'Ik schrijf tegen zekerheden'
Een slippertje
mag van God
Boeken
Nancy Huston over de creatieve kracht van ballingschap
Doodsbang
voor vossen
De buitenkant
van glamour
Ontheemd in
het paradijs
Meteen
de hel in
28 nrc handelsblad Vrijdag 24 januari 2003
BUITENLANDSE LITERATUUR
Nancy Huston schrijft vaak
over bannelingen, zowel in
het Engels als in het Frans.
„De roman is een poging om
verhalen te vertellen die zin
geven aan het leven."
Margot Dijkgraaf
Wie in meer talen schrijft en publiceert,
kan soms in raresituaties terechtkomen.
Nancy Huston, die ter gelegenheid van
de vertaling van haar roman L' empreinte
de l'ange (Het teken van de engel) een kon
bezoek brengt aan het Maison Descartes
in Amsterdam, kan erover meepraten.
Huston, die in 1953 in Calgary, Canada,
werd geboren, maar al een jaar of twin
tig in Parijs woont, schreef haar recent
ste romans tegelijkertijd in het Frans en
in het Engels. Afhankelijk van haar per
sonages en de setting van. haar intrige be
gint ze in de ene taal en vertaalt ze haar
tekst, al schavend en schurend, in de an
dere.
De eerste keer dat ze zo te werk ging,
voor Cantique des plaines uit 1993, begon
ze in het Engels: logisch, het boek ging
o ver het landschap van haar prille j eugd,
over cowboys en indianen. Het ver
scheen tegelijkertijd in een Engelse en
Franse versie. De Franse werd bekroond
met de meest prestigieuze literaire prijs
uit Québec, de Prix du Gouverneur ge
neral. Het werd een schandaal, met hef
tige protesten tegen het feit dat de be
langrijkste prijs van het Franstalige
Québec werd toegekend aan een Engels
talige uit Parijs. Hustons volgende boek,
Het teken van de engel, mocht dan ook naar
geen enkele literaire prijs in Québec
meer meedingen.
Dit boek begon Huston in het Frans.
In 1957 komt een twintigjarige Duitse,
Saffie, aan in Parijs en vindt werk als
huishoudster bij een Franse fluitist, Ra
phael Lepage. Gruwelijke gebeurtenis
sen in haar jeugd en in de oorlog, heb
ben van Saffie een ongrijpbare, schijn
baar gevoelloze vrouw zonder levens
vreugde gemaakt, die de gepassioneerde
avances van Raphael koeltjes ondergaat.
Ze stemt toe in een huwelijk en krijgt
een zoon, Emil, voor wie ze nauwelijks
moederlijke gevoelens koestert. Dat ge
beurt pas wanneer ze de fluitmaker van
haar echtgenoot ontmoet, de Hongaarse
jood Andras, voor wie ze een grote harts
tocht opvat en met wie ze een jarenlan
ge, geheime relatie zal onderhouden.
Andras is communist en actief in de
FLN, de beweging die strijdt voor een
vrij Algerije en die juist in die tijd Parijs
terroriseert. Andras en Rafaël raken ver
strikt in de verschrikkelijke nacht van 17
oktober 1961, waarbij een pro-Algerijnse
demonstratie eindigde in razzia's en ve
le doden en verdwijningen.
„Als ik toen rond de vijfentwintig was
geweest en in Parijs had gewoond, was
ik links geweest, en communistisch, re
volutionair", zegt Huston. „Dan had ik
het FLN gesteund. Zelf sta ik het dichtst
bij Rafaël, de musicus. Zijn artistieke
passie maakt hem blind: hij denkt dat
hij zijn vrouw gelukkig maakt, dat het
haar beter gaat omdat hij haar vaste
grond onder de voeten heeft gegeven.
Maar Saffie heeft geen enkel talent, zelfs
het talent om iemand te zijn moet ze nog
ontwikkelen. Ze werd verliefd op An
dras omdat ze in zijn atelier voor het
eerst een wanorde zag die goed was.
Voor haar was wanorde altijd synoniem
met chaos, met oorlog en vernietiging.
„Ik wil laten zien dat er overal ver
vreemding is. Iedereen draagt oogklep
pen. Andras omarmt het communisme,
maar ziet niet de kiemen van toekomsti
ge onderdrukking. Iedereen vergist
zich, iedereen dwaalt. Alleen de manier
waarop kim je kiezen. De roman is een la
boratorium van de moraal. Ik schrijf te
gen de daverende zekerheden, tegen de
afdoende keuzes, tegen zwart-witte oor
delen."
