wensch gezonden aan generaal Joubert, ter ge
legenheid van zijne verjaring op 20 Januari a. s.
Tevens wordt in dien brief met ingenomenheid
melding gemaakt van het aanvankelijk succes der
Boerenwapenen en wordt er op gewezen dat het
schoone devies van het Zoeuwsche wapen het
Luctor et Emergo ook het devies der heldhaftige
Boeron is.
Wissenkerke» In de raadsvergadering vanjl.
Maandag word, na onderzoek zijner geloofsbrieven,
nog besloten tot toelating van het nieuwe raads
lid den heerJ. W. van Nieuwenhuijzen.
Op eene door Gedeputeerde Staten van Zeeland
gestelde vraag naar aanleiding van het verzoek
van den heer P. C. O. M. Hombach, te Hulst, om
met zijn rijtuig-automobile de wegen ook in Noord-
Beveland te mogen berijden werd besloten al
leen te wijzen op de vrees, die bij de Noord-
Bevelandsche paarden voor het nieuwe voertuig
zal bestaan.
Oorlog Transvaal-
Natuurlijk zgn de jongste berichten van den oorlog
tegenover de in ons vorig nr. vermelde van niet zoo
ver strekkende beteekenis, daarom meenen wij goed
te doen, in de plaats daarvan de volgende be
schouwing van het Handelsblad ondor het oog onzer
lezers te brengen.
»De vernietigende indruk, dien de achtereen
volgende nederlagen in Zuid-Afrika, in Engeland
hebben gemaakt, vertolkt zich niet alleen door de
uitingen der pers, maar ook door de maatregelen
der Regeering.
Onmiddellijk worden plannen gemaakt om nog
meer mannetjes naar Zuid-Afrika te zenden. Een
zesde en zevende divisie is nog niet genoeg, reeds
wordt een achtste geformeerd. Zjjn er geen ge
regelde troepen meer, zegt do Westm. Gazette, dan
maar vrijwilligers, militie, yeomenryen de
Regeering is onmiddellijk bereid op dien voorslag
in te gaan.
Alsof de Boeren overwonnen kunnen worden
door een groot aantal soldaten, die niet in staat
zjjn, wjjl zij het nooit geleerd hebben, om met
vuurwapens om te gaan, en die van oorlogvoeren
nog minder verstand hebben dan onze rustende
schutterij.
Want de volunteers en de yeomanry zgn niet
veel anders dan soldaatje-spelende groote menschen,
wien het meer om het mooie pakje dan om de
kunst van oorlogvoeren te doen is
En de opwinding, waarin de Regeering zich be
vindt, blijkt ook uit den zeer noodlottigen maat
regel om Bulier te ontheffen van het opperbevel,
en lord Roberts daarmede te belasten, met lord
Kitchener als chef van den staf.
Toen in 1894 generaal Vetter op Lombok een
nederlaag had geleden, prees men in Engeland al
gemeen de houding der Nederlandsche Regoering,
die niet onmiddellijk dien bevelhebber van zijn taak
onthief, maar hem in de gelegenheid stelde, door
krachtig optreden zijn nederlaag uit te wisschen.
Het was toen de Westm. Gazette, die aan deze Hol-
landsche kalmte verreweg de voorkeur gaf boven
de opwinding, die in Frankrijk na zulk een neder
laag zou zijn waargenomen, en die zeker had geleid
tot een verwisseling in het bevelmet alle na-
deelige gevolgen daarvan.
En thans doet de Engelsche Regeering juist, wat
zij in anderen zoo afkeurde, en ontheft Bulier van
het opperbevel, zoodat thans generaal Roberts zich
op nieuw in den toestand moet inwerken en een
veldtochtsplan opmaken.
Wat is nu in de naaste toekomst in Zuid-Afrika
te wachten Niets tenzij de Boeren thans agres
sief gaan optreden tegen Mothuen, Gatacre of
Butler. Alle drie zijn zij tot onmacht gedoemd.
En van de mooie plannen om Kimberley of Lady-
smith te gaan ontzetten, kan thans zoo min iets
komen als van den inval in den Oranje-Vrij staat.
