IERSEKSCHE EN THOOLSCHE COURANT NIEUWSBLAD VOOR HET EILAND THOLEN. Zomersproeten Vrijdag 29 Mei 1931. Acht en veertigste jaargang nut oien, Poortvliet, Scherpenisse, St. Maartensdijk, Stavenisse, St. Annaland en Oud-Vossemeer ONTMASKERD. Dit blad verschijnt eiken Vrijdagavond, sper kwartaal f0,80met Geïllustreerd Zondagsblad f 1,37®, franco per post fl,65 -f- 15 ct. disp. kosten. UITGAVE FIRMA J. M. C. POT THOLEN. TELEF. INTERC. No. 16. Advertentiënvan 1 tot 4 regels 75 ct.iedere regel meer 171/» ct Grootte der letters naar plaatsruimte. Bij abonnement aanmerkelijke prijsvermindering. PUBLICATIEN. inzage-legging van lijsten van candidaten. Voorzitter vso het centraal «temboreau voor •erkieziog van de leden van den Raad der ge- ite Tholen maakt bekend, dat de lijsten van idalen voor een ieder op de secretarie der ge- ter inzage zyn nedergelegd, met vermelding de nummert der lysten I. H. G. DEURLOO e.a. II. J. BOGERT e.a. III. J. M. WAGEMAKER e.a. IV. H. GOOSSEN o.a. V. J. OVERBEEKE e.a. VI. J. B. DEKKER e.a. bolen. 23 Mei 1931. De Voorzitter voornoemd, A. J. VAN DER HOEVEN. Mensch. «Alleen bij is waarlijk groot te noemen, die een grootere naast zich dulden kan 1" Wanneer wij in den beperkten omvang i dit artikel onze gedachten willen ont- loien aangaande den Mensch, bevangt onwillekeurig een gevoel van schaamte, een gevoelde grootheid van den msch te beleedigen We verbinden aan ze gevoelens de hoop, dat de lezer ze it ons deelt, omdat zulks de mede- tenning is van onze kleinheid en tevens n den eerbied, welke wij verschuldigd n jegens den Schepper Immersgroot is de Mensch, zooals hij n zijn en behoort te wezen! Alzoo«Eer den Mensch En als ge niet eeren kunt, zooals hij thans is, dan in hem dat, wat hij worden kan!" (Dr. P. H. Ritter.) Wie aldus bewijs geeft van zelfbeheer- hing, betreedt daarmee de trap, die leidt t het podium, waarop de Mensch ge- aatst is in söhittering van geestesrijkdom Mensch, die ondanks de zelfbetiteling in «Sterveling" toch onsterfelijk is Want de ware Mensch is in aardschen onsterfelijk, gelijk 399 jaar vóór Chris- geboorte de groote Socrates reeds itte op ongeveer de volgende wijze »Als ocrates straks door het gif is gestorven, ieft Socrates nog bij U Mijn lijf kunt begraven, maar mij niet!" (Plato). En dat er een onaantastbare waarheid deze gedachteuuiting van den Griek- ;hen wijsgeer ligt, wordt bewezen door et feit, dat Socrates nog leeft in de he istelling van hen, die tot hun eer de teratuur als een deel van hun leven naken Hij, die lust en gelegenheid heeft, de evensgeschiedenis van Athene's beroemd- ten wijsgeer te lezen, zal ongetwijfeld ader den indruk van de beschrijving van laatste levensuren de juistheid van ins motto beseffen Maar ook zonder die lectuur dient ieder ichzelf de overtuiging bij te brengen, dat illeen hij waarlijk groot is te noemen, die :en grootere naast zich dulden kan Im mers, wie den eeretitel «Mensch" wil dragen, dient Mensch te zijn in gedachten dadenniet zooals 't belaas te dikwijls alleen «in schijn met woorden". De ware Mensch arbeidt aan moreele verheffingmaar weet zich tegelijkertijd op bescheiden wijze klein te gevoelen in geestelijken zin jegens den Schepper in 't maatschappelijk leven jegens zijn medemenschen tusschen en met wie hij zijn taak te vervullen heeftIeder mensch toch heeft een taak op aarde, heeft een plaats in de samenleving, maar met eer lijke erkenning van de „ongelijkheid" dient men zijn plaats duidelijk te willen zien, moet men een grootere naast zich kunnen dulden. Zoo niet, dan gaat men door on wellevendheid licht zijn beschaving be vlekken De mensch geve zich dus ernstig reke ning van de werkelijke plaats, die hij op het 'huidig oogenblik inneemt en beseffe, dat hij pas na zelfverheffing door arbeid een trede hooger komt. Onder de over tuiging, dat de plaats van den Mensch is onder de menschen, zie de Mensch z'n plicht, opbouwend werk te verrichten, bedenkendewek in iederen Mensch het goede, en gij wekt het Goede in allen Men