MENNES'j
LAMPENHUIS
Vergassers en
Petroleumstellen
A. v«
Slagerij
Firma Gebrs. LEIJNSE.
Tijdelijk gevestigd in de Segeerstraat
in het slob tegenover de Geref. kerk.
Rundvleesch,
Varkensvleesch,
Goedkoop Kalfsvleesch,
Langevielesingel E18
WANNEER U
BETROUWBARE
Levert U prima
BOEKHANDEL SANDIJCK.
Langev
Meubelhandel A. KERKHOVE,
Heden versche Leverworst 20 cent per 5 ons
V :v- 4'-' 'W:i
GASCOMFOREN
PETROLEUMLAMPJES
KATOENPITTEN
LAMPENGLAZEN
STORMLANTAARNS
WASCHBORDEN
KOPERSLAGERIJ
F» J. VAN AARTSEN
DE FRANSOOS OF
DE MOLENTJESMAN
UITGEVERS: LITTOOIJ OLTHOFF. POSTREKENING 42280, TELEF. 238
een NIEUWE KAP wenscht
aan te schaffen, kan de prijs
geen bezwaar zijn als U maar
bij ons koopt.
Onze sorteering, ook in
andere artikelen, is groot en
U weet het
Onze nieu\ all°~
zoowel branderbi
gelascht en geën.
zoo zuiver, zelfs
Keukenkachels,
Waschtafels, gehe
f 2
Gasfornuizen en
gecombineerde Gas-Kolen-Fornuizen.
Komt U onze serie Gascomforen eens zien
Mooie 2-vlams Comforen met Veiligheidskraan
f 9.90,
Keukenuitzetten in prachtuitvoering nog 18.90.
Wij hebben ook goedkoopere en duurdere tot
41.70.
Thans nog voorradig Ameublementen vanaf
f 35.00, Keukenstoelen. Bedden, Dekens en
Matrassen, Dressoirs f 16.75, Goedkoope Spie
gels, Karpetten f 8.90 en 11.90 enz. enz.
VLISSINGSCHESTRAAT 48, MIDDELBURG.
aan de bekende LAGE PRIJZEN.
ONS VOORLOOPIG ADRES IS
Ten huize van Mevr. VERBURG.
Betalingen worden gaarne ingewacht. Postgiro 175505.
Spanjaardstraat 17 Middelburg
DOOR
P. LOUWERSE.
(Opnieuw bewerkt.)
TWEEDE DEEL.
IV.
De Fransoos kan zijn geluk niet op.
Twee jaren zijn na al het voor
gevallene verloopen. Het gaat met
den speelgoedwinkel van Francois
van den Hautere boven verwachting
goed. Hij maakt bovenstbeste zaken,
en het zijn geen lorretjes meer, die
hij verkoopt, zooals in het begin.
Dat gelijkt er niet naar.
Hij heeft tegenwoordig ook speel
goed voor de kinderen van rijke
menschen, en als deze het niet van
den Fransoos hebben, zijn ze niet in
hun schik. De man heeft zijn winkel
al moeten vergrooten.
Het magazijntje en de keuken, die
er achter waren, zijn er bij getrokken
en een stuk van den tuin is geno
men, om er het magazijn te bouwen.
De dierenzaal is nu tot keuken inge
richt, want Tromp en Columbus, die
alleen overgebleven zijn, hebben zoo
veel ruimte niet noodig.
Natuurlijk is de Fransoos twee
jaar ouder geworden, doch hij ziet
er zoo gezond, zoo vergenoegd en
vroolijk uit, dat men bijna zeggen
zou ,,Die man wordt jonger
En deftig, dat hij is, van belang,
hoor
Ze mogen bij hem in den winkel
komen, al waren het de Koning en
de Koninging
En wat is zijn overhemd helder,
en wat ziet dat boordje blank Maar
dat is geen wonder, want zij, die
daar voor zorgt, is je me wat mans
Het is vrouw Ringbout, die met haar
man het bovenhuis bewoont.
Ringbout heeft zijn pensioen, weet
ge, en hij is nu zooveel als magazijn
meester bij zijn vroegeren baksmaat.
