die de gepassioneerde avances van Raphael koeltjes ondergaat. Ze stemt toe in een huwelijk en krijgt een zoon, Emil, voor wie ze nauwelijks moederlijke gevoelens koestert. Dat ge beurt pas wanneer ze de fluitmaker van haar echtgenoot ontmoet, de Hongaarse jood Andras, voor wie ze een grote harts tocht opvat en met wie ze een jarenlan ge, geheime relatie zal onderhouden. Andras is communist en actief in de FLN, de beweging die strijdt voor een vrij Algerije en die juist in die tijd Parijs terroriseert. Andras en Rafaël raken ver strikt in de verschrikkelijke nacht van 17 oktober 1961, waarbij een pro-Algerijnse demonstratie eindigde in razzia's en ve le doden en verdwijningen. „Als ik toen rond de vijfentwintig was geweest en in Parijs had gewoond, was ik links geweest, en communistisch, re volutionair", zegt Huston. „Dan had ik het FLN gesteund. Zelf sta ik het dichtst bij Rafaël, de musicus. Zijn artistieke passie maakt hem blind: hij denkt dat hij zijn vrouw gelukkig maakt, dat het haar beter gaat omdat hij haar vaste grond onder de voeten heeft gegeven. Maar Saffie heeft geen enkel talent, zelfs het talent om iemand te zijn moet ze nog ontwikkelen. Ze werd verliefd op An dras omdat ze in zijn atelier voor het eerst een wanorde zag die goed was. Voor haar was wanorde altijd synoniem met chaos, met oorlog en vernietiging. „Ik wil laten zien dat er overal ver vreemding is. Iedereen draagt oogklep pen. Andras omarmt het communisme, maar ziet niet de kiemen van toekomsti ge onderdrukking. Iedereen vergist zich, iedereen dwaalt. Alleen de manier waarop kim je kiezen. De roman is een la boratorium van de moraal. Ik schrijf te gen de daverende zekerheden, tegen de afdoende keuzes, tegen zwart-witte oor delen." Gevangenisstraf Dat bracht Huston de afgelopen maan den ook in de praktijk, door het op te ne men voor een jonge, in Frankrijk gebo ren Algerijn, die na achttien jaar gevan genisstraf, werd veroordeeld tot la dou ble peine': hij werd het land uitgezet. „Ik spring zelden in de openbare politie ke arena", zegt Huston, „maar ik was met deze Algerijn bevriend geraakt, al toen hij in de gevangenis zat en ik er een leesclub leidde. Zijn vrouw was net zwanger. Als hij nu een terrorist was... Je kunt niet meer om het probleem van de oude immigratie heen, het is om veel re denen een ontvlambare bevolkings groep geworden." Haar recentste roman, Dolce agonia, si tueerde Huston juist weer in een ijs koud, besneeuwd, afgelegen landhuis in de VS, waar een groep vrienden zich aan het Thanksgivingdiner zet. De verteller is God, almachtig en alleswetend, die in zij n voorwoord een beetje gni ffel t om de mensen die almaar op zoek zijn naar de zin van het leven. „Het is een knipoog naar het ideologische debat uit de jaren vijftig en zestig", zegt Huston, „toen men zei dat het afgelopen moest zijn met de alwetende verteller. Daar heb ik altijd een beetje om moeten lachen. Ik had een alwetende verteller nodig, ie mand die de diepste gedachten van mijn personages verwoordt, die hun verleden en hun toekomst kent. Dus waarom niet God? Dat je weet hoe en wanneer ze zul len sterven, geeft die personages iets aandoenlijks, je raakt aan ze gehecht, hun leven wordt kostbaar. Ik denk dat het leven op zich geen zin heeft. Het gaat om de zin die wij aan het leven geven. Ie der ziet zijn leven als een verhaal. De ro man is een poging om verhalen te vertel len die zin geven aan het leven." Zo vertelt Huston in Dolce agonia over een tiental personages. „Ik wilde dat proces laten zien: binnenin iedereen is het een vormeloze magma van herinne ringen en ervaringen. Door naar het ver haal van een ander te luisteren, krijgt dat verhaal zin. Terwijl je met anderen praat, gaan er in je eigen hoofd allerlei parasitaire gedachten en associaties om. Het is een wonder dat mensen er uitein delijk, ondanks alles, in slagen elkaar te begrijpen." Vaderland Dat geldt zeker voor de bannelingen die zo vaak