Tweede Blad. N VRIJDAG 26 OCTOBER 1928. ïlinj et elsel ach] ren dal ïrei iun| bbei jpr. Drel 3kvv| GEMEENTERAAD. ORTVLIET, 23 October 1928. lorzitter Wethouder E. van der Siikke. taris de heer P. W. Blaas, nwezig alle leden. notulen van de vorige vergadering en voorgelezen, heer Carels merkt op naar aan- j van deze notuleen dat hij niet ge- te «f heeft dat de commissie die de reke- van het Algem. Armbestuur heeft :ien gevraagd heeft naar de polissen de hofstede en dat de Voorzitter die bij zich had en zou trachten deze op |^diepen en dan in de volgende ver- ring toonen. Spreker zag dit gaarne notulen opgenomen, heer Van Westen zegt dat uit de len niet is gebleken dat de raad toe- aming heelt gegeven tot het rooien van omen aan Putjesdijk. Spreker spreekt ook van deze plaats zijn afkeuring iver uit en zal verdere discussie sluiten stelt de volgende motie voor )e Raad der Gemeente Poortvliet, van eel dat het beleid van het Dagelijksch uur in vele opzichten te wenschen laat, en spreekt zijn afkeuring uit over gevoerde beleid inzake het rooien van boomen aan Putjesdijk en gaat over de orde van den dag." Voorzitter antwoordt dat de wet- ers hiervan niets geweten hebben de emeester heeft dit op eigen initiatief tan. heer Krijger acht daarom het woord Bestuur niet goed. heer van Westen meent dat die het uitvoeren, iethouder Krijger zegt wij hebben er van geweten, de burgemeester heelt wel eens vertelt dat die boomen ge- opleverden voor het verkeer en dat ;ens zou zien of er geen artikel in de wet daf hij ze kan laten rooien. Spreker dan ook niet met de motie meegaan. heer Elenbaas is het volkomen eens den heer van Westen. B. en W. zijn iprakelijk. En nu zegt de eene Wet- ier geen schuld te hebben en de andere maar het is toch een college dat be- t uit 3 heeren en wanneer er dus iets ts heeft hebben zij allemaal schuld, e voorzitter zegt er niets van geweten lebben en heeft het tegen den burge- gSler gezegd. ;(fr fethouder Krijger heeft er ook naar raagd aan den burgemeester want ze elden hem dat die boomen gerooid den worden. e heer van Westen zegt dat er dan l otesteerd had moeten worden en hand- ft zijn motie. Wethouder Krijger zal die motie niet men. e heer Carels is het volkomen met de van Westen eens de Wethouders in gebreke gebleven om op deze on- tige zaak te wijzen. >e voorzitter zegt er hem wel gewezen hebben, maar de burgemeester ant- irdde hem dat hij alles voor zijn ening nam. 'e heer Carels antwoordt bewijzen moet lat. De raad had dan op hoogte gesteld ten worden, maar hij wordt maar in blinde gelaten, hij wordt beschouwd als vijfde wiel aan den wagen en hij zou ral maar ja en amen op moeten zeggen, gaat van,de Wethouders geen leiding n kracht geen energie uit er zit geen igegraat in. vertegenwoordigt 2/3 van het Dag. ituur en zou dus kunnen optreden maar wordt er gezegd de burgemeester akt zich boos en dan zijn de gevolgen te overzien en daarom wordt alles uw, blauw gelaten. Wethouder Krijger vindt dat ze ont- tend min worden aangeteekend, ze 3 rden op de laagste plaats gesteld. Maar eker wil dit opmerken als de burge ester, die hoofd van de gemeente is en >fd van de politie en zegt dat hij er ht toe heeft, wanneer er gevaar is om te laten rooien dan past het or.s niet te zeggen dat gebeurt niet, en vindt motie van afkeuring dan ook overbodig, De Voorzitter zegt nog dat de burge- :esler, dit heeft laten doen. Wethouder Krijger vindt dat de heer reis maar eens wethouder moest wezen, |nt het is niet gemakkelijk, want als er 6 gebeurd krijgen de wethouders het op n kop en