begrijpe, dat iedere mensch de gan- sche inenschheid vertegenwoordigt! Er is eens gesproken: »De Mensch is één groot raadsel!" Zelfs is niet iedere mensch „Mensch" Men onderscheide den mensch naar zijn stoffelijk wezen en zijn geestelijk wezenDe Mensch is geen lichaam, hij heeft een lichaam Zijn oog ziet niet, maar hij ziet (door middel van zijn oog) Zijn hersenen denken niet, maar hij denkt (door middel van de hersenen) Overdenking van deze laatste uitspraken geeft mogelijk eenig licht in het raadsel achtige van den Mensch, die zoowel slaaf als heerscher van zichzelf en de natuur is „De Mensch" bezit in zichzelf een roer, n.1. een kracht, die hem tracht te houden in het goede vaarwater: het besef „iets niet te mogen". Dat besef »van niet te mogenis de zoutkorrel, die de spijze voor bederf bewaart. Het verbindt de menschen aan elkaar en brengt ze allen tezamen aan de voeten eener Hoogere Macht. «De Mensch" liegt niet, vloekt niet, nooit en nergens 1 Hij is rechtvaardig met ver stand en kan «neen" zeggen overeenkom stig het bekende gedicht van DeGenestet! Hij bewaart de hem toevertrouwde ge heimen en staat vrij tegenover iedereen Ieder toetse zich hieraan om te consta- teeren, in hoeverre hij «Mensch" kan heeten H. E. DIJKEN. BUITENLAND zija stervensjaar liggen in het duister. Toch waag ik de gissing, dat Hollaer een VlissiDger van geboorte was eu ook te Vlissingen gestorven is, Wanneer het waar i», dat Rusland uiet zonder want aldaar ia zijn stoffelijk overschot begraven, Europa en Europa niet zonder Roslaud kan. En een grafzerk dekt zijn gebeenti FEUILLETON. MARINUS HOLLAER. Het was in 184.3 eene gelnkkige gedachte, dat aan eenige schorreD, die aan de Noord- Oostkust van Oud-Vossemeer waren ingedijkt den naam van Hollaere-polder werd gegeven ter herinner ing aan de heldendaden van een Zeeo wschen held, die het van nederigeafkomst tot Vice- Admira&l van Zeeland had gebracht. EeDe biograpbie van dezen Zeeaw zal wel niet geschreven kannen worden, waot zoowel het jaar zyoer geboorte ala de plaats zijner geboorte en In de worsteling tegen Spanje beeft bij zich menigmaal onderscheiden en viermalen komt zijn naam voor in de Geschiedenis van ons Vaderland. Het zijn de jaren 1588, 1607, 1622 eo 1631, In 1588, hel jaar vau de Onoverwinnelijke Vloot vindeo wij hem Diet op de vloot, maarte velde. Hij streed toeD in bet leger van Graaf Ernst van Sol cd s tegen Parma, die bet land van Tboleo trachtte te veroveren voor Spanjp. De geschied schrijvers vermelden, dat een zekere Hollaere in de voorste gelederen streed en zich door groote dapperheid onderscheidde. li 1607 vinden wij onzen Held op zee en wel als kapitein van een oorlogschip, dat behoorde tot bet Zeenwsche smaldeel, dat zich bij de vloot voegde van Jacob van Heemskerck. Wij weten, dat Jacob van Heemskeick de SpaaDsche vloot in de Golf vaD Gibraltar versloeg en dat de Opperbevelhebber zelf sneuvelde. Maar van mindere bekeodheid is, dat MarinuS Hollaer het Admiraalschip enterde en het veroverde. Het was het jaar van de geboorte vau den grooten De Ruyter Iq 1622 vioden wij Hollaer, die na zijn helden daad bij Gibraltar tot Vice-Admiraal was be vorderd, voor Bergeo op Zoom. Spinola trachtte deze sterke vestiüg te nemen. Maar Bergen op Zoom hield zich vroom. De Zoeowen sloten den Spanjaarden den pas af, hielden den toegang tot de stad opec en over vielen een bataillon Italianen, die tot het leger van Spinola behoorden. Maar zijn grootste wapenfeit was in 1631. Te Antwerpen, dat na 1585 in de macht van Spanje was, werd eeae groote scheepsmacht toegerust, met de bedoeling de weerspannige Zeeuwen te tuchtigea. Men spreekt van eeu 90 tal schepen, bemand met 7000 man. De Vice-Admiraal had bet cömroando over 32 schepen, waarbij zich later oog eenige schepen voegden. Den 8 Sept. 1631 zakten de Spaansche schepen de Schelde af, den 12 Sept. kwam het tot een treffan. Verschillende zware Spaansche schepen werden op de droogten gejaagd, een dikke mist maakte een einde aan den strijd. Maar bij het aanbreken van den dageraad werd de overwinning behaald. Bovendien waren 18 groote schepen de Mosselkreek ingeloopen, maar Hollaer jaagde ze oa en maakte zich van de schepen meester en maakt8 meer dan vierduizend gevangenen. Verder lezen wij vaD Hollaer niet meer. Maar dit weinige ie genoeg om hem den held te Doemen van Tnoleo. Io 1622 eu in 1631 heeft hij ons eiland en de stad van het eiland bevrijd voor teD Spfiansche invasie. Geen Spanjaard zou na die glorierijke over winning van Hollaer den voet meer zetten op onze Zeenwsche erve. Dr. C. VELTENAAR. (Naar bet Engelsch). 