N°. 823.
Zaterdag 30 Maart 1901.
Achttiende jaargang.
EN
Te hooge dunk.
TWEE BROEDERS.
-
Public atiën.
J.
K C. POT,
!1| FEU1LLET0L
3an.
Vau onze berichtgevers.
BINNENLAND.
IERSEKSCHE
THOOLSGHE COURANT,
utfflaj, itiül aai it lalaipi ra nesterteclt, laillwi,
Dit blad verschijnt eiken Zaterdag.
Prijs per S maanden, franco per post 65 cents.
Voor het buitenland 90 cents.
Inatzaadsn stukken, enz. worden uiterlijk op DONDERDAGAVOND
het bureau te T hol en ot v66r DONDERDAGMIDDAG hl
Bij dit nummer behoort een bijvoegsel.
SCHIETOEFENINGEN.
De Majoor-Commandant van het 2e Bataljon, 3e
legiment Infanterie te Middelburg, daartoe gemachtigd
Z. E. den Minister van Oorlog, brengt ter kennis,
t tot verhooging van 's Lands weerkracht, de ge-
;enhcid zal worden opengesteld tot beoefening van
:t schieten.
Aan deze schietoefeningen kunnen deelnemen alle
Walcheren, Noord-Beveland. Schouwen, Duiveland,
St.-Philipsland, Tholen, Zuid-Beveland, westwaarts
aaan Rilland-Bath en Oud-Vossemecr wonende kader-
reservisten, miliciens met verlof en mannelijke inge-
tetenen van lb 24-jarigen leeftijd, die niet in het
Héger onder de wapenen zijn, onder beding evenwel,
frnt zij, die niet als militair hebben gediend, om tot
ie oefeningen te kunnen worden toegelaten, moeten
deelnemen of met gunstigen uitslag hebben deelgenomen,
lan het voorbereidend militair onderricht.
,1 Die oeteningen zullen in de eerste plaats gehouden
borden te Middelburg eiken Zaterdag, in de maanden
Mei en Augustus van 1*2 uur middag tot 7 uurnm.
en in de maanden Juni en Juli van 12 uur middag
tot 8 uur nam.
Bjj genoegzame deelneming zullen dezerzijds opk
pogingen in het werk worden gesteld om beschikking
te verkrijgen over schietbanen in andere gemeenten.
Zij, die aan bovenbedoelde schietoeleningen wenschen
leel te neuten, worden verzocht zich uiterlijk 10 April
is, daartoe schriltelgk of in persoon aan te melden
lij den CouimmiUaui van bei ze Bataljon, 3e Regiment
Infanterie te Middelburg, (Bureel Korte Noordstraat),
ilwaar tevens nadere inlichtingen ter zake zijn te
bekomen.
Middelburg, 28 Maart 1901.
De Majoor voornoemd,
ROEST VAN LIMBURG.
lg¥
ingewaeht aan
onzen medewtfxer ta larsekt.
UITGEVER:
Tiolih.
Advertentiënvan 1 tot 4 regels 40 cents; iedere regel meer
10 cents; groote letters naar plaatsruimte.
Elk* advertentie, 3 maal ter plaatsing opgegeven, wordt aleehts
2 maal in rekening gebracht.
Wij menschen, wij doen meestal niet wat wij
kunnen, wij laten ons beheerscben door een
geest van traagheid, wij voelen spoedig den
moed zinken als alles niet gaat, zooals we ons
lat hadden voorgesteld en wij geven maar al
te gaarne aan anderen de gelegenheid om ons
werk over te nemen. Zoo blijft er een aan
merkelijke hoeveelheid kracht ongebruikt en
gaat mitsdien verloren.
Niet minder veelvuldig komt het voor, dat
men van zijn vermogen een te hoogen dunk
Ifeeft. Dat wordt het meest waargenomen bij
lieden, die den strijd des levens nog niet in
d zijn hevigheid hebben leeren kennen en dus
meenen dat zij, waar anderen zijn bezweken,
wel overwinnaars gebleven zouden zijn, die nog
sooit in de gelegenheid waren een gewichtige
ak geheel te voltooien, zoodat zij niet weten
litjjfceveel inspanning daartoe wordt vereischt. De
rschool des levens kweekt nederigheid, maar
liet allen, die er hun opleiding ontvangen,
Jehooren tot de aannemelijke discipelen en zoo
I remt het voor, dat men zich een lange reeks
van jaren, in overmaat van ijver, moe heelt
getobd, zonder nog geraakt te zijn tot een
helder besef van de grenzen zijner krachten,
hetwelk is het eerste nummer op het programma
der zelfkennis.
