IERSEKSCHE EN
THOOLSCHE COURANT
NIEUWSBLAD VOOR HET EILAND THOLEN.
Vrijdag 28 Januari 1931.
Acht en veertigste jaargang
Tholen,
i^C^përkwi
Poortvliet, Scherpenisse, St. Maartensdijk, Stavenisse, St. Annaland en Oud-Vossemeer.
»o.
Overwerkte Zenuwen
WEES OPRECHT!
ONTMASKERD.
Neus en Borst.
0.60
li! frat
Dit blad verschijnt_eiken Vrijdagavond.
reerd Zondagsblad f 1,376,
»'rys per kwartaal f 0,80met Geïllustreerd
IHr franco per post fl,05 -f- 15 ct. disp. kosten.
UITGAVE
FIRMA J. M. C. POT - THOLEN.
TELEP. INTERC. No. 16.
Advertentiênvan 1 tot 4 regels 75 ct.iedere regel meer 17>/2 ct
Grootte der letters naar plaatsruimte.
BIJ abonnement aanmerkelijke prijsvermindering.
PUBLICATIEN.
De Bargemeester van Tholen zal op Zaterdag
008 den 31 Januari 1931, dei middags te 12 our, ten
Baadhaiae aldaar
>OSli EEN HOOP COMPOST
publiek verkoopen. 40016
De aan wijting geschiedt door den Karrenan.
Tholen, den 22 Januari 1931. 9
ÏO 9;
kalmeeren en worden gesterkt door
deZeouwstillende »n Zeouwsterkende
j Mijnhardt s Zenuwtabletten
Glazen Buisje 75 ct. Bij Apotb. en Drogisten.
lijd
„Ia Uw gedachte dan zoo slecht.
Dat ge haar verzwijgtiets anders zegt
In een onzer Nederlandsche wetten wordt
danl de wensch uitgesproken, dat iedere Neder-
L76$ander in het waardevol bezit kome van
Christelijke en Maatschappelijke deugden!
Wie zijn gedachten eenigen tijd wil bezig
Ha!| houden met deze officieele uitspraak, komt
tot het besef, dat de Mensch zich dient te
■^versterken in zijn voornemen om te zijn:
'Mfliefhebbendvergevensgezind, vredelievend
BBiwaarheidbeminnend en rechtschapen, met
■daarnaast gekenmerkt door algemeen maat-
p (ischappelijke deugden als gehoorzaam aan
n de wet, ijverig en plichtsgetrouw!
Aanvankelijk schijnt het ons waarschijn
lijk nog al moeilijk, aan al de genoemde
eischen die bovendien nog geen volledige
opsomming gevenbehoorlijk te voldoen.
Doch wie een zekere mate van wilskracht
bezit, komt o. i. weldra tot de overtuiging,
dat de Mensch, die naar waarheid Oprecht gegadigde boog eerbiedij
kan zijn, reeds een goed eind op weg is! Lii -
j Zeker, de hierboven genoemde deugden
fjomvatten nagenoeg alle een vrij uitgebreide
bedoeling en eischen, dat aan meerdere
voorwaarden stipt worden voldaan, maar
IJde werkelijk oprechte Mensch en hij, die
ïzyn menschelijke zwakheden weet teover-
winnen, ondervindt ontegenzeggelijk, dat
■^•het gemakkelijker is een deugdzaam mensch
Kte zijn dan zulks te schijnen!
Immers: wie met onoprechtheid, geveinsd
heid en bedrog in zijn binnenste rondloopt
om te schijnen was hij niet is, zal voort-
durend vele moeilijkheden op zijn pad ont- vorst, die de vrees koesterde, dat de man
moeten Zulk een Mensch zal tot eigen hem verkeerd begrepen had.
zichzelf daardoor te beschermen tegen
onjuiste uitspraken der publieke opinie!
