A« D. LITTOOiJ Az.
Grootste publiciteit bier ter stede I 3400 ex. worden wekelijks met zorg verspreid. Grootste Publiciteit.
Gravenstraat 1313.
S. J. FONTEIJN.
Gravenstraat 1 313.
<4% goed passende nieuwste modellen.
nieuwstijdingen:
STo. 38:
Woensdag 1 Juli 1903.
Zeyende Jaargang.
Verschijnt eiken Woensdagavond
wordt door de geheele stad gratis verspreid»
UITGEVER
Span j aar d straat.
Prfjs der Advertentièn
van 1—3 regels 15 Cent, iedere regel meer 5 Cent.
3 maal plaatsing wordt slechts 2 maal berekend.
Groote letters naar plaatsruimte. By abonnement van
Steeds voorradig: Heeren-, Jongeheeren- en Kindercostuums, Pantalons enz. in alle grootten en een prachtige sorteering Stoffen voor KleedinS
naar maat. - Scherp concurreerende pry zen.
De X-Straal.
Zy late een X-staal op hem los
En kykt hoe 't binnen staat.
HUIS'
8IID1LBSR6SGH
AJfïRIlITIIBLAJ
DE FAAM
UIT T0IIH3GIDT
1000 of 500 regels voordelige voorwaarden.
Vriendelijk verzoek om advertentiën voor
dit blad intijds in te zenden. Tot uiterlijk
Woensdagmorgen 12 uur kunnen zy worden
aangenomen, om nog in het nummer van dien
dag geplaatst te worden.
Voorts vestig ik nog Uwe aandacht op de
genomen maatregel, om kleine advertentiën bij
vooruitbetaling, dus direct by de opgave van
plaatsing, te voldoen. Deze maatregel is ge
wenscht om de volgende redenen
le. de administratie, verbonden aan dit blad,
te vergemakkelijken
2e. het loopen van den looper, die het geld
incasseert, te verkorten
3e. wyi vaak herhaalde malen, ja zelfs tot
?yf-, zesmaal toe, de kwitantie gepresenteerd
moet worden, alvorens het luttele bedrag te
ontvangen
4e. het gratis ad verteeren _te_ voorkomen,
doordat men oojfi wel eens heelemaal weigert
te betalen en
5e. ter voorkoming van onaangenaamheden,
doordat de advertentiën soms grooter gezet
worden dan bedoeld was.
Het adverteerend publiek is het natuurlijk
eender of direct dan wel na korten tijd betaald
wordt, daarom vertrouw ik ook in deze op uwe
welwillende medewerking.
DE UITGEVER.
Tenzeerste verblijden wij ons dat de „In
dische Penkrassen" zoo in den smaak van
onze lezers vallen. Het is aangenaam te ver
nemen, dat de opofferingen, die gebracht wor
den, dankbaar op prijs worden gesteld.
Tot onze spijt echter moeten wij, naar aan
leiding van de zeer vele aanvragen, die telkens bij
ons inkomen om een der eerste nummers of
een ontbrekend nummer, meedeelen, dat wij
geen enkel nummer over hebben noch houden.
De oplaag van ons blad 3500 ex. is waar
lijk al groot genoeg 1
Is het voor ons aangenaam, dat deze Pen-
krassen algemeen gelezen worden en gewild
zyn, niet minder is het dit in de eerste plaats
voor den schryver, den heer Lt. Clockener
Brousson.
Het is wy weten zeker in naam van
alle lezers, als wy hem dankzeggen voor dezen
arbeid en hem de verzekering geven dat zijn
Penkrassen naar meerdere blijven smaken.
Tenslotte, wij roepen den heer Clockener
Brousson luide eenparig toeGoede reis 1 goede
reis l
DE UITGEVER.
INDISCHE PENKRASSEN.
XVI.
De „Koning Willem I" was niet op ty'd, zoo
dat we pas een dag later van Padang vertrok
ken als we gedacht hadden. Slechts vyftien
daagjes bleef ik op die plaats en toch voelde
ik me er weer geheel thuis, geheel ingebur
gerd. Ik had er vele oude vrienden ontmoet
en vele nieuwe vrienden gemaakt, vrienden,
die zoo volkomen begrepen, welke moeilijke,
doch grootsche taak my wacht. Na van allen
een zeer harteiyk afscheid genomen te hebben,
werd ik door Dj a Endar Moeda en zijn beide
schoonzoons naar de Emmahaven gebracht,
waar ik nog eenige andere Maleische en Ba-
taksche sobats aantrof. Aan boord dronken wij
een glas champagne op den goeden uitslagen
na een hartelijke toespraak in bloemryk Ma-
leisch van den Padangschen redacteur, gingen
de bruine broeders weder naar hun werk en
lichten wy om half zes 's middags het anker.
