IERSEKSCHE
THOOLSCHE COURMT
NIEUWSBLAD VOOR HET EILAND THOLEN.
No. 2452
Donderdag .31 December 1931.
Negen en veertigste jaargang
Tholen, Poortvliet, Scherpenisse, St. Maartensdijk, Slavenisse, St. Annaland en Oud-Vossemeer
Eerste Blad.
NIEUWJAAR.
Tholen paraat??
EL
Dit blad verschijnt eiken Vrijdagavond.
Prijs per kwartaal f 0,80met Geïllustreerd Zondagsblad f1,376.
franco per post fl,65 -f 15 ct. disp. kosten
UITGAVE
FIRMA J. M. C. POT - THOLEN.
TELEF. INTERC. No. 16.
Straks slaat de klok haar twaalf slagen
en wederom is een jaar verstreken.
Voor velen, wie het afgeloopen jaar een
blijde gebeurtenis heeft gebracht een ge
legenheid van dankbare en vreugdevolle
herinnering. Doch als tegenstelling voor
hen die het afgeloopen jaar getroffen zijn
doordat de dood een hunner nabestaanden
of dierbaar zijnden ontnam, oogenblikken
van ernst en hernieuwing van de smart
die bij dit verscheiden is ondervonden-.
En het is goed als men overdenken kan
wat achter ons ligt, het verdiept ons
leven, doet ons tot inkeer komen en be
seffen dat de uren, dagen, maanden, jaren,
als een schaduw voorbij gaan.
Het afgeloopen jaar heeft zeer zeker
bij velen zorg gegeven. Het wereldgebeuren
is ook aan onze omgeving niet ongemerkt
voorbijgegaan, de groote cirsis die zich
alom laat gevoelen, heeft menigeen in
meer of mindere mate getroffenVoor
namelijk de landbouw, de voornaamste tak
van bedrijf voor onze omgeving heelt een
zorgvol jaar gekend, waarbij ondanks het
harde werken, weinig vruchten van dien
arbeid zijn geplukt, terwijl hierdoor tal
van zaken, wier bestaan nauw zijn ver
bonden met de meer of mindere welvaart
hn den landbouw, gevoelig leden. Wel
en zeer donkere bladzijde die 1931 ons
heeft achtergelaten.
Overal waart het spook der werkloosheid
rond en vraagt van de openbare kassen
groote bedragen, dié weder zullen moeten
worden opgebracht door de hoe langer
hoe meer verarmende maatschappij. De
korte dagen van het jaar dat ten einde
is, doen bij het overdenken van dit alles
nog somberder aan.
En zoo gaan wij 1932 in.
Wat zal het nieuwe jaar ons brengen
Nog een diepere inzinking op economisch
gebied? Meer werkloosheid? nog lager
wordend inkomen? Voorzeker donkere
vooruitzichten die menigeen met zorg ver
vuld het nieuwe jaar doen ingaan.
Doch daartegenover staat de hoop die
ieder mensch toch steeds koestert, de hoop
dat het ergste geleden zal zijD, een hoop
die doet levenEn waarom zouden wij
niet hopen op betere tijden
En klinken dan bij den aanvang van
het nieuwe jaar onze gelukwenschen, laten
wij daarbij hopen dat het nieuwe jaar ons
wat minder zorgen zal brengen dan het
zoo juist vervlogene. Immers wij hebben
de laatste dagen* gekend als „donkere
;n" en straks straalt de zon, die toch
immer altijd doorbreekt na den regen
Wij wenschen onze lezers een gelukkig
Nieuwjaar en hopen van harte dat deze
wensch verwezenlijkt mag worden.
Pro en contra van een Eendrachtska"
naai, zooals het oorspronkelijk is gepro-
f* tcteerd, niet alleen bezien door den bril
er Oesterkweekersmaar ook met even
tueel andere perspectievendie uit de lig
ging van Tholen aan zoo'n kanaal zouden
kunnen voortvloeien. Want al verheugt daQ.
het me, dat de oestercultuur nog niet zoo 'eeri
slecht is, als men mij de laatste jaren
diets heeft willen maken getuige wat
uitkomt bij springen van banken en actie
tegen het kanaal de vraag mag toch
wel eens terdege overwogen worden „Is
het niet mogelijk werkelijk nadeel voorde
oestercultuur tot een minimum te beper
ken en ook voordeel te trekken uit de
andere mogelijkheid?" De belangen va.q
Tholen loopen eensdeels met die van Ier-
seke parallel, maar het heeft daarna an
dere, toekomstige belangen.