krijgen den blaam. De heer Carels merkt op dat men zou len dat men overal ja en amen op zal 'gen. Spreker is van meening als er ge o' lr bestond dit reeds 20 jaar bestond en p' idt dan dat nu de boomen gerooid zijn 11 t gevaar hetzelfde is gebleven. e r zigi dsli wa we ren ilei i or h len rla Er is altijd gevaar want voor roekelooze rijders en dronken chauffeurs is er niets geborgen, maar spreker zou het daar anders noemen, want het is daar dikwijls geweest levensbehoud dan moest men de boomen maar eens bezien, spreker zou daarom de stelling om willen keeren en in plaats van te zeggen de boomen zijn een gevaar voor de automobilisten, de auto mobilisten zijn een gevaar voor de boomen. De heer Vogelaar vindt dat het dadelijk in de vergadering had moeten medege deeld worden, er is niets van gezegd door het Dag. Bestuur. Wethouder Krijger merkt op dat men niet wist wat er gezegd zou worden want daar moest nog iets van gezegd worden maar de motie had dan later kunnen komen De burgemeester zegt echter dat er een artikel in de wet is dat hem recht geeft om die boomen te rooien. De heer Carels zegt dat de burgemeester dat dan moet noemen en vindt dat hij zeer eigenmachtig is opgetreden. De motie wordt aangenomen met 4 tegen 3 stemmen. Voor de heeren Carels, Hage, van Westen en Elenbaas. De heer Carels wenscht nu de motie is aangenomen dat die schriftelijk ter kennis van den burgemeester wordt gebracht. Ingekomen stukken. Een schrijven van het gemeentebestuur van Arnemuiden inhoudende een verzoek om adheasie te betuigen aan een adres dat het gezonden heeft aan den Minister van Onderwijs K. en W. betreffende na vordering schoolgeld en dringt er bij den Minister op aan zoo spoedig mogelijk een wetswijziging in te dienen daar bet dit een grove onbillijkheid vindt. B. en W. stellen voor het voor kennis geving aan te nemen, daar de mintster reeds een wetswijziging heeft ingediend. De heer Carels zegt dat het waar is dat den Minister dit reeds heeft ingediend, maar heeft verzoch het van de agenda af te voeren zoodat het niet aan de orde komt. Spreker zou daarom voor willen stellen wel adheasie te betuigen om zoodoende den minister te prikkelen wat haast te maken met dit wetsontwerp. Met alg. stemmen besloten om adhaesie te betuigen. De heer Carels merkt op dit niet te kunnen begrijpen de wethouders stellen voor het voor kennisgeving aan te nemen en stemmen nu voor adheasie betuigen, dat vindt spreker niet standvastig. Wethouder Krijger antwoordt dat hij de zaak beschouwt tusschen mal en dwaas, want hij heeft ook op de wethoudersver gadering gezegd wanneer de leden anders willen dan is het mij ook goed. Wanneer het echter ernstige zaken zijn is hij wel standvastig. Een verzoek van P. J. van Hout om hem een betere waterloozing te geven. De Voorzitter zegt dat hij is wezen kijken en heeft geconstateerd dat er geen afvoer is gemaakt in dat huis voor vuil water. Spreker heeft toen gezegd dat zij het zelf moeten leggen tot aan den weg en als de raad het goed vindt zal de gemeente het door den weg leggen naar de hoofdbuis, die is aan de overzijde van den weg. Wethouder Krijger zegt er ook geweest te zijn en dat het spoelwater niet weg kan. B. en W. stellen dan ook voor dat de menschen de buizen door hun woning zelf leggen tot aan den weg en daar een ver- laatput maken en dat de gemeente dan do buisjes legt naar de hoofdhuis aan den overkant van den weg. Spreker merkt op dat de menschen het vuile water van achter naar voren moeten dragen. De heer Vogelaar vraagt of er een be grooting van gemaakt is De heer Carels merkt op dat toen hij het requestje gelezen had hij niet goed kon begiijpen wat de menschen bedoelden. Spreker is er toen geweest en heeft toen gezien dat bet niet aan den voorkant maar aan den achterkant haperde. De Voorzitter zegt de menschen kunnen niet weg met het water. De heer Carels antwoordt dat in het requestje niet geschreven is wat de man wil, hij is echter voor de menschen ter wille te zijn. Met algemeene stemmen wordt het voor stel van B. en W. aangenomen. Proces-verbaal van kasopname bij den gem.