Martijn Lindhout wil rustiger
worden, aan de bal en verbaal
Voetballen met vrienden heeft
Perry Potappel lang gemist
'Tegenstanders moeten weer
ontzag voor Vosmeer krijgen'
Leonard Quist moet vaker scoren
en minder gele kaarten pakken
Nieuwe competitie
begint 3 september
Donderdag 1 september 2011 EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT 15
Leerschool
Vloeken
Creativiteit
Spagaat
Een jaar derde klasse was goede leerschool voor Smerdiek
Loopvermogen
Versterking in breedte zal bij Stavenisse weinig veranderen
Verliezen
Televisie
Derde klasse blijjt voor SPS een zaak van lange adem
Michel Nelen en John Aarnoudse: trainers tegen wil en dank
Wolken
Goede mix
Slimmigheidjes
Toekomst
De voetbalcompetitie 2011/2012 begint zaterdag 3 september.
Na de derdeklassers kijkt de Eendrachtbode deze week vooruit
met de standaardteams in de vierde en de vijfde klasse. Martijn
Lindhout van Smerdiek, Leonard Quist van SPS, Perry Potappel
van Stavenisse en het tijdelijke trainersduo John Aarnoudse/Mi-
chel Nelen van Vosmeer blikken vooruit.
met vaak slechts drie verdedigers,
volgde het herstel. Lindhout werd in
de nieuwe opzet getransformeerd van
centrale middenvelder naar linksach
ter. Ook op die stek kon hij aardig uit
de voeten. ,Jk heb behcxirlijk wat
loopvermogen, een goeie basiscondi
tie en kon geregeld bijsluiten als extra
middenvelder." Het lukte Smerdiek
niet om zich te handhaven, ook al
door de vier strafpunten die de voet
balbond oplegde na een incident in
het duel met het Tilburgse SVG.
Lindhout wil zich niet verschuilen
achter die sanctie. „Bijna alle punten
hebben we thuis gepakt. Uit kwamen
we er vaak niet aan te pas."
Volgens Lindhout is het geen vanzelf
sprekende zaak dat Smerdiek in de
vierde klasse meteen weer meedoet
voor de titel. „De indeling van nu is
zwaarder dan twee jaar geleden. Er
zijn meer ploegen die meedoen voor
de bovenste plaatsen, van SKNWK
en ZSC tot De Fendert. Ook van de
mindere ploegen moet je altijd maar
zien te winnen. Als we het balletje la
ten rondgaan, lukt dat wel. Maar het
wordt voor ons nog moeilijk ge
noeg." Lindhout rekent wel op een
positie in de bovenste regionen.
„Smerdiek hoort thuis bij de eerste
vier. En als het dan goed uitpakt, kun
je ook eerste worden."
Het niveau op de trainingen geeft
Lindhout moed. „De derde klasse is
voor ons een goede leerschool ge
weest. Onze balcirculatie is sneller
geworden. We moeten het goede ge
voel van eind vorig seizoen meene
men naar de nieuwe competitie." De
selectie van Smerdiek is grotendeels
ongewijzigd. Alleen de beschikbaar
heid van Duncan Weeland is vanwege
studie een vraagteken.
Stiekem hoopt Lindhout weer op een
plekje in de middenlinie. „Ik kom nu
eenmaal graag veel aan de bal." On
geacht zijn positie in het elftal, wil hij
vooral rustiger worden. Aan de bal en
verbaal. ,Jk ben nog veel te wild in
mijn spel. Ik schiet de bal vaak veel te
snel naar voren en lever dan in bij de
tegenstander. Ook met mijn mondje
moet ik rustiger worden. In het vuur
van het spel gooi ik er van alles uit.
Mijn vader staat altijd langs de kant
en schaamt zich soms voor me. Dat
heb ik goed in mijn oren geknoopt."
Voor de buitenwacht is het ver
rassend dat hij nog altijd bij Sta
venisse speelt. Perry Potappel
(18) heeft al een heel voetballeven
achter zich. Ooit droomde hij van
een bestaan als prof. Ondertussen
dreigt het talent van weleer in de
kelder van de vierde klasse te ver
kommeren. Zelf weet Potappel
ook dat hij een doodlopende weg
is ingeslagen. „Het lijkt wel of ik
elk jaar slechter word."
Het is een zelfbewuste jongen die
zijn verhaal doet. In goed gekozen
woorden legt Potappel uit hoe hij in
het leven staat. Wat hij wil, en vooral
ook wat hem niet zint. Het hart op de
tong. Eerlijk. Wat hij denkt, zegt hij.
