1899. N°. 150. Donderdag 21 December. 86sle jaargang. AANBESTEDING GOESCHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binner als buiten Goes, 1,75. Afzonderlgke nommers 5 cent; met by blad 10 cent. Inzending van adverïentiën voor 2 uren op den dag der uitgave. COURANT. De prijs der gewone advortentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ct. Bp directe opgaaf van driomaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prgs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 110 regels 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. op ZATERDAG DEN 28 DECEMBER 1899, des voormiddags te 10 uur, in het Raadhuis van gemeente-werken en leverantiën voor 1900, te weten: le. bet timmerwerk en de levering van touwwerk 2e. metsel-, stukadoors- en steen bouwwerk 3e. leidekkers-, lood-,zink-enpompmakerswerk; 4e. smids-, kachel- en slotenmakerswerk 5e. schilders-, behangers- en glazenmakers work 6e. stoffeerdorswerk 7e. de levering van borstel- en mandenwerk. Alles volgens tarief. De levering der artt. 19 en 23 van het tarief wordt niet afzonderlek aanbesteed maar aan ver schillende aannemers opgedragen. En voor de jaren 1900, 1901, 1902, 1903 b 8e perceel het jalousiemakerswerk 9e tuinmanswerk 10© vrachtrgderswerk. Het bestek ligt van Woensdag den 20en December af op de gewone uren in het Raadhuis ter inzage. Niet ingevulde tarieven zgn aldaar verkrijgbaar f 0,50 per exemplaar. Inlichtingen geeft de gemeente-bouwmeester. De aandacht wordt er op gevestigd dat de werk lieden moeten ivorden verzekerd door de aannemers en dat zulks niet meer geschiedt door de gemeente. Goes, den 19 December 1899. Burgemeester en Wethouders van Goes, WESSELINK. VAN REIGERSBERGr:VERSLUIJS. GOES, 20 December 1899. Onze vroegere stadgenoot dr. J. C. Kake- b e e k e die als lid van het Hollandsche vrijwilli gerskorps te Elandslaagte meegevochten heeft, schreef den 30en October aan zijn familie een brief, waaraan de N. R. C. bet volgende ontleent Pretoria, 30 October. ...Ik schreef u indertgd dat mijn voornemen was mee het veld in te trekken in tijden van oor log. Ik meende dat dit mgn plicht was, zooals ieder welgezind uitlander dat meent. Yan de diverse nationaliteiten werden vrgwilli- gercorpsen opgericht en wij (Hollanders uit Pre toria) werden nog voor het uitbreken van den oorlog naar de Natalsche grenzen gebracht. On middellijk toen Engeland weigerde zgn troepen te verminderen, togen wij Natal in. Wat een zege tocht was datalles wat Engelsch was vluchtte voor ons, alles wat Afrikaansch was bleef of sloot zich aan. De legermacht van Transvaal en den Vrijstaat in Natal schat ik op 15,000 (circa 20 October). Deze macht was verdeeld in diverse commando's. Een dier commando's was onder be vel van generaal Koek, bestaande uit Afrikaners uit Johannesburg, Duitschers en Hollanders, en 2 kanonnen met 16 artilleristen, alles te zamen 750 man. Dit commando diende als voorhoede om Lady- smith te gaan innemen. Door nap ver der veld- cornetten drongen wij te ver door, totdat we op Zaterdag 21 October, zonder eenig verband met onze overige troepen, op éön uur afstand van Lady- smith, nl. te Elandslaagte, aangevallen werden door pl.m. 6000 Engelschen met 18 kanonnen. Al spoe dig bleek dat niet to strgden viel tegen zoo'n overmacht. Het Engelsch artillerievuur werd geopend, maar zoo iets vreeselgks is onbeschrgfelgk. Terwgl de bommen, granaten en kartetsen over ons losbarstten en menscben rechts en links gewond werden, moesten we maar wachten tot we ook eens een kans kregen