gepasseerd en daar zijn posten bij
die toch eenmaal vaststaan, hij wilde
dan ook maar de posten bespreken,
die van belang waren.
Spr. zegt verder de begrooting van
het vorig jaar heeft veel moeite ge
kost om in elkaar te krijgen, zelfs
het college van burg. en weth. is
naar Middelburg geweest en is ten
slotte na veel wikken en wegen
vastgesteld kunnen worden.
En thans is door het meevallen
van de inkomsten en het goede beleid
van burg. en weth. het gelukt de
posten van de begrooting vold&ende
over te geven en is de thans te be
handelen begrooting van een leien
dakje in elkaar gezet.
L)e begrooling is in elkaar gezet en
er zijn zelfs posten die verhoogd zijn
zooals die van straten en pleinen, hij
hoopt dat .de gemeente opzichter de
hand aan de ploeg zal slaan en dat
hij de zaak recht zal houden. Spr.
heeft ook van verschillende gemeenten
gelezen van belastingverlaging en dan
loopt het water langs de tanden, en
dan wordt er gevraagd, waarom komt
dat bij ons niet. Spr. zou dan ook voor
de begrooting wordt vastgesteld de
belasting een klein beetje willen
verlagen. Stavenisse heeft het ook
gedaan.
Dan heeft Scherpenisse een goed
slot van f 1200 er. waarom moeten
wij dan een post hebben voor on
voorzien van f 2000, dit kan wel
kleiner wezen en daarom stelt spr.
voor de personeele belasting met
15 opcenten te verlagen, dit zal zijn
een post van f 750, dan doen wij ook
wat, en de mensehen krijgen een
beetje verlichting, want die personeele
belasting betaalt, betaalt ook altijd
geen inkomstenbelastingen kunnen
dit soms moeilijk betalen en dan laten
wij zien dat de gemeente van St.
Maartensdijk ook wat wil doen. Spr.
acht dit kleine bedrag geen bezwaar
voor de gemeente.
Wethouder Koopman zegt om de
belasting te brengen van 185 op 170
opcenten zouden wij allemaal voor
zijn, maar is het doenlijk. De belas
ting van 1936 zal zeker niet tegen
vallen, maar zal die van 1937 ook
meevallen want als men later weer
zou moeten gaan verh Dogen van 170
op 200 dan zou het een groote strop
zijn.
De heer Ilage is het eendeels met
den heer Koopman eens. Men moet
echter trachten om de menschen niet
te veel te laten betalen. Als men de
begrooting beziet is er een opleving
geweest en laten wij hopen dat de
inkomsten zoo zullen blijven, dan zijn
ze belangrijk hooger dan ze geraamd
zijn. Hoe moeilijk is het niet geweest
de vorige begrooting voor elkaar te
krijgen en loch hebben wij een goed
slot van f 4500. Dan is de begrooting
voor de inkomsten van het havengeld
hetzelfde gebleven en volgens ge
zegden zal er meer havengeld ont
vangen worden. De begrooting is
maar theorie, want daar is de post
schoolbanken spr. is daar niet tegen,
maar daar staat f 500 voor op dat
is volgens hem ook te veel, daar zou
ook f 200 af kunnen, dus alles bijeen
zou de post van onvoorzien met
f 500 verminderen en worden f 1500
en daar kan men best mee uitkomen.
Wethouder Koopman is het er mee
eens dat de posten op de begrooting
ruim zijn genomen.
De heer Bout kan zich niet met
het voorstel van den heer Hage ver
eenigen. Het is nog niet zeker of
het havenbedrijf zich zelf zal kunnen
houden en er moet ook veel uit
gegeven worden voor de haven. Wat
de vorige begrooting betreft wordt
gezegd wij zijn er toch gekomen,
maar men* moet niet vragen hoe
Wethouder Koopman^ antwoordt
dat wat moest gebeuren, gebeurd is.
De heer Bout merkt nog op dat
toen wij de begrooting de revue
hebben laten passeeren is er niets
gezegd over de belastingen.
De heer Nelisse is het met den
heer Hage eens. Er zijn enkele posten
die verminderd kunnen worden en
wat de schoolbanken betreft dat is
noodzakelijk, spr. is zich daarvan
wezen overtuigen. Het havenbedrijf
kan men zeker op rekenen dat het
naar boven zal gaan en dat als de
nieuwe weg komt daarvoor wordt
het materiaal hier allemaal aange
voerd. De reparatie aan de brug daar
heeft hij met een deskundige na
wezen zien dat is niet zoo erg, het
bovendek is niet al te best, maar
van onderen is de brug nog goed en
is onlangs nog wel een 10 tons auto
over gereden, het beste zou zijn om
op de brug een bordje te plaatsen
voor wagens met niet meer als 3000
K.G. Onze naburige gemeente
Oud-Vossemeer en daar was het toch
nog veel slechter als te St. Maartens-
gaat wel 50 opcenten van de pers.
belasting en 25 opcenten van de
gemeentefondsbelasting af doen en
waarom kan dan hier geen belasting
verlaging komen.
Het is geen pretje als je een groote
woning moet bewonen en je moet
zooveel betalen, dat je moet tobben
om het bij elkaar te krijgen, het
is geen overbodige luxe om de pers.
belasting met 15 opcenten te ver
lagen.
De voorzitterantwoordt dat hij tegen
belastingverlaging is. Spr. gelooft
niet dat het dit jaar nog kan. Men
moet wat belastingverlaging betreft
eenige jaren vooruit zien. De rijks
middelen zijn beter en er is eenige
opleving geweest en dit zegt boek-
deelen „geweest".