Het is een houding waarmee je door
gaans geen vrienden maakt. Niet in
het leven van alledag, en niet in de
voetballerij. Ook met zijn trainer Jaap
Knop botste hij vorig seizoen regel
matig. De strijdbijl is inmiddels be
graven. „Maar mijn beste vriend zal
hij nooit worden."
Het is een opmerking die de jonge
Potappel typeert. Voetbal is altijd zijn
leven geweest. Vader Pim Potappel.
zelf trainer, was zijn grote inspirator.
Pa had het beste met hem voor. Al op
jonge leeftijd verkaste zoonlief naar
RBC Roosendaal. Tweeënhalf sei
zoen maakte hij deel uit van de
jeugdafdeling van de profclub. Hij
kijkt niet met veel plezier terug op
zijn Roosendaalse jaren. Faalangst,
vooral dat heeft hij aan die periode
overgehouden. „Als je een kans mis
te, kreeg je de huid vol gescholden, in
de rust of na afloop." Tot op de dag
van vandaag werkt het door. ,Jk moet
meer egoïstisch zijn voor de goal. Als
het er op aan komt, leg ik te vaak het
balletje breed." Soms is alles verwar
rend. „Op het middenveld moet ik
juist socialer worden. Meer de com
binatie zoeken met mijn medespelers.
Daar wil ik het teveel alleen doen."
Vaak voelt hij zich onbegrepen. ,Jk
kom het beste tot mijn recht achter
twee spitsen die slimme loopacties
maken. Maar die zijn er niet bij Sta
venisse. Nu geef ik vooral steekbal
len die niet worden begrepen."
In Roosendaal ging Potappel door de
achterdeur weg. Met name met zijn
trainer Jurriaan van Poelje lag hij
overhoop. Hij voelde zich bescha
digd. De details van de affaire doen
er niet toe. Bij Halsteren, en later de
Zeeuwse talentenptxd JVOZ, pro
beerde hij de draad op te pakken.
Een seizoen bij Smerdiek volgde. Op
het eigen dorp kon hij niet terecht. Te
jong voor de senioren, geen jeugdelf-
tallen in zijn lichting. WHS, dat leek
hem wel wat. Totdat hij meer te we
ten kwam over zijn beoogde team.
,Jn dat elftal zaten jongens met een
drugsprobleem. Daar wilde ik niet
bij horen." Dus werd het Haestinge.
Maar ook daar werd hij niet geluk
kig. „Smerdiek, nee, dat zijn mijn
mensen niet."
Inmiddels heeft hij er twee jaar bij de
club van zijn eigen dorp opzitten.
Met wisselend succes. Vorig jaar
speelde de jonge aanvaller aanvan
kelijk de sterren van Se hemel. Met
Hij komt uit een echte voctbalfa-
milie. Vorig seizoen groeide Leo
nard Quist (23) als controlerende
middenvelder van SPS uit tot een
speler die belangrijk is voor het
team. Het mislopen van de na-
competitie was een teleurstelling.
Voor het komend jaar zijn de ver
wachtingen bescheiden, ook al
omdat enkele steunpilaren zijn
weggevallen. „Maar een plaats bij
de eerste vijf moet voor ons moge
lijk zijn."
Voor wie er aan twijfelde: hij is de
zoon van Maarten Quist, de vroe
gere arbiter en later grensrechter
bij SPS. Quist senior maakte de
hoogtijdagen van de club nog mee.
De jaren dat SPS een klasse hoger
acteerde en naam maakte met tech
nisch verzorgd spel. Leonard kent
die periode enkel maar van de ver
halen. Thuis aan tafel. In de kanti
ne. Het voetbal is hem met de pap
lepel ingegoten. Ook zijn broer
Martin stond bekend als talent, tot
dat blessures hem achteruit wier
pen. Vorig seizoen viel het scorend
vermogen van Martin op in het
tweede elftal. Bijna werd hij club
topscorer. Stiekem hoopt Leonard
op een rentree van zijn broer.
„Want we hebben natuurlijk nogal
wat doelpunten ingeleverd."
Hilbert van Akkeren vertrok naar
WC '68. Routinier Michel Lis-
seveld stopte en maakt nu deel uit
van de technische staf. Goaltjesdief
Willem Bevelander is naar ver
wachting pas medio oktober weer
fit. Kortom, er zijn vacatures in de
voorste lijn bij SPS. Martin Quist
is een optie, er zijn talentvolle juni
oren die de overstap maken en ook
van iemand als Ramon Voshol wor
den meer doelpunten verwacht.