om op de naderende infanterie en cavalerie te schieten. Wel maaiden onze twee kanonnen (inder- j tgd buitgemaakt op Jameson) menig rgtje Engel- ichen weg, maar telkens kwamen nieuwe soldaten daarvoor in de plaats. Toen de vgand tot op 1800 M. was, begonnen we te schieten, zoo hard dat hooren en zien verging. Eerst lag ik naast een ouden Boer te schieten. Hij zei tot me: »Bid maar jong, als God niet wil dat jij hier blijf, dan zal jij weer uitkom." Om een betere vechtpositie in te nemen zocht ik een grootere klip (rotsblok). Daar kwam ik te land naast een Duitscher en een Boer. De Duitscher gilde het plotseling uit en ik kreeg een pijnlijk gevoel aan mijn dij. Een bom was boven ons losgebarsten en do Duitscher kreeg een diep gat in zijn rug. We legden den man tusschen ons in, terwgl hij erbarmelgk kermde. De Boer en ik schoten door, zoo hard we konden, terwijl na iedere 10 schoten van den Boer ik zijn geweer kreeg om het vizier te verzetten, naarmate de vgand naderde (hij had slechte oogon). De artillerie der Engelschen schoot een van onze twee kanonnen stuk daarop hield het kanonvuur op, maar regende het maxim- en geweerkogels. Onze commandant riep toen Terugtrekken, een voor een. Het werd verkeerd verstaan en wg trokken allen terug. De commandant gelastte ons daarop weer naar voren te gaan, maar dat zal ik nooit vergeten. Niet een enkele van onze dappere Hollanders wei gerde. We namen allen onze oude positie weer in, voor zoover we niet gewond waren. De vgand naderde in een grooten kalven cirkel met talrgke regimenten. De Johannesburgers, die op den linkervleugel lagen, begonnen te retireeren en hoe onze commandant en generaal ook smeekten om terug te keeren, de schrik zat er in. Enkelen van hen voegden zich bij ons, de rest vluchtte. De ammunitie raakte op de com mandant, een bekend Transvaalsch bevelhebber van den vrgheidsoorlog, Jan Lombard, gelastte mij en twee anderen ammunitie te halen. We vlogen door de kogels heen naar ons kamp, en trokken haastig terug met ammunitie, maar de onzen heb ik niet meer kunnen bereiken. De cirkel der Engelschen sloot zich om ons heen en ik kon niet beter doen dan me te versteken tusschen de rotsblokken. Toen is een wereldtergende slachterij begonnen. De lansiers, huzaren en meer zulk gespuis zgn onder de onzen aan het stoken en slachten geweest, zooals slechts Engelsche huurlingen dit kunnen doen. Geen beschaafde natie ter wereld zou ooit zoo huis gehouden hebben onder vluchtelingen, die zich over geven. Wist men toch maar op het vasteland van Europa, hoe laag en dierlgk een Engelsche soldaat is, men zou walgen van dat arrogante volk, dat zich het Christelijkste, beschaafdste en machtigste ter wereld denkt. Toen de Engelschen ons dan eindelgk omsingeld hadden, kwam er een dikke mist opzetten en dit was de oorzaak dat van onze 750 man nog een 3 400 gered zgn. Ik bleef liggen tusschen mijn klippen tot het totaal donker was, toen daalde ik af naar een riviertje waar ik een gezadeld paard vond (mijn eigen paard was doodgeschoten door de bommen). Ik sprong er op met al mijn ammunitie, doch terstond werd ik opgehouden door een Boer, die rag drie gewonden wees en mgn paard vroeg om den zwaarst gewonde mee te nemen naar het kamp, dat we al achter ons hadden. Ik gaf hot paard af en zag het nooit terug. Met twee der gewonden sukkelde ik naar het kamp terug, zette ze dicht daarbij neer en ging weer aan den haal, achtervolgd door Engelschen. Ik kroop in een modderpoel, waar ik vier Boeren vond. De Engelschen vonden ons niet ©n toen ging ik aan 't loopen naar het noorden. Tot vijf maal toe waren de Engelschen, die vluchtelingen oppik ten, mij op het spoor, maar de intense duisternis redde mij. Ieder oogenblik viel ik over rotsblokken en mijn been begon zeer te doen. Tegen twaalf uur in den nacht kon ik niet verder en radeloos kroop ik tusschen twee mieliezakken in in een Kafferkraal. Daar zat ik blootgesteld aan regen en wind tot het morgen werd en vier Zoeloekaffers onder heftige gebaren mg te- lijf wilden. Ik greep mijn geweer en mgn geredde ammunitie en de heeren kwamen tot rede. Een van hen vatte ik om mg als gids te dienen, doch de booswicht wees mij het pad naar het En gelsche kamp toe. Ik herkende de streek, maakte rechtsomkeert en kwam na een paar uur loopen aan een groote plaats, waar ik het achterblijfsel van het Duitsche Roode Kruis aantrof. Ik dacht toen helaas niet aan mgn been, maar meer aan voedsel, waarvan ik ruimschoots, voorzien werd. Na kost genomen te hebben ging ik weer noordwaarts. Onderweg ontmoette ik twee Duitschers, een was een ontsnapte krijgsgevangene, de ander kwam met een karretje brieven uit Johannesburg voor bet lager. Aangezien dit uit elkaar gespat was keerde hg maar weer terug. Op conditie van flink mee te werken kreeg ik permissie mee te rgden. Tegen den avond doodmoe, doordien ik steeds de kar tegen de bergen op moest zeulen, de paarden waren ge daan, kwam ik in een hotel aan den weg, waar ik goede kennissen vond. Do hotelier, een Engelsch- man, was voorkomend en gaf ons een bed en een diner voor niets, omdat hij medelijden had mot onzen erbarmolijken toestand. Maandagmorgen vgf uur rennen vier Boeren onze kamer binnen onder geroep: »Maak gauw, die En gelsman kom". Wg vluchtten weg en bespeurden helaas een eind verder dat de angst voorbarig was geweest, daar de zoogenaamde Engelschen vluch tende Boeren waren. We waren echter eenmaal op pad en sukkelden verder, 's Avonds kwam ik ver moeid te Dannhauser-statie aan. Daar werd ik ver pleegd door onze eigen menscben en den volgenden dag opgezonden naar Newcastle, waar mgn been geïnspecteerd werd. Het bleek dat een mat stuk lood uit een hom mijn dg gekneusd had, dat er op mijn vlucht modder in was gekomen en dat de wond toen was ontstoken. Een dokter uit Johannes burg heeft de wond opengesneden en de boel netjes schoongemaakt. Ik meende toen kalm in Newcastle te blijven om te genezen dochZoo arriveerde ik te Pretoria, waar ik dagelgks vooruitga, zoodat mgn wond over weinig dagen gesloten en beter zal zgn. Eu thans kom ik nog op een onderwerp dat mg steeds woedend maakt, nl. de manier, waarop het Engelsche soldatenvolk met onze gewonden en ge vangenen omgaat. Ik zou willen, dat heel de wereld wist hoe schan delijk dat tuig alle conventies en humaniteitsbe- grippen verbreekt, boe ze gewonden afmaken, hoe ze gevangen martelen. En dat alles terwgl de zoo genaamde »st,upid Boers" met onbegrijpelijke lank- en zachtmoedigheid optreden tegen hun gevangenen. Ik zal u een afzonderlijke besckrgving sparen van de tooneelen, die ik gezien en gehoord heb. Maar laat het door geheel Holland en door geheel Europa toch bekend worden, dat dat schuim van de En gelsche natie weder denkt te staan tegenover zwar ten, die ze maar kunnen uitmoorden. Ik voel dat Engeland voor dit alles zal gestraft en vernederd worden, diep zullen de slagen aankomen, die het zal ontvangen. Ik kan me zoo voorstellen hoe die Engelschen te werk gaan, wanneer ze met inboor lingen te doen hebben. Maar dan kraait er geen haan naardoch nu ze