De „Koning Willem I", ook een boot van
de Stoomvaaatmaatschappy Nederland, is ge
heel op dezelfde wijze ingericht als de ons
reeds bekende „Koning Willem II". Ik hoorde
van de passagiers al dadelijk, dat zij zich op
Perum kostelijk vermaakt hadden met den
door ons toegetakelden nikker, die in groot
pontificaal zijn opwachting was komen maken.
Hij had van de officierspet de klep afgesneden,
waaruit blijkt, dat de man een vroom Moham
medaan is. Een goed Muzelman toch draagt
geen klep aan zyn hoofddeksel, alhoewel er
niets over in den Koran te lezen staat.
Er waren geen militairen aan boord, doch
des te meer kinderen, die dus voor de noodige
afleiding zorgden. Heden 18 April, 's morgens
vroeg, genoten wij van het heerlijk schouw
spel, dat Straat Soenda aanbiedt, de straat, die
Java van Sumatra scheidt. Bij den aanblik
dier goddelyke natuur staat iedereen in stille
overdenking op het dek en laat zich geheel
door den indruk van het oogenblik meesleepen.
Een indruk te overweldigender, nu wij het
geluk hebben deze schoone straat bij het eerste
ochtendgloren te passeeren. Maar laten we er
niet aan denken, dat onder die hooge eilandjes
Slebesle, Krakatau, Dwars in den weg, en Top
perhoedje vuurhaarden smeulen, die verband
houden met de groote kegels van Java en
Sumatra, en waardoor we zoo dikwijls herin
nerd worden aan het bestaan van alles ver
woestende natuurkrachten.
Die honderden groene eilandjesde zwaar
begroeide kust, die rotsgevaarten midden in
zee wie zal dit alles naar waarde beschrij
ven Wy zijn daartoe niet in staat I Onze pen
blijkt nog te ongeoefend om een heldere voor
stelling te geven van de zoo grootsche natuur
in de Tropen
Wij gaan vry dicht langs Krakatau, bekend
door de ramp van 27 Augustus 1883. Deze
thans half gebroken vulkaan is gelegen op een
spleet of scheur in de aardkorst. Volgens de
geleerden is er zeewater in die scheur geko
men en naar den onderaardschen vuurhaard
gevloeid. Er werd toen stoom van zeer hoogen
druk ontwikkeld en een uitbarsting volgde.
De stoomwolk steeg tot 27000 M. (vijfmaal de
hoogte van de Mont-Blanc) terwyi 18 K. M.3
slijk en puimsteen werden uitgeworpen en een
zware aschregen over geheel Zuid-Sumatra
en West-Java viel. Een uitgestrektheid zoo
groot als Ierland was eenige uren in volslagen
duisternis gehuld en binnen een cirkel met
straal, zoo lang als de afstand van Amster
dam tot Constantinopel, werd de uitbarsting
gehoord. Door de instorting van den vulkaan
steeg plotseling het wateroppervlak tot 24 M.
hoogte en werd o.a. een stoomschip 3300 M.
van zijn ankerplaats midden in het land ge
worpen. Op de westkust van Java verdronken
daardoor alleen 36000 menschen.
Hoe hulpeloos, hoe nietig zijn wij stervelin
gen toch wanneer we een dergeiyk feit nader
overdenken.
Wat blijft er over van al ons gewichtig ge
doe, onze beschaving, onze kennis, onze strijd
vragen, wanneer er daar plotseling wat zee
water door een spleet drirgtDe kusten van
den Stillen Oceaan zijn bezaaid met vulkanen
vormen als 't ware een gordel van vuur, om
dan langs de Indische eilanden met eenige
sprongen Azië en Australië te verbinden. Java
alleen heeft 44 vulkanen, waarvan er 28 voort
durend in werking zijn. Hunne rookpluimen
spreken ons van de ontzettende krachten, die
er woelen en koken onder den heerlijk groe
nen bodem.
