RGADERING
VOORDRACHT,
X®. 813.
Zaterdag 19'Januari 1901.
Achttiende jaargang.
EN
Een reisavontuur.
J.
M. G. POT,
ZEELAND.
BINNENLAND.
WERELDVREDE.
FEUILLETQEL
Yaii onze berichtgevers.
IERSEKSGHE
THOOLSGHE COURANT,
veetMad, pvijl aai ia Waaien Tan aasterteH, laillnw, au.
Dit blad verschijnt eiken Zaterdag.
Prijs per 3 maanden, franco per post 65 cents.
Voor het buitenland 90 cents.
lng.zo.de* stukken, enz. worden uiterlijk op DONDERDAGAVOND Ingewacht aan
au te Th^Jen ol <66r DONDERDAGMIDDAG hij onzen medewerker te lerseke.
UITGEVER:
T H O L E N.
Advertentiënvan 1 tot 4 regels 40 cents; iedere regel meer
10 cents; groote letters naar plaatsruimte.
Elke advertentie, 3 maal ter plaatsing opgegeven, wordt aleehta
2 maal in rekening gebraeht.
VAN DE AFDEELING „THOLEN" DER
te houden door den heer L. Al. J. KOERT, Zuivelconsulent, over „HET FOKKEN EN VOE
DEREN VAN MELK- EN MESTVEE," op DINSDAG den 29 JANUARI 1901, in het
hotel van den heer J. C. de Vlieger te Slavenisse en op WOENSDAG den 30
JANUARI 1901, bij den heer J. N oom te Poortvliet, telkens des voormiddags ten 11 ure.
De Secretaris,
VAN GORSEL.
zijn heerlijke idealen door onverschilligheid; niet
dooden zijn lust tot goedzijn door bitteren spot.
Trap nooit het vuur uit, dat begint te gloren
in uw evenmensch. Steunt hen, die den tijd
voorbereiden, waarop zal vervuld worden het
woord van den profeet, dat de speren en zwaarden
tot sikkels zullen geslagen worden. De dagen
van Kerstmis zijn pas voorbij en hebben ons
weer herinnerd aan het engelenlied van vrede
op aarde. Maar nog bulderen dure kanonnen
het lied der vreeze. Doch in Gods lieven hemel,
boven de krib, waar Jezus lag, daar in de sferen
van zachtmoedigheid en liefde, hoort ge altijd
nog den nagalm van dat vrede op aarde, in
menschen een welbehagen.
Er is nog een andere hemel, waar Gods engelen
dat zingenuw hart kan zoo'n hemel zijnen
de engelen zijn de goede gedachten en de vrien
delijke gevoelens, die een heerlijke melodie ge
vonden hebben op het: Zalig zijn de vreedzamen,
want zij zullen het aardrijk beërven.
Naar de lezing van den heer Nonhebel.
Slot.
De algemeene wereldvrede ligt nog in het
verre verschiet en vordert ieders medewerking.
Hoewel het heer van strijders snel toeneemt, is
het er nog verre af, dat allen van de wenschelijk-
heid overtuigd ziju. Er zijn er die niet mede
werken, omdat zij niet voor idealist willen aangezien
worden, of omdat de drang tot het goede niet mach
tig genoeg in hen is; welnu, dan moesten zij het
maar doen om niet voor gek te worden versleten,
want oorlog, d. i. verwoesten, dooden, moorden,
is krankzinnigen werk. En dan durft men nog
spreken van een christelijke, let wel, christelijke
wijze van oorlog voeren. Die samenkoppeling
van de woorden christelijk en oorlog is zoo
absurd, zoo belachelijk dom, dat men geneigd
zou zijn medelijdend de schouders op te halen
over hem, die ze durft gebruiken. We kunnen
ons voorstellen, dat men te goeder trouw argu
menten aanhaalt ter verdediging van den oorlog,
maar laat men er toch Christus buiten houden
en den eereuaam christelijk niet bezoedelen.