Bovendien is thans het lot van Mothuen zeer on
zeker. Reeds werd herhaaldelijk gemeld, dat zich
Boeren-afdeelingen bevonden op zijn terugtocht» weg
en wanneer lord Methuen naar de Temps meent,
niet spoedig zijn stelling van de Modderrivier ver
laat, loopt hij gevaar de Engelsche krijgsgeschiedenis
te verrijken met een nieuw hoofdstuk, dat veel
gelgkenis hebben zal met de droevige geschiedenis
van generaal White. Dat zou voor Methuen en zijn
divisie nog erger zijn dan voor de bezetting van
Ladysmith, want aan de Modderrivier heeft hij
gebrek aan alles wat hem in staat moet stellen
met zijn divisie den strijd tegen de Boeren vol te
houden.
Ook Gatacre's positie is allesbehalve benijdens
waard. Het noordelijk deel der Kaapkolonie is thans
in openlpk verzetblijkens de telegrammen wordt
de houding der Hollanders de disloyal colonists"
zeggen de Engelsche bladen er van dien aard,
dat men het ergste vreest.
Gatacre kan noch voor- noch achterwaarts. Hij
moet zjjn stelling, die thans bijna in een vijandelijk
land ligt, versterken, alle troepen concentreeren,
die nog te redden zijn, en wachten tot hij ontzet
wordt tenzij de Boeren ook tegen Sterkstroom
agressief gaan optreden.
Zoo i» dan het machtige Albion door de zoo
verachte Boeren op elk der drie operatieterroinen
geslagen, en is de bloem van het Engelsche leger
machteloos tegenover de Bóeren-generaals. Wat kan
er niet gebeuren vóórdat versterkingen tot ontzet
komen opdagen
De volgende berichteD zijn uit de bladen van
gisteren
Londen, 18 December. Het besluit der regee
ring om van de militie, de yeomanry en de vrij
willigers gebruik te maken, heeft uitbundige geest
drift gewekt. Overal in den lande bieden duizenden
vrijwilligers hun diensten aan.
De Temps verneemt uit LondenEen gerucht
over de inneming van Kimberley en andere alar-
meerende geruchten gingen heden op de beurs rond,
maar het departement van oorlog en andere be
trokken regeeringslichamen bevestigen ze niet.
Uit Liverpool vernam het bladEen bizondere
correspondent van de Liverpool Daily Postin wien
men Edward Russell, den eigenaar van bet blad ziet,
schrijft, dat de nederlaag van generaal Bulier een
ware ontsteltenis op het departement van oorlog
teweegbracht, want Woensdag zou Bullor nog op
gewekt en vol vertrouwen geseind hebben, dat hij
de Boeren tusschen twee vuren had en geloofde
ze te kunnen verpletteren. De rampen van de vorige
week berokkenen koningin Victoria groote smart
en men moet vreezen, dat haar gezondheid or onder
Igden zal, want de koningin heeft slechts met
weerzin haar toestemming tot den oorlog gegeven
en eerst na de verzekering te hebben ontvangen,
dat hij spoedig gedaan zou wezen.
En uit Londen
Men zegt hier, dat de positie van Lord Methuen
zeer hachelijk is. Id militaire kringen verluidt, dat
de eerste zorg van Lord Roberts is geweest, aan
de generaals ten oosten en ten zuiden van den Vrij
staat te seinen, dat zij in hot oosten en achter de
Aar zich moeten samentrekken en zijn komst en
versterkingen afwachten.
De St. James's Gazette verneemt uit Oranjerivier,
dat er bericht is van de nadering van een com
mando Boeren in den rug van Lord Methuen om
zijn verbindingslijn af te snijden.
Volgens een telegram uit Kaapstad heeft het
besluit om de Engelsche burgers van de Kaapkolonie
te wapenen een groote ontroering onder de Afri
kaander bevolking teweeg gebracht. Dat besluit zal
ernstige gevolgen hebben.
Groote bedrijvigheid heerscht in alle dépots van
vrijwilligers-regimenten te Londen. Verscheidene
regimenten hebben zich ter beschikking van het
departement van oorlog gesteld om uitgezonden te
worden.
De Temps meldt, dat, ofschoon de Vereenigde
Staten niet het initiatief voor een bemiddeling
willen nemen, zij zich zouden aansluiten aan de
mogendheden, die haar voorstellen.