Zoo moest ook pro en contra van de
andere kanaalplannen, niet voor Brabant,
maar voor Tholen belicht worden.
De Nationale Unie staat op het stand
punt, dat het kanaal gelegen moet zijn in
het gebied der tusschenwateren, verbindend
het Volkerak met de Wester-Schelde, fs
het eigenlijk niet mal op zoo'n standpunt
te staan, ja, dat dit de uiterste tegemoet
koming is en dan een kanaal te propa-
geeren, dat het meest Oostelijk tusschen-
water niet eens raakt? Het Lange Water
kan toch niet met den naam „tusschen-
water" bestempeld worden
Nog meerdere vragen dringen zich aan
me op, alsZouden we geen vrije brug
krijgen, wanneer het Eendrachtskanaal
Tholen raakte?
Zou de Zondagsheiliging in gevaar komen?
Ten slotte wensch ik nog op te merken,
dat m. i. het Eendrachtskanaal niet van
de baan is.
In het Dagblad van Noord-Brabant van
'21 Dec. '31 lezen we in het verslag over
de rede van Ir. E. van Konijnenburg
gehouden te Roosendaal op Zaterdag
19 Dec. 1.1.:
„Als oprecht Nederlander en als vriend
van Brabant verklaart spreker echter dat,
mocht men aanleiding vinden om de Belgen
een gesloten dam te geven, hij onmiddel
lijk zijn open strekdamplan zal herroepen
en terugkeeren tot zijn kanaal door de
Eendracht, zooals dit oorspronkelijk was
geprojecteerd."
Tholen, paraat1 Alle hens aan dek.
De zaak alzijdig bekeken.
EEN INGEZETENE.
Tholen, 30 Dec. '31.
Feiten en cijfers over school en onderwijs
IX.
Wanneer ij nagaan op welke wijze .le bevolking
der scholen voor gewoon layer onderwijs over de
achtereenvolgende lèerjuen i* verdeeld, komt ore
het beeld van de (afgeknotte) pyrandde voor dtn
gee9t. Na de eerste klas-e, die wij ons als de
basis denken, neemt hei yeial leerlingen in elke
volgende klasse af. Stellen «ij het geial leer
lingen in het eersie leeijnar op honderd, dan
daalt de klasse bezetting alsvolgt
zij zijn geplaatst.
onderwijsstatistiek hoogst belangwekkende gege
vens. Nemen wij met het Centraal Bareao voor
de Statistiek aan, dat een leerliog, die op 31
Dec. 7 jaar oud i«, in het eerste leerjaar nog
als normaal geplaatst kan worden aangemerkt
daa geldt als uiterste leeftijd voor het tweedö
leerjaar de leeftijd vao 8 jaar, voor het derde
leerjaar die van 9 jaar, enz. Deze maatstaf is
niet te streng, want de meeste leerhogen komen
op ongeveer 6-jarigeu leeftijd op school. Wij
vragen uo, welk gedeelte van de leerlingen ïu
elke klassa een hoogere leeftijd heeft beteikf.
De statistiek geeft de volgeude percentages ach
terblijvende leerlingen
Leerjaar Procent
1 5,1
2 9,4
3 13,3
4 18,3
5 24,6
6 20,9
Wij uierken op, dat het aantal achterblijvende
leerlingen tot het 5de leerjaar toe stijgt en daarna
afneemt. De ergste achterblijvers balen de 6e
klasse niet weer. Opmerkelijk is, dat, gelijk uit
uitvoeriger cijfermateriaal blijk», het aantal
achterblijvende jongens dal der achterblijvende
meisjes steeds overtreft.
Wij komen nog even terug op de cijfers be-
treffcade het verloop der leerlingen. Ook bij de
Ü.L.O.-scholen trekken de verschillen in de be
zetting der achtereenvolgende leerjaren de aan
dacht. Hier zijn zij, zoo mogelijk, nog belang
wekkender dan bij het gewoon lager onderwijs.
Stellen wij de eerste klasse der U.L.O>school
op honderd leerlingen, dan krijgen wij
Leerjaar 1 10Ö
2 61,7
3 40,7
Opvallend is vooral het sterke verloop na de
eerste klasse. Duidelijk wordt hierdoor gedemon
streerd, dat de eerste U.L.O.-klasse voor veel
leerlingen, die nimmer vau plan zijn geweest de
geheele school te doorloopen, in de plaats treedt
van het zevende leerjaar der school voor gewoon
lager onderwijs. Maar ook na de tweede klasse
verdwijnt er een groot procent der leerlingen.
