IERSEKSCHE EB!
THOOLSCHE COURANT
No. 1968
Zaterdag 23| December 1922.
Acht en dertigste jaargang
Eerste Blad.
Firma J. M. C. POT - Tholen
Met het oog op Nieuwjaar, verschijnt
onze courant Zaterdagavond 30 dezer
als Nieuwjaarsnummer.
In dit nummer hestaat gelegenheid
tot het opnemen van Nieuwjaarswen-
schen.
De voormalige stad Reimerswale.
geeft LIFEBUOV
Dit blad verschijnt eiken Zaterdag.
Prijt per kwartaal f 0,80 met Geïllustreerd Zondagsblad fl,376, franco
per post f 1,65 -f- 10 ct. disp, kosten.
UITGAVE
Telef. Intero. no. 16.
Adyerteutiëovan 1 tot 4 regels 75 centsiedere regel meer 17cent».
Grootte der letters naar plaatsrnimte.
Bij abonnement aanmerkelijke prijsvermindering.
door C. H.
Nadruk verboden.
VIII.
In betrekking tot voorgaande gebeurtenis dient
te worden opgemerkt, dat het gevecht niet zooals
de meeste schrijvers mededeelen plaats gehad
heeft op de Vernoods-Ee, doch op de Schelde
voor den mond van dezen voormaligen stroom,
die ten tijde van dit voorval reeds grootendeels
was verzand en afgedamd.
Melis Stoke zegt omtrent deze geschiedenis
in zijn rijmkroniek:
*Doe ghingen si onghespaert,
Ende wapenden hen ten zeiven male
Eode strekeu voer Bemmerswale
Rechte voert de Vernoud ee
D'audre quame bi Duvenee*.
Men vindt den oorspronkelijken loop van dit
water alsmede de beide plaatsen op mijn vroeger
uitgegeven kaartje voorgesteld.
Doch ook van andere gewichtige gebeurte
nissen is de stad dikwijls getuige geweest.
Zoo komeu wij uit boven meermalen aange
haalde Kroniek van Melis Sfoke en uit andere
historische werken te weten, dat in 1298 graaf
Jan I te Reimerswale gekomen was, om eenige
geschillen, welke gerezen waren tusschen Hol
land en Brabaut te beslechten. Hertog Jan II
van Brabant bad eioh te dien einde naar
Bergen op Zoom begeven, van uit welke
plaats de onderhandelingen zouden gevoerd
worden, waarbij Jan van Renesse, eeo Zeeuwsch
edelman, als tolk zoo fungeeren,
Deze geheele onderneming was echter op het
getouw gezet door een Zeeuwschen ridder met
name Wolfert van Borsssle, welke na den dood van
graaf Floris V, die door eenige misuoegde Hollaud-
sche edelen in 1296 was gevangen genomen enom-
gebracht een overwegenden invloed op den gaDg
van zaken had en zich zooveel mogelijk van het
gezag trachtte meester te maken.
Daar een der hangende geschillen met den
hertog van Brabant ook boveogenoemden moord
op graaf Floris betrof en den ridder Jan van
Renesse steeds goed bij den hertog stond aan
geschreven, zoodanig zelf.», dat deze hem nog
op 7 November 1296 vrijdom van tol voor
Wester Schouweu of over al zijne landen had ver
leend, nam Wolfert deze gelegenheid te baat
hem onder verdenking te brengen, dat hij met
de vijanden, die eertijds den ondergaDg van
'a Graven vader bewerkt hadden, henlde.
De jonge Graaf Jan te Reimerswale vertoevende
wist Wolfert vaa Borssele dezen in den waan
te brengen, dat men een aanslag van uit Brabant
tegen hem in 't schild voerde en raadde hem
aan naar het versterkte slot Loodijke te stevenen,
alwaar men zich voorloopig veilig achtte. Aldaar
zijnde deed de Graaf Hollander en Boudewijn
van Reimerswale met zijne manschappen ont
bieden, welke altijd als getrouwe aanhangers
van het Hollandsche hnis bekend hadden gestaan.
