N°. 859.
Zaterdag 30 November 1901.
Negentiende jaargang.
EN
J. M. C. POT,
De Wintergranen en
de Peru-Guano.
FEUILLETON.
De Gouddelver.
Publicatie ii.
BINNENLAND.
Van onze berichtgevers.
Dit blad verschijnt eiken Zaterdag.
Prijs per 3 maanden, franco per post 65 cents.
Voor het buitenland 90 cents.
Ingezonden stukken, enz. worden uiterlijk op DONDERDAGAVOND ingewacht aan
het bureau te Tholen oi v66r DONDERDAGMIDDAG bij onzen medewerker te lerseke.
UITGEVER:
Tholsn.
Advertentiënvan 1 tot 4 regels 40 cents; iedero regel meer
10 cents; groote letters naar plaatsruimte.
Elke advertentie, 3 maal ter plaatsing opgegeven, wordt slechts
2 maal in rekening gebracht.
Bij dit nummer behoort een bijvoegsel.
NATIONALE MILITIE.
Zitting van den Militieraad.
urgemeester en Wethouders van de gemeente Tholen
ngen ter kennis van belanghebbenden, dat de
ililieraad in Zeeland voor de lichting van het jaar
®02, op Vrijdag den 20 December 1901 des voor-
ddags te 10 uur te Zierikzee in het Gemeentehuis
laar zitting zal houden om uitspraak te doen om-
nt de verschenen vrywilligers voor de militie en
itrent alle lotelingen dezer gemeente
dat voor den Militieraad moet verschijnende
eling, die vrijstelling verlangt wegens ziekelijke
steldheid of gebreken, of gemis van de gevorderde
jgte
dat zij, die wegens ziekte of gebreken niet in staat
n om voor den Militieraad te verschijnen, daarvan
oj tusschenkomst van den Burgemeester hunner
lonplaats moeten kennisgeven aan den Militieraad,
der o\erlegging van een geneeskundige verklaring
meldende den aard van de ziekte of van het gebrek;
vestigen uitdrukkelijk de aandacht van hen, die
jstelling wegens broederdienst of als eenige wettige
im verlangen, op hun belang om persoonlek in
vengemelde zitting van den Militieraad te booren
Ike uitspraak omtrent hen is gedaan
en wijzen de lotelingen, die gebreken hebben of
•enen te hebben, op hunne verplichting, voor zoo-
el zij daartoe in staat zijn, en onverschillig welk
mraer zij hebben getrokken, om voor den Militieraad
erschynen, ten einde geneeskundig te worden
derzocht.
Tholen, den 27 November 1901.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. G. VAN STAPELE, Burgemeester
1'. LABAN, Secretaris.
B. GERST.
Behalve als voedsel voor deu mensch
pelde gerst, gort en als inestvoer voor
nderen en varkens wordt een groote hoeveel
id van deze graansoort gebruikt tot bereiding
in bier. Ik wil ditmaal alleen over zoo-
naamde brouwersgerst spreken. Aan zulke
rst worden de volgende eischen gesteldzij
oet uit volle, in vorm en grootte gelijke
prrels bestaan; deze korrels moeten een helder
le kleur hebben en een dunnen, uitwendig
gerimpelden bast. Een roodbruine kleur
jst op sterke broeiing in den hoopeen doffe,
elgrauwe kleur op het beregend zijn en een
uffe reuk op slechte bewaring. In al deze
nallen ontkiemt (bij liet mouten) de gerst
ibrekkig of ongelijk. Daar de waarde van het
er vooral afhankelijk is van het alcoholgehalte
de alcohol uit zetmeel ontstaat, wordt bij
gerst veel prijs gesteld op een hoog zetmeel-
halte en het daarmede gepaard gaande hoog
LS ltunegewicht. Men verlangt voor brouwersgerst
eel
Uit
Duilsch.
«Bedaard wat, oude man, bedaard wat,"
Wulrady kalm, terwijl hij zijn jas aantrok,
ij krijgt de mijn, als zij je eigendom is; is
dat niet, dan houd ik haar. Als zij je
;endom is, dan kunt ge je kinderen eens
legenheid geven, om te toonen wat zij zooal
neen doen, nu zij eensklaps schatrijk zijn
worden, evenals ik dan aan de mijnen gelegen-
ld geef, om te toonen hoe zij teleurstellingen
nnen dragen. En ik denk dat zal ons
g wel meevallen:"
Martin keerde zich om en deed de deur
en. Het gemoed schoot hem vol: eensklaps
«p hij de hand van Wulrady en bracht die
1 zijn lippen. Wulrady lachte, terwijl hij
ditjes zijn hand losmaakte. Met een: „Kom,
n, oude man, vrees nu niet zoo opgewonden I"
td hij de deur achter zich toe en ging naar
il
nli
iel
ov
ëi
shc
een heetolitergewicht van ongeveer 67 Kg. De
.korrels moeten verder goed murw zijn en bij
het doorsnijden zuiver wit en melig op de breuk.