-ontvanger op 25 Sept. jl. waar in kas moest zijn en was f 14152.055. Een schrijven van A. J. Hage, A. Lind- hout en v. d. Klooster inhoudende dal zij geen genoegen nemen met het besluit van den raad van 1 cent per K.M., voor ver goeding, maar gaarne zagen dat zij 2 cent per K.M. werden uitbetaald. B. en W. stellen voor het eerste besluit te handhaven. Dhr Van Westen zegt nog op het zelfde standpunt te staan van de vorige keer en is er voor 2 cent per K.M" te geven. De voorz. zegt dat het verzoek van Geuze naar Ged. Staten gezonden is en stelt dan ook voor te wachten wat Ged. St. advi- seeren. Zij kunnen ook in hooger beroep gaan. Weth- Krijger zegt er is besloten 1 ct. per K.M. en dat is bericht, ook aan Genze die later met een verzoek is gekomen, want dit was nog niet in orde en is door den gemeente-veldwachter,den gemeente werk- an en dlff^Steur gemetS^m^ënTsgë^ bleken dat de afstand 40.17 was, zoodat er in plaats van 3, 4 verzoeken waren. Geuze nam geen genoegen met de vergoeding en is naar Ged. Staten gegaan en daarom is spr er voor te wachten hoe of Ged. St. er over oordeelen. Moesten wij over die naar r'e H.B.S. gaan beschikken dan geloof spr c'at die geen halve ct. zouden ontvangen, maar nu krijgen deze alles uit de ge meentekas. Dhr Carels is er voor de requesten maar dadelijk te behandelen. Spr's standpunt is 2 ct. per K.M. toe te staan. De menschen hebben gehoord dat zij er recht op hebben en die zaak gaat toch maar tot 31 Dec. a.s. Zijn Ged. Staten van oordeel met 1 cent te volstaan dan kan dat in alle gevallen worden vastgehouden. Laten wij nu echter tegenover deze ongegoede menschen, die werkelijk lijdzaam geweest zijn daar dit art. 13 reeds vanaf 1920 er is, niet kren terig zijn en voorloopig tot 31 Dec. 2 cent per K M. betalen, dan kan men zien wat er zal gebeuren. Recht is recht en dat meeten zij niet kwijtschelden zoo min rijk als arm, want gelijke monniken gelijke kappen. En wat betreft het gezegde van weth. Krijger over die naar de H.B.S. toegaan dat die niets zouden krijgen, als deze er recht op hadden, dat weet spr nog niet. Maar spr wil ook opmerken dat die men schen heel wat te onderhouden hebben wat betreft leven en schoeisel. Inwoners uit de kom der gemeente wonen op geringe afstand en die menschen zouden ook wel willen en daarom hebben er ook Scher- penisse boven Poortvliet gekozen omdat de afstand korter is. Ook moeten de kin deren door alle weer en wind en de kin deren van de bewoners van de kom dei- gemeente kunnen bij zulk weer schuil zoeken bij vader en moeder en dat kunnen die kinderen immers niet en dan kan men ze zien slaan als het weer heel erg is in een portaal van een bakkerij en anders als het niet erg is loopen ze er maar doorheen. Weth. Krijger zegt 2 cenl per K.M. is het maximum door den Minister aange geven en spr heeft gelezen dat verschil lende plaatsen de een dit de ander dat geeft en mag dat dan wel? Moeten wij nu maar het volle geven Dhr Carels zegt de wetgever was van oordeel dat wanneer men verplicht wordt om naar school