Behoort bij de Goessche Gourant van Maandag
1 Januarij 1855.
OPENBARE VERGADERING
GEMEENTE-RAAD TE GOES.
VAN DEN
DEN 16 DECEMBER 1854.
Vervolg van ons vorig no.)
Wordt gelezen missive van de Kamer van Koophandel in
dato 23 November daarbij toezendende afschriften van de
door haar ingediende adressen tot vestiging in deze gemeen
te van een kantoor van inklaring voor goederen naar t-n uit
Belgie vervoerd wordendeop welke adressen herhaaldelijk
afwijzend is beschikt op grond dat het debiet niet aanzienlijk
genoeg is en Goes reeds als losplaats voor steenkolen is aan
gewezen.
De Kamer zendt deze stukken aan den raad om die be
langrijke aangelegenheid in overweging ïe nemen en zoo
noodig in overleg met de Kamer, dit onderwerp Ier harte
te nemen belgeen reeds vroeger bij den raad zou zijn be
handeld.
De Voorzitier zegtdat de Kamer zich in zoo verre ver
gist dat die zaak nog nimmer bij den raad is behandeld
maar in 1845 bij Burgemeester en Wethouders. Toen zijn de
Kooplieden en -Commissionairs gehoord; eenige waren onver
schillig. anderen tegen, zeer enkele voor de oprigting van
zoodanig Kantoor, daarom beeft men hel minder doelmatig
geacht die zaak toen van hel bestuur te'doen uitgaan én is
zij alzoo gebleven.
Die aangelegenheid intusschen verdient wel in nadere over
weging te komen, waarom Burgemeester en Wethouders
voorstellen die zaak ten line van rapport in hunne handen
tc stellen.
Hetgeen wordt goedgekeurd.
Burgemeester en Wethouders stellen voor, om de waclit-
geldeu van de voormalige ambtenaren bij de plaatselijke be
lastingen te veranderen in pensioen, omdat men bet er voor
mag houden dat bet belastingstelsel geregeld is en zij in die
betrekking geen dienst meer kunnen doen en zulks tot bel
'bedrag van bet nu door hun geugten wachtgeld.
Waarmede genoegen genomen wordt.
Van de gemeenten Kaltendijke, 'sHeer Arendskerke en Krui
ningen worden tie berigten voorgelezen, dat zij genoegen
nemen met bet aandeel in de kosten der kamer van koop
handel, de laatstgenoemde met verzoek in liet vervolg de
begrooting zelf ter beoordeeling Ie mogen ontvangen.
Waarop zal worden gelet,
Burgemeester en Welheuders deelen mede, dat op voor
drag t van den gemeente ontvanger, ingevolge art. 17 zijner
instructie, toegelaten is deszei I's zoon de heer J. de FouwJw.Rz.
om hem bij ongesteldheid of afwezigheid te vervangen.
De Voorzitter doet voorlezing van het ontwerp-besluit tot
vaststelling van het maximum van bedeeling voor 1855
hetgeen door hem is ontworpen in overleg met eene com
missie uit het armbestuur bestaande uit de heeren van den
BoschPieterse en Verschoor.
Dit ontwerp wordt voorgelezen daaruit blijkt hoofdzakelijk.
Art. 1 dat de bedeelden worden onderscheiden in zomer
en winterbedeelden.
Art. 2 dat het verboden is in den zomer of in den winter
Ie bed eel en
2 personen beneden de 40 jaren zonder of met 1 kind
2 30 met 2 kind.
1 man of vrouw 40 zonder of met 1 kind
2 personen zonder of met 1 of 2 kinderen een inkomen
hebbende van 210;'sjaars
met 3 kinderen 235,
4 of 5 260,
met meer dan 5 300,
dat bet godsdienstig onderwijs vei plig tend is voor de kindei e»
j der bedeelden van 10 jaar en daarboven en de ouders verpligt
I zijn te zorgen dat die kinderen voor of op bun 20ste jaar
lidmaten worden van het kerkgenootschap waartoe zij befcooren.
Ail. 5 dat in huilengewone gevallen van ziekte, daarvan
tijdelijk kan afgeweken worden.
Art. 6 dal onder kinderen alleen worden verstaan jongens
beneden de 18 en meisjes beneden de 17 jaar.
Art. 7 dat de bedeeling volgens art. 25 der armenwet
hoofdzakelijk zal verstrekt worden in eetwaren, brandstoffen,
kleeding en ligging stukken en huishuur en zoo min moge
lijk in geld.