Meer dan voorheen zal er ook ge
keken worden naar Leonard Quist,
vorig seizoen goed voor zes
treffers. Voor een speler op zijn po
sitie geen slecht cijfer. Zelf denkt
hij daar anders over. „Ik heb be
hoorlijk wat diepgang in mijn spel,
heb ook geweldig veel kansen ge
kregen, maar er onnoemelijk veel
gemist. Ik moet voor de goal effec
tiever worden." Quist ziet nog
meer minpunten in zijn spel. „Ik
heb vorig jaar teveel gele kaarten
gepakt. Dat moet juist minder wor
den."
Onder trainer Gerard van Zalinge
maakte hij destijds zijn debuut in de
hoofdmacht. Een ventje van vijftien
was hij nog maar. Een schuchtere
verdediger. Zijn loopbaan stagneer-
Hct liefst zagen ze vandaag nog
een gediplomeerde trainer voor
de groep staan. Maar dat belet
Michel Nelen en John Aarnoudse
niet om samen de schouders on
der het zondagteam van Vosmeer
te zetten. Nelen (30) stopt zelfs tot
nader order als actief speler. De
29-jarige Aarnoudse blijft wél het
doel verdedigen. Een bijzondere
constructie, uit nood geboren. Het
trainersduo hoopt dit seizoen met
Vosmeer een stap vooruit te zet
ten. „We willen aansluiting krij
gen met de middenmoot."
Onder de vorige trainer Adrie Ca-
pelle, ook al iemand uit eigen kring,
zette Vosmeer na de winter een ster
ke reeks neer. Het piepjonge team
eindigde in de vijfde klasse niette
min in de onderste regionen. Zoals
het dat al jaren doet. Capelle had
toen al besloten dat het tijd werd
voor een opvolger. In de zoektocht
naar een nieuwe kandidaat werden
Nelen en Aarnoudse als routiniers
door het bestuur gevraagd om rond
te kijken. Namens de jonge garde
sloot Ricky de Klerck aan. In de
praktijk viel het niet mee om moge
lijke trainers te interesseren. Voor
een deel had dat te maken met fi
nanciën. „We hebben ten slotte ook
een zaterdagteam. Twee betaalde
trainers is voor een vereniging als
Vosmeer teveel van het goede."
Het resultaat: Nelen en Aarnoudse
werd gevraagd de honneurs waar te
nemen. Als echte clubmensen re
ageerden ze positief. Nelen, in de
jeugd nog voetballend bij Tholense
Boys, heeft zijn draai bij Vosmeer al
lang gevonden. Zijn metgezel is de
zoon van oud-eerste elftalspeler Dré
Aarnoudse, en is van moederskant
een Vaders. Met dat soort antece
denten zet je de schouders eronder
als de clubje vraagt. ,Jn goed over
leg zijn we tot deze oplossing geko
men. We moesten ten slotte begin
nen met de voorbereidingen op het
nieuwe seizoen. Maar we hopen
nog steeds dat er iemand van buiten
komt."
Samen hebben ze goede afspraken
gemaakt. Ook al omdat Nelen door
zijn werk in de ploegendienst bij
Philip Morris niet op alle trainingen
aanwezig kan zijn. In het verleden
heeft het duo al bewezen samen
goed door één deur te kunnen. Ooit
waren ze beiden keeper en stonden
ze om de week in het doel. Volgens
Aarnoudse, in het dagelijks leven
ambtenaar bij de gemeente Rei-
merswaal, zonder problemen of on
derlinge wrijving. „Op een gegeven
moment is Michel veldspeler ge
worden. Vanwege spelersgebrek en
omdat we meer body op het mid
denveld nodig hadden."
Nelen neemt voortaan op zondag
Martijn Lindhout:Smerdiek hoort thuis bij de bovenste vier."
Ondanks zijn jonge leeftijd heeft Martijn Lindhout (19) bij Smerdiek al
van alles meegemaakt. Een kampioenschappen degradatie en een ziekte
die hem lang aan de kant hield. Een op de training gebroken pols zorgde
vorig seizoen voor nog meer tegenslag. Zijn persoonlijke doelstelling
voor de nieuwe competitie is dan ook begrijpelijk. ,Jk wil gewoon fit blij
ven en alle wedstrijden spelen. Dan ben ik een tevreden mens."