Alzoo werd hij dus slaaf van de Maat
schappij, die helaas nog te veel de humani
teit mist om de Waarheid als Waarheid
te zienGevolg is dus, dat ondanks de
z.g.n. afschaffing der Slavernij toch nog
een bepaalde slavernij bestaat een slavernij,
waarlegen als eenig middel ter vernietiging
kan dienen, dat de Mensch een overwinning
gaat behalen op zichzelf en zich in zijn
volle gestalte toont: de Oprechte Persoon
lijkheid!
Houden wij ons even bezig met deze
laatste dubbele gedachteoprecht en een
persoonlijkheid, dan komen we helaas tot
de bekentenis, dat onze tegenwoordige
samenleving op geringe uitzonderingen
na een afkeer toonf zoowel van oprecht
heid als van persoonlijkheden! In nauw
verband hiermee zou men misschien op
eenvoudige wijze dat kenmerk kunnen weer
geven met de verklaring: „Bij de vele
talen behoort een verboden taal, de Taal
der Waarheid!"
Slechts wanneer deze taal meer beoefe
naars krijgt, zal het aantal oprechte per
soonlijkheden vergrooten ten koste van de
huidige slaven der publieke opinie!
In aansluiting hiermee past de aanhaling
van een anecdote uit den tijd van koning
Lodewijk XI van Frankrijk.
„Iemand had vernomen, dat een voor
hem geschikte betrekking was opengevallen.
Daarom wendde hij zich tot den koning en
verzocht hem voor de aanstelling in aan
merking te mogen komen. Lodewijk XI
evenwel had nauwelijks het verzoek gehoord,
of hij zeide ronduit, dat de sollicitant geen
hoop moest koesteren, omdat een ander
reeds voor de betrekking bestemd was. De
ging heen,
nadat hij een korte dankbetuiging jegens
den vorst had uitgesproken.
De koning, die de laatste woorden van
den bezoeker maar half verstaan meende
te hebben, gebood een hoveling den man
terug te roepen.
„Heb ik u goed verstaan?" vroeg Lode
wijk XI aan den teruggekomene, „hebt
gij mij zooeven bedankt?"
„Uwe Majesteit heelt mij goed verstaan
ik dank U oprecht voor Uw gegeven ant
woord
„Wat heb ik u dan gezegd?" hernam de
teleurstelling vroeg of laat ervaren, dat het
bekende spreekwoord „Schijn bedriegt
zeer goed uitgebreid zou kunnen worden
tot de gedachte: „Schijn bedriegt zichzelf!"
belaas een te veroordeel en ego isme
dikwijls de groote oorzaak van onoprechtheid.
"1 ,.H?e menigeen, die zoo sterk gevoelt, dat
hij in het gelukkig bezit is van Naasten
liefde en Vergevensgezindheid heeft zich
mat stil gedragen zelfverwijt door onedel
egoïsme laten drijven tot Haat en Haat
dragendheid, alleenomdat hij meende
FEUILLETON.
(Naar het Eogelsch).
5)
Ik knielde naast haar neer, streelde haar teere
handen en nadat zij een oogenblik wezenloos voor
zich uit had zitten staren, zei ze op de jarken
wijzend
irEthel wil, dat a een mooie japon aandoet".
Ik hield ze voor haar op en haar keaze ver
bande mij, waut zij gaf blijk van een uitstekenden
smaak: Het was een japonnetje in bronstint, die
dus uitnemend paste bij de kleur vau mijn baar
om haar genoegen te doen, verwisselde ik mijn
blauwe in een van deze. De andere japonnen
bracht ik weer op haar plaats.
De ochtend ging voorbijsoms was zij stil
soms babbelde zij met ééo van de vogels, of
•peelde met een van de tallooze stokkeo speel
goed, en bij twaalven trok zij zich in een van
de breede vensterbanken terug en sliep daar, als
een poesje ineen gerold.
Een half uur later werd zij wakker en toen
mij zag staan, stak ze de hand naar mij uit
eu vroeg vriendelijk uitnoodigend
rLeei Ethel eens een sprookje voor
Pos kou ik nu nog eens mijn mooie stem om
„Uwe Majesteit heeft mij onomwonden
de betrekking geweigerd, die ik vroeg te
verkrijgen én U hebt mij duidelijk gezegd,
dat ik hoegenaamd geen hoop kon koesteren"
was het rondborstige antwoord.