te gaan er ook gelegenheid moet. gegeven worden om naar school te gaan Spr is er dan ook voor het verzoek in te willigen. Dhr Elenbaas kan met het voorstel ac eoord gaan. De menschen zijn aangeschre ven en hebben er geen genoegen mee ge nomen en het is een wettige zaak. De voorz. is er voor de uitspraak van Ged. St. af te wachten. Met 5 tegen 2 st. wordt besloten de vergoeding van 2 cent per K.M. toe te kennen. Tegen de beide wethouders. Een schrijven van Ged. St. inhoudeude mededeeling dat de kom der gemeente te ruim is genomen en stuurde de teekeniug met de gedane wijziging terug. Wethouder Krijger heeft bezwaar tegen de wijziging aan de Rijksstraatweg waar die drie wegen kruispunt vormen. Spr. vindt dit gevaarlijk, ook met het oog op het plaatsen der borden. De heer van Westen vindt dat wat aan gaat autogevaar, dat niet te beteekenen heeft, omdat men kan bekeuren op grond van art. 15 der Motor- en Rijwielwet. Spr. vindt daarom die borden overbodig. De heer Carels vraagt of Ged. St. de kracht hebben om dit door te voeren. De voorzitter gelooft van wel, maar men kan een verzoek doen. De heer Carels vindt dat reclameeren dan geen zin heeft. De voorzitter zegt dan kan er een ver zoek gedaan worden. De heer Carels is er voor om de kom maar te houden zooals ze door den raad is vastgesteld. Wethouder Krijger steunt dit. Er komen dan ook voor verschillende dingen moeilijk heden zooals de gewijzigde hondenbelasting. De heer Carels vindt dit gezegde van den hesr Krijger niet ad rem. Wethouder Krijger vindt het wel zeer ad rem, want dat is zoo maar niet alleen voor de hondenbelasting maar ook voor de post en verschillende andere dingen. De heer Vogelaar is er ook voor te laten zooals het is. Want dan wordt het waar spr. woont geen kom meer en hoeveel woningen staan daar niet. Het voorstel om Ged. St. te verzoeken de kom de gemeente te laten zooals zij is- wordt aangenomen met 5 tegen st., die der heeren Carels en van Westen. Een schrijven van A. Buijs, inhoudende om het innen van legesgelden beter te regelen daar zij thans nogal hoog zijn. De voorzitter stelt voor omdat er straks bij de behandeling der begrooting over gesproken zal worden dit stuk dan ook te behandelen. Wordt met alg. st. goedgevonden. Een schrijven van G. K. Krijger inhou dende verzoek om eenige meters gemeente grond in erfpacht te ontvangen bij J. Jansen. Een schrijven van J. Jansen om hem af te staan het stukje grond waar vroeger de aschbak gestaan heeft. Beide verzoeken worden dadelijk in B. en W. omdat het een den vorigen dag en het andere denzelfden morgen was ingekomen. De heer Elenbaas stelt voor om geen onderscheid te maken en er om te loten. De voorzitter zegt zou er voor beide geen plaats wezen De heer Krijger gelooft niet dat het mogelijk is en vindt loten ook het beste. De voorzitter raadt aan eerst te gaan zien of er voor beide geen plaats is. De heer Hage vraagt of Jansen soms zijn wagenhuis zou willen uitbreiden. De heer Carels meent doordat Jansen daar al lang ploegen en karren gezet heeft dat hij de oudste rechten heeft. Spr. vindt het jammer dat het verzoek van Jansen niet eerder is gekomen, de man heeft er veel displeizier gehad toen al de vuilnis daar gebracht werd, zoo zelfs dat oude kachels en oud ijzer op zijn erf lagen. Spr. is er voor om het hem te gunnen, omdat hij de vuile boel jaren lang getorst heeft. De heer Krijger verwondert het dat er nu ook een verzoek komt nu zijn zoon een verzoek heeft gedaan. De heer Carels verwondert het ook dat Krijger het niet vroeger heeft gedaan. Wethouder