Doch genoeg over al die narigheid 1 Men is
in Indië fatalist en denkt er maar verder niet
over na.
We naderen Anjer en kunnen den rooden
vuurtoren en de witte huisjes duidelijk onder
scheiden. Er wordt naar den wal geseind en
de telegraaf brengt nu het bericht naar Bata
via, dat we tegen één uur in den middag zul
len aankomen. Weldra stoomen we voorbij
Bantam, vroeger een der rijkste steden van
den Archipel. Thans zien we er slechts een
armzalig visschersdorp. 24 Juni 1596 kwamen
hier de vier eerste Hollandsche schepen onder
Cornelis Houtman aan. Ze kwamen om han
del te drijven, weinig vermoedende, dat daar
mede ook den eersten stap tot koloniaal bezit
was gedaan
De laatste kaap wordt omgevaren en daar
zien we nu aan den horizon voor ons de sche
pen op de reede van Tandjoeng Priok. Daar
ligt dan eindelijk ons reisdoel, spoedig zullen
we nu in veilige haven zijn. De passagiers
zijn allen vroolijk opgewonden of neen niet
allen, er zijn er ook, die met tegenzin van hun
verlof terugkeeren, net als een kostschooljon
gen van vacantie. Zij berekenen nu al, hoe
lang nog en zijn het geheel met Bas Veth
eens. 't Is natuurlijk een kwestie van smaak.
Elk land toch heeft zijn vóór en tegen en dus
ook Indië. De jongeren, zij, die voor het eerst
naar hier komen, nog niet cynisch aangelegd,
nog vol illusies over hetgeen hun wacht, zijn
bepaald uitgelaten.
Daar stoomen we tusschen de op de reede
liggende groote oorlogsschepen door. De jantjes
wuiven ons een vriendelijk welkom toe en de
„Koning Willem I" geeft het saluut met de
vlag, dat van die drijvende forten dadelyk be
antwoord wordt,
We varen nu halve kracht en tusschen twee
landhoofden komen we de haven binnen en
zien aan de uitgestrekte lage basaltkaden ver
schillende booten, die deel uitmaken van de
Stoomvaartmaatschappijen Nederland, Rotter-
damsche Lloyd en Koninklijke Paketvaart.
In de schaduw der hooge afdaken van de
loodsen of hangars krioelt het van Inlanders,
Chineezen en Europeanen. Wij zien er geen
bekenden onder, wat maar goed is ook, want
straks zullen we het druk genoeg krijgen met
onze bagaga, die hier nu reeds vijftien dagen
wacht.
Het duurt nog al lang, voor ook wij aan de
kade gemeerd zijn en nanwelijks is de loop
plank uitgezet of er komt zulk een stroom
van menschen het schip opdringen, dat wij
passagiers genoodzaakt zijn nog een oogen
blikje geduld te oefenen.
Het is hier vreeselijk warm, bepaald onaan
genaam warm door de voortdurende uitstra
ling der gloeiend heete bazaltsteenen. We heb
ben medelijden met de menschen, die hier
dag in dag uit moeten werken bij zoo'n tem
peratuur I
Een aantal inlandsche en ook enkele Euro-
peesche commissionairs van verschillende ho
tels vallen ons lastig en willen maar niet be
grijpen, dat we reeds vooruit onze keuze deden.
Eindelijk kunnen we aan wal en nu begint
een gescharrel met de bagage, zooals men dat
alleen in ons nog zoo achterlijk Indië kent.
Men wordt van het kastje naar den muur
gestuurd, heeft te maken met beambten van
den Agent der Maatschappij Nederland, met
heeren van het gouvernementspakhuis, met
het Indische Veem, met de Kommiezen der
invoerrechten en is ten slotte nog even wys
als in 't begin.
Na anderhalf uur heen en weer geloopente
hebben, vind ik eindelijk mijn kisten, opge
stapeld in een loods, doch meenemen ho maar
Er moet nog eerst een invoerpas worden op
gemaakt en daar het den volgenden dag Zon
dag is, zoo zal het wel Maandag of Dinsdag
worden, alvorens ik myn goed krijg.
In welk land heeft men nu zulke rare toe
standen en waar wordt een vreemdeling zoo
bemoeilijkt en geringeloord als een Hollander
hier in een Indische bezitting?