Heden kwam nog het volgende belangrijke be
richt
Londen, 19 December. Volgens een telegram
uit Modderrivier, van 17 December, in de tweede
uitgaaf van de Times, is lord Methuen door de
laatste bewegingen van de Boeren ingesloten. De
Boeren hebben versterkingen laten aanrukken en
hun verschansingen langs beide flanken uitgebreid,
maar zij zijn niet in staat de Engelsche positie aan
te vallen. De Engelschon kunnen echter onmogelijk
een omtrekkende beweging maken, daar de flank
van de Boeren zich in het oosten tot aan de rivier
uitstrekt en in het westen snel de rivier nadert.
De Boeren hebben een onafgebroken lijn van ver
schansingen, waardoor het hun mogelijk is op ver
schillende punten snel met alkaar de hand te rei
ken. Hun eenig nadeel is dat hun water- en pro-
viandaanvoer gebrekkig is.
Spoediger dan wij verwacht hadden, zegt het
Handelsbladis de bevestiging gekomen van bet
gistermorgen door ons uitgesproken vermoeden dat
generaal Cronjé lord Methuen zal trachten in te
sluiten. De berichten van de Daily Telegraph en de
Times in deze twee onverdachte bronnen voor
zeker hebben ons die bevestiging gebracht. Het
blij kt dat de Boeren hun verschansingen langzaam
hebben vooruitgeschoven op de flanken van Me-
thuen's positie. De linkerflank strekt zich reeds uit
tot de Modderrivier, de rechterflank zal op dit
oogenblik waarschijnlijk ook reeds zoover zijn door
getrokken. Zij hebben hun verschansingen onafge
broken doorgetrokken, zoodat zij zich gedekt snel
van het eene punt naar het andere kunnen ver
plaatsen, waardoor den Britsehen aanvoerder de
kans is benomen zich op eenig punt door de vijande
lijke keten te slaan.
Zijn eenige uitweg is nog de terugtocht naar de
Oranje-rivier. Maar dan zou hij de Modderrivier,
die hij in den rug heeft, moeten overtrekken onder
het vuur van den vijand, wat hem niet zoo heel
gemakkelijk zal vallen. Bovendien meldden de be
richten van gisteren den aftocht van eon sterk Boe-
ren-commando uit'Jacobsdal naar het zuiden, klaar
blijkelijk met het doel een stelling in Methuen's rug
in te nemen. De Duitsche bladen melden dat dit
reeds geschied zou zijn, dat Methuen zelfs bij eeD
poging om terug te trekken in zijn stelling is terug
geworpen en thans ingesloten zit. Voorloopig willen
wij aan het bericht geen geloof hechten, totdat wij
weten uit welke bron de bladen het ontvangen
hebben, maar dat de zaak zoo zal loopen, is zoo
goed als zeker. Als dan de insluiting voltooid is,
zal de Britscbe generaal, die geen voorraden levens
middelen heeft en als drank slechts het water uit
de rivier, dat meer modder dan water is, het niet
lang uithouden, terwijl de mogelijkheid, dat de
Boeren in zijn rug hem zullen drijven naar de
frontstelling bij Magerfontein en zoo zijn overgang
verhaasten, niet is uitgesloten.
Over de bijvoeging van de Times dat de Boeren
maar weinig eten en drinken hebben, behoeft men
zich niet ongerust te maken, dat is niet meer dan
een vergulden van de pil, die het blad zijn lezers
te slikken geeft.
Staten-Generaal.
TWEEDE KAMER.
Bij het gisteren gehouden algemeen oorlogsdobat
dankte de heer Van Kempen voor do pogingen ten
gunste der Zondagsrust, maar achtte hij strafbepalin
gen noodig tegen het vloeken en wenschto bij betore
bereiding van het voedsel.
De heer Troelstra bestreed sterk hot stelsel van
het militairisme, uitbreiding der militaire uitgaven
in het jaar der vredesconferentie, die slechts leidde
tot hoogere uitgaven voor vloten in alle landen,
ook van het personeel wordt telkens meer geeischt
onder de leuze verkorting van den oefen mgstijd.