Gevangenisstraf
Dat bracht Huston de afgelopen maan
den ook in de praktijk, door het op te ne
men voor een jonge, in Frankrijk gebo
ren Algerijn, die na achttien jaar gevan
genisstraf, werd veroordeeld tot la dou
ble peine': hij werd het land uitgezet.
„Ik spring zelden in de openbare politie
ke arena", zegt Huston, „maar ik was
met deze Algerijn bevriend geraakt, al
toen hij in de gevangenis zat en ik er een
leesclub leidde. Zijn vrouw was net
zwanger. Als hij nu een terrorist was... Je
kunt niet meer om het probleem van de
oude immigratie heen, het is om veel re
denen een ontvlambare bevolkings
groep geworden."
Haar recentste roman, Dolce agonia, si
tueerde Huston juist weer in een ijs
koud, besneeuwd, afgelegen landhuis in
de VS, waar een groep vrienden zich aan
het Thanksgivingdiner zet. De verteller
is God, almachtig en alleswetend, die in
zij n voorwoord een beetje gni ffel t om de
mensen die almaar op zoek zijn naar de
zin van het leven. „Het is een knipoog
naar het ideologische debat uit de jaren
vijftig en zestig", zegt Huston, „toen
men zei dat het afgelopen moest zijn
met de alwetende verteller. Daar heb ik
altijd een beetje om moeten lachen. Ik
had een alwetende verteller nodig, ie
mand die de diepste gedachten van mijn
personages verwoordt, die hun verleden
en hun toekomst kent. Dus waarom niet
God? Dat je weet hoe en wanneer ze zul
len sterven, geeft die personages iets
aandoenlijks, je raakt aan ze gehecht,
hun leven wordt kostbaar. Ik denk dat
het leven op zich geen zin heeft. Het gaat
om de zin die wij aan het leven geven. Ie
der ziet zijn leven als een verhaal. De ro
man is een poging om verhalen te vertel
len die zin geven aan het leven."
Zo vertelt Huston in Dolce agonia over
een tiental personages. „Ik wilde dat
proces laten zien: binnenin iedereen is
het een vormeloze magma van herinne
ringen en ervaringen. Door naar het ver
haal van een ander te luisteren, krijgt
dat verhaal zin. Terwijl je met anderen
praat, gaan er in je eigen hoofd allerlei
parasitaire gedachten en associaties om.
Het is een wonder dat mensen er uitein
delijk, ondanks alles, in slagen elkaar te
begrijpen."
Vaderland
Dat geldt zeker voor de bannelingen die
zo vaak Hustons werk bevolken. Niet al
leen hebben ze hun vaderland om wat
voor reden dan ook verlaten, ze spreken
ook niet langer hun moedertaal. Toen
Nancy Huston driejaar was, verliet haar
moeder haar gezin voor haar carrière.
Haar vader hertrouwde met een Duitse
en binnen een paar maanden sprak ze
Duits, en later, tijdens haar studie,
Frans. Zoveel talen, zoveel identiteiten.
Karakteriseerde ze zichzelf vroeger als
een Parijse, Canadese, Québëcoise en
Amerikaanse schrijfster, als een ont
heemde of als een auteur zonder cultu
rele identiteit, tegenwoordig maakt ze
zich er met een kwinkslag naar de streek
even buiten Parijs waar ze graag ver
blijft: „Ik ben berrichonne, een schrijfster
uit de Berry. Daar heb ik een kind gekre
gen, en d us kan ik dan worden genatura
liseerd, dat geldt immers ook voor Alge
rijnse vrouwen die in Frankrijk bevallen
zijn."
Ook Saffie en Andras uit Het teken van
de engel zijn in exil, zijn ontwortelden.