Hustons werk bevolken. Niet al leen hebben ze hun vaderland om wat voor reden dan ook verlaten, ze spreken ook niet langer hun moedertaal. Toen Nancy Huston driejaar was, verliet haar moeder haar gezin voor haar carrière. Haar vader hertrouwde met een Duitse en binnen een paar maanden sprak ze Duits, en later, tijdens haar studie, Frans. Zoveel talen, zoveel identiteiten. Karakteriseerde ze zichzelf vroeger als een Parijse, Canadese, Québëcoise en Amerikaanse schrijfster, als een ont heemde of als een auteur zonder cultu rele identiteit, tegenwoordig maakt ze zich er met een kwinkslag naar de streek even buiten Parijs waar ze graag ver blijft: „Ik ben berrichonne, een schrijfster uit de Berry. Daar heb ik een kind gekre gen, en d us kan ik dan worden genatura liseerd, dat geldt immers ook voor Alge rijnse vrouwen die in Frankrijk bevallen zijn." Ook Saffie en Andras uit Het teken van de engel zijn in exil, zijn ontwortelden. Huston: „Het Parijs van de balling ken ik nu eenmaal het beste. Exil is ook een vorm van vrijheid, zelfs voor degenen die niet uit vrije wil zijn vertrokken. In Parijs vindt iedereen voldoende vrijheid om zich te herstellen, om weer een leven op te bouwen. Je ziet ook wat de Fransen niet zien, namelijk hoe relatief identi teit is. Ik heb dit boek geschreven na mijn eerste succes in Frankrijk, toen ie dereen zei dat ik een Franse schrijfster was. Maar ik wilde niet één worden met dat land. Ik wilde in de soep spugen. Die blik van buitenafwilde ik behouden: het kan mensen intelligent maken, veel meer dan wanneer ze thuis blijven." Ju lia Kristeva sprak in dverband van 'een vreemd soort geluk'. Huston: „Daar kan ik me in vinden. Zelfs een vrijwillige bal lingschap wordt op den duur een exil. Je kunt niet meer terug, je bent niet meer dezelfde persoon. Dus ben je én hier en daar - verdeeld. Dat doet soms pijn, maar het is ook een bijzonder wenselijke situatie voor een schrijver. Iedere schrij ver, iedere kunstenaar heeft afstand no dig, ook ten opzichte van zijn moeder taal. Exil geeft je die afstand, je krijgt hem gewoon cadeau." Nancy Huston: Het teken van de engel. Vertaald doorThéo Buckinx. Bert Bakker. ZZ8 blz. 15,95. Dolce agonia. ActesSud. 497 blz. 20,13 De Engelstalige editie van Dolce agonia verscheen bij Vintgage/Ebury, 304 blz. 17,35 (pbk.) Ammar Abdulhamid: Een verborgen leven. Uit het Engels vertaald door Wim Scherpenisse. De Geus. 188 blz. 18.- Menstruation heet deze bijna-roman in het oorspronkelijke Engels. Op religie en politiek na is geen onderwerp in de Arabische wereld zo taboe als seks, en daarbinnen behoort menstruatie tot het onzegbaarste. Vandaar dat de auteur het er uitdrukkelijk over wil hebben. In Ne derland is dat niet meer zo nodig, maar voor de Syriër Ammar Abdulhamid (1966) is het doorbreken van dit taboe een dringende behoefte, en voor zijn be oogde publiek nog meer. Hij is namelijk een gewezen fundamentalistische imam, die afvallig is geworden naar aan leiding van de affaire omtrent Rushdies Duivelsverzen en zich zelfs tot het atheï sme heeft bekeerd. In het verleden zijn vele islamitische wetsgeleerden, met hun obsessie voor reinheid en angst voor vrouwen, door menstruatie gefascineerd geweest, en andere geleerden en letterkundigen eveneens. Hasan, een van de personages in dit boek, kan een ongestelde vrouw op een uur afstand ruiken, en dat komt naar hij meent omdat hij als foetus is ge voed met menstruatiebloed. Dat lijkt ge- ent op de beschouwing van de dertien- dc-eeuwse kosmograaf al-Qazwini over de ongeboren vrucht. Een verborgen leven gaat niet alleen over ongesteldheid, maar over alles wat met seks te maken heeft: de veelal troostelo ze seks binnen het gearrangeerde huwe lijk, en verder al wat daarvoor soelaas moet bieden maar officieel niet bestaat: vreemdgaan, vrijgezellenclubs, homo seksualiteit, incest en verkrachting. Het is een pamflet in romangedaante, met een duidelijke boodschap: seks is