EIIAIIDEn - rt lEUWS
Overdenking
200 jaar U.S.A. (3)
Zeeuwse wandelingen
Steekpenningei in het jaar 1323
Grootvader vertelt
uit de
Heilige Schrift
X L.P.G. I
X
2e blad
Vrijdag 2 april 1976
No. 4477
HET'
KIJKVENSTER
C. KIEVIT ZN.
Centrale Verwarming
SOMMELSDUK
Telefoon (01870) 26 09
piiiiiiiinuiniiinninniiHiniiiniiHiiiiimiii^^^^^^
1 GERO g
I aitijd voor
I iediereest
I ruim en overzichtelijk 1
1 in onze speciale i
g showroom.
I A. Vroegindeweij
I Westdijk 46 - Middelharnis
DE BIDDENDE KNECHÏ
DES HEEBEN
Speciaal inbouwstation voor
I gasinstallaties
X in elk merk automobiel. X
l Garage Nijsse B.V.
Oostdijk 15 - Oude-Tonge
Tel. 01874-235-385
ir Het paard wordt verwisseld
met de auto
Indianen zijn de dupe van de opmars
der blanken
Amerika wordt wereldmogendheid
Ten koste van de Indianen.
Ontzagwekkende groei.
Industriële ontwikkeling.
blik op kerk
en samenleving
De Stille Omgang
Het mirakel van Amsterdam
Öemieuwde belangstelling
„Hernieuwde belangstelling voor de
Stille Omgang in Amsterdam", zo meld
den de krantekoppen in het midden van
de maand maart. Voor de negenstigste
achtereenvolgende maal trok de welbe
kende processie in het middernachtelijk
uur door de straten van de hoofdstad.
Welbekend, zeg ik, maar dat was ze bij
de jongere generatie eigenhjk niet meer.
In de vijftiger jaren liepen er nog bij
na 70-duizend mensen mee in de stoet,
maar dat aantal verminderde tot 5000
een paar jaar geleden. De laatste jaren
gaven ineens een flinke opleving te zien,
zó zelfs dat de processie opnieuw de
aandacht van de landelijke pers trok.
Waaraan hebben we die Amsterdam
se processie eigenlijk te danken? Dan
moeten we terug naar de Middeleeuwen,
toen op 15 maart 1345 het zogenaamde
„mirakel van Amsterdam" zou hebben
plaats gevonden. Het verhaal komt in
het kort hierop neer. In genoemde nacht
het was de dinsdag voor Palmzondag
was er op de plaats waar nu de
Nieuwe Zij ds Kapel staat, een ernstige
zieke, IJsbrand Dommer, die het sacra
ment der stervenden ontving. Enkele
ogenblikken later moest de man over
geven. De vrouw die hem verzorgde
wierp het braaksel in het open haard
vuur dat de hele nacht bleef branden
om de kamer te verwarmen. De volgen
de morgen ontdekte de vrouw dat de
hostie die de man had overgegeven on
geschonden in het vuur lag. Zij haalde
de hostie uit de haard zonder daarbij
haar handen te branden. Daarop legde
zij de hostie in een kist en waarschuwde
een priester die de hostie meenam naar
de kerk (de huidige Oude Kerk). Maar
de volgende dag lag de hostie weer in
de kist waarin de vrouw haar gelegd
had. Dat wonder herhaalde zich nog en
kele malen waaruit de priester opmaak
te dat het de wil van God moest zijn
dat op de plaats van het mirakel een
kerk zou worden gebouwd. Dat werd
dan de tegenwoordige Nieuwe Zij ds Ka
pel, in de Middeleeuwen steeds de „Hei
lige Stede" genoemd. Deze plek werd
het middelpunt van veel vrome devotie
en van vele wonderen.
Verschillende genezingen geschiedden
voor het altaar waarin de hostie werd
bewaard en na de brand van 1452, waar
bij ook de Nieuwe Zij ds Kapel werd
verwoest, kwam dezelfde hostie weer
ongeschonden tevoorschijn.
Dr. R. B. Evenhuis, die uiteraard ook
deze historie vermeldt in het eerste deel
van zijn standaardwerk „Ook dat was
Amsterdam", verhaalt ons dat vele
rooms-katolieken de mening zijn toege
daan dat de geweldige bloei van Am
sterdam in de Middeleeuwen te danken
is aan het mirakel van de heUige hostie.
Natuurlijk, de jaarUjlcse sacramentspro
cessie trok veel pelgrims die hun goede
geld meebrachten naar Amsterdam,
maar dat deed het 'm niet.