„En waarom hebt ge mij dan bedankt?"
riep de koning verwonderd uit.
„Omdat Uwe Majesteit mij oprecht en
onverbloemd de weigering heeft kenbaar
gemaakt, waardoor voorkomen wordt, dat
ik onnoodig mijn kostbaren tijd besteed
met verdere pogingen om mijn belangen
voor te lezen, diroat laten doen en, uiet ge
sloten oogen lag Eihel te luistereD. Óm kwart
voor ééoen kwam Nina mij af ossen eo zei:
„Het is tijd voor uw lunch, miss 1 U schijnt
het al goed samen te kunnen vinden; miss Ethel
ie veel kalmer
Ik knikte en streelde de zachte hand, die op
mijn knie had gelegen gedurende het voorlezen
en smeekende vroeg zij
„Mag ze niet bij Ethel blijven?"
„Neen, miss, dat k&o niet", zei Nina, kortaf.
„Gaat n nu, als 't u blieft, Miss Rowe
g'Dg> gebigd door een peinzende blik uit
de oogen van mijn arm patientje. Ik begaf mij
naar mijn kamertje maakte mijn baar wat in orde
en trachtte toen weer den weg te vioden naar
beneden maar, omdat ik te voren misschien niet
zoo goed had opgelet, of misschien te zeer ver
diept was geweest in andere dingen, in ieder
geval scheen ik een verkeerden kant te zijn ge
gaan; en ik stond weer in eens tegenover de
leeren tochtdeur, die naar Etbels kamers leidde.
De deur was gesloten eD ik was juist vau plan
op het schelletje te drnkken en Nina te verzoeken
mij den weg te wijzen, toen de deur in eens
opeD ging 6D ik tegenover een langen man stoud
roet streng uiterlijk. Hij was breed in de schouders,
en, naar het mij voorkwam, alles behalve koap.
Zijn gelaat wei mager en bleek; zijn oogen waren
groen ziju haar was rood ea begon al te grijzen
hij had een dikken nek en zijn vingers leken
saucysjes. Hij droeg een blauw pak en een groene
te bepleiten, terwijl de daarop volgende
teleurstelling mij bespaard is!"
Het verhaal meldt, dat de koning zóó
tevreden was over het toelichtend antwoord,
dat hij den man de betrekking toch gaf en
hem terstond liet aanstellen.
Dit is evenwel voor ons minder belang
rijk dan de les, die in de samenspraak
verborgen ligt.
Het moge duidelijk zijn, dat de oprecht
heid den persoon-zelf verheft tot een waar
diger Mensch der Samenleving en dat onze
samenleving meer gebaat is met oprechte
persoonlijkheden dan met hen, die zich als
een windwijzer laten richten door den wind
der publieke opinie!
„Wees oprecht!" zij ieders lijfspreuk, die
de Werkelijkheid boven den Schijn acht
en niet uit Berekening zijn daden samen-
plooit Ons „Ja" zei „Ja" en ons „Neen"
zij „Neen".
H. E. DIJKEN.
Bij neusverkoudheid en koude op de borst had
men vroeger de goede gewoonte om Deus
eo borst in te wrijveD. Tegenwoordig gebruikt
men hiervoor de geneeskrachtige Parol.
8 40007
GEMEENTERAAD.
SCHERPENISSE, 19 Januari 1931.
Voorzitter Burgemeester W. L. Klos.
Secretaris de heer L. C. van Doorn.
Aanwezig alle ledeD.
De notuleo der vorige vergadering worden on
gewijzigd vastgesteld.
Overgelegde stukken
J. Goedgekeurd besluit van 15 December 1930
tot wijziging der begrooting voor 1980.
2. Begrooting KeoriDgsdienst van waren te
Goes voor 1931.