met een beschaafde natie te doen hebben, nu zal het anders uitkomen. Ik hoor dan ook reeds dat de Fransche en Duitsche consuls hun regeoringen hebben ingelicht. De heer P. Nieuwenhuijse, Goesenaar, thans verpleger in het Wilhelmina-gasthuis te Am sterdam, zal deel uitmaken van de Hollandsch- Russische ambulance, die a. s. Zaterdag voor den tijd van zes maanden van Amsterdam naar Transvaal vertrekt. Gisteravond hield de Vereeniging IJ s - vermaak alhier in het »Slot Ostende" eene vergadering, waarin slechts 12 leden tegen woordig waren. Als eerste punt van behandeling stond op de agenda: Verkiezing bestuur. Het tegenwoordige bestuur wilde aanblijven, mits het g s f e e s t ten spoedigste na 1 Januari a. s. zou worden gegeven. Deze voorwaarde werd echter door de leden niet goedgevonden, waarna een nieuw bestuur werd gekozen, bestaande uit dhrn. M. J. Goemans (aftr. lid), S. R. Elzinga, S. van der Peijl J. Bootsgezel en H. Van der Blielc. Aan het nieuwe bestuur werd overgelaten te be palen voor welk dool het aanwezige kasgeld zal aangewend worden. Dhr. Van der Peijl dankte het afgetreden bestuur voor zgn diensten, aan de Vereeniging bewezen. Met 1 Januari a. s. zijn in Zeeland verplaatst de kommiezen 3e klasse bg 's rgks belastingen J. van Beveren van Hansweert naar Bruinisse en B. J. ten Bokum van Sas van Gent naar Hansweert. De verplaatsingen der kommiezen le klasse J. van Rooie van Heinkenszand naar Bruinisse, J. de Brugne Az. van Goes naar Heinkenszand, G. L. Versluis van Middelburg naar Breskens en van den kommies 2e klasse L. Poot van Breskens naar Goes zgn ingetrokken. (M. Ct.) Bg Koninklgk besluit van 4 December 1899 no. 11, houdende vaststelling van een ambts kostuum voor sommige ambtenaren bij den dienst der poster gen en telegraphie, is bepaald lo. dat het officieel© kostuum, te dragen door de hierna genoemde ambtenaren bij den dienst der poslergen en telegraphie, zal zgn een gekleedo frak van donkerblauw laken volgens de snede van het klein kostuum der ministers, voor zien van vergulde knoopen, waarop zgn aangebracht een posthoorn en bliksemflitsen (naar gelang zij bg een van beide of bij beide diensten benoemd zgn), met staande kraag, een witte of donkerblauwe pantalon, de eerste voorzien van een goud galon, staande degen met verguld gevest, steek met gou den lis en knoop als aan de frak mot oraDje-kokarde 2o. dat de frak zal zgn voorzien van gouden borduursels, volgens de bij dit besluit behoorendo modellen en zulks voor den directeur-generaal op den rug, en ter breedte van 6 centimeter op de kraag, de op slagen der mouwen en de tasschen der zakken den hoofd-ingenieuren de hoofd-in specteurs ter breedte van 6 centimeter op de kraag, de opslagen der mouwen en de tasschen der zakken de inspecteurs, ter breedte van 5 centimeter op de kraag, de opslagen der mouwen en de tasschen der zakken de ingenieurs en de directeuren van kantoren le klasse ter breedte van 4 centimeter op do kraag, de opslagen der mouwen en de tas schen der zakken de adjunct-inspecteurs, den con troleur-magazijnmeester, de direc teuren der kantoren van de 2e tot 4e klasse, d© hoofdcommiezen, de onderdirec teuren en de commiezen der le klasse, ter breedte van 4 centimeter op de kraag en de opslagen der mouwen de directeuren der kantoren van de 5etot en met de 8e klasse en de commiezen der 2e tot en [met de 4e klasse, ter breedte van 3 centimeter op de kraag, doch niet verder dan 15 centimeter aan beide zgden en op de opslagen der mouwen, en dat de steek zal zijn voorzien voor den