19) «Liefste, ik vrees, dat je vanavond tever geefs wachtte. Ik kon niet wegkomen naar mijn lief klein meisje met de blauwe oogen mijn ichet" was druk bezig, en had mijn hulp noodig. Bet „geval", waar ik je laatst vau sprak, is nu iterveude dit zal een geluk zijn en belooft een rijken buit voor ondergeteekende. Dan gaan wij samen van door...! Geen waudelingen meer het donkergeen verzinseltjes meer van be zoeken op de pastorieuiaar eeu mooie goodeo ring aan eeD mooi slank vingertje en een sDelle tlucht hier vaodaan. Later sulleu wij dan wel om vergiffenis vrageo Is het uiet eigenaardig, dat Naocy en ik elkaar nog nooit ontmoet hebben, terwijl wij toch ouder hetzelfde dak vertoeven Maar zij heeft hiar taak met het ongelukkige dochtertje en ik, nu mijn werk is zelfs nog voor jou geheim du* daar praten wij Diet verder over. Nancy, waagde zich in het vertrek van „B&ow- biard", maar sindsdien werd zij gekortwiekt. ver- dwijnen in korten tijd geheel door SpfUtOl. Bij alle Drogisten. Pot 90 ct., Tube 50 ct. Zeep 60 ct 9 40331 Het is na Donderdag, omtrent Zondag denk ik, dat mijn werk wel verricht zal zijn. En wat zal ik blij wezen, als ik dan eens kan uitgaan met mijn liefste Ik zal trachten,je Zoodag te zien te krijgen, op dezelfde plaats, om dienzelfden tijd. Als altijd de joowe, EDWARD POOL. P.S. De oude vroaw hier, moet haar naam nog teekenen, eer zij uitknijpt. Ik moet haar in leven houden, tot zij dit doet. E. P. Steeds bleeker werd Helen ooder het lezeD van dit epistel. Edward Pool, die een paar dagen bij de Leesons had gelogeerd en dien Eric zijn zusters verboden had, om weer te ontvangeD, dit was degeen, die op zulk een gemeenzamen toon aan Doris had geschreven En toppunt vau verschrikkingen dit was degeen, van wien Nancy had gesproken als van den dokter op „Bleak Hall", waar, zulke leelijke dingen werden bedreven I Wie was de vrouw, van wie bij sprak, als van een stervende patiënte? Was er ren aDdere vrouw op „Bleak Hall", of was deze, die haar Daam moest teekenen de arme gevangene in de „grauwe" kamer, die ten doode was gedoemd? Zondag zou zijn werk afgeloopeu zijü, meende hij. Eu na was het al Donderdag. Wat moest zij beginnen?... «O, had ik dien brief toch maar gelezen, éér kapitein Darrow giüg», dacht zij. Ik moet on middellijk naar Bleak Hall gaan ik moet Eric, of kapitein Darrow vinden, of hen beiden, en ik zal niets tegeo Doris zeggen, tot ik terug ben baar zal ik meenemen. Lang vóór dat de anderen in huis op wareD, had Heleu haar bescheidenbagage gepakt en deelde aan het ontbijt mee, dal zij dien dag weg giDg. «Waarheen gaat dat, Heleu?* vroeg Dons schertsende. «Naar de stad, voor vader. Ik kan wel laat terog zijn. Zal jij dan eeu oogje op de tweelingen houden, Dons?" Het zusje beloofde hetmaar geen haar op het hoofd, die er aau dacht,'zich aan haar belofte te houdeo en de tweelingen stelden zich dan ook natuurlijk heel wat voor vau too'o echt „vrijen" dag. HOOFDSTUK VIII. (Waarin Nancy haargeschiedenis verder vertelt.) Het was laat, toeu ik dien volgruden morgen wakker wtrd; maar ik haastte mii uiet en ver scheen dus eerst aan het oDtkijt, toeo dit al aan wanneer het gedesorganiseerde Europa er weer boven op te helpen is door de economische samen werking tusscheD Rusland eo Europa volledig te herstellen, dan staan de zaken o. i. er niet slecht voor. De concessies van Litwioof, den Rossischen volkscommissaris van boitenlandeche