Enfin, mopperen heeft toch niets en kwaad
worden is in de hitte zeer gevaarlijk, daarom
maar kalm berusten, al heb ik ook geen stukje
schoon goed meer bij me en zal ik dus ver
plicht zijn eenige dagen thuis te blijven.
We gaan nu maar naar het station, drinken
daar wat verkoelends en wachten op een trein
naar Batavia
Onder het opschrift: „Een dag in de
gevangenis", deelt de heer H. van der Linden,
ryksveearts, Overtoom te Amsterdam, in het
N. v d. D. het volgende mede
zy woont ergens op een kade, vier hoog
haar adres heb ik in den vorm van een waar
schuwing van den gemeente ontvanger. Haar
ouden vader heeft zy by zich en ook nog een
dochtertje van 7 jaar. Als naaister verdient
zy voor allen schraal den kost, want al zoo
veel jaar geleden, waarschy'niyk een slachtof
fer van het Vondelpark, moet zy nu maar zien,
hoe zij er komt. Waar is de steen?
Vader en dochter vervoegden zich heden
morgen ten mijnent, met no. 4 van het gezin,
een goedaardigen smoushond, dien zy al 10
jaar hadden. Na eenig wachten nam zy einde
lijk maar het woord en stamelend kwam er
uit: Mynheer, wilt gy hem eens dood laten
slapen, want wy hebben weer een waarschu
wing voor zijn belasting gehad.
Wel neen, juffrouw, dat is geen reden om
een dier af te maken, en terwijl ik hem over
den kop streek, begon de hond te kwispel
staarten. Vader en dochter zagen elkander aan,
en met tranen in de oogen was het besluit
spoedig genomen„Hy zou er maar weer een
dag voor gaan zitten."
Te Naaldwyk is eene vrouw die aan
het koemeiken in de weide was door een stier
gegrepen, eenige malen in de hoogte gewor
pen en daarna tegen het damhek als 't ware
verpletterd, zij werd dood opgenomen.
Wy vernemen met zekerheid, dat de
Regeering voornemens is, aan een onzer uni
versiteiten (men spreekt van te Leiden) een
homceopatisch hoogleeraar te benoemen. Reeds
moet een voordracht uit homceopatische ge
neesheeren zijn opgemaakt. Ook is een wets
voorstel, houdende toezicht op de bereiding en
aflevering van homcBopatische geneesmidde
len, in uitzicht gesteld.
Een ernstig ongeluk had Zondag in
Spanje plaats op de spooriyn Bilbao—Saragossa
tengevolge van het breken van een brug. De
houten overblijfsels der waggons vormden met
de lichamen der slachtoffers een vormlooze
massa waaruit de lichamen van honderd doo-
den, gewonden en stervenden werden gehaald.
Er zyn reeds meer dan 60 dooden.
Wil 't meisje weten of de man,
Die haar gestaag aanbidt,
't Oprecht en eerlijk met haar meent
En hoe van 't van binnnn zit
Een heel nieuw middel, pas ontdekt
Door Röntgen, is probaat:
P. A. J.
Burgelijke Stand van Middelburg.
Van 23—29 Juni.
ONDERTROUWD: J. Geljon, jm. 25 j. met
G. J. Moorman, jd. 29 j. P. J. Grims, wedr. 32
j. met J. Carmejoole, jd. 23 j. D. de Vries, jm.
22 j. met C. de Haas, jd. 27 j. P. Boone, jm.
29 j. met J. Dronkers, jd 23 j. J. Maas, jm. 21
j. met A. P. Mersie, jd. 18 j.
GETROUWD A. Westerbeke, jm. 27 j. met
J. Sanderse, jd. 24 j.
BEVALLEN H. M. 0. van Leerdam, geb. Van
Goozen, d. P. L. Back, geb. Bimmel, z. P. G.
M. Diesch, geb. Bergman, d. F. Crucq, geb.
Rozemond, z. N. Nederhand, geb. Poortvliet, z,
A. van Sluys, geb. Huibregtse, d. A. S. C. A.
Hondsmerk, geb. Van Riel, z. P. J. de Smit,
geb. Platteeuw, z. D. J. J. Michilsen, geb. Broek
man, z.
OVERLEDENS. J. Vermaas, vrouw van F.
J. B. Geilman, 41 j. A. P. de Vos, wed. van P.
van Goozen, 83 j. M. J. de Klerck, z. 4 m. A.
C. Goedhart, d. 4 m. L. Buys, d. 2 m.