Huston: „Het Parijs van de balling ken
ik nu eenmaal het beste. Exil is ook een
vorm van vrijheid, zelfs voor degenen
die niet uit vrije wil zijn vertrokken. In
Parijs vindt iedereen voldoende vrijheid
om zich te herstellen, om weer een leven
op te bouwen. Je ziet ook wat de Fransen
niet zien, namelijk hoe relatief identi
teit is. Ik heb dit boek geschreven na
mijn eerste succes in Frankrijk, toen ie
dereen zei dat ik een Franse schrijfster
was. Maar ik wilde niet één worden met
dat land. Ik wilde in de soep spugen. Die
blik van buitenafwilde ik behouden: het
kan mensen intelligent maken, veel
meer dan wanneer ze thuis blijven." Ju
lia Kristeva sprak in dverband van 'een
vreemd soort geluk'. Huston: „Daar kan
ik me in vinden. Zelfs een vrijwillige bal
lingschap wordt op den duur een exil. Je
kunt niet meer terug, je bent niet meer
dezelfde persoon. Dus ben je én hier en
daar - verdeeld. Dat doet soms pijn,
maar het is ook een bijzonder wenselijke
situatie voor een schrijver. Iedere schrij
ver, iedere kunstenaar heeft afstand no
dig, ook ten opzichte van zijn moeder
taal. Exil geeft je die afstand, je krijgt
hem gewoon cadeau."
Nancy Huston: Het teken van de engel.
Vertaald doorThéo Buckinx. Bert Bakker. ZZ8
blz. 15,95. Dolce agonia. ActesSud. 497 blz.
20,13 De Engelstalige editie van Dolce
agonia verscheen bij Vintgage/Ebury, 304 blz.
17,35 (pbk.)
Ammar Abdulhamid: Een verborgen
leven. Uit het Engels vertaald door
Wim Scherpenisse.
De Geus. 188 blz. 18.-
Menstruation heet deze bijna-roman in
het oorspronkelijke Engels. Op religie
en politiek na is geen onderwerp in de
Arabische wereld zo taboe als seks, en
daarbinnen behoort menstruatie tot het
onzegbaarste. Vandaar dat de auteur het
er uitdrukkelijk over wil hebben. In Ne
derland is dat niet meer zo nodig, maar
voor de Syriër Ammar Abdulhamid
(1966) is het doorbreken van dit taboe
een dringende behoefte, en voor zijn be
oogde publiek nog meer. Hij is namelijk
een gewezen fundamentalistische
imam, die afvallig is geworden naar aan
leiding van de affaire omtrent Rushdies
Duivelsverzen en zich zelfs tot het atheï
sme heeft bekeerd.
In het verleden zijn vele islamitische
wetsgeleerden, met hun obsessie voor
reinheid en angst voor vrouwen, door
menstruatie gefascineerd geweest, en
andere geleerden en letterkundigen
eveneens. Hasan, een van de personages
in dit boek, kan een ongestelde vrouw op
een uur afstand ruiken, en dat komt
naar hij meent omdat hij als foetus is ge
voed met menstruatiebloed. Dat lijkt ge-
ent op de beschouwing van de dertien-
dc-eeuwse kosmograaf al-Qazwini over
de ongeboren vrucht.
Een verborgen leven gaat niet alleen over
ongesteldheid, maar over alles wat met
seks te maken heeft: de veelal troostelo
ze seks binnen het gearrangeerde huwe
lijk, en verder al wat daarvoor soelaas
moet bieden maar officieel niet bestaat:
vreemdgaan, vrijgezellenclubs, homo
seksualiteit, incest en verkrachting. Het
is een pamflet in romangedaante, met
een duidelijke boodschap: seks is niet
verboden, je mag erover praten en het
doen, en als je niet in God en zijn wetten
wil geloven kan dat ook. Waarom zou je
immers in een opperwezen geloven dat
maagdelijkheid en kuisheid voorschrijft
en daardoor voornamelijk huichelarij
en ontucht veroorzaakt? Al heeft de
schrijver enig begrip voor het standpunt
van een van zijn gelovig blijvende perso
nages, dat God barmhartig is en bij een
slippertje dus wel een oogje toeknijpt.
Er zijn twee conservatieve hoofdper
sonen, een man en een vrouw, die elk
een ontwikkeling doormaken op de weg
naar seksuele bevrijding. De auteur kan
goed vertellen en maakt knap gebruik
van romantechnieken zoals de innerlij
ke monoloog, maar vult daarnaast vele
bladzijden met essayachtige gedeelten.
Zo'n halve roman, die bovendien uit
drukkelijk een boodschap wil uitdra
gen, zou misschien onleesbaar moeten
zijn, maar blijkt dat beslist niet het ge
val; integendeel. Dankzij de uitsteken
de, luchtige stijl, de overal aanwezige
sardonische humor, de genadeloze ana
lyse van de huichelarij en natuurlijk de
frivole thematiek leest het boek vlot
weg.