De roomsen zagen de economische
bloei van de hoofdstad veel meer als een
bevestiging van het wonder. En nog he
den ten dage zijn er vele roomse Am
sterdammers die beweren dat de hoofd
stad in de Tweede Wereldoorlog voor
oorlogsgeweld is gespaard gebleven van
wege de verering van de heUige hostie.
Dr. Evenhuis, die nimmer nalaat ons
zijn (reformatorische) visie op de ge
schiedenis te geven, merkt daarbij op
dat de verhalen rondom het mirakel be
ter bmten beschouwing kunnen bhjven,
„omdat voor hun historische be
trouwbaarheid geen enkel doorslaand
bewijs kan worden aangevoerd. Dat
zij indertijd gretig werden aanvaard
lag voor de hand, gezien de lichtge
lovigheid en de bijgelovigheid van
het gewone volk in de Middeleeuwen.
Het christendom was nog maar een
heel dun vemisje over een onder
grond van puur heidendom. De sa
cramenten werden beschouwd als
tovermiddelen en het gerucht van
datgene wat in de Heilige Stede ge
beurd zou zijn moest dus wel in
slaan".
Toen in 1578 Amsterdam overging tot
de Reformatie werd de sacramentspro
cessie uiteraard onmiddellijk afgeschaft.
Maar in 1886 werd ze weer In ere her
steld, echter nu niet meer als een open
lijke processie, maar als een StUle Om
gang. Het is opvallend dat er in een tijd,
waarin ook de rooms-katholieken in ons
land veel minder waarde hechten aan
wonderen, weer een hernieuwde belang
stelling is voor deze stille omgang. Is
het heimwee naar de dagen van „het
rijke roomse leven"? Of is het een stU
protest tegen de nieuwe koers van de
roomse kerk en de roomse theologie?
Het is duidelijk dat we als reformato
rische christenen noch met het één, noch
met het ander erg gelukkig zijn. Niet
met de nieuwe koers van de roomse
kerk, die hoe langer hoe meer in huma
nistisch vaarwater terecht komt, maar
evenmin met een herleving van het mi-
rakelgeloof, dat door onze vaderen stee
vast voor „Paapse superstitie" is gehou
den.
WAARNEMER.
Iedereen heeft er wel van gehoord,
ik bedoel van de steekpennlnigen, die
de liOCkheedlabriek in Amerika 'gege
ven heeft om daardoor grote toestelltn-
een te kunnen' uitvoeren. Terwijl ik dit
schrijf is de zaaik nog in onderzoek.
Daarna is er noig veel meer los ge-
teomen. Zo heeft Werkspoor het grote
bedrag van 30' miljoen gulden -aan Ar
gentinië gegeven om er een order van
258 miljoen te kunnen plaatsen. Ande
re bedrijven hebben eveneenig bekend
met stedEpenningen te hdbbenj gewerkt,
al beloopt het niet zulke grote bedra
gen. Het is een systeem dat geregeld
wordt toegepast. De naam steekpenning
gen zegt het al: iemand wat geld toeste
ken om daardoor veel mceer terug te
krijgen in de vorm van leveranties, goe
de .diensten, een mooie betrekking of
iets dergelijks. Bij het laatste zegt nnen
ook wel: je moet een kruiwagen heb
ben. Maar wat is er in het „ryden in
die kruiwagen" aan voorafgegaan? Mis
schien' ook wel met steekpenningen ge
werkt.
De wijze Salomo heeft gezegd dat er
niets nieuws onder de zon is. In dit
geval had hij zeker gelijk, want in een
oud boek met schetsen uit de Middel
eeuwen las ik een steekpenlngen-ge-
sdhiedenis uit het jaar 1323. Men sprak
toen nog niet over steekpenninigen en
niemand zag er iets verkeerds in. Het
verlhaal speelde zidh af in de provincie
Utrecht.
Jan van Diest
De foissch'Op van Utrecht was gestor
ven en niu had' men dus een nieuwe no
dig. Dat werd Jan van Diest, de proost
van Kamerijk, in het jaar 1323. Alleen
■ging dat niet zomaar, het heeft hem
duizenden 'guldens gekost. Er waren nog
twee candidaten eri .die moesten met
geld omgekoicht worden om afstand te
doen van hun rechten op de bisschops
zetel.
Een ervan was de bissdhop van Lu-
den, een beschermeling van de pausi
Het kostte Jan van Diest '2200 pond
zwarte Toumoysen om hem tevreden
te stellen, zodat hij niet meer meedeed
(een pond was in die tijd ongeveer 4V2
gulden waard).