directeur-generaal van witte liggende pluimen, en voor den hoofdingenieur, de hoofdinspecteurs, de inspecteurs, ingenieurs en de directeuren van kantoren van de le en 2e klasse van zwarte lig gende pluimen 3o. dat het officiëel kostuum voor de ambte naren bij het hoofdbestuur der postergen en tele graphie, die gelijke titels dragen als de ambtenaren bg de departementen van algemeen bestuur zul gelgk zgn aan het kostuum voor deze ambtenaren vastgesteld, met dit verschil, dat op de knoopen de distinctieven zullen zgn aangebracht hierboven sub lo genoemd. (N. R. C Bg Kon. besluit is dr. J. R i t z e m a Bos, buitengewoon hoogleeraar aan de Gemeentelijk© Universiteit te Amsterdam, directeur van het phy- topathologisch laboratorium Willie-Commelin-Schol- ten, aldaar, benoemd tot ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw. De heer A. W. Sgthoffte Leiden deelt mede, dat door hem van de Vereinigte Maschinenfabrik Augsburg und Maschinenbaugegellschaft Ntirnberg A,-G., te Augsburg, op eene circulaire aan deze Vennootschap gezonden, is ontvangen voor de N e- derl. Zuid-Afrikaan sche Vereeniging, eene gift van 3000 Mark, en van de Directeuren nog 500 Mark, samen dus 3500 Mark of 2100 Gulden. Het bewijst, dat ook in Duitschland de sympathie voor de Boeren niet minder is dan hier te lande. Uit een entrefilet in De Standaard blijkt, dat een artillerie-officier zgn ontslag uit den Neder- landschen krijgsdienst heeft genomen om aan de Boeren zgn diensten te gaan aanbieden. Men deelt ons mede, dat dit is de luitenant Keulemans, die een 14 dagen geleden op verzoek zgn eervol ontslag uit 's lands dienst heeft verkregen en die nu reeds op weg is naar Zuid-Afrika. (Vad.) Transvaal en Oranje-Vrij staat! Aan een schrgven uit Pretoria van een beschaafde NederlandBche vrouw, verwend opgevoed, die ver leden jaar getrouwd is en naar Pretoria vertrokken, zijn de volgende gedeelten ontleend, die een schril licht werpon op de stemming door den oorlog ge wekt Mgn man heb ik ook afgestaan om te gaan vechten. Hij is te Norvals Pont, grens Cape-Colony on Vrijstaat, om te beletten dat de Engelsche dron- kenlappen en moordenaars daar binnen rukken onder generaal Buller. De nederlagen, welke de Engelschen lijden, zijn verscbrikkelgkwe hebben reeds 2000 gevangenen. Onze gevangenen hebben ze op een oorlogsschip de zee ingestuurd, terwgl de hunnen hier in de Modelschool een lui, lekker leventje leiden er wer den warme pantoffels, bedden en stoelen in over vloed ingedragen. Onze woede tegen dat Engelsche volk is zoo groot, dat wg onze mannen aanmoedigen er heen te gaan en heb ik Jan gezegd voor mg er een stuk of 5 morsdood te schieten, anders brom ik op hem." De voorraden in de Republieken Aan een uit Johannesburg naar Nijmegen ge zonden schrgven kunnen wg don volgenden zin lichten ter geruststelling van hen, die vreezen dat de Boeren getrek aan levensmiddelen zullen krggen »Het is maar te hopen, dat de oorlog niet zoo lang meer mag duren, daar, indien dit een jaar duurt, de toestandeu onhoudbaar worden en wg hier dan geen voedsel kunnen krggen." Ook van andere goed ingelichte zgde werd ons verzekerd, dat de Z. A. Republiek overvloedig levensmiddelen heeft voor langer dan een halfjaar, waarbg zelfs rekening is gehouden met de moge- lgkheid, dat een aanzienlijk aantal krggsgevangenen gevoed zou moeten worden. Hbl Men meldt ons Namens enkele ingezetenen uit Middelburg en Vlissingen is gisteren een brief met geluk-

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1899 | | pagina 1