niet verboden, je mag erover praten en het doen, en als je niet in God en zijn wetten wil geloven kan dat ook. Waarom zou je immers in een opperwezen geloven dat maagdelijkheid en kuisheid voorschrijft en daardoor voornamelijk huichelarij en ontucht veroorzaakt? Al heeft de schrijver enig begrip voor het standpunt van een van zijn gelovig blijvende perso nages, dat God barmhartig is en bij een slippertje dus wel een oogje toeknijpt. Er zijn twee conservatieve hoofdper sonen, een man en een vrouw, die elk een ontwikkeling doormaken op de weg naar seksuele bevrijding. De auteur kan goed vertellen en maakt knap gebruik van romantechnieken zoals de innerlij ke monoloog, maar vult daarnaast vele bladzijden met essayachtige gedeelten. Zo'n halve roman, die bovendien uit drukkelijk een boodschap wil uitdra gen, zou misschien onleesbaar moeten zijn, maar blijkt dat beslist niet het ge val; integendeel. Dankzij de uitsteken de, luchtige stijl, de overal aanwezige sardonische humor, de genadeloze ana lyse van de huichelarij en natuurlijk de frivole thematiek leest het boek vlot weg. De vertaler heeft ook precies de juiste toon gevonden. Het kijkje in de binnen kamers van de andere cultuur is span nend, en we kunnen goed meeleven met de reële nood van de personages. De au teur laat onder meer zien hoe vrouwen, maar ook mannen zuchten onder de ter reur van de familie die de huwelijken re gelt. Hoe een vrouw de koranstudieclub bezoekt, omdat dat de ideale omgeving is om lekker te roddelen, een. vriendin netje op te doen, en een ontmoeting met Ammar Abdulhamid Foto De Geus De roman kan een scherp wapen zijn in de strijd tegen conservatieve moslims een vent te regelen voor een andere vriendin. Hoe een man gaat klagen bij zijn moeder, omdat zijn vrouw niet en thousiast genoeg Jtijkt bij het vreugelo- ze nummertje dat hij haar telkens aan doet. En hoe vrouwen lesbisch worden, omdat het met hun fantasieloze, egoma- ne macho-man toch nooit wat wordt. Een hoogtepunt is hoe een gesluierde vrouw haar eveneens gesluierde vrien din al in de hal van haar flat 'dat klote- ding' van het hoofd rukt en het als een stierenvechterslap voor haar heen en weer zwaait: torol, totdat zij beiden scha terend en dollend op het echtelijke bed belanden. Omdat de andere twee hoofdpersonen kritische intellectuelen zijn, kon de au teur essayfragmenten afdrukken in de vorm van citaten uit hun fictieve wer ken. Alleen al de titels daarvan bezorgen mij de slappe lach, maar zouden, in hun laconieke blasfemie, menig vrome het schuim op de baard brengen, zoals bij voorbeeld Bronnen van de koran: degeletter de profeet. Alsof de koran bronnen buiten God heeft, alsof de analfabete profeet deze had kunnen lezen! Zowel in het origineel als in deze ver taling ontbreekt overigens het onge meen godslasterlijke slothoofdstuk, waarin de profeet wordt beledigd. De uitgevers wilden het blijkbaar niet te dol maken. Het is in het Engels te lezen on der: http:// www.amarji.org/ menstrua tion/ conferen.htm Roman of niet, Abdulhamid heeft een voor ons onderhoudend, voor zijn doel groep leerzaam boek geschreven, dat een scherp wapen kan zijn in de strijd om de moderniteit in conservatief-isla- mitische omgevingen. Maar vermetel is het ook: Gods aanhangers zijn vaak min der barmhartig dan Hijzelf, en met zo'n tekst vróógje om een fatwa. WIM RAVEN Minette Walters: Fox Evil. Macmillan.415 blz.