Maljers: 'Schaatsen op Zeeuws ijs
is al training genoeg'
Per bus naar 18.000 schaatsers
SL}C\~C-
VEERENAAR RIJDT ELFSTEDENTOCHT UIT MET VERSLETEN KNIE
ZEEUWEN IN COMPLEET ANDERE WERELD
WOENSDAG 8 JANUARI 1997 |1?>I
■^WODELBV^'
JAARGANG 99 - NUMMER 2
faam vlissinge
WEKELIJKS HUIS AAN HUIS OP GEHEEL WALCHEREN
■^■■■■■■■a
De41-jarige Johnny Maljers uit Veere heeft af-
geopen zaterdag de vijftiende Elfstedentocht
genden. En volbracht. Het was de derde keer
datde sportfanaat de tocht reed. „1985 vond ik
het leukst. Toen was het toch iets minder
bekind dan nu", vertelt hij.
■■■■■■■■■■■ai
Johnny Maljers met de kruisjes die hij in '85 en '86 be
haalde. FOTO JANNE WOLTERBEEK
Maljers startte zaterdag om
7.45 uur in Leeuwarden. „Ik
had wel vroeger kunnen star
ten, maar ik moest vreselijk
nodig naar de wc", lacht hij.
...ik had wel
vroeger kunnen
starten, maar ik moest
zo nodig naar de wc...
„En ja, wat doe je dan. Je bent
tourrijder en je tijd is niet zo
heel erg belangrijk. Dus ben ik
eerst maar op m'n gemakje
naar het toilet gegaan en ver
volgens met een volgende
groep op het ijs gestapt".
„En dan begin je. In de weten
schap dat het een lange dag
gaat worden. Aanvankelijk
was ik bang voor mijn knie. Die
is namelijk versleten. Eigenlijk
mag ik er niets meer mee doen
van de dokter, weet je. Maar
goed, ik denk: ik zie wel hoe
ver ik kom. Maar het ging goed
en toen ik eenmaal in Hindelo
pen was wist ik eigenlijk wel
dat ik het zou halen. Ik ben net
een diesel: ik moet eerst warm
worden. Daarna kan ik door
gaan tot ik bij wijze van spre
ken ter aarde stort".
Na Hindeloopen begon de
wind parten te spelen. „Op'
zich was het zaterdag hartstik
ke goed weer om te schaatsen.
Alleen de wind. Meer dan hon
derd kilometer pal tegenwind,
verschrikkelijk gewoon. Ik reed
in mijn eentje en zocht steeds
groepjes op waar ik achter kon
plakken, zodat ik niet zoveel
wind zou vangen. Maar ik heb
natuurlijk ook wel een paar
inzinkingen gehad".
..het publiek is
epn enorme steun
in de rug...
„Op het ijs van de Blikvaart bij
voorbeeld, dat is tussen Frane-
ker en Bartlehiem, daar had ik
het echt heel zwaar. Vijf kilo
meter slecht ijs: veel sneeuw
aan de zijkant, maar één meter
berijdbaar ijs in het midden en
daar dan ook nog eens flinke
scheuren in. Die mensen die
daar in het donker moesten rij
den hebben het echt slecht
gehad. Juist op zulke momen
ten is het publiek een enorme
steun in de rug. Weet je, ze
staan bij die wedstrijdschaat
sers te schreeuwen en te jui
chen, maar ook bij mij. En bij
die andere duizenden die de
tocht rijden. Niet alleen in de
dorpen en steden, maar overal
.angs de route. Op plaatsen
waar een normaal mens zijn
hond niet eens uitlaat stonden
nog toeschouwers. Ongeloof
lijk".
Ook Maljers' vriendin Ineke
Riemens was één van die toe-
...groot spandoek met
Zevenhonderd jaar
Veere erop...
schouwers. „Ik ben samen met
de vrouw van Jaap Dekker
(één van de andere Walcherse
tourrijders - red.) naar Fries
land gegaan. Je.wilt die man
nen toch een beetje steunen
onderweg. We hadden een
groot spandoek bij ons met
'Zevenhonderd jaar Veere'
erop. En een koelbox met si
nasappels en mandarijnen,
zodat die niet konden bevrie
zen. We hebben Jaap drie keer
gezien en Johnny twee keer",
vertelt ze. „Nee, de finish heb
ben we gemist. We stonden
vast in het verkeer. Uiteindelijk
kwamen we aan bij de Bonke-
vaart maar toen waren ze al
gefinisht. Oh ja, dat was heel
leuk; we hadden een mobiele
telefoon geregeld. Om een uur
of. zeven belde Johnny. Ik zei:
waar ben je? Toen bleken we
dertig meter van elkaar af te
staan".