De andere gegadigde was de proost
van Oudmunster. Hij rekende er al half
op dat hij benoemd zou worden en had
ES
5
liiiiiiflimiiiiraiiiiiiiiniininiiiiUJiiiraHigniiiifliHBni^^^^^
alvast de bissdhopszetel bezet en het
bestuur van het bisdom op zioh geno
men. Voor ruim 6000 pond werd hij uit
gekocht.
Nu was de paus bereid Jan van Diest
te benoemen. Maar het kostte hem 8000
gouden florijnen; aan legesgeld, looien
aan hoge dignitarissen, enz. voordat hij
zich in het vervolg bisschop van Utrecht
kon noemen.
Een bisschop was in die tijd niet al
leen een vcomsaae geestelijke, maar
ook een wereldlijk vorst. Soinmigen
konden 'beter vedhten dan kerkelijke
plechtigheden verrichten. De paus gal
hem. ring en staf als teken van het gees
telijk ambt, de keizer beleende hem met
de wereldlijke macht. Bisschop Jan van
Diest regeerde -over wat ongeveer de
tagenwoordige provincie Utrecht is (Ne-
dersticht genoemd) en over wat we nu
Overijsel noemen (Oversticht). Eert ge
bied tussen vijanden. Aan de ''ene kant
de graaf van HoUand, die begerig lonk
te naar het bisdom en geregeld pro
beerde zijn grenzen te verschuiven en
zijn graafschap uit te breiden. Aan de
andere kant de graaf van Geb-e (Gel
derland), die ook niet vies was van een
stukje grond ertiij.
Daarom gaf bisschop Jan van Diest
500 pond aan de stad Utrecht en ruim
2200 pond aan verschillende Utrechtse
burgers om deze invloedrijke onderda
nen te bewegen hem als heer te erken
nen. Ook had 'hij nog een oude schuld
van 800 pond van zijn voorganger te
betalen. Als Dom,proost van Ketmerijk
had hij igeldelijke verplichtingen; aan
gagaan van 1100 pond. Ook moest hij
30O0 pon'd betalen 'om verpande 'goede
ren in het Oversticht te lossen.
De Heer van Abcoude kreeg 20O0
pond, waarom 'kimnen we uit de reke-
rüngen niet opmaken, m.aar het ziülen
wel siteekpenningen zijn geweest om
diens trouw en gehoorzaamheid te ko
pen. 'De feestelijke intocht in Utrecht
kostte hem 2200 pond en dan zijn we
er ongeveer.
'•^ijn familie
Hoe moest 'hij deze vele duizenden
■guldens terug krijgen? Zijn onderdanen
zullen wel flink wat belasitlngen betaald
heibben'. Ook kon hij bezittingen in pand
geven -en betrekkin'gen verkopen. Hij
kon ook geld lenen bij de Lombarden,
de geldschieters uit die tijd. Daar schoot
je niet veel mee op, want deze ban
kiers vroegen soms 30 "/o rente voor hTin
mtgeleende geld.
Als ik lees dat hij in 1334 nog een
grote schuld had, vermoed ik dat zijn
schuld in de korte periode van zijn
regering (1323-1341) nooit is afgelost.
'Hij bracht ook een talrijke familie
mee, 'die hij gedeeltelijk moest onder
houden, maar waarvan sommigen 'hem
financieel geholpen hebben. Allereerst
zijn kinderen. Daar mioet u niet gek van
opkijken, dat was 'heel normaal in die
tijd. In de eerste 800 jaar van de Chris
telijke kerk zijn er 40 gehuv^de pausen
geweest en veel getrouwde bisschop
pen'. Later 'adviseerde men het celibaat
(de ongehuwde staat der geestelijken),
dat in 1139 op het 2e Lateraans conci
lie verpHdht werd gesteld. U weet mis-
sdhien, dat er tegenw^oiordig weer ver
zet komt tegen 'dit celibaat.
Bisschop Jan van Diest had een zoon
Jan en nog andere zoons, waarvan we
'de naam niet kennen. Ook kwam met
hem, mee zijn dochter Lisebet, later ge
trouwd met de weduwnaar Herman van
Laghe. Deize had uit zijn eerste huwe
lijk een dochter, die voor 200 Brabant
se marken uit het erfrecht werd afge
kocht. Zijn jongste 'dochter Willemette
woonde met haar moeder janikvrouw
Delye op het slot Ter Horst bij Hhenen,
waar de bisschop ook graag vertoefde.
Deze dochter is later getrouwd met jO'n-
ker Jahan van Woudenberch.