Jezus leerde zonder voorbehondGij zult niet
dooden. Daarom hebben wij overal en altijd
elkanders leven te eerbiedigen. Dat doen wij
gewoonlijk zoolang de oorlogskoorts ons niet
heeft aangegrepen. Als iemand in het water valt,
trachten wij zonder aanzien des persoons dien
mensch te redden. Zie, dat is van Christus, 't Ls
te luisteren naar de stem des bloeds, die den
dood schuwt. Hoe geheel anders doet men in
den oorlog. Maar men gevoelt nog niet genoeg
het dwaze en verachtelijke van te dooden in
het groot. Dit is zoo erg dat men bij het woord
roem het eerst aan oorlogsroem denkt. De Ruijter
en Tromp zijn beroemd en wij Nederlanders
dwepen met hen. .We willen hun daden van
moed en beleid, van doodsverachting en vader
landsliefde niet verkleinen noch minachten, maar
de man die den kruiwagen heeft uitgevonden,
heeft meer voor de menschheid gedaan, dan alle
oorlogshelden te zamen.
Het geloof van Abraham, die zijn zoon en van
Jephta, die zijn dochter wilde offeren aan God,
is het onze niet meer, omdat het in tegenspraak
is met het: „Gij zult niet dooden" van Jezus.
Ook het zoogenaamd roemvol sterven op het
veld van eer moet de wereld uit. Dienstweigering
verdient vooralsnog geen aanbeveling, maar men
kan toch iets voelen voor die jonge mannen
die, Jezus volgend, hun geweten rein bewaren
willen, üe oorlog moet geleidelijk afgeschaft.
Het doel is in vele beschaafde landen reeds af
geschaft, omdat men begreep, dat een gelukkige
degenstoot of welgemikt pistoolschot geen be-
leediging wreekt, veel minder iemands recht
bewijst. Laat men dat denkbeeld consequent
toepassen en de oorlog is van de aarde verbannen.
Eens klinke het jubelend uit aller christenen
mond: Wij willen niet meer dooden; weg met
den broedermoord.
Is het leven niet schoon? Zie, hoe blij de
vogel door het luchtruim vliegt. Is dat niet
oneindig veel mooier, dan het arme dier tuimelend
en draaiend, gewoud te zien neervallen? De
visch dartelt in het water en schiet vol kracht
vooruit. Een prettig gezicht 1 Daar haalt de
hengelaar hem verraderlijk den angel door den
bek en verwoest is dat vroolijke leven. Het leven
is te mooi om het onnoodig te verstoren.
Passen wij het woord van Jezus toe in den
uitgebreidsten zin. Niet dooden het geluk, den
vrede van uw naaste door wangunst; niet dooden
De maand December is voor de rijksmiddelen
een waardig slot van het jaar 19ÜÜ geweest.
Evenals alle andere maanden van dat jaar was
de opbrengst hooger dan de gelijknamige
maanden van 1899 en wel ruim 4*/t ton.
Het fataal was 7'/4 millioen meer dan het
vorige jaar en ruim 9'/2 millioen boven de raming.
ST. ANNALAND. Tot onderwijzer met ver
plichte hoofdacte aan de openbare lagere school
alhier (jaarwedde f75U) is benoemd de heer A.
A. Mol te Alblasserdam.
Met hem stond op de voordracht de heer
A. Miedema te Achlum.
Tot tijdelijke vervulling dezer vacalure is
door Burgemeester en Wethouders aangewezen
de heer W. Slager alhier.
Op een verzoekschrift aan den Raad dezer
gemeente om den aanleg eener stoomtram
StavenisseTholenOud-Vossemeer krachtdadig
te steunen, hebben slechts zes personen ge-
teekend, en dan nog alleen met de bepaling
„Indien die zoo kort mogelijk langs de gemeente
komt." Men is dus over 't algemeen niet over
tuigd van het belangrijke van den voorgestelden
aanleg.
IERSEKE. Er hebben hier verleden Zaterdag
een paar ongevallen bij het ijsvermaak plaats
gehad. Een kind, dat met andere, met zijn
sleetje van een dijk reed, is door een wagen
aangereden, en een jongen viel met zijn hand
op de punt van eens anders schaats, zoodat de
hand geheel doorboord werd.