Het is een verstandige jongen die
praat. Martijn Lindhout staat aan de
poort van de volwassenheid. Van de
zomer voor het eerst zonder zijn ou
ders op vakantie. Naar Lloret de
Mar, met vrienden. Deze maand als
eerstejaars naar Hogeschool Zee
land, sport- en bewegingseducatie.
Een bewuste keuze. Sport is zijn
lust en zijn leven. Daarom ook
kwam de ziekte van Pfeiffer in zijn
eerste seizoen bij de senioren zo
hard aan. Lindhout had tot dan in
druk gemaakt op het middenveld
van de blauw-zwarten, met zelfbe
wust spel en veel gevoel voor de
bal. Insiders was het meteen duide
lijk: hier speelt een echte voetballer,
een talent. En toen kwam Pfeiffer
om de hoek. „Natuurlijk had ik het
daar moeilijk mee. Je ziet je maatjes
spelen en daar wil je tussen staan."
Het kampioensjaar van Smerdiek
moest hij grotendeels vanaf de zij
kant volgen. „Gelukkig kon ik nog
meedoen in de kampioenswedstrijd.
Maar op het feestje na afloop heb ik
me rustig gehouden. Ik ben ook
vroeg naar huis gegaan."
In feite is hij nog altijd herstellende
van de ziekte. „Ik moet goed naar
mijn lichaam luisteren. Na een zwa
re training heb ik de andere ochtend
vaak last van mijn schouder en ge
wrichten. Dat past bij het beeld van
de ziekte."
Dit wordt geen verhaal van kommer
en kwel. Martijn Lindhout staat volop
in het leven. Vrijwel dagelijks.trapt hij
tegen de bal. Met vrienden, in een
hoekje op Haestinge. Leuke dingen
doen met Cynthia, sinds drie jaar zijn
vriendin. En hij verdient een centje
bij, met vakken vullen in een van de
plaatselijke supermarkten.
Vorig jaar proefde hij aan het voetbal
len in de derde klasse. Een mooie er
varing, hoewel Smerdiek degradeer
de. „We kwamen te laat op gang.
Aanvankelijk hadden we het moeilijk.
We moesten wennen aan de hande
lingssnelheid op dat niveau, en aan de
stevige duels." Halverwege het sei
zoen gooide trainer Cees Stoutjesdijk
het roer om. In een andere opstelling.
Achttien punten halen is het keerpunt", zegt Perry Potappel.
weergaloze passeeracties en mooie
doelpunten maakte hij indruk. Tot de
klad er in kwam. Ook al door de on
min met Knop. Jaap heeft zeker
meer verstand van voetbal dan zijn
voorganger. Ik heb vooral moeite
met zijn woordgebruik. Ik vind niet
dat je moet vloeken tegen je spelers,
zeker niet met gereformeerde jon
gens in het elftal." De zaak escaleer
de, waarbij ook zijn ouders als trou
we supporters betrokken raakten.
Beiden keken de betreffende wed
strijd niet uit.
Thuis werd er voor dit seizoen ook
op aangedrongen om voor WHS te
kiezen. Ko Stoutjesdijk, de nieuwe
trainer in Sint-Annaland, informeer
de naar zijn interesse. Potappel hapte
niet toe. „Natuurlijk is WHS een
stapje hoger. Maar op zich heb ik het
hier ook leuk. Voetballen met vrien
den, dat heb ik lang gemist. Om dan
na twee jaar weer weg te gaan, leek
me geen goed plan. Ik zou het gevoel
hebben dat ik de jongens in de steek
liet."
Potappel heeft zijn keuzes gemaakt
in het leven. Hij wil iets betekenen
voor de maatschappij. Daarom ook
gaat hij zich op het Cios toeleggen
op een opleiding tot sociaal bewe
gingsagoog (SBAW). Lesgeven aan
gedetineerden en moeilijk opvoedba
re jongeren, dat is zijn toekomst.
„Mensen de kans geven om zich te
rehabiliteren, ook al hebben ze fou
ten gemaakt. Met sport en beweging
als instrument. Daar voel ik me wel
door aangetrokken."
Met zoveel bagage zou je verwach
ten dat Potappel in de kleedkamer tot
de leiders hoort. Toch is dat volgens
hem niet het geval. „Ik speel vaak
met iemand als Erik de Rijke in de
buurt. Dat is een jongen die nog niet
zo lang voetbalt. Hem geef ik wel
eens wat aanwijzingen. Maar verder
sla ik niet met de vuist op tafel om te
zeggen hoe het moet." Waar hij wél
slecht tegen kan, is roddel en achter
klap. „Vorig seizoen was er onder
ling genoeg onvrede over de speel
wijze en de aanpak. Maar in de
kleedkamer hield bijna iedereen zijn
mond dicht. Daar heb ik dan weer
moeite mee."