Het geheele slot kreeg nu het aanzien van
belegerd te zullen wordeD. Doch men was zoo zeker
dat het niet Zon gelukken den graaf gevangen
te nemen, dat een van het gevolg de in Melis
Stoke s rijmkroniek aangehaalde woorden sprak
„TrouweD, binnen deser macnt
Crighen U di van Brabant niet,
Noch van Vlaendren, wats ghesciet,
Al hadt her Jan oec ghesworeu
Deze pine heeft hi verloreD,
Ende sijn wille sal niet ghescien."
Uit deze regels is duidelijk te lezen, dat men
toen al de schuld van den voorgewenden aanslag
op den Graaf wierp op den ongelukkigen Jan,
heer van Renesse.
Wellicht is toen ook de verdenking op hem
gevallen van deelgenomen te hebben aan den
moord op graaf Jan's vader. Indien dit toch
eerder het geval ware geweest, zou men hem
niet tot onderhandelaar tusschen de beide par
tijen hebben gekozen.
De in dergelijke aangelegenheden ervaren
Jan van Renesse, had echter reeds spoedig de
geheele toedracht der zaak doorzien en de kui
perijen der Van Borssel's vreezende, zich oit de
voeten gemaakt en naar zijn slot Moermont in
Schouwen begeveD,
De graaf zelve ziende, dat de zaken te Rei
merswale niet tot eene beslissing zouden komen,
vertrok eenige dagen later met Wolfert van
Borssele naar de stad Veere, alwaar dezejj ridder
ziju verblijf of kasteel Zandenbnrg had.
Daar vertoevende overwogen zij nogmaals d
hangende geschillen en stelden Jan van Renesse
in staat van beschuldiging. Deze ontviDg daarop
een dagvaarding om zich te komen verantwoor
den. Doch daar hij de zaak niet vertrouwde,
verzocht hij den Graaf voor de reis en het ver
blijf te Veere vrijgeleide, waardoor hij verzekerd
zoude zijn, dat hem niets in den weg zoude
worden gelegd.
Dit werd hem evenwel niet toegestaan, welk
weigering geheel naar den wenscb was van zijn
vijand, namelijk naar dien van Wolfert van
Borssele, die, vreezende dat Jan van Renesse
zijn handelingen bij den Graaf zou weteu te
rechtvaardigen en zijn onschuld bewijzen, om
weder in diens gunst te geraken, hem liever
niet daar zag verschijnen dan wel.
Daar nu Van Renesse niet te Veere gekomen was,
werd hij bij verstek veroordeeld en zelfs ver
bannen en zijne goederen verbeurd verklaard.
Hij had zich echter, het hachelijke van zijn
toestand beseffende, in Schouwen op alle moge
lijke gebeurlijkheden voorbereid en na het ver
nemen van zijn vonnis zijn kasteel Moermont
in geduchten staat van tegenweer gebracht.
De Graaf wel begrijpende, dat van Renesse
zich maar niet zoo gedwee zou onderwerpen en
tot overgave zoude moeteu worden gedwongen,
zoud zijne krijgsknechten op hem af, die zijne
landen teiaterdeu en hel kasteel Moermont in
Schouwen insloten en belegerden, zoodat het
zich eindelijk na een langdurige insluiting moest
overgeven.
JDoch Jan van Renesse wist te ontkomen en
begaf zich als banneling naar andere streken.
Zijn kasteel werd met den grond gelijk gemaakt
en zijne landerijen verbeurd verklaard, en de
heerlijkheid Haamstede, die na het kinderloos
afsterven van zijn neef Jan van Haamstede in
1295 aan hem zou zijn toegevallen, niet op hem
verleid, maar door de Grafelijkheid in beslagge
nomen en aft leeu up 13 Oclober 1299 verleid
op Witte van Holland, bastaardzoon van Floris
V.(>)
Hoe donker het er nu ook voor Van Renesse uit
zag, hij kreeg weder eenige hoop het verlorene
te kuunen herwinnen, toen het volk en de
steden van Holland eindelijk de kuiperijen van
Wolfert van Borssele, zijn vijand, moede, deze
daardoor in de gevangenis was geraakt en door
het volk te Delft daaruit gehaald zijnde op
1 Augustus 1299 op wreedaardige wijze was
omgebracht.
Toen nam Jan van Renesse de gelegenheid
te baat om weder in 's Graven gunst te gerakeu,
doch zijne pogingen bleven alsnog vruchteloos.