Als het in alle gemeenten gaat als hier,
dan is de eerbied (of vrees voor de wet in
ons land grooter, dan menigeen zich zal hebben
voorgesteld. Alle leerplichtige kinderen, die
16)
Uit het Duitseh.
Nadat de gravin Eber op den weg verlaten
had, bleef hij in gepeins verzonken staan.
„Neen", zeide hij bij zichzelven, „zij voelt
niets van wat er in mij omgaat, zij heeft er
geen flauw vermoeden van 1 Hoe zou zij
auders zoo vroolijk en onbezorgd kunnen lachen,
in een biechtstoel knielen en een geheim open
baren, dat toch eeu zonde zou zijn, zelfs hier
in dit land der lichtzinnigheid 1 En indien zij
nog niets heeft bemerkt, hoe lang zal ik het
nog kunnen verbergen Zij verkeert in de
vaste meening, dat zij mij hier voor on-
bepaalden tijd als aangenaam gezelschap kan
houden. Hoe zal zij het opnemen, als ik heenga
zonder eenig afscheid Zal zij niet weer ver
vallen in de oude wanhoop, nu ik, wien zij
zooveel vertrouwen schonk, haar ook verliet
En wat dan? Zal het bock voldoende zijn om
haar voor het verlies vau den „vriend" schade
loos te stellen
Deze gedachten kruisten hem steeds door het
brein, terwijl hij langs een grooten omweg de
villa bereikte. Hij voelde geen lust, den avond
in het gezelschap van die kaartspelers door te
brengen, en liet zich bij den graaf veront
schuldigen, onder het voorwendsel dat de
wandeling in den hevigen wind hem hoofdpijn
had bezorgd. Hij wilde liever op zijn kamer
blijven, en had slechts behoefte aan een glas
limonade. Bernard bracht het hem, met de
groeten van de drie heeren en de gravin. Hij
vond den gast in het duistere vertrek op zijn
bed liggen, en sloop, zonder een verdere poging
om hem aan het praten te krijgen, weer on
hoorbaar de kamer uit. Een lialf uur later
klopte Rosa aan, die een blad met een bord
soep, een fleschje wijn en wat brood droeg.
Zij rustte niet, eer hij was opgestaan en van
alles iets gebruikt had. Daarbij keek zij hem
vriendelijk aan en babbelde over alles en nog
wat.
Het was niet voorzichtig, als het zoo woei,
te gaan slapen zonder iets gebruikt te hebben.
Hij had niet zulk een verre wandeling moeten
makenhet was onverstandig van de gravin,
dat zij het had toegestaan. Voortaan zou zij
Rosa beter op hem letten. Want hij
moest weten dat zij hem gaarne mocht lijden.
Zij was hem zoo dankbaar dat hij de gravin
een beetje getroost en opgevroolijkt had. Na
dat ritje naar Tusculum was zij niet meer
zooals tevoren, en daarvoor kon maar ééne
reden bestaan, namelijkdat zij eenen vriend
iu hem had gevonden. De Madonna zou er
hem voor beloonenals zij zelve iets voor hem
kon doen
Hij zuchtte, daar hij van haren goeden wil
overtuigd was en wel merkte waarop dit alles
doelde. Blijkbaar had hij slechts één woord te
zeggen, om haar tot zijn bondgenoote te ver
krijgen.
tiij moest zich geweld aandoen, om der
goede oude te verzekeren dat hij niets noodig
had en nu niets meer zou eten of drinken,
aangezien hij verlangde te slapen. Zij keek hem
tersluiks aan, terwijl zij het hoofd schudde,
zette alles weer op het blad, en verliet, blijk
baar ontstemd, den zonderlingen vreemdeling,
de school voor goed verlaten hadden, zijn op
een zeer gering getal na, allen op de school
banken weergekeerd (van de 38 van school 2
is er tot heden maar 1 weggebleven). En men
kan er verzekerd van zijn, dat sommige ouders
er erg door gedupeerd worden.