Wij stelleo oos voor de volgeude week deze
reeks te besluiten met eeuige gegevens over
oudercommissies en ouderavouden, over bet ge
neeskundig schooltoezicht en de naleving der
leerplichtwet.
Advertentiën: van i tot 4 regels /5 ct.; ieder regel meer 177,
Grootte der letters naar plaatsruimte.
Bij abonnement aanmerkelijke prijsvermindering.
1r00St' het brengt den klemtoon van t|fa
R R zorgen en die moeite over op Zijne liefde.
Het komt met iets nieuws, met hoogere
kracht, het doet die kractit in ons ont
waken, het leert ons dragen wat zonder
die kracht niet te dragen is.
Over de wereld, gedompeld ia kommer,
daalt de Kerstnacht, komt de liefde van
God ons lichtend tegemoet, schenkt God
Zijn heerlijke gave, Immanual daalt af in
onzen diepen nood.
„Het Jicht schijnt in de duisternis en de
duisternis heeft het niet overmocht"
De liefde van Christus straalt door de
schaduwen van dezen tijd heen, zij zal
sterker blijken te zijn dan dat donker.
Wij zingen „Stille nacht, Heilige nacht"....
Die liefde maakt innerlijk stil. Waar zij
overwint verdwijnt de onrust, die velen in
onzen tijd den innerlijken vrede ontrooft.
Zij voert ons naar dat thuis van de ziel,
waar alles in overeenstemming is met het
beste en met liet diepste in ons wezen.
Zij leert bidden, zóó bidden, dat God
verhooren kaneigen wenschen en be
geerten te toetsen aan den hoogen wil van
God en dien wil tot den onzen maken en
zoo het bedoelen van dat Vaderhart kennen.
Zij bekwaamt ons om zelf mede te arbeiden
aan het plan dat Gods liefde voor ieder
onzer persoonlijk heeft bepaald en, dat
ondanks alle stormen en beproevingen
welke in deze wereld ons deel mochten
zijn, rustig zijne voltooiing tegemoet gaat,
voor welks verwezenlijking Immanuel onze
gestalte aannam.
Hij deelt ons Zijn leven mede. Gelijk in
de lente de plantenwereld bij haar ont
waken, in eindelooze verscheidenheid, het
wonder te aanschouwen geeft van het ont
luiken van één en hetzeltde leven, zoo
vertolkt een ieder bel van Christus ont
vangen leven, volgens eigen aard en ka
rakter in de heerlijke ruimte en vrijheid
welke dit leven ons schenkt.
Dit vernieuwe in ons de kracht om met
blijdschap onzen weg te gaan.
Welk een vastheid, welk een zekerheid
komt er niet in ons bestaan, als wij mogen
wandelen bij het licht dat Zijn leven uit
straalt.
Onze tijd vraagt veel moed, veel geest
kracht, veel geloof.
Het Kerstfeest roept het elkeen als het
ware toewaagt het met Immanuel, dat
is God met ons. Vertrouwt op Zijn liefde,
in gebed en in persoonlijke gemeenschap.
Zóó wordt alle donker een lichtende
Kerstnacht, en ieder kruis, hetzij bewust
hetzij onbewust met Hem gedragen, <*aat
over in heerlijkheid.
1931. WILHELMINA.
1) Bewerkt door het Centraal Barean voor de
Statistiek.
BINNENLAND.
Leerja
I
Men schrijft ons:
Er is verzamelen geblazen. De impro
visatie van Dr. Van de Poel heeft de Tho
len aars aan het denken en praten gebracht.
En welken toon beluisteren we nu Dezenj
wat heeft Tholen aan een kanaal door het
Lange Water? Niets, zegt de een, (denk
aan Kruiningen), ongemak de ander (denk
aan weg naar Bergen op Zoom).
Ik had zoo graag specifiek Thoolsche
belangen naar voren zien gebracht en het
wil me voorkomen, dat het voorloopt
comité moest trachten een spreker (geen
Braber) te krijgen, die de belangen, welke
1 holen essentieel raken, behandelt, er.
spoedig ook.
llJO
93,4
3 92,6
4 90,5
5 80,6
6 70,6
7 41,8
Op grond van deze cijfers mogen wij wellicht
zeggen, dat van de leerlingen, die in de eer te
klas worden toegelaten, 20 tl 30 %.de zesde
klasse niet haalt. Er blijft op dit gt'bied nog
veel te onderzoeken. In de Siatis'.ibk van I e:
gewoon en uitgebreid lager ouderwijs 1929
wordt er op gewezen hoe gecompliceerd het
schijnbaar eenvoodige verschijnsel, dal «ij in het
bovenstaande staaltje hebben uitgedrukt, in wer
kelijkheid is. Er zijn op dit punt nog verschil
lende vragen op te lossen. Hiertoe behoort ook
deze, hoe het komt, dat de leerjaren 2 </u 6
in de grootere gemeenten in verhouding tol het
getal leerlingen in de eerste klasse sterker be
zet zijn dan in de kleinere plcttelaiids-gemeenten.