Voor hen die twijfelen aan het ^doelmatige der
oorlogsuitgaven is het oumogelijk al die verhoo
gingen toe te staan. Hij dringt dan ook aan op een
krachtig verzet tegen de toeneming der militaire
uitgaven en verdedigde de stelling dat het kapita
lisme de moeder is van het militairisme, terwijl in
de Kamer een anti-militairistische club diende ge
vormd te worden.
Herhaaldelijk werd spreker door den voorzitter
geïnterrompeerd wegens afwijkingen van de orde.
O. a. beweerde hij, dat wij, ondanks stamverwant
schap, evenals Engeland in Transvaal zouden hebben
gehandeld.
De beer Van Vlijmen wensebt krachtiger* bestrij
ding der ongodsdienstigheid in het leger, verhoo
ging der strijdwaarde door bevordering der schiet
oefeningen, meer zorg voor het voorbereidend mili
tair onderwijs enz. en scheiding der leger verpleging
en dor administratie. Met de heeren De Ras en
Seret stelde hij een motie ten gunste dier schei
ding voor.
Deze zal later worden behandeld.
De heer Truyen drong aan op schadeloosstelling
van behoeftige ouders, wier kostwinners in dienst zijn.
De heer Pyttersen zal voorstemmen in 's Lands
belang en grooter moed toonen, dan zij die daar
tegen stemmen zonder de verantwoordelijkheid te
dragen en om toejuichingen in te oogsten van het
onnadenkende deel der kiezers.
De heer Lieftinck verklaarde do defensie noodig
te achten niet enkel omdat de Grondwet het eischt,
maar ook omdat wij anders ingepakt zouden worden
en daD duur moeten betalen. Maar wat we doen,
moet goed zijn en daarom kwam hg op tegen den
volkomen onvoldoenden toestand der cavalerie.
Kerknieuws.
Ned. Hervormde\\kerk.
Beroepen te Scherpenisse de heer Trillaar,
candidaat te Middelburg.
Op het twaalftal te "Warga komt voor ds. E.
M. van IJsendjjk te Kapelle.
Te Baambrugge is plotseling overleden, in
den ouderdom van 57 jaar, ds. B. M. Mantz, predi
kant bij de Ned. Herv. gemoonte.
Ds. Mantz aanvaardde 24 April 1881 de Evan
geliebediening te Breskens, stond nog te 's-Heer
Abtskerke, 1888, en sedert 15 November 1891 te
De Kerk. Ct. bevat eene mededeeling vanwege
de Algemeene Synodale Commissie der Nederland
sche Hervormde Kerk, dat de wijziging van art. 14
van het Algemeen Reglement voor de Hervormde
Kerk in het Koninkrijk der Nederlanden en de
daaruit voortvloeiende veranderingen in art. 70 3o.
van het Algemeen Reglement en in de artt. 74,
76 en 78 van het Reglement voor kerkelijk opzicht
en tucht enz., en voorts een Reglement op de
Generale Kas ten behoeve van de Nederlandsche
Hervormde Kerk, met meer dan twee derden der
stommen van de leden der Provinciale Kerkbesturen
en der Commissie tot de zaken der Waalscbe Kerken
zijn goedgekeurd.
Deze besluiten zullen in werking treden den
15den Januari 1900.
Onderwijs.
Tot onderwijzer aan de o. 1. school te Nieuw-
dorp is benoemd de hoer A. Blok te Rilland-Bath.
Met den benoemde stonden op de voordracht de
heeren C. M. de Blinde te Rotterdam en P. de
Potter te Arnemuiden. (M. Ct.)
Bij de herstemming voor een lid van het
hoofdbestuur van het Nederlandsch Onderwijzers-
Genootschap werden 2474 geldige stemmen uitge
bracht. De beide candidaten, de heeren G. Kappon-
burg en H. W. J. A. Scbook, kregen een gelijk
aantal stemmen, dI. ieder 1287. Het lot heeft daarop
den heer G. Kappenburg aangewezen.
ÜIT DE OUDE DOOS.
Het recht van den wind.