Zijn oudste broer Gerard, was heer
van Diest {ki Brabant) en ve'itoleef daar
meestal. Maar zijn andere broers Tho-
.mas -en Aemt ontmoeten we dikwijls
in de oimgevlng van de toisschop. Ze zijn
erbij sis er een akte gepasseerd wordt,
zijn getuigen bij het 'afleggen van -de re
keningen der amibtenareri. Herhaaldelijk
zijn ze borg voor hem. bij verschillen
de schuldeisers, eien enkele keer beta
len ze zelf zijn schuld.
Hetzelfde is het geval met zijn neefs,
de twee zonen van Maria, de zuster
van de ibissch'op: Willem van Aemt van
I.
„Vader, vergeef het hun, want zij
weten niet wat zij doen".
(Lukas 23 34a.)
II
Hij is het Lam Gods, de Knecht Zijns
Vaders, de Leeuw uit Juda's stam. Hij
is de Banier der volkeren Jes. 11 10. Hy
is de wens der heidenen. Hij is de Apos
tel onzer belijdenis zegt de apostel,
Hebr. 3 1.
Zijn bede is verhoord: want Zijn voor
bede is onafwijsbaar. Zie daar hangt Hij
aan het kruis tussen twee moordenaars;
En de ene, ook eerst Hem lasterende valt
voor Hem in, wij toch ontvangen straf
waardig hetgeen wD gedaan hebben,
maar -Deze heeft niets onbehoorlijks ge
daan. Hij veroordeelt zichzelf en recht
vaardigt God.
Dat zijn de vruchten van genade.
Want van nature is het ons juist anders
om, dan rechtvaardigen wij onszelf en
veroordelen we God. De moordenaar
'bad, omdat Christus het voor hem eerst
gedaan had. Ja God zoekt de ziel eer wij
Hem zoeken konden en wie Hem zoekt
is reeds van Hem gevonden.
Hij smeekt gedenk mijner als Gij in
Uw koninkrijk zult gekomen zijn en de
Heere heeft hem verhoord. Ik zeg u, he
den zult gij met Mij in het Paradijs zijn.
Daar staat een Romeinse hoofdman
aan de voet van het kruis, nog nooit
heeft hij zo'n kruiseling zo horen spre
ken en meegemaakt. En het gevolg? Hij
verheerlijkt God en sprak; waarlijk de
ze mens was Gods Zoon.
Daar, om nog enkele voorbeelden te
noemen, staat Petrus ^op de Pinksterdag
en drieduizend worden er tot God be
keerd op zijn prediking, wat moeten wij
doen om zalig te worden. Ook van hen
gold dat ze eerst geroepen hadden,
kruist Hem, kruist Hem.
Daar een Paulus op weg naar Damas-
kus. En door alle tyden en nu tot aan
de voleinding der wereld zal dit werk
doorgaan. Elke zondaar die een halt
wordt toegeroepen, door God tot Hem
bekeerd wordt is verhoring van deze
bede.
Dat is het loon op Zyn arbeid. Dat is
Hem beloofd Jesaja 53 12. Daarom zal
Ik Hem een deel geven van velen en Hij
zal de machtige als een roof delen, om
dat Hij Zijn ziel uitgestort heeft in de
dood en met de overtreders is geteld
geweest en Hij veler zonden gedragen
heeft en voor de overtreders gebeden
heeft.
Nu is Hij verhoogd, in Zijn hemels
Heiligdom ingegaan als bedienaar voor
Zijn kerk. Ps. 21. Zo leeft die Vorst al
toos, zo leeft Hij eindeloos, om voor hen
te bidden, hen te bewaren en te regeren.
Dit had niet mogeUjk geweest als HU
Zich niet eerst zo diep had vernederd,
waar zou Zijn kerk anders uit kunnen,
moeten leven? Hij is de voorspraak bij
de Vader, in alles verzocht geweest, om
een medeüjdende Hogepriester te kun
nen zlJn.
Geve de Heere dat we in aan- of
voortgang buiten de Heere en zijn voor
bede niet konden leven. Hij wendt Zich
tot het gebed desgenen die gans ont
bloot is, 't komt wel openbaar, hoedanig
ons leven is want de arme spreekt sme
kingen. Van nature zijn we rijk en ver
rijkt, zijn we vijanden Gods, kruisigers
van Christus, overtreders van Zijn Wet,
verachters van het Evangelie. Dat we
het leerden Inleven en bekennen, zonde
zou zonde worden en we zouden gaan
vragen om bekeerd, geleerd, geleid en
onderwezen te worden. Nu kan het nog
bij en door Hem, zoekt dan de Heere en
leeft.