De vertaler heeft ook precies de juiste
toon gevonden. Het kijkje in de binnen
kamers van de andere cultuur is span
nend, en we kunnen goed meeleven met
de reële nood van de personages. De au
teur laat onder meer zien hoe vrouwen,
maar ook mannen zuchten onder de ter
reur van de familie die de huwelijken re
gelt. Hoe een vrouw de koranstudieclub
bezoekt, omdat dat de ideale omgeving
is om lekker te roddelen, een. vriendin
netje op te doen, en een ontmoeting met
Ammar Abdulhamid Foto De Geus
De roman kan een scherp
wapen zijn in de strijd tegen
conservatieve moslims
een vent te regelen voor een andere
vriendin. Hoe een man gaat klagen bij
zijn moeder, omdat zijn vrouw niet en
thousiast genoeg Jtijkt bij het vreugelo-
ze nummertje dat hij haar telkens aan
doet. En hoe vrouwen lesbisch worden,
omdat het met hun fantasieloze, egoma-
ne macho-man toch nooit wat wordt.
Een hoogtepunt is hoe een gesluierde
vrouw haar eveneens gesluierde vrien
din al in de hal van haar flat 'dat klote-
ding' van het hoofd rukt en het als een
stierenvechterslap voor haar heen en
weer zwaait: torol, totdat zij beiden scha
terend en dollend op het echtelijke bed
belanden.
Omdat de andere twee hoofdpersonen
kritische intellectuelen zijn, kon de au
teur essayfragmenten afdrukken in de
vorm van citaten uit hun fictieve wer
ken. Alleen al de titels daarvan bezorgen
mij de slappe lach, maar zouden, in hun
laconieke blasfemie, menig vrome het
schuim op de baard brengen, zoals bij
voorbeeld Bronnen van de koran: degeletter
de profeet. Alsof de koran bronnen buiten
God heeft, alsof de analfabete profeet
deze had kunnen lezen!
Zowel in het origineel als in deze ver
taling ontbreekt overigens het onge
meen godslasterlijke slothoofdstuk,
waarin de profeet wordt beledigd. De
uitgevers wilden het blijkbaar niet te dol
maken. Het is in het Engels te lezen on
der: http:// www.amarji.org/ menstrua
tion/ conferen.htm
Roman of niet, Abdulhamid heeft een
voor ons onderhoudend, voor zijn doel
groep leerzaam boek geschreven, dat
een scherp wapen kan zijn in de strijd
om de moderniteit in conservatief-isla-
mitische omgevingen. Maar vermetel is
het ook: Gods aanhangers zijn vaak min
der barmhartig dan Hijzelf, en met zo'n
tekst vróógje om een fatwa.
WIM RAVEN
Minette Walters: Fox Evil.
Macmillan.415 blz.€ 19,99
Fox Evil is de naam van een ziekte waar
bij het haar uitvalt. Het is ook de titel
van de nieuwste thriller van de be
roemdste Engelse misdaadschrijfster
van dit moment, Minette Walters. En
het is de roepnaam van de aanvoerder
van een naargeestig groepje rondtrek
kende krakers, de vader van Wolfie - een
engerd. Wolfie denkt dat zijn vader Fox
heet, omdat hij slim is en 's nachts door
de bossen sluipt. Dat zijn vaders achter
naam Evil is, verbaast hem evenmin,
want Fox draagt in zijn ene broekzak
een vlijmscherp scheermes en in de an
dere een zware hamer. Vaag, heel vaag
meent Wolfie te weten dat die hamer iets
te maken heeft met de verdwijning van
zijn moeder en broertje, maar als ie
mand hem naar hen vraagt wordt hij
heel bang en kan hij zich niets feitelijks
herinneren, hoe hij het ook probeert.
Wolfie is als de dood voor zijn vader
maar, aangezien hij nu eenmaal nie
mand anders heeft, roept hij ook als het
nodig is, geen hulp in.