Een villa in ouden tijd, omstreeks het jaar 800
en later, was de verzameling van hoeven, staande
op het gebied van een heer. Een dier hoeven was
de villa dominicata", de »zaal", die door den heer
zelf bewoond werd en waaraan alle hoevenaren der
geheele villa ondergeschikt waren. Zoo moest bv.
uit de spijkers of schuren van alle hoeven op vasto
tg den een zeker aandeel van den inhoud worden
afgezonderd, om in het spijker van de »zaal" over
gebracht te worden. Een villa omvatte dus gehuch
ten en dorpen, indien de bewoners der hoeven hun
woningen tot zoodanige hadden bijeengeplaatst
alles, wat daar stond, behoorde natuurlijk in eigen
dom aan den heer.
Naarmate de bevolking eener villa vermeerderde,
werd ook het uitoefenen van verschillende ambach
ten noodigdit geschiedde in daartoe bestemde
werkplaatsen onder toezicht van ambtenaren, door
den heer aangesteld. Eenige bedrijven of ambach
ten echter bestonden op elke villa reeds dadelijk,
lang voordat de bevolking in dorpen samen woon
de en voordat aan andere ambachten behoefte web
dat waren de bedrijven van molenaar, bakker en
brouwer. De tgd was toen reeds voorbij, dat ieder
zijn eigen koren maalde, zijn eigen brood bakte en
zijn eigen bier brouwde. Eu daar brood en bier
onontbeerlijke levensbehoeften waren, moesten er
wel inrichtingen komen, die zich opzettelijk en uit
sluitend met genoemde zaken bezig hielden. Molens,
ovens en brouwerijen werden nu, evenals alles op
de villa, door den heer gebouwd en onderhouden.
Het was natuurlijk niet meer dan billijk, dat zg,
die er gebruik van maakten, een bijdrage gaven
in de kosten van oprichting en onderhoud, tot welke
laatste ook behoorde het levensonderhoud van den
molenaar, den bakker en den brouwer. De gang
van zaken was aanvankelijk zóó, dat genoemde bij
drage aan den heer werd betaald, die dan op zijn
beurt den molenaar, enz. in leven hield.
Alle bewoners der villa waren niet slechts ge
rechtigd, maar verplicht, om hun koren te laten
malen op den molen hunner eigene villahet was
verboden, dit te doen op den molen "eener andere
villa, al stond die misschien wat dichterbij zekere
hoeve, gehucht of dorp. Om die ï-eden noemde men
de molens ban- of dwangmolens. Tot de bepalingen
omirentdie molens behoorde o. a. ook de nog be
kende die eerst komt, eerst maalt. Van dezen
regel waren echter pastoor en schout uitgezonderd,
zij gingen vóór alle anderen.
Op den duur vonden de heeren het innen der
maal-, bak- en brouwloonen wel wat lastigzij
begonnen toen de molens, enz. met al de daaraan
verbonden rechten te verpachten. Hij, die dus een
molen pachtte, bezat ook het recht der dvvangma-
lerij, of, zooals men het eigenaardig noemde, het
recht van den wind.
Hot tot nutoe gezegdemoest ik laten voorafgaan,
omdat anders onbegrijpelijk zon zijn, wat te lezen
staat in een pachtcontract van den molen te Ko-
lijnsplaat, welk stuk voor mij ligt. In overeenstem
ming met het »recht van den wind" werd in de
voorwaarden bepaald, dat niemand op heel Noord-
beveland ergens anders zijn koren mocht laten ma
len dan daar. Met eenige uitbreiding van dit recht
werd ook bepaald, dat niemand koren of meel van
elders mocht invoeren alles op verbeurte van ko
ren of meel en een boete van 17 schellingen, half
voor den »molder" en half voor den schout.
Niemand mocht zelf iets anders malen dan haver
en boekweit, wat toch zelden voorkwam, terwijl
beide hoofdzakelijk slechts als beestenvoer werden
gebruikt.
Men mocht geen brood van buiten op Noord-
Beveland invoeren, verkoopen of te zijnen huize
eten. Ofschoon deze maatregel een bevoorrechting
van den eigen landbouw was, zoowel aU de eerst
genoemde, was de bedoeling geen andere dan het
bevoordeelen van den Kolijnsplaatschen molenaar en
middellijk dus van den heer des lands. Ook vreemde
arbeiders, zooals Duitsche hannekemaaiers en an
deren, mochten niet meer brood meebrengen, dan
ze voor eigen behoefte gedurende twee dagen noo
dig hadden, op verbeurte, zoowel in het eene als
in het andere geval, van het brood en een boete
van 17 schellingen.