...het ijs in Friesland
is toch van een heel
andere kwaliteit...
Maljers kwam rond zeven uur
binnen, „Maar het duurde nog
wel even voor ik afgestempeld
had. Eerst gezellig kletsen en
een biertje drinken, daarna
ben ik pas gaan stempelen.
Het gaat per slot van rekening
niet om de tijd".
De Veerenaar had zich niet
echt voorbereid op de zware
tocht. „Nee, speciaal getraind
heb ik niet. Wel gewoon veel
gesport, dat doe ik al vijfen
twintig jaar, vooral duursport.
Dan heb je toch je spieren
behoorlijk ontwikkeld. Ik zit al
een poosje met een versleten
knie, dus ik durfde ook niet
veel te trainen. Ik wilde mijn
krachten liever bewaren voor
het geval er een Elfstedentocht
zou komen", zegt hij. De
Zeeuws/Belgische klassieker
Sluis-Brugge-Sluis liet Maljers
voor wat 'ie was. „Geschaatst
heb ik helemaal niet vooraf.
Ja, met mijn kinderen op het
ijs, maar verder niet. Trou
wens, als je uit Zeeland komt
en gewend bent om hier op
natuurijs te schaatsen, is dat al
training genoeg. Het ijs is hier,
omdat we zulk brak water heb
ben, altijd slecht. Dan is dat ijs
in Friesland toch echt van een
heel andere kwaliteit".
Echt trots op zichzelf is hij niet.
„Ja, ik ben natuurlijk wel heel
blij dat ik het gehaald heb,
maar ik blijf er verder gewoon
heel nuchter onder", besluit
hij.
Talentvolle dansers kunnen zaterdag 25 januari
auditie doen om bij stichting Dansz te komen.
Wel moeten de kandidaten heel erg gemotiveerd zijn.
Yolanda van der Heijden, die zelf danst bij Dansz:
„Zelfs de ouders moeten er achter staan".
Hobbyhuis Baars in Middelburg verandert binnenkort
in Hobbyhuis Doe Het Zelf. Klanten zullen
weinig merken van de veranderingen, denken scheidend
echtpaar Baars en komend duo Buijze.
Verder deze week: Panters in het Arsenaal,
pizzeria/shoarma geopend in Middelburg,
nuttige informatie van de overheid en
handige van dag tot dag-overzichten.
_l
Maljers: „Ik ben net een diesel: ik moet eerst warm worden. Daarna kan ik doorgaan tot
ik bij wijze van spreken ter aarde stort". FOTO JANNE WOLTERBEEK
Op de lappe
"Jae, 'ovenierienge mag je
tegenwoordig öök a nie mi
zeie. Da's noe de 'moestuin'.
En nae de lappe ka je öök a nie
mi, want dan 'ben je even naar
je volkstuintje', 't Is toch érg,
ee." De Souburger die zich op
deze wijze beklaagde over de
teloorgang van de Walcherse
streektaal sprak de woorden
'moestuin' en 'volkstuin' uit
'asof 'n d'r glad kwaelijk van
wier'.
In de 'ovenierienge' of 'ove-
niers'of', die meestal aan de
'achter' van het huis ligt, ver
bouwt de plattelander vooral
een keur aan 'groensel' (een
stokoud woord voor groente),
voor dagelijks gebruik. De 'lap
pe', inderdaad de voorloper
van de volkstuin, ligt verder
van huis weg en wordt meer"
gebruikt voor de iets 'groot
schaliger' kweek van bijvoor
beeld 'aerpels' en 'juun'. Nog
een slag groter zijn de zoge
naamde 'kroterietjes', oftwel
kleine groentekwekerijen. Die
komen tegenwoordig maar
weinig meer voor. Vroeger
was dat wel anders. Vooral
rond de twee Walcherse ste
den kwamen veel mensen
door 'kwêêke en leure' aan een
(zeer mager) inkomen. "Dag en
uure buttere en amperan
zövee verdiene as 'n èrrebei-
er", heette het. Dat die 'lappe'
vooral vroeger een belangrijke
rol speelde in het leven van de
gewone man, blijkt uit uitdruk
kingen als 'ie is weer op de lap
pe' (hij is weer beter) en
'ergens mee op de lappe kom-
me' (ergens mee voor de dag
komen).