Potappel heeft bij Stavenisse zelfs le
ren verliezen. „Het is gek, maar het
went. Bij RBC was er altijd een graf
stemming na een verloren partij. Nu
maakt het me niet meer zoveel uit.
Het is de manier waarop je verliest,
die telt. En tegen wie. Soms worden
we kansloos van de mat gespeeld.
Daar heb ik geen moeite mee. Het is
anders als we bijvoorbeeld met 3-2
verliezen tegen SPS, zoals ons vorig
seizoen overkwam. Na afloop heb ik
dan nog steeds hoofdpijn, net als
vroeger."
Bij Stavenisse ziet Potappel komend
seizoen weinig veranderen, hoewel
de ploeg met het weer beschikbaar
zijn van Patrick van Haaften en de
rentree van Mattias Moerland in de
breedte sterker is geworden. In het
door de technische staf beleden
groeiproces gelooft hij niet zo. „Om
werkelijk een stapje vooruit te zetten,
heb je ten minste een jaar of vijf no
dig." Hij wil niet afgeven op de kwa
liteiten van zijn medespelers, hele
maal niet. „Eigenlijk train ik nooit
lekker. We lopen teveel rondjes. Posi
tiespelletjes zijn bij ons geen succes,
ledereen doet zijn best. maar het is en
blijft natuurlijk wel vierde klasse."
Soms fleurt hij op, in het schoolteam
van het Cios of met de Thoolse selec
tie. „Natuurlijk kom ik meer tot mijn
recht met betere voetballers om me
heen. Maar ik moet niet zeuren. Ik
heb nu eenmaal deze keuze ge
maakt." Een weddenschap met zijn
vader maakt de verwachtingen van
Potappel met Stavenisse duidelijk.
.Achttien punten halen is het keer
punt. Als het er minder zijn, moet ik
mijn ouders mee uit eten nemen. Zijn
het er meer, dan krijg ik een nieuwe
televisie."
Michel Nelen (links) en John Aarnoudse wil met Vosmeer aansluiting krijgen met de middenmoot.
plaats op de bank en wordt eindver
antwoordelijke. Een rol als 'playing
captain' ziet hij niet zitten. „Dat is
gewoon niet praktisch. Ik wil me
zelf niet in de basisopstelling zetten.
Dan kom je onvermijdelijk in een
spagaat terecht. En voor de wed
strijd moetje als trainer van alles re
gelen. We zitten ook zonder elftal
leider en vaste grensrechter, om
maar wat te noemen. Ondertussen
zou je dan ook je warming-up moe
ten doen. Op die manier schiet het
niet op. Dit is voor iedereen veel
duidelijker."
Over de oefenperiode zijn beide
trainers niet ontevreden. „We heb
ben nooit minder dan achttien men
sen op de training gehad." Natuur
lijk viel het in de praktijk niet altijd
mee om boeiende oefenstof te bie
den, erkent Aarnoudse. Je hebt je
eigen ervaring als speler, je zoekt
wat op internet, maar het blijft soms
behelpen. Ik herinner me nog wel
een oefening die er in theorie leuk
uitzag en in de uitvoering verschrik
kelijk tegenviel. Op dat moment
stonden er vijftien jongens naar de
wolken te kijken. Daar leer je dus
van."
Moeite met hun nieuwe rol hebben
ze niet. „We waren al de twee oud
ste spelers in de groep. Dan heb je
vanzelf al een andere positie. Het
kan misschien juist wel goed uit
pakken. Omdat we de jongens op
een andere manier kennen, als me
despeler. We hopen dat de groep er
daardoor nog wat extra energie in
wil stoppen. Ze moeten in deze situ
atie nóg meer hun verantwoording
voelen."
Eén ding hebben Nelen en Aarnoud
se in ieder geval al bereikt: de loya
liteit van ervaren spelers. Om uit
eenlopende redenen was in de
periode x»nder Capelle een handvol
potentiële basisspelers afgehaakt.
Onder andere Danny Istha, Denny
Brusselaars, Arjan Verkamman en
Pascal Zwegers stelden zich weer
beschikbaar. „We hebben die jon
gens gewoon gebeld. In de oude si
tuatie was dat blijkbaar niet moge
lijk."