Ook in de beste brouwgerst is dit laatste slechts
met een deel der korrels het geval, doch hoe
meer de melige korrels de overhand hebbeo,
hoe beter. In goede brouwgerst vindt men
1015 °/0 zuiver melige, 5575 °/0 halfmelige
en 1025 °/0 spekkige korrels.
Wat moet nu de landbouwer doen, oin zoo
veel mogelijk gerst te verkrijgen, die aan boven
genoemde voorwaarden voldoet? Wat moet
hij doen, om uitstekende brouwgerst te ver
bouwen en zoodoende voor zijne waren de
hoogste marktprijzen te kunnen bedingen? In
de eerste plaats zorge hij er voor, dat de bodem,
die voor de gerst bestemd is, goed bewerkt en
losgemaakt is. Zooveel mogelijk wordt het
land eenige malen geploegd en men moet dus
de gerst bij voorkeur telen na die gewassen,
welke vroeg het veld ruimen. En in de tweede
plaats zorge hij voor een doelmatige bemesting
waarmede men bij de brouwgerst niet te voor
zichtig zijn kan. De bekende landbouwkundige
G. Reinders teekent bij de cultuur van gerst
aan„Eene overbemesting van Chilisalpeter
moet voor brouwgerst zooveel mogelijk vermeden
worden, daar de korrels vaak te rijk aan eiwit
worden." Men mag er dus bij de gerst in
't geheel niet aan denken, in 't voorjaar, al»
het gewas te schraal is, een overbemesting te
geven van snelwerkende stikstofmeststoffen.
Het is dus een vereischte te zorgen, dat de
grond vruchtbaar is en rijk aan meststoffen, die
alle voedingsstoffen bevatten en niet te snel
werken, zóó dat ook in bet voorjaar en in den
zomer nog voedsel in den bodem aanwezig is.
Voor dat doel ken ik geen betere meststof dan
de Peru-Guano. Wanueer men per H.A. 400
a 500 Kg. Peru-Guano geeft, is er alle reden
om te veronderstellen, dat liet gewas aan de
hoogst gestelde eischen kan voldoen. Op het
gebied van bemesting van brouwgerst hebben
Prof. Maerclier te Halle en dr. Martin-Ullmann
te Hamburg zeer veel proeven genomen. Zij
hebben de Peru-Guano (zij namen daarvoor de
opgeloste Peru-Guano van Ohlendorff) vergeleken
met andere mestsoffen en zijn tot resultaten ge
komen, die deze ineststot een zekere superioriteit
geven voor het genoemde gewas. Het gewicht
per H.L., de hoeveelheid melige korrels, het
weinige protiëne-gehalte, alles was bij de met
Peru-Guano bemeste gerst gunstiger. Wanneer
men de overzichten van de verschillende proef
velden leest, die Maerclier heeft aangelegd en
de berekeningen nagaat, ziet men ook, dat, in
aanmerking genomen de hoogere opbrengst door
beter gewicht en kwaliteit, de bemesting met
Peru-Guano niet duurder is. Zoo heeft men
clievalier gerst verbouwd, die met Peru-Guano
bemest, niettegenstaande frs. 54 meerdere uit
gaven, frs. 127 per H.A. meer winst gaf.
V.
buiten, in de flauwe ochtendschemering.
Want de sterren verbleekten langzaam, met
uitzondering van die eene, die met schitterenden
glans blonk boven de groeve, die de oorzaak
van zijn fortuin was geweest. Hij had een
gevoel alsof hem een zware last van de schouders
was gerjllen nu hij met forsehen tred voort
stapte dij dacht reeds niet meer aan den een-
zaïnei 2(nan daar aehter hem, hij daeht slechts
aan zirt vrouw en dochter, en aan zijn eenzaam
ongelukkig leven. Hij ging naar huis en schreef
een brief aan zijn vrouw waarin hij haar meldde
dat hij door ongelukkige speculatiën waar
schijnlijk zijn geheele vermogen zou verliezen,
dat hij zou trachten door matig leven en harden
arbeid er weer bovenop te komen en dat hij
hoopte dat zij en Marie hem hierin zouden
helpen.
Een dergelijk schrijven richtte hij tot zijn
zoon, waarna hij eenige uren rust nam om over
alles wat Martin hem had meegedeeld kalm na
te denken.