Huishuur betaalt hij niet. Frangois
van den Hautere heeft gezegd
„Ringbout, kom met je vrouw nu bo
ven bij mij wonen, en word mijn
magazijn-meester. Uw vrouw moet
dan met een meid zorgen, dat mijn
huishouden geregeld gaat, dat we
eten en drinken, schoon wasch- en
strijkgoed, en al die vijven en zessen
meer, op onzen tijd hebben. Dan
moet ze ook een oogje houden op
Gudule en zorgen, dat daar een flin
ke burgermans-vrouw uitgroeit. En
je loon Welnu, vrij huishuur, geen
belasting en nog tweehonderd gulden
in het jaar toe. Ons middageten ge
bruiken we ook boven met jelui en
hiervoor betaal ik voorloopig drie
honderd gulden. We kunnen later
zien, of dat te weinig is. Denk er
maar eens over
Nu, Ringbout en zijn vrouw dach
ten er niet lang over, maar namen
zulk een voordeelig aanbod gaarne
aan. Zoodra Ringbout zijn paspoort
had, als matroos, werd hij magazijn
meester.
En Gudule
Daar komt ze juist uit school te
rug. Wat een meid is ze geworden,
hé En wat ziet ze er gezond, vroo
lijk en helder uitZe heeft ook een
lief gezichtje, en al het oude-vrouw-
achtige, dat ze vroeger had, is heele-
maal weg. Ze is een kind, als ieder
ander kind, maar een mooi kind
Nu, dat weet de Fransoos ook wel,
en als hij des Zondags met haar naar
de kerk gaat, of een wandeling
maakt, dan is hij wat grootsch op
haarEn veel van haar houden
Gudule is zijn oogappelOmgekeerd
houdt zij ook heel veel van hem, en
steeds het nieuwste
steeds de laagste prijzen in
Lange Noordstraat 57-59 t.o. Blindenhoek
Telefoon 592, Middelburg.
sedert den dag, dat ze den ouden
man „Vader" genoemd heeft, weet
ze ook niet beter, of hij is haar va
der. Op school is zij een van de
vlugste leerlingen, en vrouw Ring
bout zegt, dat ze in het huishouden
ook heel knap is, en zeker een voor-
deelige en beste huishoudster wor
den zal, een huishoudster, om door
een ringetje te halen, want ze is
kraak-zindelijk.
Gewoonlijk is Gudule altijd in de
zelfde stemming, dat wil zeggen
opgeruimd zonder dol of opge
wonden te zijn. Nu evenwel is ze
heel anders. Haar hoogroode kleur
en de drift, waarmede ze den winkel
binnentreedt, zonder de deur achter
zich te sluiten, laten dat duidelijk
zien. Ook de oude man, die in den
winkel is, ziet het terstond en vraagt:
„Wat is er Gudule Wat is er T'
„Dag, kind Is er wat gebeurd 1"
„O, vader, ik heb Rika gezien
De oude man, die niet zoo dadelijk
denkt aan hetgeen er een paar jaar
geleden gebeurd is, zegt„Rika
Welke Rika
„Wel, Rika van Drijften, vader!"
„Wat zeg je Rika van Drijften 7
Waar
„Ja, vader Op het plein bij de
Steenenbrug stond de poppenkast te
spelen. Ik ging er eens even heen en
toen ik er bij kwam, zag ik naast de
kast een meisje staan, bij een jongen
op krukken. In het eerst lette ik er
niet op, hoewel ik dacht„Het is,
of ik dat meisje meer gezien heb
Maar opeens kwam zij met een blik
ken bakje naar mij toe, en hield dat
bijna onder mijn neus, terwijl zij al
lerlei zonderlinge geluiden maakte.
En aan die vreemde klanken her
kende ik haar. Ik gaf een schreeuw
van schrik, lei gauw een cent op
haar bakje en liep weg."
Van den Hautere had bedaard
staan luisteren en zei„Bij een pop
penkast Maar Gudule, heb je je-
zelve niet vergist Er zijn meer bon
te koeien dan één
„Neen, vader Ik weet het zeker
En Rika heeft mij ook herkend
„Kom, kind
„Stellig, vader Ze deed, alsof ze
at, en om te laten zien, dat het lek
ker was, streek ze haar hand over
haar maag."
„En haar moeder
„Ja, vader, die heb ik niet gezien
Ik durfde daar niet langer blijven.
Ik werd bang."
„Wel, gansje Maar kom, wees
nu maar wat bedaard. Het is van
daag Vrijdag, en omdat het dan
nooit druk is, kon Ringbout van mid
dag wel op den winkel passen. Ik
zal dan die poppenkast eens gaan
opzoeken. Misschien dat ik ze wel
vind. Ik wilde wel, dat het waar was,
Gudule Je weet, hoe lang we naar
die arme ziel gezocht hebben. Ik zou
zoo graag ook voor haar wat willen
doen. Kon ik dat een paar jaar ge
leden misschien maar zoo-zoo, nu
kan ik het dubbel en dwars, want...