Het duo is blij met de komst van
meer door de wol geverfde spelers.
„Het afgelopen seizoen heeft bewe
zen dat we meer rust in het elftal no
dig hebben. Jongens die de bal net
even wat langer vasthouden. We
hebben jong talent genoeg. Maar
het evenwicht was zoek. We denken
dat we nu een goeie mix tussen oud
en jong hebben, met meer voetbal
lend vermogen."
Nelen hoopt dat het zelfvertrouwen
in de nieuwe samenstelling groeit.
„Vorig jaar stapten we nog als bleue
mannetjes het veld op. We mogen
gerust wat meer arrogantie uitstra
len. De borst moet vooruit. Tegen
standers moeten weer ontzag voor
Vosmeer krijgen."
„Van SPS geen wonderen verwachten in het nieuwe seizoenzegt Leonard Quist.
de door een meniscusblessure. Will
Raats en Rien Voshol zagen in hem
vooral een back. Ook op die positie
voelde hij zich thuis. „Ik stond er
om voetbal van achteruit in de ploeg
te krijgen." Peter van Poortvliet zet
te hem vorig seizoen in de as, waar
door hij een meer centrale rol in het
team kreeg toebedeeld. Quist greep
de kans met beide handen aan. En
voegde creativiteit toe aan het elftal.
„Ik ben nu eenmaal niet iemand die
tevreden is met een bal afpakken en
zo snel mogelijk inleveren."
Zijn daadkracht bracht hem vaak
diep in de vijandelijke linies. „Dat
is nu eenmaal de aard van het beest
je." Toch is er het besef dat hij moet
doseren. De goede momenten kie
zen, daar gaat het volgens hem om.
„Ik moet minder risico in mijn spel
leggen."
De teamprestatie van SPS had vo
rig seizoen beter gekund, zegt
Quist. Eerst was het weruien aan de
aanpak van de nieuwe trainer Peter
van Poortvliet. ,J?ond de winter
stop hebben we als groep een goed
gesprek met hem gehad. We vroe
gen om meer positiespelletjes en
partijvormen op de training, en die
zijn er ook gekomen." Na een goe
de serie pakte de ploeg op de slot
dag van het seizoen naast de na-
competitie. Kruiningen stak de
rood-witten de loef af. „Maar ei
genlijk hebben we al veel eerder
onze kansen uit handen gegeven.
We zijn, behalve door blessures,
afgetroefd op details en slimmig
heidjes. Daardoor hebben we kost
bare punten verloren."
Volgens Quist, sinds dit voorjaar
als medewerker personeelszaken in
dienst bij hoofdsponsor Woonbou
levard Poortvliet, moeten er in het
nieuwe seizoen geen wonderen van
SPS worden verwacht. Smerdiek.
SKNWK, füsieclub De Fendert en
Halsteren ziet hij als de belangrijk
ste titelkandidaten. Ergens in dat
rijtje moet SPS aansluiten. „Ge
woon lekker mee voetballen en wie
weet wat er dan gebeurt." De voor
een buitenstaander op het eerste
gezicht frustrerende ontmoetingen
met de zwakke fcfreeders in de vier-,
de klasse neemt Quist op de koop
toe. Je moet er toch maar altijd
van zien te winnen. Zo gemakke
lijk is dat niet. Vaak liggen ze met
z'n allen voor het doel. En als je
ooit uit deze klasse wilt komen, ho
ren die potjes er bij."
Quist is een echte clubman die ook
de E-pupillen van de vereniging on
der zijn hoede heeft. Met zijn voet
balkwaliteiten, en competenties bui
ten het veld, moet hij op termijn uit
kunnen groeien tot een heuse leider.
Een rol die voorlopig nog is wegge
legd voor Ap van de Belt en Erwin
Feijtel, de twee overgebleven routi
niers in de groep. „Ik wil in de toe
komst graag meer verantwoording
op me nemen. Ik ben geïnteresseerd
in mensen en wil het beste uit ze ha
len. En op mijn positie in het elftal
ben je vanzelf al een verbindende
factor."
De derde klasse blijft volgens Quist
voor SPS een zaak van lange adem.
„We hebben voldoende jóng talent
dat er aan komt. Maar de werkelijk
heid is dat zo'n lichting gqen garan
tie biedt. Tel alle jongens die hier
ooit zijn weggegaan bij elkaar op en
we zouden een goede defdeklasser
hebben. Daar moet een club als SPS
mee leren leven."