De Heere moge de Zijnen veel hun
liefdeloosheid, blindheid, hoogmoed des
harten ontdekken, om Zijn voorbede ge
durig te benodigen dan wordt die on
misbaar maar ook dierbaar, want Zijn
voorbede: Vader vergeef het hxm is on
afwijsbaar, omdat Zij is rustende op
Zijn volkomen voldoening. Wie Hem
mist, mist alles, wie Hem tot zijn deel
heeft, bezit alles.
Y.
Ds. V. d. Poel.
10 april 1878. Een legerorder vaardi'gt
uit dat een zekere Comandhe tot be-
velvoarenid officier van het 7e regiment
■der Cavalerie wordt 'benoemid. Op zich
zelf zou dit geen merkwaardige 'gebeur
tenis zijn ais de Comanche een mens
was, maar Coananche was geen m^ens
maar een paardi
T.a.v. de toehandeling van het dier
werden er enkele regels vastgesteld. Het
paard 'kreeg een speciale stal, het zou
met door iemand meer 'bereden wor
den. Geen enkele aifceid zou het dier
meer behoeven te verrichten. En het
zo'U aan ieders parade moeten deelne
men, 'gezadeld en wel, begeleid 'door een
cavalerist, die, zelf te paard gezeten het
'dier 'bij 'de teugels moest nemien. Co-
manche moest bij elke gelegenheid een
rouwkleed dragen, want het paard was
de enige levende getuige van het bloed
bad aan de Little Big Hom rivier op 25
jimi 1876. Op die dag was het 7e regi
ment Cavalerie van de Verenigde Sta
ten, dat Fort Lincoln uit het Dakota
territorium binnenrukte, onder leiding
van Generaal Custer, vernietigend ver
slagen, do'or een krijigsmacht, bestaan
de uit de Cheyenne en Sioux-indianen.
Deze veldslag werd „Custers Laatste
Tegenstan'd" genoemd. In werkelijkheid
was de strijd echter de „Laatste' Tegen
stand van 'de' trotse Prairie-Indianen.
Reeds tijdens de Amerikaanse Bur
geroorlog ginig de expiansie in Westelij-
'ke richting door. In geweldigee aantal
len' trokken de pioniers over de prai
ries. De „Homestead Act" stelde het
Westen kosteloos 'open. Ieder kon een
stuk grond van 64 ha. krijgen. Dat daar
bij de oorspronkelijke bewoners, de In
dianen, volledig onder de voet werden
'gelopen, was blijiWbaar bijzaak. Voor 'de
zeer interessante maar primitieve cul
tuur van de Boodhuiden konden de pi
oniers niet het minste begrip opbren
gen. Hun optrekken naar Westelijke
richting, het verschuiven van de „fron
tier" werd bescih'0<uwd als het verplaat-
Bucstal, die een krachtige steun voor
hem, zlJn. Als beloning worden ze be
leend met 'goederen in het Oversticht of
met een belanigrij-k ;ambt.
De opvolger van bisschop Jan van
Diest in 1341 was de energieke Jan van
Aikel, een gunsteling van de graven
van HoUand, idie het bisdom Utrecht van
schuld wist te bevrij'den en het weer tot
aanzien te brengen.
Middelburg.
L, van Wallenburg.
sen van de beschaving. Ondanks de
overwinning van de Indian'en -bij Little
Big Hom rivier, waar generaal Custer
met meer dan 250 man totaal in de pan
werden gehakt, moesten de Indianen
toch het 'Onderspit delven. Bij Wotinded
Knee werd aan de Indianen' een neder
laag toegebracht. Maar toch was het niet
in de eerste plaats de militaire over
macht die de Indianen dwcaig zich in
de aangeweeen resen^ten terug te ta^k-
ken. De Indiaan leefde van de bison -
niet alleen als voedselvoorziening maar
ook als kledingvoorziening.
IMet 'de komst van 'de blanken en
vooral na het aanleggen van spoorlijnen
door het Indian'en-gebied werd het aan
tal bisons gedecimeerd. Als sport werd
vanuit rijdende treinen geschoten op het
voor de Indianen zo belangrijke vee.
Waren er in 1870 nog 7 miljoen bisons,
in 1833 waren er nauwelij'ks nog een
lOOO-tal over. Indianen', beroofd van hun
levensbehoefte, igaven de stryd op
In 1863 kwam de treinverbinding van
Oostkust tot Westkust tot stand. In Ca-
lifomië en later ook in Colorado en Ne
vada werd 'goud gevonden. Voorts nog
in Montana en Wyoming en in Zuid-
Dakota. De „gold-Rush" de „run" om
het goud, begon. Lelijke houten huizen
werden verenigd tot dorpen, die, zodra
het 'goud op was, weer werden verla
ten, de 'dorpen werden ,^ghast-towns".