Geheel andere omstandigheden deden zich
kort daarna voor, toen de jonge Hollandsche
graaf Jan l op 10 November 1299 kinderloos
was overleden en tot opvolger zich opwierp diens
neef Jan van Avennes, eene afstammeling van
Aleida van Holland, dochter van Floris IV en
van Jan van Avennes, zoon van Margaretha van
VlaandereD, keizer's dochter van Constantinopel.
Groot charterboek der Graven van Holland,
van Zeeland en Heeren van Vriesland door F. van
Mieris. Deel I pag. 613.
(Wordt vervolgd.)
VERSLAG van den RAAD van 8TAVENISSE
gehouden op Maandag 18 dezer, 's voorm, 10 ure.
Voorzitter: de Burgemeester; tegenwoordig
alle ledeD.
De notulen der vorige vergadering worden
gelezen en goedgekeurd.
Als ingekomen stukken komen ter tafel
le. brieven van Gedeputeerde Staten, inzake
afschaffing van verschillende jaar-en veemarkten;
2e. de circulaire van deQ Minister van Binnen-
landsche ZakeD, ter verduidelijking van zijn
vroeger rondschrijven, inzake een zuinig beheer
der gemeente-finantiën
3e. bericht van de goedkeuring van Gedepu
teerde Staten op de instructie voor den keurings
veearts, hoofd van dienst
4e. het bekende adres van den raad van
Lisse, tegen vervroeging van den wettelijken tijd;
De mededeeling der stukken onder 1 t/m 4
wordt voor notificatie aangenomen.
5e. eea schrijven van het Gemeentebestuur
van Bergen op Zoom, inzake het mede-garan-
deeren van een jaarlijksch iukomen aan een
daar gevestigden specialist voor neas-, oor- en
keelaandoeningen.
Deze gemeente zou 2 cent per inwoüer en
per jaar moeten bijdrageD.
Hoewel de bijdrage van geen overwegende
beteekenis zou zijn, achten Burgemeester en
Wethouders om priucipiëele redenen geen termen
aanwezig voor een gunstig voorstel, waarmede
de raad zich vereenigt;
Zuivere,
ongebleekte
roode palmoliehet
beste verfraaiings.
middel der huid.
de ROODE kleur
DE lEVtR'5 ZEEP M
v LA AK tfl HG fcfl
Fabrikanten van Lux en Twink
6e. een circulaire van de Ministers van Bin-
nenlandeche Zaken en van Waterstaat, ter aan
moediging van bet nemeu van aandeelen in de
Bank voor Nederlandsche gemeenten.
De raad meent met Burgemeester en Wet*
houders daarvoor vooralsnog geen gelden be
schikbaar te moeten stellen.
Wijders worden herbenoemd de 1 Januari a.s.
periodiek aftredende beeren C. öroodman en
J. Oudesluijs, resp. als lid van het Burgerlijk
Armbestuur en als lid van de Commissie van
Toezicht op het Lager Onderwijs.
Aan dhr. J. A. Beueker, P. de Rijke en O.
de Vos wordt overeenkomstig verzoek eervol
ontslag verleend, respectievelijk als onderwijzer,
gemeentewerkman en gemeentebode, eerstge-
noemden met ingang van 1 Januari eu laatst
genoemde met ingang van l Februari a.s
De heer Beceker is hier bijna 40 jaar werk
man geweest en de gemeentebode bijna 62 jaar.
In hun plaats werdeu benoemd
1. tot onderwijzer, met algemeene stemmen,
K. Kievit te Scherpenissemet hem stonden
op de voordracht: A. Scherpenisse le St-Maar-
tenadijk en A. S. P. Verjaal te Zierikzee
2. tot gemeentewerkmaD, voorloopig voor 1
j3»r en tegen een wedde van f 750.aièt 6
stemmen, I. Moerland, tot op heden 2e ge
meentewerkman 1 stem werd uitgebracht op
W. de Rijke Pz.
3. tot gemeentebode, insgelijks voorloopig
voor 1 jaar en tegen een wedde van f210.
met algemeene stemmen, C. de Vos Jr.