Toen Wulrady uitgerust was, voelde hij zieh
niet meer zoo eenzaam. Of het kwam door de
gebeurtenissen der laatste uren, of omdat hij
Bank-Octrooi.
Dc St.-Ct. No. 279 bevat een Kon. Besluit
van 16 November jl., inhoudende opzegging
van iet aan de Nederlandsehe Bank verleende
octrooi.
„Overwegende, dat het in 's Lands belang
niet wenschelijk is, dat het aan de Nederlandsehe
Bank verleende octrooi na het einde van het
loopende tijdperk, zijnde 31 Maart 1904, stil
zwijgend worde verlengd en dat mitsdien dat
octrooi behoort te worden opgezegd;
„Hebben goedgevonden te verstaan
„h-1 aan de Nederlandsehe Bank verleende
octrooi, ingevolge art. 1, 2de lid, der wet van
7 Augustus 1888 Staatsblad No. 122) op te
zeggen.
Tweede Kamer.
De Tweede Kamer is nog bezig aan de Indische
begrooting. Doch waar deze hooge vergadering soms
zoo weinig belangstelling in deze zaak toont, dat zij
Maanoag wegens onvoldoende opkomst niet op tijd
kon beginnen, dat de leden soms eenmaal zelfs
met den heer Van Kol incluis wegloopen en de
minister soms heelemaal niet naar desprekers luistert,
maar zich tydens de zitting met auibtszgken onledig
houdt waar alzoo de mannen van 't vak het langs
hun koude kleeren laten loopen, daar is het te vreezen,
dat v n een gewoon Nederlandsch onderdaan de be-
langrn 't vriespunt staat. We zullen er dus
maai "niet veel van zeggen.
De socialisten en onder deze vooral de heer Van
Kol, Indisch specialiteit, weten de debatten nog al te
peperen, anders was er voor een gewoon mensch
heelemaal niets aan. Donderdag was hij zóó scherp,
dat hij Dr. Schaepman een weinig boos maakte. De
heer Van Kol had het over de zending gehad en
daarbij zijn vrees te kennen gegeven, dat het opereeren
op hetzelfde gebied van roomsche en protestantsche
zendelingen, die in 't geloof als water en vuur
tegenover elkander staan, de rust en orde onder de
iulandsche bevolking zou verstoren. En om te bewijzen
dat de verstandhouding tusschen die twee soorten
van. zendelingen moeiljjk vredelievend kon zijn, las
hij voor wat in pauselijke encyclieken zoo al over
't protestantisme gezegd wordt, o.a. dat dit laatste
de pestziekte voor het christelijk geloof is.
De heer Schaepman ontkende dit den volgenden
dag; hij had er zeifs zijn uitgave van de encyclieken
nog eens op nageslagen, en hij zag in den aanval
van den heer Van Kol een poging om tweedracht
tusschen de twee groepen der rechterzijde te zaaien.
Zooals Dr. Schaepman dit eigenaardig uitdrukte
Van Kol had een knuppel in het kippenhok gesmeten.
Met dit gezegde kreeg Dr. Schaepman de lachers
aan z(jn zijde.
Maar wie het laatst lacht, lacht hel beste. De
heer Van Kol las uit een Hollandsche uitgave de
gewraakte, voor protestanten zoo weinig vleiende
uitdrukking en andere van dien aard voor, en toen
lachten niet de heer Van Kol, want die is daartoe
te ernstig maar de anti-revolutionaire kamerleden.
Wij voor ons rnecnen dat Dr. Schaepman hier een
gek figuur maakte, dat, als de protestantsche vrienden
van 't verbond eens aan 't napluizen van die ency
clieken (o.a. die van 8 Dec. 1861, uitgegeven bij
Van Langenhuijsen te Amsterdam) gingen, dit wel
in zijn gedachten zich zijn huis weer voorstelde
terwijl vrouw en kinderen bij hem woonden,
maar ditmaal onder gunstiger teekenen, was niet
te bepalen. Als een echt, practiseh man vart
zaken had hij zich onmiddellijk in zijn nieuwe
vooruitzichten geschikt. Daar hij vast besloten
was, zich slechts te laten leiden door zijn gevoel
van recht en billijkheid, was hij van plan, de
zaak van Martin met de meeste nauwgezetheid
en het grootste geduld te onderzoeken. Het
was al het minste wat hij kon doen, om zijn
willig geloof aan het verhaal van Martin te
rechtvaardigen.