Maar niet altijd vertrokken 'de 'goud
zoekers. Vaak bleven zij ter plaatse om
dat 'de aarde vruchtbaar was. Een boe
renbevolking ontstond. In Texas be
gon men met het laten igraizen van gro
te kudden vee op de vlakten.
Cowboys 'dreven die enorme kudden
maandenlang voort. Zij schiepen een
eigen folklore en spreken nu nog tot de
verbeelding van de mensen, die ho'uden
van avontuur en ro'mantiek. Tussen
1866 en 1888 werdenl niet minder dan 6
miljoen stuks vee van Texas naar de
hoogvlakten van Colorado, Wyoming en
Montana gedreven. Hoewel op de duur
het land werd afgegraasd bleef in Texas
veeteelt toch het middel van bestaan.
Ook landbouw ontwikkelde zich in
gunstige richting. Eindeloze maïsvelden
werden aangelegd in lowa. Even ein
deloze velden in Kansas. Hier en daar
een silo. Machines bewerkten het veld.
Planten, zaaien, oogsten, alles 'geschied
de machinaal. Methoden te'r bestrijding
van natuurrampen, sto'rmen, droogten
'koude, lnsektenp'la!^n, erosie, werden-
ontworpen. 'Op gebied van de land-
bouwontwikkelinig bezetten de Verenig
de Staten een eerste plaats in de we
reld.
De Amerikaanse aanpak had d© in
dustriële ontwikkeling in hoge mate be
vorderd. Het 'gebruik van ijzer, stroom
en electridteit nam snel toe. Een paar
voorbeel'den ter illustratie; in 1876 de
monstreerde Alexander Graham de te
lefoon. In 1880 werden Bdisons gloei
lampen in toenemende mate door de
burgerij gebruikt. Sdhrijfmaohines en'
rekenmachines deden hun intrede. Te
lefoon en krant veranderden Amerika
op radicale manier, later de film. Hol
lywood was in l&n al het centrum van
de film.
Heniry Ford ontwierp de T-ford,
waarvan hij er in 1912 een half miljoen'
produceerde. Wegen werden aangelegd.
De „Car-cavllisation", de „auto bescha
ving" ontstond. In 1903 waren de ge
broeders Wright de eersten, die er in
slaagden om 'de Kitty Hawk in iNoord
Carolina, een vliegtuig, 59 secO'nden in
de lucht te houden. De luchtvaart was
gestart. Op industrieel gebied waren er
de ongekroonde koningen: Andrew Oar-
nagie, staal, John Rockefeller; olie, van
der Bilt: spoorwegen, Geld-aristocraten.
Zij leefden op .grote voet. Positief hier
bij was het kimstschattén uit Europa
werden aangevoerd, en fondsen die de
wetenschap stimuleerden;. Ben nadeel
van het scheppen van „trusts" of „pools"
en 'gezamenlijfce verdeling van kapitaal
en technische vindingen.
Theodoire Roosevelt, die in 1904 werd
gekozen tot „first-man" kreeg de naam
van „trust breker". Maar meer dan dat
'bereikte hij veel met het aanwenden
van de natuurlijke hiüpbronnen van het
immense land. Zyn zogenaamde „con
servation" program" werd een succes.
Erosie werd bestreden stuwdammen
voor het 'opwekken van goedkope ener
gie werden gebouwd.
Toen al maakte Roosevelt zich zorgen
om het ©erwnaal opraken' van delfstof
fen als kolen, ijzer, olie en gas.
Na Roosevelt kwam Woodrow Wil
son, de eerste president uit het Zmden.
Hy kwam. van Virginia en in Prince-
town, 'de universitetitsstad, was hij in
'de politiek gegaan. Hij werd gouverneur
van New Jersey. In de Clayton Act een
strenge wet tegen de trusts zette hij in
zekere zin het werk- van Roosevelt
voort.
M 1917 nam Amerika deel aan de
strijd in Europa aan de zijde van de
geallieerden, Amerika maakte zo een
einde .aan 'de Eerste Wereldoorlog. Ame
rika begon een rol te spelen in de we
reldpolitiek.
(Nadrwk verboden)
OUDDORP
Paasinlevering Vahantlehonnen v.d.
Landbouw. Van vrijdag 9 .april tot en
met vrijdag 16 april kunnen weer Land-
bouwb'onnen worden ingeleverd tot een
bedrag van 500j(gulden bij D. v. d.