z&keD, waren van dien aard, dat de hand der verzoening Diet kon wordeo geweigerd. „Als de bolsjewiki tegen over de Rossieche socialisten dezelfde verdraag zaamheid aan deD daglegdeo alsLitwinof tegenover de burgerlijke rsgecriogen", zoo verklaarde De Brouchère op het cougres der Fransche solialisten, „dan zal een dag komen waarop de eenheid der arbeidersklasse (nedoeld wordt eene samenwerking tusschen soc. en comzal worden hersteld." In GeLève schijnt in de afgeloopen week het ijs werkelijk gebroken te zijD. Was het tot do toe de gewoonte aaD de woorden van Litwinof niet veel aaudacbl te schenken, ditmaal week men vau die gewoonte geheel af. Geen rede voDd men belaugrijker dan die van den Rassiscben volks commissaris. „Noodzakelijk moet er strijd zijn tusschen het kapitalistische systeem vau Europa eu dat van de Sovjetregeering", zoo sprak de Ras. „Maar", giog bij voort, „het is met noodig, dat de twee stelsels elkaar bestrijden door te trachten ban voortbrengselen tegen lagere prijzen dan die vao de aDdere zijde op de wereldmarkt te werpeo. Ruslaud beeft geen belang bij eeDe vermiodering vaD de prijzeD zijner uitvoerproducten want het zoo zichzelf daardoor schadeo." M. a. w. zal Rusland geene oneerlijke concur rentie voereo. Inderdaad eene toezegging van belang. AlleeD zullen wij moeten afwachten, of Raslaod zich aan zoo'n overeenkomst zal honden. „Om tot economische samenwerking te komen", verklaarde Litwinof verder, „is bet noodig, dat de Europeesche staten eene overeenkomst sluiten, waarbij zij zich verbioden aan alle regeeringen van Europa een gelijke economische behaodeliDg toe te staan." Ean economisch non-agressio-pact dus, slooping der tolmuren. Ook al een prachtig idee Tegenover de concessies van Litwinof stond de verzekering van den heer Hendersoo Damens alle Volkenbondsledon, dat niemand er aan deukt eeu agressieve politiek, Doch op politiek noch op economisch gebied tegen de Sovjet-regeering te voereD, welke verzekering in eeue onder doodscbe stilte van de overvolle zaal aangeboorde rede van deu beer Zaleski werd onderstreept. Te Tarborough werd een nieuwe katapult met succes beproefd, die een bombardementsvliegtuig met eeu gewicht van nrgeu ton de lacht io slingert. De katapult, die 4000 P.K. ontwikkelt, wordt gedreven door samengeperste locht. Io het vliegtuig ervoer men niet den minsteo schok. Alweer dus eene verbetering io de oorlogstechniek. „Eene betere verdeeling van den rijkdom is het eerst noodige in de wereld", zoo verklaarde Sir Charles Trevelyan, een Labourafgevaardigde in het Lagerhui?, in een rondschrijven aan zijue kiezers. EeDe ineeDiog die overigens door meer deren wordt gedeeld. Maar eeu oDbekeude con servatieve candidaat, die straks deD strijd met Sir Trevelyan zal aanbindeD, wilde dau ook de consequentie daarvan .zien eu heeft nu aan S:r Trevelyan het zonderlinge aaobod gedaan gelijk den gang was, zoodal ik Mre. Wilmot mijo ver ontschuldigingen bood. Zij begroette mij met haar gewoDen beminneos- waardigen glimlach en hoopte dat ik goed geraat had. Daarop gaf zij mij haar orders voor dien dag. «Ik zal blij zijn, Miss Rjwe, als u na bet ontbijt regelrecht naar Ethel wilt gaan en daar dan blijft tot o geroepen word'. Het arme kind heeft u graag om zich heen. Ik heb veel te schrijven, dus beo ik van plan, kalm op miju eigen kamer te blijven, vaowaar ik goed kan hooreu én zien. Sir Mark is weggeroepen eo zal eerst laat terug zijn dus ben ik geooodzaakt om op zijn gezag te zorgen, dat zijn orders worden uitgevoerd. U begrijpt, naar ik hoop en zult toch geen harder dingen van mij deukeu dan ik verdien?" «Ik begriip het," zei ik kond. «Binnen!" riep zij plotstling, in antwoord op een tikken aan de deur. «Hel is sir Mark madam,* zei het meisje dat biunentrad. De dogctrl staat voor eo hij zou u graag dadelijk zieo, of hij zal dtA trein missen.» «Hé, zoudt u mijn kolGevoor mij warm willen houden en op mij wachten, Miss Rowe (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1931 | | pagina 1