Art. 8 dat de bedeeiing niet iiooger kan gegeven worden,
dan volgens het in dit art. bepaald tarief.
Dit besluit in behandeling gebragtwordt zonder discussie
met algemeene stemmen gearresteerd.
Woult gelezen missive van den heer B. Bvan den Bosch
van den 15 December daarbij te kennen gevende:
dat bet jongste besluit des kerkeraads betrekkelijk de diaconie
der hervormde gemeente hem diep beeft getroffen, belgeen
niemand zal bevreemden die weet boe hij reeds twee jaren
met ongeveinsde vooringenomenheid heeft medegewerkt om
aan het armwezen in deze gemeente eene andere meer doel
matige rigting te geven en eene doortastende hervorming
tol stand te biengen. Dat besluit heeft hem te dieper ge
troffen omdat, naar zijne overtuiging, van het oogenblik af
dat het zal worden ten uitvoer gelegd, alle hoop op eene
stelselmatige verbetering van het armwezen vervlogen is of
althans naar dal onzeker tijdstip wordt verschoven, dat de
ondervinding de onhoudbaarheid van den door den kerkenraad
in het leven geroepen toestand zal hebben bewezen.
Hij verklaart dat het lot zijne roeping als Voorzitter van
lvet armbestuur behoordeom bet grootste deel der moeite
en zorgen te dragen die aan de bedoelde hervorming on
afscheidelijk zouden zijn verbonden geweest en toch zou hij
met liefde en ijver dat aandeel hebben gedragen, in de be
wustheid van mede te werken tot een goed en heilzaam
werk. Maar, met het uitzigt op die hervorming gevoelt hij
zich gedrongen te verklaren dat hem den grond benomen
is waar bij op stond en dat hij door een naauwgezet en kalm
overleg versterkt is in zijne overtuiging, dat hij, zonder dien
grond geen moed of kracht heeftom die betrekking lan
ger waartenemenzoodanig als het vertrouwen van den
gemeenteraad hem tot pligt zou maken. Reden waarom hij
uit de betrekking zijn ontslag tegen 15 Januarij e. k. of
vroeger aanbiedt.
De Voorzitter zegt, te hebben getracht den heer van den bosch
van zijn voornemen terug te brengen doch te vergeefs, welk
verzoek hij hier nogmaals herhaalt, niets zal hem en hij
vertrouwt ook den raad aangenamer zijn dan dat de heer
van den Bosch terugkome op zijn besluit en zich getrooste
met. wel te doen, daar waar zijne hand goed le doen vindt.
Dhr, van den Bosch zegt, dat hij het ten pligt zou achten
terug le komen op zijn besluit als dit in drift genomen was
maar dit is geenszins hef geval: hij heefl liet van het oogen
blik, dat het kerkeraads-besluit ter zijner kennis kwam met
zich rondgedragen heeft het van alle zijden gewogen en is
lot het resultaat gekomendat hij slechts met weerzin die
betrekking zou blijven waarnemen en den lust eu ijver hem
zou ontbreken, om dit te doen op eene wijze, zoo als het
eervol mandaat van den raad vordert hij verklaart zich
bereid mede te werken tot de op handen zijnde organisatie
zal zijn tot stand gebragt en wil tot zoolang zijn mandaat
verlengen; hij vertrouwt nogtans dat de leden van den raad
die zich op zijn eigenaardig standpunt willen plaatsen, van
de billijkheid zijner zienswijze overtuigd zullen zijn.
i De Voorzitter bedankt den heer van den Bosch voor die
j bereidverklaring en betuigt op nieuw zijn leedwezen dat hij
Art. 3 dat wel in den wiuter maar niet in den zomer zijfl verzoek niet terug' neemt.
kunnen bedeeld worden
2 personen ben. 50 jaren zonder of met 1 kind,
2 >j 45 met 2 kinderen.
2 40 3
2 30 4
1 mau 50 zonder of met 1 kind.
1 vrouw 45 33
Art. 4 dat de bedeelden verpligt zijnop straf van niet
bedeeld te worden, hunne kinderen, na alvorens gevacineerd
te zijnte doen onderwijzen
die van 3 6 jaar op de bewaarschool
3) 6 12 >3 armenschool
de meisjes 5 12 3> naai- en breischool
Het verzoek wordt mitsdien aangehouden.
Eenige staatsbladen worden overgelegd en daarna de ver
gadering gesloten.