Linde, Julianaweg 22, Ouddorp.
VERVOtiGVEBHAAI.
door Jan Knape M-znu
31
EEN HOOFDSTUK UIT DE
GESCHIEDENIS VAN DE ARMEN-
ZORG OP HET EILAND,
Het kan best zijn! De
■geschiedenis van de bekeerde moorde
naar aan het kruis zou ook op een
scheiirkalenderblaadje vertelt kimnen
worden, zo weinig wO'Orden zijij er voor
nodigWe kunnen de Dood wel uit
onze gedachten bannen, maar niet uit
ons leven!
De dode, 'die de Kerk 'en de dominee,
die God niet nodig had gehad in zijn
leven, werd begraven. De dominees
voeten schuifelden mee achter de lijk
baar en mijn voeten schuifelden mee,
want ik had enige jaren lang met de
gestorvene 'samengewerkt in het Be
stuur van een' Vereniging. De klanken
van de torenklok vielen zwaar neer in
de straten.
Op het sterfhuisi had 'de dominee ge
sproken over de 'kortheid en ijdelheid
van het menselijk leven, over zonde
en genade. En hij zou dat aan het 'graf
nog eens doen. Aan het graf zou hij nog
een 'groter gehoor hebben, want in een
dorp zijn er altijd mensen, die graag
komen luisteren wat daar zoal .gezegd
wordt. Eerst >geelt de Lijkebidder het
'Woord aan vriendenl en bekenden. Die
maiken daar al naar de mate hiinner
vrijmoeidigheid korter of langer gebruik
van. Ze brengen in herinnering al het
goede, dat de overledene in zijn leven
gedaan heeft. Er worden alleen igoede
mensen begraven, daarom zegt een ge
ijkt© uitdrukking „van de doden niets
dan goeds." Als er iets verkeerds ge
weest is in het leven van den do'de
dan wordt dat aan zijn graf in geen
'geval opgerakeld. Er zijn sprekers, die
ziöh aan het einde van hun speech
over de igrafkull heenbuigen om de ge
storvene nog te igroeten en) dank te zeg
gen voor 'de genoten vri'endschap en
voor alles wat daarbij behoort. Ik heb
dat altijd erg armoedig (gevonden. En
het aal voor een dominee wel 'moeilijk
recht te breienIk vrees, dat ze aan
de Universiteit geen onderricht hebben
gekregen hoe ze zulke zaakjes m'oeten
opknapi>en. Dat zal de praktijk des le
vens hen geleerd hebben.
Ik 'heb niet altijd waarderi'ng 'gehad
voor 'die evangeliserende dominees.
iEferst op rijpere leeftijd ben ik langza-
meriiand gaan 'begrijpen, dat de'dominee
van de gelegenheid gebruik maakte om
de onkerkelijke begralenisgangersi te
waarschuwen voor het 'onheU, 'dat ze te
gemoet holden als ze Jezus niet zodhtën
als een Borg en Middelaar bij den Va
der. En dat ze eenmaal rekenschap zou
den moeten afleggen voor het leven,
dat ze hier op aarde geleefd hadden,
want 'Ook voor hen zou eenmaal het uur
van sterven komen. De 'genade en' de
vergiffenis werd hen heden nog aange
boden, die moesten ze aannemen: in de
dag 'des oordeels zou deze begrafenis
nog tegen hen 'getuigen!De troost
voor de achtergeblevenen kwam 'helaas
wel eens in het gedrang. Ik kan dat de
'doiminees niet kwalijk nemen, want men
kan .alleen troosten met de Bijbel in de
hand. En als men die Bijibel alleen:
nodig heeft om een „nette begrafenis"
te organiseren, dan 'kan er weinig troost
geput worden uit het „Grote BO'ek",
zoals deze mensen -de Bijbel dan nog wel
noemen wiU'enOnze Vaderlandse
dichter Vondel die helaagi zoi weinig
meer gelezen wordt heeft het igoed
beigrepen; toen hij zijn vriend Gerard
Vossi'US troostte om het verlies van een
zoon. Hij schreef hem: „Ay, staeek dees
ydle tranen wat J En offer, welgetroost
en blij, Den alletrbesten Vader vrij
Het puyck van uwen aerdsohen schat.
Maer niet, wanneerse, ryck gelaen,
Uyt 'denl verbolgen Oceaan In een be-
houde haven landt. Men klaagt,
indien de balsem stort, Om 't spil
len van den dieren reuck, Maer
niet, Soo 't glas bekoomt een breuck,
Als 't edel nat .geborgen wordt.