3. Afschrift jaarrekening KeoriDgsdienst van
waren te Goes over 1929.
4. Schrijven Ged. St. meldende dat het ver-
pleeggeld voor arme krankzinnigen in „Vrederust"
voor 1931 bedraagt f S00 en het kleedgeld f50
per patiënt.
5. KenoisgeviDg van de heerea G. J. Qaaak,
D. Daijnhouwer Mz., J. M. W. de Jager en
D. J. Hartog Az. dat zij hnnoe beooeming tot
lid der commissie tot weriDg van schoolverzuim
aannemen.
6. Opgaaf van de aanvankelijk geraamde zuivere
opbrengst van bet aandeel der gronbelasting over
het boekingstijdvak 1931/32 ad. f2000.
7. Idem van de opcenten op de grondbelas
ting over dit tijdvak ad. f 820.
8. Idem van de zuivere opbrengst van de
hoofdsom der personeele belastiog over dit'tijd
vak ad. f2400.
9. Idem van de opcenteo op de personeele be
lasting over dit tijdvak ad. f 2000.
10. Mededeeliüg van Ged. Sr. betreffende
verdaging beeluiting begrooting 1931 tot 1 April
1931.
Alle voor kennisgeving aangenomen.
das met opalen speld. Wij staarden elkaar een
oogenblik aan en toen stamelde ik:
„Ik kon den weg niet vinden. Ik wilde juist
Nina belleD, om mij dien te wijzen".
Hij keek Daar mij met een glimlach, die zijn
gele wolfstauden liet zien en zei:
„Mijn hemelt Is U miss Rowe?"
„Joist", antwoordde ik.
„O, de speelkameraad van mijn dochtertje",
zei hij verrast. „Ik beo blij, o te verwelkomen,
miss Ruwe, ofschoon wij elkaar op eigenaardige
wijee ontmoetten I U is verkeerd omgeslagen, maar
ik zal u terecht helpen I Kijkt u eens!"
Hij legde de breede hand op mijn schouder
en keerde mij om maar niet dan oadat hij de
leeren deur eerst stevig gesloten had. Toch was
ik nog even in de gelegenheid geweest om te
zien dat er daar binnen geen planten hingen.
Ik keek er de deur eens goed op aan en merkte
uu, dat die groen was en de andere niet voor
zoover ik mij herinnerde.
„Deze denr voert Daar mijn laboratorium",
zei bij onderweg, waut bij ging geheel mee naar
beneden, naar eeu mooie kamer, met eikenhouten
ameublement en blauw flaweeleu kussens. Hier
stoud de luDch gedekt voor drie personen en
eveo later kwam mrs. Wilmot binnen gezweefd.
„U heeft elkaar dus al ontmoet?" vroeg ze.
„Ja, we ontmoetten elkaar aan de deur vau
mijn laboratorium. Mrs. Rowe had die bij ver
gissing voor de deur van Ethel gehoudeD. Zorgt
u ér vuor dat haar goed deo weg wordt gewezen".
Een adres van de afdeeling Scherpenisse van
den Ned. Bond van arbeiders in bet landbouw-,
tuinbouw- en zuivelbedrijf wordt ter zijde gelegd
wegens uiet voldoening aan de wet.
Naar aaoleidiog vau eenige opmerkingen van
Ged. St. betreffende de begrooting voor 1981
wordt deze gewijzigd.
Verder geschiedt aanbieding van het verslag
bedoeld in 8 der woningwet.
Ten slotte wordt de begrooting voor 1980 nog
gewijzigd met eene verandering van ontvang en
uitgaaf van f 29.03 wat den gewoneD dienst
betreft. Hierna sluiting.
RECHTZAKEN.
Politierechter Breda. Maandag 17 Jan. 1931.
WegeDS wederspannigheid verscheen Maandag
voor den Politierechter te Breda de 19-jarige
Jao B., visscher te Tholen die op den avond
van 13 December jl. aangehouden door de veld
wachters V. eu v. O., zich tegeD die aanhouding
en overbrenging naar 't cachot danig had verzet.