Wij zijn het er over eens dat de
vermeerdering van bewaping welke
de staten onderling hebben gevoerd,
de opleving tot stand heeft gebracht
en dat dit t:n goede zal komen aan
1937, maar dan moeten wij voor 1-938
weer afwachten of deze opleving zal
voortzetten, want dat is nog lang
geen zekerheid het kan ook wel een
crisisverschijnsel zijn.
Er is gewezen op naburige ge
meenten, dat heeft spr. ook gelezen
dat voorgesteld is de belasting te
verlagen, maar dan wijst spr. ook op
naburige gemeenten daar is ook aan
genomen wat in punt 1 besproken
is over de regeling van fraude in de
gemeenten en dat heeft men hier ook
niet aangenomen.
Wat andere gemeenten doen, laat
dit voor rekening van die gemeenten.
Nu wordt er gezegd laten wij hier
ook wat doen, maar dit is een on
gezonde politiek. De kwestie is dat
dit niet bezien moet worden voor één
jaar, het geluk is geweest dat wij
een (mooi batig slot van f 4500
hebben gehad, maar dat zal dit jaar
niet opleveren, het kan tenhoogste
f 3000zijn. De begrooting heeft nu eet
post van onvoorzien van f 2000, wa
dus een achteruitgang is van f2500'
dus de zekerheid hebben wij niet dat
wij weer ëen goed slot hebben van
f 4500, want dat zou dan in deze
begrooting uit moeten komen, het
kan op zijn hoogst zijn f3000 wat
dan aan inkomsten 30% hooger zou
moeten zijn dan geraamd.
Wat betreft de opbrengst van de
havengelden dat is spr. nog toegedaan
dat deze niet zullen verminderen
mits de andere bronnen dezelfde
blijven als op andere jaren want bij
de gunning tot het bouwen van de
loods is gezegd dat de bieten minder
zullen worden, daar zij meer per
as zullen gaan vervoeren. Dus als
men f300 meer zou ontvangen, dan
zal dit de verminderde ontvangsten
opvangen, maar dan moet men niet
vergeten dat men voor groote uit
gaven staat aan de haven.
Want als men zich wil overtuigen
de kademuur wordt slecht en elke
week moet er een stuk bestraat
worden, omdat steeds het zand er
van onder weg zakt.
Dan wordt betreft de verbetering
van de brug, nu kan er vandaag wel
een 10 tons auto's over rijden madr
morgen kan dit niet meer. Als men
het bovendek optilt, dan zal men
zien dat het onderdek zeer slecht is.
Men moet maar eens zien als er een
boerenkar overrijdt hoe de brug
werkt.
Dan wat betreft de nieuwe weg,
als deze komt dan zal dit pas zijn
voor de begrooting van 1939. Het is
zoo als men in 1938 met een slecht
overschot zit, dan zal men de be
lasting die men nu verlaagt, moeten
gaan verhoogen, wat is dan het ge
volg dat men dit niet doet en men
gaat dit op andere posten uitzuinigen
en dat is geen goed financieel beleid.
Als wij belasting willen gaan verlagen
laat dit dan gebeuren als er 3 jaar
achtereen goede uitkomsten zijn,
zoodat men aan kan nemen dat de
opleving constant is, maar als men
dat nu doet dan is het spelen met
centen van de menschen en spr. laat
dan ook een ernstige waarschuwing
hooren om niet tot belastingverlaging
over te gaan.
De heer Hage merkt op dat de
voorzitter de toestand te donker in
ziet want als de toestend dan zoo
rnoet blijven dan zal de belasting
betaler tenslotte ook niet meer
kunnen betalen en dan zal de be
grooting toch ook wel een ander
'd<
gezicht krijgen
De voorzitter zegt dat het sallw
van f 4500 is van 1936. e'1
De heer Hage zegt wij zullen oi ne
dan een beetje moeilijk moeten bi
helpen, maar spr. houdt vol dat et
belastingverlaging van 15 opcenti
kan.
De heer Langejan zegt het goei i i
slot is voortgekomen uit de bronni
van 1935 en nu wilde hij vragen w
hetgoedeslot ^as van 1935. Wij war
een heel eind achteruit en nu he(f>'
het college van burg. en weth. li
weer opgewerkt. Het is een raoeilijl
boel om de .zaak zoo nauw te nem<
want als men plots voor een groo
karwei staat, hoe moet men dit d;
vinden.
De heer Hage merkt op dat li
college van burg. en weth. nimni
boven de posten op de begrooting
gegaan.
De heer Langejan zegt maar h
zit het dan met het goede slot
de slechte jaren.
De heer Bout zegt men moet gei
oude paarden uit het graf trekki ;ei
het gaat thans over deze begrootin
De heer Langejan vraagt naar
het goed slot van 1935 en constatee
dat burg. en weth zuinig geboe
hebben.
De heer Hage zegt dit ook niet
willen zeggen, want hij heeft lof g
zwaaid aan het beleid van burg. ir
weth.
De voorzitter merkt op dat het
jaar geen goed slot zal zijn van f45(
De heer Nelisse zegt dat men
niet weet, hij weet als zeker dat
opbrengst, van de belastingen m
zal vallen. Hij vraagt dap, ook
den voorzitter of deze kan zegg
hoeveel de opbrengst is voor dit jai
De voorzitter kan dit nog n
zeggen. Hij weet alleen dal de pi t
van onvoorzien het vorig jaar v
f 1200 en nn is het f 2000 en nu z
het dan worden f 1500.
De heer Bout zegthetstaaternun:
slecht voor, maar wij mogen
ook wel eens een klein winstje hebbt
De voorzitter merkt op dat
zich blindstaart op die f 4500.
De heer Hage vindt het de sop
de kodl niet waard, het is een bedr
van f 750 en dat is toch draagba
Vervolg le blad
g'
v dIi
»s
1
ito
k
i