In deze tijd van het jaar valt er
op de lappe weinig anders te
doen dan 'spitte'. Als je'dat
karwei 'n beetje ordentelijk wil
klaren, dien je 'aoltöös' een
'gat', of 'rieme' (van 'rêême',
snee) tussen de gespitte en
ongespitte grond te houden.
En als het dan nog niet wil luk
ken, ligt dat beslist aan de
fysieke uitvoering van de spit
ten "Ie eit ook gin rik ook. 't Is
mèr 'n :aekje daer as z'n kont
an'angt.
Marco Evenhuis
PZC WEEKBLADEN
faam/vlissinger
Exploitatie:
Ch. van den Oosterkamp
(0113) 273000
privé: (0118)642078
Administratie:
PZC
Oost-Souburgseweg 10,
postbus 18,
4380 AA Vlissingen.
Advertentieverkoop:
Jerry Tupanwel
(0118) 484316 (privé (0118) 615044).
Johnny Saija
(0118) 484312 (privé (0118) 418686).
A. Lammers-Van Otterdijk
(0118) 484313 (privé (0118) 640277).
Redactie: Ad Hanneman,
(0118) 681271 en Ellen Erkens, (0118)
681270.
Redactie-adres: Postbus 5017,
4330 KA Middelburg
Faxnr. (0118) 681215
Bezorging: (0118) 484216.
Druk: Vink-Rotadruk b.v.,
postbus 36,4570 AA Axel.
Druktechniek: offsetrotatie.
Sluitingstijd: advertenties
maandag 12.00 uur PZC,
Oost-Souburgseweg 10. Postbus 18,
4380 KA Vlissingen, tel. (0118) 484000
Faam/Vlissinger maakt deel uit van
de Zeeland Combinatie huis-aan-
huisbladen in Zeeland.
Totale oplage: 178.455 ex.
Door Ellen Erkens
Zaterdagochtend, vijf
uur. Een groepje men
sen staat voor het IMS-
station in Middelburg,
flink ingepakt tegen de
kou en met de slaap
nog in de ogen. Een
vader brengt zijn zoon
- vergezeld van een
vriendje - naar het sta
tion in Middelburg.
„En als je nou de bus
mist, wat moet je dan
doen?" Zijn zoon weet
het antwoord: „Naar
Laurens zijn moeder
bellen, want dan sla
pen we bij zijn tante
Auke in Assen".
De vader knikt, maar
helemaal gerustge
steld is hij toch niet.
Het is niet makkelijk
om twee ondernemen
de pubers helemaal
alleen naar de andere
kant van het land te
laten gaan.
De jongens voegen zich bij het
slaperige groepje in de bushal
te. „Kom er maar bij, lekker
warm", grapt een man. Het
groepje - dat nog geen echte
groep is - staat ietwat gespan
nen op de bus te wachten. Pre
cies op tijd verschijnt 'ie. Er zit
ten al wat mensen in die in
Vlissingen zijn opgestapt. Zon
der veel gepraat wordt er
doorgereden naar Goes en
Kruiningen, waar de rest van
de passagiers instapt.
Dan legt Kees Hage - directeur
van Carlier en reisleider voor
deze dag - uit wat de bedoeling
is. „We rijden via Rotterdam
en Amsterdam over de Afsluit
dijk in één ruk door naar Fries
land. Dan gaan we, afhankelijk
van de verkeersdrukte, naar
Harlingen of Franeker. Met een
beetje geluk kunnen we daar
de wedstrijdrijders voorbij zien
komen. Daarna gaan we ver
der naar Leeuwarden, naar de
finish".
Oorverdovend
De vijfenveertig passagiers
zijn stil op de heenweg. Som
migen slapen, anderen kletsen
wat. Ondertussen wordt er
naar de radio geluisterd.