Waaruit men kan concluderen, dat
'men niet bepaald predikant behoeft te
zijn om troostrijke wo'orden te sprekenl.
Maar 'de Bybel heeft men er wel bij
nodig, want dat Bosk wijst alleen de
weg naar -de veilige haven. En de Oce
aan van ons leven is nog altijd zo on
stuimig
Als feuilletonschrijver heb ik mij
voorgenomen om een schets te geven'
van het leven van zo ongeveer een hal
ve eeuw (geleden. Sporen daarvan 'vindt
men in onze dagen nog terug. Ik kan
het nog anders en beter zeggen: men
kan 'het gebeuren van onze tijd niet
verstaan als men niets afweet van die
vroegere jaren. D'aarom vertel ik ervan:
van wat ik zelf ibeleefd heb', van wat
oude anensen die er mij van verteld
hebtoen, van wat ik er van (gelezen heb
in stukgelezen boeken; en vergeelde pa
pieren.
'Misschien heeft 'de lezer wel eens ge
dacht, dat de schrijver van zajn onder
werp is afgedwaald. Laat hij geduld
hebben, het zal blijken dat het ene ver
haal in 'het andere past zoals de stukjes
gekleinsd papier in een m;oeilijke leg-
puzle
Het menselijik leven is een eenheid,
maar het valt wel in versdhUlende fa
cetten uiteen. Niettemin behoren die fa
cetten bij elkander. Het sociale en po
litieke leven van toen en ook van
nu I is onlosmakelij'k veifbonden aan
de godsdienstige opvatting der mensen.
ook al Wordt (dat vaak anders 'beweerd.
Daarom 'ben ik over „begrafenissen" nog
niet klaar met vertellen.
Ik heb families gekend, die het niet
nodig vonden, dat ©en dominee aan de
'begrafenis te pas kwam. De Lljkebid-
(der en de Afleigster moesten er maar
voor zorgen, dat aUes een 'ordelij(k ver
loop had. Daar werden ze voor betaald
en ze hadden ervaring.
Het kwam hierop neer, dat de (geno
digden op het sterfhuis elkander zwij
gend zaten aan te kij'ken. Nu en dan
keek men verstolen op zijn horloge
Wie 'het (anders 'gewend was realiseerde
zidh, dat deze mensen totaal met God'
en Godsdienst gebroken hadden. Daar
waren meestal verschillende redenen
voor, want men kwam dit tegen onder
rtjk en armAls men toevallig naast
een bekende kwam te zitten' begon men
een fliaisterend 'gesprek; over de dode,
die een mooie leeftijd had (bereikt of
„jong weg was"; zulks naardat het ge
val was. En men overwoog wat er van
de nabestaanden worden moest, ook al
naar dat het geval was. Men was er
meestal gauw over uitgepraat. Dan was
er rdets anders meer om. de tyd door
te komen dan stil voor zich vat te sta
ren of het gesprek te (brengen op het
weer; 'op de veldvruchten, die er goed
of slecht voorstondenOnderwijl
serveerde de Aflegster koffie en er was
gerommel van kojspen en sch'Oteltjes
De Lijkebidder kwam vragen wie van
de aanweziigen! nog afscheid wilde ne
men van de overledene. De naaste fa
milie deed het, en enkele 'goede kennis
sen. Er was enig rumoer in de kamer,
van begrafenisgangers, die van hun
stoelen opstonden om wat ruimte te ma
ken zodat men kon passeren. De lijk
kist stond in een zijkamertje of in een
achterkamer als men enigszins ruim
behuisd was. Door 'de halfo'pen kamer
deur kwamen jammerklachten en het
(geluid van snikken. Men; kwam terug
onet zakdoeken voor het (gezicht. Buiten
de kamerdeur, die nu dichtgetrokken
was, klonk gestommtOl en het geluid
van zachte stemmen: de dode werd uit
gedragen
Dan kwam de Lijkebidder, die later
Bedienaar 'der begrafenissen zou gaan
heten, om met zangerige stem aan te
kan(digen, „dat de tijd was aangebroken
om de dienbare overledene (grafwaarts
te dragen." In mijn jeugd 'kende men
nog geen lijkkoetsen en nog minder
lijkautoos in deze dorpen. De lijkbaar
werd door mannen gedragen', soms op
de schouders, soms aan de hand.
De Lijkebidder ston'd bij de deurope
ning, in zij'n hand de hoge hoed met de
kreppen sliert die als een rouwvlag af
hing, en een papier waarvan hij namen
las. Ieder hield zidh (gereed, men had
de hoge hoed al van onder de stoel ge
vist, waarop men gezeten had.
(Wordt vervolgd).