Minette Walters is een creatief auteur
die met elk boek een nieuwe 'formule'
bedenkt. Haar acht romans tot nu toe
vormen geen serie met vaste patronen
en hoofdpersonen, al kennen we journa
liste Anne Cattrell al uit The Ice House,
Walters eersteling, uit 1992. Behalve een
moderne variant op de ouderwetse who
dunnit met klassieke ingrediënten als
een verlaten landhuis met Kerst, een
'onecht kind' en rijke erfgenamen die op
het slechte pad zijn geraakt, is Fox Evil
ook een vernuftig spel rond het woord
fox. Zo heet de bewoner van het land
huis naast het lapje grond waar Fox Evil
zijn groepje trekkers hun kamp heeft la
ten opslaan, James Lockyer-Fox. Deze
oude heer wordt door kwaadaardige
dorpsbewoners langzaam de dood inge
dreven. Zij beschuldigen hem ervan zijn
vrouw Ailsa te hebben vermoord die een
paar maanden eerder dood op het terras
was gevonden. Al bewijst het forensisch
onderzoek dat het bloed naast haar li
chaam geen mensen- maar vossenbloed
is, de roddels en de dreigende telefoon
tjes houden aan. Angstig en eenzaam ge
maakt, gaat de aristocraat ertoe over zijn
ter adoptie afgestane kleindochter op te
sporen, een stap waarmee hij Nancy
Smith (zoals deze interessante dame na-
drukkelijk-gewoontjes blijkt te heten)
in groot gevaar brengt. Zoals gewoon
lijk bij Walters, dragen kwaadaardig ge
klets, vooroordelen en misverstanden
tussen mensen ook in Fox Evil weer bij
aan een naargeestig en gevaarlijk sociaal
klimaat. Meesterlijk schetst ze twee val
se burgerdames die hun gedeelde ran
cune aanzien voor vriendschap en niets
beters te doen hebben dan kiften op hun
mannen, van wie ze voor hun status en
inkomen afhankelijk zijn.
Vossen alom in Fox Evil. Beschreven
haar vorige twee romans, The Shape of
Snakes en Acid Row, milieus van grootste
delijke verloedering, Fox Evil speelt in
het fraaie Dorset (waar de auteur zelf
woont). Daar leven vossen en wordt de
politieke strijd om de vossenjacht met
terdaad uitgevochten, een wreed ge
bruik waar de vermoorde Ailsa in haar
laatste jaren tegen protesteerde. Net als
in Acid Row heeft Minette Walters ook dit
keer de sentimentele verleiding niet
kunnen weerstaan om een held(in) te
creëren, een nobel, dapper personage,
dat misschien weinig realistisch is, maar
wel maakt dat deze thriller tegelijk iets
sprookjesachtigs heeft.
jOLANDE WITHUIS
Toby Young: How to Lose Friends
Alienate People. Abacus. 342 blz.
14,75. Vertaald als Hoe je vrienden
verliest en anderen kwijtraakt.
Vassallucci,€ 18,50.
Wanneer de Engelse journalist Toby
Young het aanbod krijgt om voor het
New-Yorkse blad Vanity Fair te werken,
lijkt een droom uit te komen. Vlak daar
voor was zijn carrière als hoofdredac
teur van het Britse blad The Modern Re-
view, een tijdschrift waarin populaire
cultuur op een serieuze manier werd be-
Toby Young Foto Dafydd Jones
handeld, mislukt.
De overgang van het Britse naar het
Amerikaanse blad blijkt echter groot.
Misschien wel vooral omdat Young van
hoofdredacteur verwordt tot een soort
manusje van alles - een rol waar enige
bescheidenheid op zijn plaats is. En het
is nu net deze karaktereigenschap die
Young niet erg bezit. Bovendien is New
York zó typisch Amerikaans, dat hij al
snel tegen wil en dank de rol van de ar
chetypische Brit speelt.
Young maakt zich dan ook niet erg ge
liefd en wordt bestempeld als 'triest5,
'klootzak', 'een rat, een slang, een stink
dier5 (om enkele typeringen te noemen
die hij trots op zijn eigen website heeft
gezet). In How to Lose Friends Alienate Pe
ople beschrijft hij deze ontwikkeling van
jong talent tot 'rati, een relaas dat dank
zij zijn zelfrelativering zeer aanspre
kend is. De confrontaties tussen Engelse
humor en Amerikaanse politieke cor
rectheid, en de vele personages die hun
verbazing met een kirrend 'O my God...'
uiten, leveren daarin de geestigste pas
sages op. Half vervreemd en half jaloers
speelt Young de onbeschofte eigenwijs
in een oppervlakkige wereld.