Daarom en om andere redenen kan het be
treurd worden, dat aan de wet terugwerkende
kracht is gegeven. Vele kinderen moeten voor
2, of 3 maanden terugkecreu omdat zij véór 1
Jan: nog geen 13 jaar waren. Dat is een
nuttelooze marteling voor ouders, kinderen en
onderwijzers, want zij leeren in dien tijd toch
niets, de ontevredenheid wordt er door ver
hoogd, en het kan nog een afbrekend gevolg
hebben ook. Wie het aandurft om zijn kind
voor dien korten tijd thuis te houden, loopt
zoo goed als zeker toch vrij, want eer men aan
een proces-verbaal toe is, is de leerplichtige
tijd om, en dan zullen andere ouders, die de
werking der wet niet goed kennen, denken
„Komaan, dat gaat goed, die of die heeft zijn
kinderen 3 maauden thuis gehouden, zonder er
iets van te hooren, ik zie dus, dat ik me on
noodig bang gemaakt heb."
We vreezen dat er zoo werkelijk somilnigen
in de val zullen loopen.
ST. MAARTENSDIJK, 17 Jan. Hedenvoor
middag brak op de markt onder het rijden de
as van de veerkar van den landbouwer G. M.
onder deze gemeente, waardoor de kar gedeel
telijk over de straatkeien sleepte. Geltlkkig werd
het daardoor schichtig geworden paard gegrepen,
waardoor groote onheilen werden voorkomen en
de passagiers met den schrik vrijkwamen.
OUD-VOSSEMEER. Loop der bevolking
over 19U0. Volgens de uitkomsten der volks
telling op 1 Jan. 1900 waren in deze gemeente
998 M. en 978 V. totaal 1976; door geboorte
vermeerderde de bevolking met 38 M. 34 V;
totaal 72door vestiging met 52 M. 45 V.
totaal 97; door overlijden verminderde dé'be
volking met 25 M. 14 V. totaal 39door s
vertrek naar elders met 61 M. 39 V. totaal
100, zoodat ten slotte de bevolking op 1 Jan.
bestond uit 1002 M. 1004 V. totaal 2006,
een getal dat nog niet bereikt werd. Slechts
8 huwelijken werden gesloten.
SCHERPENISSE. Op 31 Dec. 1899 bestond
de bevolking uit 745 M. en 653 Vr. Totaal
1398. Vermeerdering iu 1900 door geboorte
met 17 M. en 25 Vr., samen 42 en door ves
tiging met 1'5 M. en 23 Vr. samen 38. Een
totale vermeerdering dus van 32 M. en 48 Vr.,
samen 80.
Vermindering door overlijden met 13 M. en
11 Vr., samen 24 en door vertrek met 36 M.
en 30 Vr., samen 66. Een totale vermindering
dus van 48 M. en 41 Vr., samen 90. Alzoo
was de bevolking op 31 Dec. 1900 728 M.
en 653 Vr., samen 1388. Dus de bevolking is
met 10 personen verminderd.
uit wien zij maar niet wijs kon worden.
Doch deze liep nog langen tijd in zijn
kamer heen en weer, terwijl zijn hoofd gloeide
en zijn pols sneller sloeg, ofschoon hij slechts
een paar glazen wijn had gedronken. Eindelijk
stak hij de kaars weer aan en verdiepte zich
in de lectuur van het handschrift. Van tijd tot
tijd veroorloofde hij zich eeue bescheiden op
merking aan den kant te schrijven, waar een
bekorting of omzetting hem wenschelijk voor
kwam. Hij las en las altijd maar door, om aan
zijn gedachten te ontkomen. Eerst toen de
kaars nog een oogenblik in den koperen blaker
flikkerend opvlamde, voor zij uitging, stond hij
op. Het was twee uur. Waukelend als een
beschonkene ging hij te bed liggen en verzonk
onmiddellijk in een vasteu, door geen droomen
gestoorden slaap.
Hij werd laat in den morgen wakker, doch
voelde oogenblikkelijk, dat de koortsachtige
spanning der laatste dagen van hem geweken
was.
„Er moet een eind aan komen," zeide hij bij
zichzelven„ik moet den knoop, dien ik niet