de goede God heeft mij voorspoed
geschonken, Gudule
„Ja, vaderU heeft een drukke
zaak
„En een hemel op aarde, kind
Heb ik ooit geweten, wat geluk is 1
Neen, neennooitEn dat heeft
mijn Gudule mij geleerd, mijn Gu
dule Je bent mijn goede engel ge
weest, kind God vergelde het je
De oogen van den ouden man vul
den zich met tranen. Doch Gudule
snelde naar hem toe, sloeg haar ar
men om zijn hals en zei„U is im
mers mijn vadertje, mijn goed best
vadertje U heeft mij ook gelukkig
gemaakt
„Alweer aan het aanhalen, ja
riep een grove vrouwenstem. „Het
eten staat koud te wordenKomt
aan tafel Ik heb geen plan, koude
aardappelen te eten
Het was vrouw Ringbout, die zoo
sprak en die eigenlijk nog niemendal
veranderd was. Alleen was zij nu al
tijd als een juffrouw gekleed, maar
dat was ook alles.
Na het eten vertelde Van den
Hautere, wie Gudule gezien had, en
vrouw Ringbout zei, dat ze het niet
gelooven kon. Ringbout bromde
„Waarom niet? Bergen en dalen ont
moeten elkander niet, maar menschen
welJe hebt gelijk, maat, dat je d'er
eens op uitgaatIk kan best op den
winkel passen. Het goed is geprijsd,
en afdingen laat je nietHet zal best
gaan
Van den Hautere ging na het maal
niet dadelijk heen. Zijn middagdutje
zou hij niet graag verzuimen. Hij zet
te zich dus weer in zijn gemakkelij-
ken stoel, maar nauwelijks gezeten,
stond hij weer op de beenen.
„Neen, neen, niet uitstellen Dade
lijk zei hij, en de daad bij het
woord voegend, ging hij terstond op
pad.
Zijn zoeken was echter tever-
geefsch. Hij zag de poppenkast ner
gens, en als hij er iemand naar vroeg,
dan antwoordde men„Neen, me
neer of wel„Ja, meneerVan
middag, bij de Steenenbrug".
Toen hij om vier uur thuis kwam,
was hij dus nog even wijs, en dat
stemde hem wel wat onplezierig.
Toen des avonds juffrouw Ringbout
uitging, om boodschappen te doen,
drukte hij haar dan ook op het hart,
toch ook goed uit te kijken, of zij
dat stomme meisje ook zag. Vrouw
Ringbout ging, doch geen half uur
later kwam ze driftig binnenloopen,
roepende „Gevonden, hoor! Gevon
den
„Heusch riep de oude man ver
rast, terwijl hij uit zijn stoel op
sprong.
„Wel, ik ging van hier langs den
Zeedijk, om in de hal vleesch te
koopen, toen ik een jongetje en een
meisje met lucifers-negotie zag. Het
ventje liep dokter Van der Denning
na, en het meisje liet allerlei zonder
linge geluiden hooren, terwijl zij een
doosje lucifers omhoog hield. Ik her
kende haar terstond en ging op haar
af, maar zoodra ze mij zag, pakte
zij het kereltje beet, wees op mij, en
daar gingen ze allebei aan den
haal. Harddraven wilde ik niet, maar
ik haalde mijn onderdanen toch flink
uit, en - daar zag ik ze den Brom-
hoek inloopen. Ik allebei na en toen
ik in het straatje kwam, zag ik ze
voor een oud, vervallen huisje staan.
Ik deed de deur open en riep
„Volk Dadelijk kwam er een groo-
te kerel voor den dag, die zei„En?"
„Van wie zijn die kinderen
vroeg ik.
„Van mij niet. En
„Van wie zijn ze dan
„Van vrouw Van Drijften, die te
Dozeldamme in het ziekenhuis ligt.
Toen ik nog directeur van een ker
mistent was, diende haar man bij me
als paljas. Hij had toen al leelijke
streken. Door een brand in mijn tent
verloor ik kort daarop alles, wat ik
bezat. Ik ging toen met de poppen
kast reizen en kwam ook te Dozel
damme. Daar vond ik de arme ziel.
„Vrouw", zei ik tegen mijn vrouw,
„kan je drie kostgangers gebruiken
Ze zette groote oogen op, maar ik
vertelde haar alles, stukje voor beet
je, en vrouw Van Drijften werd
met haar kinderen lid van mijn nieuw
theater. Mijn vrouw draaide het or
geltje ik liet de poppen spelen
vrouw Van Drijften zong, en de kin
deren haalden centen op. Het is best
gegaan, heel best, maar nu is zij ziek
en kan ze niet meer. Ze heeft haar
stem verloren. En
(Slot volgt)