€ 19,99 Fox Evil is de naam van een ziekte waar bij het haar uitvalt. Het is ook de titel van de nieuwste thriller van de be roemdste Engelse misdaadschrijfster van dit moment, Minette Walters. En het is de roepnaam van de aanvoerder van een naargeestig groepje rondtrek kende krakers, de vader van Wolfie - een engerd. Wolfie denkt dat zijn vader Fox heet, omdat hij slim is en 's nachts door de bossen sluipt. Dat zijn vaders achter naam Evil is, verbaast hem evenmin, want Fox draagt in zijn ene broekzak een vlijmscherp scheermes en in de an dere een zware hamer. Vaag, heel vaag meent Wolfie te weten dat die hamer iets te maken heeft met de verdwijning van zijn moeder en broertje, maar als ie mand hem naar hen vraagt wordt hij heel bang en kan hij zich niets feitelijks herinneren, hoe hij het ook probeert. Wolfie is als de dood voor zijn vader maar, aangezien hij nu eenmaal nie mand anders heeft, roept hij ook als het nodig is, geen hulp in. Minette Walters is een creatief auteur die met elk boek een nieuwe 'formule' bedenkt. Haar acht romans tot nu toe vormen geen serie met vaste patronen en hoofdpersonen, al kennen we journa liste Anne Cattrell al uit The Ice House, Walters eersteling, uit 1992. Behalve een moderne variant op de ouderwetse who dunnit met klassieke ingrediënten als een verlaten landhuis met Kerst, een 'onecht kind' en rijke erfgenamen die op het slechte pad zijn geraakt, is Fox Evil ook een vernuftig spel rond het woord fox. Zo heet de bewoner van het land huis naast het lapje grond waar Fox Evil zijn groepje trekkers hun kamp heeft la ten opslaan, James Lockyer-Fox. Deze oude heer wordt door kwaadaardige dorpsbewoners langzaam de dood inge dreven. Zij beschuldigen hem ervan zijn vrouw Ailsa te hebben vermoord die een paar maanden eerder dood op het terras was gevonden. Al bewijst het forensisch onderzoek dat het bloed naast haar li chaam geen mensen- maar vossenbloed is, de roddels en de dreigende telefoon tjes houden aan. Angstig en eenzaam ge maakt, gaat de aristocraat ertoe over zijn ter adoptie afgestane kleindochter op te sporen, een stap waarmee hij Nancy Smith (zoals deze interessante dame na- drukkelijk-gewoontjes blijkt te heten) in groot gevaar brengt. Zoals gewoon lijk bij Walters, dragen kwaadaardig ge klets, vooroordelen en misverstanden tussen mensen ook in Fox Evil weer bij aan een naargeestig en gevaarlijk sociaal klimaat. Meesterlijk schetst ze twee val se burgerdames die hun gedeelde ran cune aanzien voor vriendschap en niets beters te doen hebben dan kiften op hun mannen, van wie ze voor hun status en inkomen afhankelijk zijn. Vossen alom in Fox Evil. Beschreven haar vorige twee romans, The Shape of Snakes en Acid Row, milieus van grootste delijke verloedering, Fox Evil speelt in het fraaie Dorset (waar de auteur zelf woont). Daar leven vossen en wordt de politieke strijd om de vossenjacht met terdaad uitgevochten, een wreed ge bruik waar de vermoorde Ailsa in haar laatste jaren tegen protesteerde. Net als in Acid Row heeft Minette Walters ook dit keer de sentimentele verleiding niet kunnen weerstaan om een held(in) te creëren, een nobel, dapper personage, dat misschien weinig realistisch is, maar wel maakt dat deze thriller tegelijk iets sprookjesachtigs heeft. jOLANDE WITHUIS Toby Young: How to Lose Friends Alienate People. Abacus. 342 blz. 14,75. Vertaald als Hoe je vrienden verliest en anderen kwijtraakt. Vassallucci,€ 18,50. Wanneer de Engelse journalist Toby Young het aanbod krijgt om voor het New-Yorkse blad Vanity Fair te werken, lijkt een droom uit te komen. Vlak daar voor was zijn carrière als hoofdredac teur van het Britse blad The Modern Re- view, een tijdschrift waarin populaire cultuur op een serieuze manier werd be- Toby Young Foto Dafydd Jones handeld, mislukt. De overgang van het Britse naar het Amerikaanse blad blijkt echter groot. Misschien wel vooral omdat Young van hoofdredacteur verwordt tot een soort manusje van alles - een rol waar enige bescheidenheid op zijn plaats is. En het is nu net deze karaktereigenschap die Young niet erg bezit. Bovendien is New York zó typisch Amerikaans, dat hij al snel tegen wil en dank de rol van de ar chetypische Brit speelt. Young maakt zich dan ook niet erg ge liefd en wordt bestempeld als 'triest5, 'klootzak', 'een rat, een slang, een stink dier5 (om enkele typeringen te noemen die hij trots op zijn eigen website heeft gezet). In How to Lose Friends Alienate Pe ople beschrijft hij deze ontwikkeling