Het is bovendien aangenaam treurig
om te lezen hoe hij maar niet beseft dat
het gemak waarmee zijn collega's zich
in de wereld der beroemdheden bege
ven, alleen is weggelegd voor wie ook
daadwerkelijk succes heeft. Het succes
dat hij maar niet bereikt: zijn ideeën
worden afgeschoten door de hoofdre
dactie, zijn organisatietalent blijkt ni
hil, en zelfs op de meest exclusieve feest
jes blijft hij de jongen die door niemand
ten dans wordt gevraagd.
Bij vlagen heeft het verslag van
Youngs wederwaardigheden iets weg
van een Hollywood-komedie of een sit
com. Het boek zou best verfilmbaar zijn,
inclusief de wel erg goede afloop. Want
hoewel Young als journalist bij Vanity
Fair mislukt, wordt dat niet de conclusie
van zijn boek. De aftocht terug naar Lon
den is geen nederlaag maar een nieuw
begin. Een tamelijk ongeloofwaardig
slot; het zal dus wel waar zijn. Maar
voordat het zover is, is How to Lose Friends
Alienate People een fraai verslag van de
buitenkant van Amerikaanse glamour.
Young wil ons doen geloven dat er alleen
die buitenkant is, maar of dat waar is,
valt op basis van zijn boek niet na te
gaan.
Zelf plaatste hij zijn vraagtekens bij
zijn conclusie toen hij na 11 september
2001 naar New York terugkeerde. Zó op
pervlakkig en zielloos bleek de stad toch
niet te zijn, schreef hij in The Observer.
Maar echt helemaal toegeven wilde hij
niet: met zijn vermoeden dat de golf van
menselijkheid slechts een paar maan
den zou standhouden, gaf hij er toch
vooral blijk van dat het nooit meer goed
komt tussen hem en New York.
TOEF JAEGER
KINDERBOEK
An Na: Enkele reis paradijs. Vertaald
uit het Engels door Aleid van
Eekelen-Benders. Lemniscaat, 158 blz.
Vanaf 14 jaar. 13,95
Young Ju mag op een dag haar mooiste
jurk aan. Ze gaat met 'umma' naar een
winkel waar ze krullen in haar haar
krijgt, zodat ze eruitziet als 'een echt Mi
Gook meisje'. Young Ju wil niet zo'n
meisje zijn, maar voor'umma en'apa is
'Mi Gook5 een toverwoord: 'Veel banen,
grote huizen, goede scholen, goed inko
men, zeggen ze steeds maar weer.' De
ouders denken dan ook een gedroomd
nieuw leven tegemoet te gaan als ze met
de vierjarige Young Ju van Korea naar
Amerika emigreren, maar al gauw volgt
de deceptie als het beloofde land niet de
hemel blijkt te zijn.
A step from heaven heet het aangrijpen
de Amerikaanse jeugdromandebuut van
de van oorsprong Koreaanse schrijfster
An Na, dat nu in het Nederlands is ver
taald als Enkele reis paradijs. Een wrange
titel: An Na's autobiografisch getinte
verhaal over een gezin dat gemangeld
wordt tussen twee culturen heeft bij tijd
en wijle veel weg van een afdaling in de
hel. Als er tenslotte toch nog een uitweg
uit de diepte is, hangt het leed dat is ge
schied als een donkere schaduw over de
levens van de personages.
Des te indrukwekkender is het dat An
Na het verhaal in zo'n lichte, ingetogen
schrijfstijl vertelt. Ze doseert haar woor
den zorgvuldig en heeft oog voor poëti
sche beelden - de Koreaanse begrippen
die ze er tussendoor strooit zijn op zich
zelf al poëzie: de oude 'halmoni' heeft
'een slaperig dekengezicht5, Young Ju
vindt het fijn als 'umma haar krakende-
schoenenlach lacht5 cn: 'Ze zingt zacht
jes en kietclig, als de veertjes van een
zeemeeuw.'
In korte hoofdstukken ontrolt zich
het verhaal, gezien door de ogen van de
opgroeiende Young Ju. Zij en haar
broertje Joon Ho, dat in Amerika wordt
geboren, zijn kinderen van twee cultu
ren. Op school en bij hun vrienden zijn
ze Amerikaans, thuis moeten ze Kore-
aans praten en zich voegen naar de Kore
aanse gebruiken en tradities. Met harde
hand probeert pa hun discipline en ge
hoorzaamheid bij te brengen in een po
ging de verderfel ij ke westerse invloeden
teniet te doen.