Wat ook in dit verband nog te onderzoeken
blijve, vast staat, dat er een groot aantal leer
lingen is, dat dezen g«og vso bet onderwijs niet
kan bijhouden en achter rankt. Uit valt aau«toi d*
in het oog, wanne r wij latten op de leeftijden
der leerlingen in verbaud met de klasse, waarin
DE KERSTGROET DOOR H. M. DE
KONINGIN UITGESPROKEN VOOR DE
RADIO OP DEN EERSTEN KERSTDAG.
Tienduizenden hebben met veel belang
stelling den eersten Kerstdag voor de radio
geluisterd naar den Kerstgroet, die H. M.
heeft uitgesproken.
Wij laten hier de rede volgen:
Voor mij is het een reden tot dankbaar
heid, mij op dit oogenblik door de radio
met u allen verbonden te weten en daar
door zoovele langenooten te kunnen toe
spreken. Het is als scheidde ons geen af
stand, als toefden wij in eikaars tegen
woordigheid.
Ik zie in ons contact door den aether
het beeld van een hoogeren band, door
God zelf gelegd, die de geheele mensch-
beid omvat.
Terwijl ik u thans mijn Kerstgroet zal
voorlezen, doe ik dit in het levendig besef
van die saamhoorigheid en gedenk met
een uit het hart komende heilbede de ge
heele menschheid.
Er lijkt ongetwijfeld voor velen eene
groote tegenstelling tusschen de schaduw
welke de ongunst der tijden op de menschen
en omstandigheden werpt, en de groote
blijdschap van het Kerstfeest.
De stoffelijke en geestelijke nood is hoog
gestegen. Er is veel dat neerdrukt, dat de
levensvreugde van ons allen bedreigt en
sterker dan ooit is de overtuiging, dat wij
dit uit ons zelf niet kunnen te boven
komen.
Gelukkig brengt het feest blijdere bood
schap.
Want het Kerstfeest is onafscheidelijk
verbonden met onzen strijd en met ons
lijden, het is de vervulling van al hetgeen
THOLEN, 31 December 1931.
DE KANAALPLANNEN BATH-DINTELSA8.
Maaodagavond trad ia Hotel Hof van Holland
op uitDOodiging van het „Voorloopig Comité'
voor behartiging van de belangen van Tholen
betrokken bij de kanaalplaoneu* op dr. Alb.
van der Poel te Breda.
De zaal was geheel bezet, toen de heer C. van
den Berge, die wegens ongesteldheid vao den
burgemeester het vooreiiterschap waarnam, de
bijeenkomst opende. Spr deelde in het kort mede
wat de bedoeling vaD het comité is en heette
dr. van der Poel welkom.
Deze begon met een uitzetting over hetgeen
eenige jaren geledeD gebeord is met het z.g.
Moerdijkkanaal. Spr. kwam tot een historisch
overzicht waaruit bleek dat het Koning Willem I
is geweest, die met vooruitzienden blik van Aut-
werpen een Rijnhaven gemaakt had, welke haven
langs de bestaande wateren toegang had tot
den Riju. Na de echeidibg heeft men herhaalde
malen getracht de ongesproken bedoeling van
het tractaat van 1839 in het voordeel van België
Qit tc leggen, doch steeds heeft men zich in ons
land gehoudeD aan de duidelijk neergeschreven
bepalingen. Nederland is alléén verplicht en niet
meer, dan om in het belang vao de Antwerpsche
haven wateren aan te wijzen waardoor een goede
vaart naar den Rijn mogelijk is.
Toen in 1918 de annexionistische plannen van
België niet door de Mogendheden werden goed
gekeurd, verklaarde Nederland bereid te zijn aen
de verlangens vau Antwerpen tegemoet te komen,
«elke belofte tot nogtoe niet is ingelost.
Spr ging na waarom er verzet is gekomen
- - -- --- ---o »aaiuui er verzet rs geKomei
WIJ daarin ontberen. Het verlegt in ons tegen het Moerdijkkanaal, hoe het plan Konijnen
het zwaartepunt van zorgen en moeite naar burg tot stand gekomen is en hoe, toen
Hem, die ons spreekt van verlossing en poor rudenen waarop spr niet wilde ÏDgaan