van jong talent tot 'rati, een relaas dat dank zij zijn zelfrelativering zeer aanspre kend is. De confrontaties tussen Engelse humor en Amerikaanse politieke cor rectheid, en de vele personages die hun verbazing met een kirrend 'O my God...' uiten, leveren daarin de geestigste pas sages op. Half vervreemd en half jaloers speelt Young de onbeschofte eigenwijs in een oppervlakkige wereld. Het is bovendien aangenaam treurig om te lezen hoe hij maar niet beseft dat het gemak waarmee zijn collega's zich in de wereld der beroemdheden bege ven, alleen is weggelegd voor wie ook daadwerkelijk succes heeft. Het succes dat hij maar niet bereikt: zijn ideeën worden afgeschoten door de hoofdre dactie, zijn organisatietalent blijkt ni hil, en zelfs op de meest exclusieve feest jes blijft hij de jongen die door niemand ten dans wordt gevraagd. Bij vlagen heeft het verslag van Youngs wederwaardigheden iets weg van een Hollywood-komedie of een sit com. Het boek zou best verfilmbaar zijn, inclusief de wel erg goede afloop. Want hoewel Young als journalist bij Vanity Fair mislukt, wordt dat niet de conclusie van zijn boek. De aftocht terug naar Lon den is geen nederlaag maar een nieuw begin. Een tamelijk ongeloofwaardig slot; het zal dus wel waar zijn. Maar voordat het zover is, is How to Lose Friends Alienate People een fraai verslag van de buitenkant van Amerikaanse glamour. Young wil ons doen geloven dat er alleen die buitenkant is, maar of dat waar is, valt op basis van zijn boek niet na te gaan. Zelf plaatste hij zijn vraagtekens bij zijn conclusie toen hij na 11 september 2001 naar New York terugkeerde. Zó op pervlakkig en zielloos bleek de stad toch niet te zijn, schreef hij in The Observer. Maar echt helemaal toegeven wilde hij niet: met zijn vermoeden dat de golf van menselijkheid slechts een paar maan den zou standhouden, gaf hij er toch vooral blijk van dat het nooit meer goed komt tussen hem en New York. TOEF JAEGER KINDERBOEK An Na: Enkele reis paradijs. Vertaald uit het Engels door Aleid van Eekelen-Benders. Lemniscaat, 158 blz. Vanaf 14 jaar. 13,95 Young Ju mag op een dag haar mooiste jurk aan. Ze gaat met 'umma' naar een winkel waar ze krullen in haar haar krijgt, zodat ze eruitziet als 'een echt Mi Gook meisje'. Young Ju wil niet zo'n meisje zijn, maar voor'umma en'apa is 'Mi Gook5 een toverwoord: 'Veel banen, grote huizen, goede scholen, goed inko men, zeggen ze steeds maar weer.' De ouders denken dan ook een gedroomd nieuw leven tegemoet te gaan als ze met de vierjarige Young Ju van Korea naar Amerika emigreren, maar al gauw volgt de deceptie als het beloofde land niet de hemel blijkt te zijn. A step from heaven heet het aangrijpen de Amerikaanse jeugdromandebuut van de van oorsprong Koreaanse schrijfster An Na, dat nu in het Nederlands is ver taald als Enkele reis paradijs. Een wrange titel: An Na's autobiografisch getinte verhaal over een gezin dat gemangeld wordt tussen twee culturen heeft bij tijd en wijle veel weg van een afdaling in de hel. Als er tenslotte toch nog een uitweg uit de diepte is, hangt het leed dat is ge schied als een donkere schaduw over de levens van de personages. Des te indrukwekkender is het dat An Na het verhaal in zo'n lichte, ingetogen schrijfstijl vertelt. Ze doseert haar woor den zorgvuldig en heeft oog voor poëti sche beelden - de Koreaanse begrippen die ze er tussendoor strooit zijn op zich zelf al poëzie: de oude 'halmoni' heeft 'een slaperig dekengezicht5, Young Ju vindt het fijn als 'umma haar krakende- schoenenlach lacht5 cn: 'Ze zingt zacht jes en kietclig, als de veertjes van een zeemeeuw.' In korte hoofdstukken ontrolt zich het verhaal, gezien door de ogen van de opgroeiende Young Ju. Zij en haar broertje Joon Ho, dat in Amerika wordt geboren, zijn kinderen van twee cultu ren. Op school en bij hun vrienden zijn ze Amerikaans, thuis moeten ze Kore- aans praten en zich voegen naar de Kore aanse gebruiken en