Wie daarmee klaar is, heeft iets van groote
waarde verkregen. Hij weet, hoe ver hij gaan
kan, zonder te moeten denkeu en zal dus met
groote zekerheid den tocht aanvaarden. Het is
hem duidelijk, welk doel hij wil bereiken, en
tevens als hij in staat is er te komen, dan zal
hij, niet meer zoekende in het onbestemde, ook
al zijn krachten daar samenbrengen, waar zij
noodig zijn en er zich niet over bezorgd maken,
dat er nog vele andere dingen zijn, misschien
van even groot belang, aan welke hij niets
kan doen. Want och, wij zogden wel, als
Atlas, de geheele wereld willen torschen, maar
wij hebben daar nu eenmaal geen schouders
voor, en om wezenlijk iets van eenige beteekenis
tot stand te brengen, moeten wij aanhoudend
bedacht zijn op zeltbeperking.
Want zelfbeperking is een deugd van den
verstandige. Een deugd, niet een aangeboren
eigenschap, welke men slechts tot ontwikkeling
heeft te brengen en die grootendeels onder den
invloed der opvoeding haar vollen wasdom
bereiktverstand en hart moeten samen in
werking worden gebracht, om haar tot ons
deel te maken. Wij gevoelen dat er een taak
i», welker grootsehheid ons aantrekt of welker
onmisbaarheid ons dringt haar aan te vatten,
en het goed inzicht in hetgeen daartoe wordt
vereischt wijst de middelen aanbeslist tevens
of wij die bezitten. Zijn die overwegingen met
beleid gedaan, dan begrijpt men ook, dat alles
op het ééne doel gericht moet worden, dat er
niets mag worden afgenomen van hetgeen be
stemd behoort te blijven voor dat ééne. Niet
op godsdienstig gebied alleen geldt de ge
lijkenis van de paarl van groote waarde, tot
welker verkrijging de handelaar alles verkoopt,
wat hij heeftals de omstandigheden des lerens
ons een arbeidsveld hebben aangewezen, op
hetwelk wij ons doel van het maatschappelijk
werk goed kunnen doen, dan is het raadzaam,
onze begeerten niet uit te strekken naar nog
iets bovendien, wanneer de kans bestaat, dat
deze versnippering van krachten oorzaak zou
kunnen worden, dat zoowel het een als het
ander ons ontgaat.
Inderdaad is velerlei mislukking uitsluitend
toe te schrijven aan gemis van zelfbeperking,
gevolg van een niet onderscheiden der ons
gestelde grenzen.
Men noemt de vorige eeuw een tijd van groote
beweging, en dat is het ook. Toch gelooven
wij te mogen zeggen, dat er meer geklapper
van molenraderen vernomen, dan meel gezien
wordt. Niet zij, die zich het levendigst roeren,
brengen het meest tot stand integendeel zullen
de wandelaars op allerlei verschillende wegen,
die elk voor zich, overal willen komen, licht
in een doolhof geraken, waar zij werkeloos
moeten blijven zitten. Het ontbreekt in onze
dagen niet aan lieden, die alle mogelijke denk
beelden en dan liefst de allernieuwste, willen
helpen verwezenlijken zij zijn vegetariër, anti-
alcoholist, feminist, ja, we zullen het lijstje
inaar niet afmaken, er moeten nog minstens
een dozijn woorden bij
dingen spreken zij een
uit, dat het verbazing
niet meteen wist, hoe
Dat .kan niet anders;
stukken, door die
ken; n, moet rr«- »r zich lang en goed mede
bezighouden i-jrwi>ie uit hun even
wicht geraakte menschen zant». weerwil van
hun drukte, iets tot de oplossing kllüDeti bij
dragen.
Gemis aau zelfbeperking is inderdaad een
kwakd, dat, wellicht de vooruitstrevende be
weging eigen is, door haar niettemin belemmerd.
Hebben we misschien te lang stilgestaan, ons
vergenoegende met hetgeen door vroegere
slachten is verricht en in do meening dat nu 1
aan staat en maatschappij en kerk de vrijheid
I en over al deze
7.66 volstrekt oordeel
zou wekken als men
ledig van zin het is.
om een van de vraag-
namen aangeduid, goed te
van het prachtig cadeau wordt voor Mij niet
weinig verhoogd door het feit, dat met onbe
krompen hartelijkheid door alle standen er toe
werd bijgedragen. Dit schitterend huldeblijk
zal Mij steeds een dierbaar aandenken blijven
aan de schoonste dagen van mijn leven. Ik
verzoek U, mijnheer de Voorzitter en het ver
dere Hoofd-Comité, ook uit naam van den Prins
der Nederlanden, Mijn Gemaal, Onzen diepge-
voelden dank over te brengen aan alle eom-
missiën, die tot dit nationaal huldeblijk hebben
medegewerkt; Wij hopen, dat door deze com-
missiën die dank ook het Nederlandsehe Volk
zal bereiken."