Amerika wordt voor 'apa' en 'umma'
een desillusie. Ze horen er niet thuis, ze
kunnen zich moeilijk verstaanbaar ma
ken en intussen moeten ze met diverse
baantjes het hoofd boven water zien te
houden in een armetierige flat. Terwijl
zij haar heil in de kerk zoekt, raakt hij
ernstig aan de drank. De ruzies tussen
hen intensiveren zich. Geregeld slaat hij
zijn gezinsleden bont en blauw, tot de
situatie zo uit de hand loopt dat ze op
nieuw moeten beginnen zonder vader,
want die reist terug naar Korea.
Het bewonderenswaardige van dit
boek is dat je niet alleen meeleeft met
Young Ju, die haar eigen weg leert kie
zen, maar dat ook de tragiek van een
man als 'apa' navoelbaar is.
NOOR HELLMANN
Yasmina Khadra, pseudoniem v:
Mohammed Moulessehoul
Yasmina Khadra: Waarvan wolven
dromen. Uit het Frans vertaald door
Floor Borsboom.
Atlas. 301 blz.€ 18,50
Je bent meteen in de hel. Samen met een
jonge Algerijn die ziet hoe zijn kamera
den aan flarden worden geschoten, en
die vertelt hoe hij zelf een baby het tere
nekje heeft afgesneden in naam van Al
lah. Voordat de lezer goed en wel heeft
kunnen besluiten of hij met zo'n perso
nage wel in zee wil, is het te laat en zitje
al vast aan deze Nafa Walid. Aanvanke
lijk een onschuldige, niet erg aangena
me jongen: mooi, verveeld, cn een beetje
egocentrisch. Niets ongewoons voor een
twintigjarige die bij de film wil, en zeker
niets dat voorspelt dat deze gefrustreer
de adolescent uit de kashba zal eindigen
als een bebaarde moslimfundamenta
list.
Yasmina Khadra beschrijft in Waarvan
wolven dromen wat daarvoor nodig was.
De vernederingen die Nafa's corrupte
werkgevers hem laten ondergaan en de
algehele 'schurkocratie' in het land vor
men een deel van het probleem. Voeg
daarbij Nafa's mislukte carrière als film
ster en de dood van zijn beoogde bruid,
en je hebt een dankbaar slachtoffer voor
de fundamentalisten van het FIS, die
vanaf de geannuleerde verkiezingen in
1992 proberen de macht in Algerije op
ondemocratische wijze in handen te
krijgen, en door wie de straten van Al
giers geleidelijk in een slagveld verande
ren, waar zelfs kleuters met stenen gooi
en naar ongesluierde vrouwen.
Nadat Nafa zijn eerste moord voor het
FIS begaan heeft, is hij niet langer een
ik-vertellcr, maar zien we hem van een
afstand opereren als soldaat en later aan
voerder bij het islamitische 'bevrij
dingsfront'. Het is natuurlijk mooi sym
bolisch, die derde persoon die hij ineens
wordt, maar het is ook jammer. Zo zul
len we nooit weten wat Nafa daadwerke
lijk bezielt wanneer hij vrouwen en kin
deren afslacht. Ook al omdat de nadruk
in dit tweede deel van het boek minder
ligt op de ervaringen en gedachten van
de Tield', als wel op militaire feiten over
troepenbewegingen en slachtpartijen
tussen de elkaar bestrijdende facties.
Toen Yasmina Khadra in 2001 haar
ware naam onthulde, werd duidelijk
waar die aandacht voor militaire opera
ties vandaan kwam: Khadra bleek geen
vrouw maar een ex-officier uit het Alge
rijnse leger: Mohammed Moulessehoul.
Moulessehoul (1955) woont inmiddels
met zijn gezin in Frankrijk. Sinds zijn
demasqué geeft hij veel interviews,
waarin tot zijn ergernis alleen naar zijn
eigen wederwaardigheden wordt ge
vraagd, en niet naar zijn romans. Keer
op keer moet Moulessehoul vertellen
dat hij werd geboren tegelijk met de Al
gerijnse revolutie, hoe zijn vader hem
op zijn negende het huis uit stuurde om
naar een militaire school te gaan, cn hoe
hij daar zijn schrijversroeping ontdekte.
Hij publiceerde onder zijn eigen naam,
tot de censuur binnen het leger hem
dwong het pseudoniem te kiezen dat hij
nu nog gebruikt, ook al is zijn militaire
carrière voorbij.
YRA VAN DIJK
Nancy Huston Foto Freddy Rikken