Voorts wordt vastgesteld het le suppletoir
kohier van de belasting op de honden en wordt
besloten tot wijziging der begrootingeD voor
1922 en 1923.
Burgemeester en Wethouders deelen tenslotte
mede, dat zij zich voorstellen in eeo eerstvol
gende vergadering eene verlaging voor te dragen
van het kade- en havengeld, zooals vroeger in
uitzicht is gesteld, wanneer de omstandigheden
dit noodzakelijk maakten.
Een betrekkelijke partiëele wijziging, welke
dadelijk zou ingaan, werd, in verband met eeo
voorstel van dhr. van Iwaarden, gesteund door
dhr. Gaakeer, door Burgemeester en Wethou
ders teruggenomen.
Daarna sluiting.
VERGADERING van den RAAD der Gemeente
ST-PHIL1PSLAND, op Dinsdag 19 December 1922,
des voormiddags 10 uur.
Voorzitter de burgemeester dhr. L. Nilant.
Secretaris dhr. C. van Bendegom.
De voorz. opent om IOI/4 uur de vergadering.
Tegenwoordig waren de hh. P. J. de Ruiter, A. M.
v. Dyke, wethouders en de leden L. Neele, A. A. v.
Nieuvrenhuijzen en A. W. Beurkens.
Afwezig de hh. T. A. Boudeling met kennisgeving
wegens uit6tedigheid en dhr. J. v. Strien zonder
kennisgeving.
De notulen der vorige vergadering worden door
den secretaris gelezen en onvoranderd goedgekeurd.
Hierna is aan de orde ingekomen stukken proces
verbaal van opneming der boeken en kas van den
gemeente-ontvanger waarbij bleek dat over 1921 ont
vangen was f 115006,965 en over 1922 f 60229,865
totaal f 175296,88 de uitgaven bedroegen over 1921
f 107919,175 en over 1922 f58821,405, ZOodat in
kas werd bevonden als meerdere ontvangst f 8666,25.
Scbryven van Ged. Staten waarby verzocht werd een
wijziging te brengen in de heffingsverordening der
plaatselijke inkomstenbelasting, alsmede een redactie
wijziging aan te brengen in bet besluit tot pensioens-
verhaal op do gemeenteambtenaren.
Op voorstel van den voorz. besloot de raad met
alg. steramen aan het verzoek van Ged. Staten te
voldoen.
Aan den onderwijzer T. v. Duin werd op diens
verzoek eervol ontslag als zoodanig verleend met
ingaDg van 1 Maart 1923 wegens het aannemen
eener benoeming bij bet openbaar lager onderwysin
de gemeente Eindhoven.
Omtrent de circulaire van Ged. Staten van 8 Dec. jl.
3e Afd. in zake regeling jaarwedde Burgemeester
blyft inen bij zgn in een vorige vergadering inge
nomen standpunt, maar kan zich overigens met deze
circulaire vereenigen.
Tot lid van het Burg. Armb. wordt met algem.
stemmeD benoemd het aftredend lid dhr. J. Mol,
mede was voorgedragen dhr. J. Blok.
Hierna had de rondvraag plaats.
De heer L. Neele vroeg den voorz. of Burg. en
Weth. den gemeentesecretaris reeds gewezen hadden
op zgn verkeerd optreden bij het advies uitbrengen
aan den Ingenieur der Waterleidings-Mij dhr. Noor
man, toen hij voorz. aitstedig was, en de gemeene-
secretaris zou geadviseerd hebben om met het leggen
der buizen voor de Waterleiding een aanvang to
maken begin Maart 1923, terwijl dit advies geheel
verkeerd was, wijl het thans met het oog op do
werkeloosheid de geschikste tijd hiervoor was.
Ook dhr. A. A. v. Nieuwenhuijzen sprak zich
hierover in donzelfden geest nit.
De voorz. zei dat Burg. en Weth. den secretaris
niet gewezen hadden op het uitbrengen van een
advies aan dhr. Noorman, omreden de secretaris hem
voorz. had medegedeeld dat dhr. Noorman om advies
gevraagd had bij hem secretaris, wegens afwezigheid
van den burgemeester. De secretaris kon dhr. Noor
man niet verwijzen naar den waarn. burgemeester
om reden deze niet thuis was, en wanneer hem om
advies gevraagd werd, dan zon hij dit ten allen tyde
verstrekken.