tradities. Met harde hand probeert pa hun discipline en ge hoorzaamheid bij te brengen in een po ging de verderfel ij ke westerse invloeden teniet te doen. Amerika wordt voor 'apa' en 'umma' een desillusie. Ze horen er niet thuis, ze kunnen zich moeilijk verstaanbaar ma ken en intussen moeten ze met diverse baantjes het hoofd boven water zien te houden in een armetierige flat. Terwijl zij haar heil in de kerk zoekt, raakt hij ernstig aan de drank. De ruzies tussen hen intensiveren zich. Geregeld slaat hij zijn gezinsleden bont en blauw, tot de situatie zo uit de hand loopt dat ze op nieuw moeten beginnen zonder vader, want die reist terug naar Korea. Het bewonderenswaardige van dit boek is dat je niet alleen meeleeft met Young Ju, die haar eigen weg leert kie zen, maar dat ook de tragiek van een man als 'apa' navoelbaar is. NOOR HELLMANN Yasmina Khadra, pseudoniem v: Mohammed Moulessehoul Yasmina Khadra: Waarvan wolven dromen. Uit het Frans vertaald door Floor Borsboom. Atlas. 301 blz.€ 18,50 Je bent meteen in de hel. Samen met een jonge Algerijn die ziet hoe zijn kamera den aan flarden worden geschoten, en die vertelt hoe hij zelf een baby het tere nekje heeft afgesneden in naam van Al lah. Voordat de lezer goed en wel heeft kunnen besluiten of hij met zo'n perso nage wel in zee wil, is het te laat en zitje al vast aan deze Nafa Walid. Aanvanke lijk een onschuldige, niet erg aangena me jongen: mooi, verveeld, cn een beetje egocentrisch. Niets ongewoons voor een twintigjarige die bij de film wil, en zeker niets dat voorspelt dat deze gefrustreer de adolescent uit de kashba zal eindigen als een bebaarde moslimfundamenta list. Yasmina Khadra beschrijft in Waarvan wolven dromen wat daarvoor nodig was. De vernederingen die Nafa's corrupte werkgevers hem laten ondergaan en de algehele 'schurkocratie' in het land vor men een deel van het probleem. Voeg daarbij Nafa's mislukte carrière als film ster en de dood van zijn beoogde bruid, en je hebt een dankbaar slachtoffer voor de fundamentalisten van het FIS, die vanaf de geannuleerde verkiezingen in 1992 proberen de macht in Algerije op ondemocratische wijze in handen te krijgen, en door wie de straten van Al giers geleidelijk in een slagveld verande ren, waar zelfs kleuters met stenen gooi en naar ongesluierde vrouwen. Nadat Nafa zijn eerste moord voor het FIS begaan heeft, is hij niet langer een ik-vertellcr, maar zien we hem van een afstand opereren als soldaat en later aan voerder bij het islamitische 'bevrij dingsfront'. Het is natuurlijk mooi sym bolisch, die derde persoon die hij ineens wordt, maar het is ook jammer. Zo zul len we nooit weten wat Nafa daadwerke lijk bezielt wanneer hij vrouwen en kin deren afslacht. Ook al omdat de nadruk in dit tweede deel van het boek minder ligt op de ervaringen en gedachten van de Tield', als wel op militaire feiten over troepenbewegingen en slachtpartijen tussen de elkaar bestrijdende facties. Toen Yasmina Khadra in 2001 haar ware naam onthulde, werd duidelijk waar die aandacht voor militaire opera ties vandaan kwam: Khadra bleek geen vrouw maar een ex-officier uit het Alge rijnse leger: Mohammed Moulessehoul. Moulessehoul (1955) woont inmiddels met zijn gezin in Frankrijk. Sinds zijn demasqué geeft hij veel interviews, waarin tot zijn ergernis alleen naar zijn eigen wederwaardigheden wordt ge vraagd, en niet naar zijn romans. Keer op keer moet Moulessehoul vertellen dat hij werd geboren tegelijk met de Al gerijnse revolutie, hoe zijn vader hem op zijn negende het huis uit stuurde om naar een militaire school te gaan, cn hoe hij daar zijn schrijversroeping ontdekte. Hij publiceerde onder zijn eigen naam, tot de censuur binnen het leger hem dwong het pseudoniem te kiezen dat hij nu nog gebruikt, ook al is zijn militaire carrière voorbij. YRA VAN DIJK Nancy Huston Foto Freddy Rikken

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - krantenknipsels | 2003 | | pagina 31