Eenmaal in Friesland aangeko
men wordt het spannend. Op
de radio wordt weinig gezegd
over files, en inderdaad blijkt
het met de verkeersdrukte mee
It git on. Met deze haast magische woorden kondigde
Elfstedenvoorzitter Kroes vorige week het definitief
doorgaan van de Tocht der tochten aan. In alle haast
maakte schaatsminnend Nederland zich op om naar
Friesland te gaan, voornamelijk per trein. Omdat het
speciale Elfstedentocht-retourtje Middelburg-Leeu
warden een slordige honderdvijftig gulden kost en er
bovendien voor zeven uur 's ochtends geen treinen
vertrekken uit de kustprovincie, lijkt het voor de
Zeeuwen niet gemakkelijk om ook de finish op de
Bonkevaart te halen. Reisburo Carlier springt in op de
actualiteit en regelt op stel en sprong een bus.
te vallen. De eerste stop is Har
lingen, waar de bus kan stop
pen op nog geen honderdvijf
tig meter van het ijs. De Zeeu
wen stappen uit en bevinden
zich niet alleen aan de andere
kant van het land, maar in een
compleet andere wereld. Een
dik aangeklede mensenmenig
te juicht oorverdovend hard
wanneer de kopploeg van de
wedstrijdschaatsers voorbij-
Gejuich wanneer de kopploeg voorbijkomtmet nog ruim duizend meter te gaan tot de
finish.
komt. Unox deelt gratis oranje
mutsen uit en de prijs van een
broodje worst - op de radio
aangekondigd als superduur -
valt mee. Na een uur is ieder
een terug in de bus. Koud,
maar opgewarmd voor Leeu
warden. De eerste contacten
worden gelegd, de eerste erva
ringen gedeeld.
Zonder files
De rit naar de Friese hoofdstad
verloopt eveneens soepeitjes,
zonder files of opstoppingen.
De bus kan tot aan het station
doorrijden. Er wordt afgespro
ken om om zeven uur 's
avonds weer te vertrekken.
Voor de zekerheid is er een
mobiele telefoon aan boord:
wie de bus niet haalt kan even
bellen. Dan gaat ieder zijn
eigen weg. Naar de Bonke
vaart, waar de finish is, naar
één van de tien andere steden
of naar het fameuze Barthle-
hiem, waar de schaatsers
maar liefst twee keer langsko
men. Om kwart voor zeven is
het grootste gedeelte van de
passagiers weer terug bij de
bus. Er wordt nu druk gekletst.
„Koud hè? Heb jij Koss zien
finishen? Wauw! Nee, wij zijn
naar Dokkum geweest, gezel
lig joh!" Om even voor zeven
is nog niet iedereen bij de bus.
Verkeer van en naar Leeuwar
den is tegen die tijd niet langer
mogelijk.
Een groep van negen mensen
zit vast in Franeker en is maar
wat blij met de uitvinding van
de mobiele telefoon. Vier men
sen laten weten niet mee terug
te gaan maar de nacht in
Leeuwarden door te brengen.
Ook de twee jongens en een
echtpaar missen nog. Een
groepje Zeeuws-Vlamingen
berekent hoe groot de kans is
dat de boot in Vlissingen nog
gehaald wordt. „We hebben
de auto expres mee de boot
overgenomen, zodat we nog
over land terug kunnen", legt
één van hen uit.
Leeuwarden staat op z'n kop.
Opgelucht
Om kwart over zeven arriveren
de jongens. Nog een kwartier
later komt het echtpaar aange
hold, opgelucht dat de bus er
nog staat. Het stel wordt met
gejuich begroet. „Dank jullie
wel voor het wachten", zegt de
vrouw ietwat beschaamd. „We
waren in Dokkum en konden
niet meer weg. Gelukkig zijn
jullie er nog".
Dan gaat de bus op weg naar
Franeker, waar de laatste pas
sagiers opgehaald kunnen
worden. Uit de gesprekken
blijkt dat iedereen een fantasti
sche dag gehad heeft. Een
man heeft een exemplaar van
de Leeuwarder Courant
gekocht en laat verbaasd zien
dat deze krant 's middags de
finish van Henk Angenent al
op de voorpagina heeft staan.
De radio blijft aanstaan voor
het Elfstedentochtnieuws.
Wanneer het bericht dat één
van de tourrijders dood is
gevonden op het ijs de bus
bereikt, klinkt er een geschokt
'ooh'. Een domper na zo'n
feestelijke dag.
De passagiers zijn inmiddels
een echte groep gaan vormen,
ledereen kletst met iedereen
en wisselt vrolijk ervaringen
uit. Rond half twaalf is de bus
terug in Middelburg. De vader
kan opgelucht adem halen; de
jongens hebben genoeg
gezien om nog weken over
door te praten. Een bezoek aan
Tante Auke - hoe lief ook -
bleek gelukkig niet nodig.