Het nationaal geschenk bestaat uit een dia
deem, twee armbanden en een halssieraad, sa
mengesteld uit brillanten en sapliieren, waarbij
een album, bevattende o.m. eene oorkonde en
da namen der hoofd- e.n commissieleden.
Uit
uiii*
Uit het Duitseh.
ovtifl Nauwelijks was de rust hersteld, of de kom
en andant wijdde zijn zorgen aan hen, wier bloed
istroomd had voor het behoud van den ge-
ortegrond of van het tweede vaderland Hij
-gaf zich naar het hospitaal om te zien of
n hunne verzorging niets ontbrak en de lijders
n woord van dank en bemoediging toe te
KS' reken. Daar stond hij bij het leger van Her
in, die aan wondkoortsen leed en in een
rgwekkenden toestand verkeerde. De vrij wil
le indiensttreding van Herman als rempla
at van den jongen Saurin kwam hem voor
t«n geesthet gansehe levensdrama van Her-
nart was hem bekend, en nu begreep hij ten
'He de sohoone daad van den jongen krijgs-
n. Hij wendde den blik om zich heen. Het
't uur, waarop familieleden en vrienden tot
95Ü
de zieken werden toegelaten. Hier lag een
moeder geknield, de hand van den beminden
zoon aan het hart geklemd, daar reikte een
zuster den lavenden drankginds weder zag
men den handdruk van den vader trotsch op
den dapperen zoon een weinig verder een
trouwe slavin, den verkwikkenden oranjeappel
steelswijze tussolien de dekens stoppende, uit
vrees voor ontdekking overal liefde en toe
wijding. Hier niemand. Treffend beeld van
het leven I
Dit stuitte den krijgsman, gehard maar niet
verstompt. Hij kon het denkbeeld niet ver
dragen, dat deze edele jongeling eenzaam en
verlaten, slechts door huurlingen omgeven, zou
sterven en het geheim zijner zelfopoffering mede
ten grave nemen.
Hij verliet ijlings het hospitaal en spoedde
zich naar de woniug van Saurin.
De bijzonderheden van het strijdtooneel maak
ten natuurlijk gedurende een geruimen tijd
na het vertrek van den vijand het onder
werp van het gesprek uit. Niet het minst
deelden de gewonden daariu, en niemand was
er, die niet haarfijn van alles was onderricht.
was verzekerd, alles verder wel door een évolutie,
aan welke wij niet behoeven te helpen, zal
terecht komen en staan we, nu we tot het
inzicht zijn geraakt, dat er gehandeld moet
woru :n, een weinig uit den koers, zijn wij
gelijk het kind, dat pas begint te loopen en
zijn richting nog moet zoeken, zoodat het zieh
tienmaal meer inspant dan strikt noodig was.
Is de verdeeling onzer krachten over verschillende
lijnen het bewijs, dat we nog onbeholpen ar
beiders zijn in den socialen wijnberg
Dat zal het zijn. We moeten de dingen wat
beter zoeken te regelen, overal waar mensehen
samenwerken om de wereld beter te maken, in
Parlementen zoowel als in Maatschappelijke
instellingen. Elk het zijne dat geldt niet
slechts voor het nemen, ook voor het geven.
Om onze taak, al is zij klein, moeten we een
kring trekken en ons tot het binnenste van
die omgeving beperken. Als er dan heel veel
van die kringen zijn, die behoorlijk aansluiten,
dan gaat het zeker goed.
Haag wordt gemeld dat luitenant-
5 i generaal K.-'d, chef van den generalen staf, zieh
oereid heelt verklaard de portefeuille van oorlog
te aanvaarden en-, dat zijne benoeming zeer
spoedig zal afkomen.
De Tweede Kanier heeft;, hij de behandeling
der woningwet, een zeer bclaïtgr'jke beslissing
frennmen. Ofschoon de. arondaet
genomen. Ofschoon de grondwet%£* tegendeel
niet geheel onmogelijk maakt, wcru tok '-du;,
voor zoover ons bekend, niet -ugewekeu
den regel, dat onteigening geschiedt t.ij sen
wet. In 't verTolg zullen, (natuurlijk als de
woningwet wordt aangenomen) tot o.it-dgening
ook bevoegd zijn gemeenten en vereei - gen,
vennootschappen of stichtingen, doch alleci.
zij beoogen verbetering van de volkshuisvesting.