Toen hij nog in de schemering aan zijn
lessenaar een paar aanteekeningen had gemaakt,
zocht hij den sleutel weer en klom de trap op
naar de plaats, die de tastbare herinneringen
aan vroeger dagen bewaarde. Hij was nog altijd
onder den invloed zijner overpeinzingen, doch
dacht er nu in een geheel andere stemming
over. Was het mogelijk, dat al het oude weer
nieuw kon worden? Zijn koel verstand zeide:
neen, al wenschte hij nog zoo vurig dat
het anders ware. Een kille huivering voer hem
door de leden, hij begon zieh nu een voor
eens ongewenschte gevolgen voor de regeerings-
partijen kon hebben.
Over 't geheel komen de socialistische leden, maar
ook andere krachtig op voor de belangen der iu
landsche bevolking. Zoo bepleitte de heer Van Kol
de slichting van sanatoria en hetere verloskundigu
hulp en beweerde dat op Java tengevolge daarvan
jaarlijks 16000 vrouwen sterven. Hij stelde een
motie Ier veroordeeling van eiken landroot (zooals
die op Nieuw-Guinea) voor, die verworpen werd,
en kreeg verlof de regeering te interpelleeren of zij
stappen wenscht te doen om een einde te maken aan
de gruwelen van den Zuid-Afrikaauschen oorlog,
De heer Van der Zwaag wilde vredesonderhande
lingen aanknohpen met de Atjeh-hoofden.
BELASTINGEN.
Wij herinneren het belasting betalend publiek,
dat op 1 December a.s. moet aangezuiverd zijn
den laatsten termijn van de personeele en de
grondbelasting, en op den laatsten December
den derden termijn van de bedrijfsbelasting.
Donderdagmiddag werd in een der zalen van
de Soeieteit De Vergenoeging te Middelburg eene
algemeene vergadering gehouden van de afdeeling
„Zeeland" van den Ned. Bond van gemeenteambte
naren, die ook voor niet-leden toegankelijk was.
Door den heer A. de Vulder van Noorden
alhier werd ingeleid eene bespreking over het
pensioensvraagstuk.
De volgende motie werd aangenomen
„Lïe vergadering, gehoord de voordracht van
den secretaris der Nederlandsehe vereeniging voor
Gemeentebelangen betrekkelijk het pensioen-
vraagstuk, waaruit blijkt dat de pogingen, dien
aangaande door het bestuur dier Vereeniging
in het werk gesteld, strekken om de Rijks-
pensioneering zooveel mogelijk nabij te komen
van gevoelen dat die pogingen, gesteund door
de regeering, niets anders dan de oplossing van
het pensioenvraagstuk kunnen bevorderen;
noodigt het hoofdbestuur van den Nederlandsehe!i
bond van gemeenteambtenaren, alsmede de af-
deelingen in andere provinciën uit, bij hunne
propaganda voor de oplossing van het pensioen-
vraagstuk de gemelde pogingen van het bestuur
der Nederlandsehe Vereeniging van Gemeentebe-
te steunen."
De vergadering was zeer goed bezocht.
Midd. Crt.
ST. ANNALAND. Door Gedeputeerde Staten
is aan deze gemeente voor den tijd van vijf
jaren ontheiïïug verleend van de verplichting
tot het geven van onderwjjs in de vrije- en orde
oefeningen aan de openbare lagere school alhier.
Herbenoemd tot ouderling der Ned. Herv.
gemeente alhier de heer A. Soeters en tot di
aken de heer A. Duijzer.
IERSEKE- In het begin van de week be
vatten verschillende bladen een bericht uit
stelling te vormen van de ontzettende ver
andering, die naar alle waarschijnlijkheid aan
staande was. Hij zelf schikte zich vrijwillig in
de nieuwe orde van zaken; maar zijn vrouw en
kinderen zouden dat nooit. Zij zouden elders
heengaan, ver, ver weg, waar de herinnering
aan vroegeren rijkdom of vorige armoede niet
meer bij hen opgewekt zou worden. Marie
zijn Marie zou ongetwijfeld nooit meer
willen wonen in de blokhut, die dan verlaten
zou zijn door de dochters van Martin. Neen
En waarom zou ze dat ook? Alleen om die
dwaze, krankzinnige droomen van een oud,
wraakzuchtig man?
Eensklaps bleef hij staan. Terwijl hij in
gedachten verdiept grabbelde in een stapel
oude kleeren, dekens en schoenen, kwam zijn
hand aan tegen een oud houweel hetzelfde
dat hij in de groeve had gevonden, het houweel
dat hij zorgvuldig bewaard en daarna ver
geten had. Waarom had hij daar niet vroeger
aan gedacht? Hij ontstelde, niet alleen omdat
hij het bewijs, dat hij zocht, eensklaps voor
oogeu had, maar hij schrikte ook van zijn
eigene noodlottige vergeetachtigheid. Waarom