De pachter van den molen was verplicht tot het
doen van kleine reparatiëngroote bleven voor
rekening van den heer. En opdat geen twist zou
ontstaan over de kwestie, wat kleine en wat groote
reparatiën waren, werden ze in de voorwaarden
met name genoemd. De groote reparatiën waren
de vernieuwing van staanders, steenbalken, assen,
groote raderen, de zaalbalk, de trappen, het kruis
werk al het andere was klein. Gedurende de
werkzaamheden hierbij moest de molen natuurlgk
stilstaanmaar de pachter kreeg voor dien tijd
geen korting van pacht.
Ongolukken, ontstaan door »donder, bliksem,
subiten tempeest (plotseling opgestoken storm), on-
weder of brand", kwamen ten laste van den heer,
als de molenaar ten minste bewijzen kon, dat zoo
min hij als zijn knecht schuld hadden aan het geval,
m. a. w. dat zij al het mogelijke hadden gedaan,
om de ramp te keeren. Eigenaardig voor het geloof
dier dagen, dat men ook van donder ongelukken
voor den molen vreesde. Met »onweder" bedoelde
men niet betzelfde als tegenwoordig, maar elk bui
tengewoon ongunstig weer, b. v. hagelslag, wolk
breuk en dergelijke.
Bij aanvang der pacht werden den pachter, in
tegenwoordigheid van schepenen van Kolijnsplaat,
de molensteenen voorgemeten en bij het eindigen
alweer. Door een eenvoudige aftrekking kwam men
dan te weten, hoeveel de molensteenen gedurende den
paehttermijn waren afgesleten. Dat afgeslefcene werd
den pachter in rekening gebracht tegen 30 schel
lingen den duim. Wai'en in den loop van dien
termijn nieuwe molensteenen noodig, dan moest
de pachter die bekostigenwat er echter bg het
einde nog van die steenen overbleef, werd ver
rekend met de paektpenningen.
De pachter mocht zonder vergunning van den
rentmeester den molen niet in onderhuur geven,
op een boete van 6 pond, waarvan één derde voor
de armen, één derde voor den schout j en één
derde voor den rentmeester.
Behalve de pachtsom, die in de hier besproken
voorwaarden vac het jaar 1606 op een bedrag van
25 pond 's jaars was gesteld, moest de pachter nog
betalen 2 schellingen per pachtpond jaarlijks, dus
25 maal 2 seh. is 50 fcch., de eene helft voor on
kosten, uit de verpachting voortvloeiende, de andere
helft voor den rentmeesterbovendien nog 5 sch.
per jaar voor de armen en zooveel kapoenen, vet
gemeste ganzen, als de stadsmolen te Sint Maar
tensdijk leverde. Hoeveel dat er waren, is mij on
bekend. BAVO#
Gemengde Berichten.
De persoon B. uit Rotterdam, die in 1898
door de ArroDdissements-rechtbank aldaar werd
veroordeeld wegens zware mishandeling, tot zes
maanden gevangenisstraf en zich na dien tijd in
het buitenland ophield, is gisteren alhier door de
politie aangehouden en naar de strafgevangenis
overgebracht.
Kruiningcn. De Nieuwjaarscollecte in deze
gemeente heeft opgebracht f 460.
Te 's-Gravenpolder was de opbrengst
f 326,52 i/g.
Nadat hedenmiddag omstreeks twaalf uren te
Vlissingen het nieuw gebouwde schip Sindoro, van
de koninklijke maatschappij de Schelde, door het
Marinedok waB verhaald en in een breeder gedeelte
van het kanaal was ^gezwaaid", werd bij het terug-
keeren naar het werffcerrein de nieuwe kanaaibrug
door het vaartuig aangevaren, waardoor deze werd
ontzet en niet meer geheel gesloten kon worden.
Het verkeer voor rijtuigen was gestremd men is
evenwel dadelijk begonnen de aangerichte schade
te herstellen door een der reserve-schuitjes onder
de brug te brengen.