“Jonge plantjes
opkweken, vind
ik heel mooi”
J 1
--Ik ‘*^50
33
1
14 De Faam
Jan Kesteloo houdt als officiële startdatum
van Tuindersbedrijf Kesteloo 1 november
1934 aan. “We hebben een schriftje met
aantekeningen teruggevonden. Vanaf die
datum is mijn opa Jan gaan opschrijven
wat hij zaaide en wat de opbrengsten
waren”, legt hij uit.
Genen
In 1958 werden de eerste houten kassen
gebouwd van Tuindersbedrijf Kesteloo.
“Toen nog in het dorp zelf. En inmiddels
was ik geboren”, vertelt Jan. “Ik deed altijd
al weekend- en vakantiewerk in het bedrijf,
Planten telen
Rond 1970 startte het tuindersbedrijf
met de teelt van viooltjes en primula’s.
“Inmiddels woonde mijn oom op de
huidige locatie en startten we daar met
de schuurverkoop van aardappelen, sla,
violen en primula’s. Van lieverlee is dat
steeds meer gegroeid en startten we ook
met het telen van perkplanten. Zo rolden
we door tot 1990. Toen moesten de kassen
op de vorige locatie verdwijnen, omdat het
dorp uitgebreid werd en zijn we hier gaan
bouwen.”
Opvolging
Jan en zijn vrouw Paula kregen vier
kinderen. “Mijn zoon Henk deed handel
maar wilde na de havo naar de hogere
technische school. Voordat ik zou starten,
heb ik eerst nog een hele zomer in het
bedrijf gewerkt. Ik had het zó naar mijn zin,
dat ik gebleven ben. Blijkbaar zit het toch in
de genen
en logistiek en heeft diverse stageplekken
gehad, maar wist niet goed wat hij wilde
doen. Op een avond zaten we te praten
en stelde hij steeds meer vragen over het
bedrijf. Ik merkte dat zijn interesse groeide,
dus heeft hij hier eerst een paar jaar in
loondienst gewerkt en is hij uiteindelijk
ook in het bedrijf gestapt. Ik wil nu
langzaamaan een stapje terug doen, het is
de bedoeling dat Henk en zijn vrouw Zoë
de zaak overnemen. Zoë is hier inmiddels
een bloembinderij begonnen en ook mijn
vrouw werkt een paar dagen mee in de
winkel.” Gezellig, zo samenwerken als
familie? “Zeker, en de lijntjes zijn natuurlijk
heel kort. Het enige nadeel is dat het altijd
Toch gaat het telen van groenten nóg
verder terug in de familie. “De vader van
mijn opa, Hendrik, werkte rond 1900 als
tuinman en koetsier van de dorpsdokter.
Als vrouwen moesten bevallen of er
was een ongeluk gebeurd, dan bracht
hij de dokter met paard en koets naar
de patiënt. Daarnaast teelde hij ook
aardappelen en groenten, die hij verkocht
per hondenkar.” Opa Jan kreeg vier
zonen. “Mijn vader Henk was de oudste.
Samen met twee broers is hij in het
bedrijf gegaan en ondanks de crisisjaren
floreerde het. Na de oorlog hebben ze
even hard moeten ploeteren om de grond
weer bewerkbaar te krijgen, maar dat is
wel gelukt.”
ft
jL
Z 1 -
LUk
Koudekerke
W it