Daardoor wordt in zulke gevallen de onteigening
verbazend vergemakkelijkt.
Te Renesse is overleden op ruim 61-jarigen
leeftijd, Mr. J. A. Bolle, notaris aldaar eu van
1890 af lid der Provinciale Staten van Zeeland.
Bij Kon. besluit is herbenoemd tot Kanton-
rechter-plaatsvervanger in het Kanton Tholen,
de heer Iz. van Gorsel.
Bij circulaire aan de Provinciale en Plaatse
lijke Commissiën, geeft de Hoofd-Commissie kennis,
dat het huldeblijk van het Nederlandsehe volk
door H. M. onze Koningin op 7 Maart 1.1.
met groote ingenomenheid werd ontvangen.
H. M. dankte voor de aanbieding in ongeveer
de volgende bewoordingen
„lk aanvaard het kostbare geschenk der Natie
met groote dankbaarheid en verklaar Mij diep
getroffen door dit hernieuwd blijk van aanhan
kelijkheid en liefde van Mijn Volk. De waarde
Toen Saurin vernam, dat Herman zich onder
de gewonden in het hospitaal bevond, ontwaakte
zijn geweien. Zijn eerste opwelling was hem te
bezoeken, maar de vrees voor de publieke
opinie hield hem terug. Had hij maar den
steun zijner vrouw gehad, hij zou gegaan zijn,
maar nu deze hem ontbrak, had hij geen moed
daartoe. En de hooghartige mevrouw Saurin
Ook bij haar was een gevoel ontwaakt dat zij
te voren niet had gekend. De gedachte aan
den onwettigen zoon haars echtgenoots was
bij haar altijd met bitterheid vermengd. Hoe
kwam het, dat zij zich thans tot hem voelde
aangetrokken Was het misschien een voorbij
gaande opgewondenheid bij de algemeene geest
drift voor de edele strijders? Of wel, daeht ze
nu aan den doodsangst, dien ze om Rudolph
had uitgestaan, aan het lot dat ook hem had
kunnen treffen Ze voelde zich zoo wonderlijk
te moede. O, kon ze die valsohe schaamte
maar overwinnen 1 Ze zou zoo gaarne iets van
hem vernomen hebben, misschien
Luid geschel brak haar gedaehtenloop
eensklaps af, en een oogenblik later liet majoor
Gurs zieh bij haar aanmelden. Hij behoorde
IERSEKE. Dinsdagavond werd de ijzeren
aak van schipper J. Lerooi alhier tusschen Kat-
tendijke en Wemeldinge plotseling door een
stormvlaag aangegrepen met het gevolg, dat
het vaartuig zonk. De opvarenden, schipper en
knecht, konden zich met moeite in de roeiboot
redden. De aak was geladen met mosselzaad,
bestemd voor de Zandkreek. Schip en lading
zijn verloren, doeh hot eerste is geassureerd.
Den Hen April vertrekken van hier niet
minder dan 5 gezinnen, uitmakende 30 per
sonen, naar Amerika.
Woensdag zal „Mozart" een soirée geven,
waarbij o.a. een tooneelstuk zal opgevoerd worden.
Voor den nieuwen cursus aan de open
bare scholen, die 1 April begint, zijn 109 leer
lingen ingeschreven.
tot den kring van d^Saurins en zag hen dikwijls.
Het ongewone uur van zijn bezoek verraste haar
echter. Zou dit bezoek ook in verband staan
tot de jongste gebeurtenissen, tot de verzuimde
oproeping van Rudolph Deze gedachte deed
haar ontroeren en wekte de vrees op, dat haar
zoon in ongelegenheid kon geraken.
Ze trachtte zich te herstellen en den binnen-
tredeuden krijgsman te geuaoet gaande, zeide
ze, na de gewone plichtplegingen„Waaraan
heb ik de eer van uw ongewone visite te danken?"
Een blik op het ernstige gelaat van den
majoor was niet geschikt haar gerust te stellen.
Zij miste daarop den fijnen lach, die gewoonlijk
om zijn mond speelde. De gansehe houding
van den majoor had iets afgemetens en on
gewoons want majoor Gurs was niet slechts
een goed krijgsman, maar tevens iemand, die
door zijn beschaafden toon en aangename manieren
in de salons zeer gezien was.
„Mevrouw," antwoordde hij, „een ernstige
zaak voert mij op dit ongewone uur tot u."
Mevrouw Saurin, nog onder den indruk van
hare opvatting, meende in deze woorden en in
de houding van den majoor een bevestiging