Krijger antwoordt dat zijn zoon het al eerder had gedaan, maar geen tijd heeft gehad, want vier weken geleden had hij er al over gesproken, want bij heeft er nu een wagen bij en heeft op den molen geen plaats. De voorzitter stelt voor het aan te houden en eerst eens ter plaatse te gaan zien of bet niet mogelijk is beide te helpen. De heer Elenbaas is er voor om beiden te helpen. Jansen gebruikt liet nu al reeds maar betaalt er niets voor. De beer Carels zegt het heeft al zoo lang zoo gelegen en nu kan het productief worden gemaakt. Wethouder Krijger vraagt hoe het moge lijk was dat productief te maken, want een tuintje kan er niet van gemaakt worden. De heer Carels bejammert het dat Jansen den weg niet geweten heeft om er aan te komen, want hij heeft wel eens tegen iemand gezegd dat hij het stukje grond graag zou willen hebben en tevens de som genoemd die hij er voor over had. Wethouder Krijger zegt ik geloof niet dat Jansen zoo dom is dat hij dat niet weet. Maar nu had hij het gratis. De heer Carels zegt dan had B. en W. het hem moeten verbieden. Wethouder Krijger vindt dat dit niet zoo gemakkelijk is om het dadelijk te ver bieden. De beer Carels zegt dat kan toch volgens de politieverordening, men zal het toch met mij eens zijn dat B. en W. hier hun aandacht aan hadden te schenken. Wethouder Krijger merkt op dat wanneer de heer Carels wethouder was geweest hij ook niet geweten had wat hij er mee had moeten doen. De heer Carels zegt al gehoord te hebben dat men reeds had gezegd dat Jansen het nooit zou krijgen, want de zoon van den wethouder wil er een wagen zetten. Doordat weth. Krijger dit verkeerd ver staat ontstaat een heftige discussie waarin wethouder Krijger zegt dat de heer Carels met straatpraatjes aankomt maar moet het bewijzen en namen noemen tegen wien hij dat gezegd heeft hij heeft er nooit met iemand over gesproken en vindt dat zulke praat niet past, maar hij wil lieve kinders maken. De heer Carels zegt dat hij namen kan noemen. Wethouder Krijger zegt ik heb er nooit met iemand over gesproken. De heer Carels merkt nu op dat wet houder Krijger zijn woorden verdraaid. De heer Krijger zegt nogmaals dit nooit gezegd te hebben. De beer Carels zegt niet gesproken te hebben dat wethouder Krijger dit gezegd heeft maar hij heeft letterlijk gezegd daar wordt gezegd dat Jansen het niet zal krijgen want de zoon van den wethouder wil er een wagen zetten. Spreker kan niet be grijpen dat wethouder Krijger daar zoo boos om wordt. Besloten werdt met G tegen '1 stem die van den Krijger die voor loten was, be sloten om het verzoek aan te houden en eerst eens ter plaatse te gaan zien. Thans komt aan de orde de aangehouden goedkeuring van de rekening van het Alg. Armbestuur over 1927. De Voorz. doet voorlezing van de polissen. De commissie is nu tevreden gestelden stelt voor de rekening goed te keuren. Met alg. stemmen wordt hiertoe besloten. Builen stemming hielden zich de heeren Elenbaas, Krijger en de Voorzitter. Een wijziging der begrooting voor 1928 van den gewonen dienst en een wijziging van den kapitaal dienst worden met alg. stemmen goedgevonden. Thans komt aan de orde vaststelling gemeente-begrooting 1929. De heer Carels brengt bij monde van de commissie verslag uit, waarbij hij enkele punten aanhaalt waarop de commissie eenige toelichting wenscht. De voorz. stelt voor deze punten stuk voor stuk te behandelen, waartoe besloten wordt. De commissie is van meening dat de legesgelden te hoog zijn en dat is ook ge-

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1928 | | pagina 3