De twee veldwachters wareu als getuigen
opgeroependoor den verdediger Mr. Hartog
uit Bergen op Zoom waren vijf getuigen a de
charge meegebracht.
Door verdachte werd beweerd dat ie onschuldig
was opgepikt dien avond en mishandeld werd
als 'n dier. Van verzet was z. i. geen sprake
geweesthy was zóó vastgehouden dat ie zich
niet verweren koD.
Naar aanleiding van een briefje van den
Burgemeester van Tholen waarin gevraagd werd
dezen belhamel flink te straffen, protesteerde de
verdediger tegen dergelijke schrifturen van Bur
gemeesters. PI. deelde hierbij mee dat hij zich
tot deo Minister had gewend om misbruiken
van zulke briefjes te voorkomen.
Als eerste getuige werd gehoord de veld
wachter V., die omstaDdig verhaalde hoe ver
dachte dieo avond te keer was gegaan vóór hij
werd aangebonden en hoe verdachte met andere
joDgeloi Zaterdags optreden.
Aan 't eind van z'n uitvoerige verklaringen
gaf de politieman iu verband met de hem door
Mr. Hartog gestelde vragen te keoneudat
't gedold vaD 'd politiebeambte niet onbegrensd
is, evenmiu als de waarheidsliefde van sommige
verdedigers.
Mr. Hartog protesteerde tegen deze insinuatie,
waarop getuige z'n woorden introk, maar toch
eeD terechtwijzing had aan te nemen van den
Politierechter.
Veldwachter v. O. bevestigde grooteudeels het
verhaal van z'n ambtgenoot; uit 'n vraag van
den verdediger bleek dat er dien avood geeo
proces-verbaal tegen den jongeman wegens dron
kenschap was opgemaakt.
Io de namiddagzitting werden de 5 getuigen
it décharge gehoord; zij konden slechts vertellen
dat B. dien avond naar hun meening niet droD-
ken was. Ook de vader van verdachte kwam
als getuige a déchargebij was dien avond
z'n zoon aan 't politieket gaan haler, de joogen
was z. i. niet dronken maar wild. En ging er
te keer alsof er 'u leeuw aan het brullen was
De toon, driftig, zou wild geworden zijD door
Er werd eeu blik tosschen hen gewisseld waar
ik de beteekenis niet van vat»e. Verder werd er
beel prettig onder deo lunch gepraat eo tegen
bet eind vau den maaltijd stelde Sir Mark een
paar vragen betreffende zijn dochtertje en er ver
scheen een droevige uitdrukking op zij o gelaat,
toen bij vau haar sprak.
„Arm kiodzei hij, haar werd een groot verdriet
en mij een groot verlies opgelegd. Wij zouden
nu al zooveel aan elkaar gehad hebben 1"
Hij scheen zoo wanhopend, dat ik hem al troost
hoopte in te spreken met een opwekkend
„De wetenschap is toch tegenwoordig zoo ver,
sir Mark 1 Zoo u dochtertje nu ook Diet te helpen
zijn
„Och neeDIk heb er al zooveel aaD gedaan
en ik zou baar niet graag zoo laleo plageu I
Vergeef mij miss Rjwp, het is mijn leed, dat ik
mij soms wat heftig maak I lk weet niet wat ik
wel zou kunnen doeu om bet leveDlje van Ethel
wat vroulijker te maken. Eu mag ik o nu nog
iets zeggen, dat o mij, oaar ik hoop niet kwalijk
zult nemen Ik heb uw salaris van het eerste
kwartaal op uw kamer laten brengen, met nog
eeo kleine toelage extra, die u wel zult willen
gebruikeD, om u wat lichter kleeren aan te
schaffen. Ethel houdt na eenmaal van kleurige
flearige dingen eo daarin moet zij ook toege
geven worden; maar u mag daar geen bijzondere
onkosten voor dragen 1
Met een buiging verliet hij mij toen.
(Wordt vervolgd.)