De leden vonden dat het optreden van den secre
taris in dezen niet was geweest zooals het behoorde
waarop de voorz. de discussies sloot, wijl dit punt
nu lang genoeg besproken was en de secretaris ge
hoord had hoe de leden in deze zaak er over dach
ten en hg, voorz. geloofde dat de secretaris wei
rekening iu don vervolge zou houden met het ge
sprokene.
Vervolgens vraagt dhr. Neele of er vanwege de
gemeente nog werk kan verstrekt worden aan do
werkloozen.
De voorz. zegt dat de Oostdijk en Slaakdam nog
in orde gebracht moeten worden en dat aan de Oost-
dijk aan de Noordkant de weg zou moeten worden
afgestoken en dit ook gebeuren zal, waarop weth.
de Ruiter zegt„ja als er dubbeltjes voor zgn."
De voorz. antwoordt dat dit wel in orde zal komen
hierna zal eerst een onderzoek worden ingesteld.
De heer A. W. Beurkens vraagt of Burg. en Weth.
al geconfereerd hebben over de verontreiniging van
het water in de kerkput door het schoonmaken van
de auto en motor van eenige heeren, wyl dat water
vertoont, dat er olie en benzine opdrgft en zoodoende
het vee dit water niet wil drinken, hg verzoekt als
het weer plaats vindt, dat er dan tegen de over
treders proces-verbaal zal worden.opgemaakt.
De voorz. zegt dat by overtreding proces-verbaal
zal worden opgemaakt.
Verder wijst dhr. Beurkens op het voetpad over
den dijk naar de halte, daar staan palen in dat
dijkje welke geteerd zijn, en bg donkere avonden is
het reeds gebeurd dat een reiziger met zijn ubasta
er tegen liep, waardoor zijn koffertje omlaag tuimelde
en de reiziger byna geen adem kon krijgen door de
schok.
De voorz. zeide dat hg het plaatsen der palen
hij er de wethouders opgewezen had om de koppen
der palen te schilderen maar de heeren vonden het
beter, dat hel geteerd werd, dat was bezuiniging en
werd een en ander geteerd. Nu zal de voorz. waar
nemen of bg het verplaatsen van het lichtpunt aan
den Stationsweg, de palen beter gezion kunnen wor
den en dit den raad dan in een volgende vergadering
mede te deelen.
Niemand daarna het woord verlangende sluit de
voorz, de laatste vergadering in dit jaar en wenscht
den leden met hon gezin een prettig oud en nieuw
jaar toe.
VAN ONZE BERICHTGEVERS.
ST-MAARTEN8DIJK, 19 Dec. Op zijn tour
nee door de provincie, bezocht Dinsdagavond
de heer Van Dijk, de 2e Secretaris der Z.L.M.,
deze afdeeliog om eene uiteenzetting te geven
van het streven dier maatschappij.
Na een inleidend woord vati den voorzitter,
de heer Jac. L. Groenewege, besprak de heer
Van Dijk in het kort de ingetreden malaise en
de groote ommekeer in de economische toe-
standeo, die zeker niet het minst hun terugslag
doen ondervinden op den landbouwstand.
Die gedruktheid behoeft geen aanleiding te
wezen om klagende en kermeude bij de pakken
te blijven neerzitten, hetgeen voorzeker geen
verbetering brengt, doch integendeel strijdende
te pogen de moeilijkheden het hoofd te bieden.
Aaugezicn men echter individueel niet veel
practische resultaten bereikt bij het wegnemen
van belemmeringen of het aankoopen van be-
drijfsbenoodigdbeden noch bij het verkennen
vau afzetgebieden, is men aangewezen op orga
nisatie en sameuwerking.
Dat wordt weliswaar door tal van landbouwers
verstaan en de groote Zeeuwsche organisatie mag
zich wel verheugen in een aanzienlijk aantal
leden, maar toch konden nog veel meer zich
aansluiten, die uu als klaploopers en kat-ait-
den-boom-kijkers parasiteeren op de voordeden,
die de Z.L.M. in het algemeen aanbrengt, en
waarvan ook zij profiteereu, zonder ook maar
iets daartoe bij te dragen.