Martijn Lindhout wil rustiger worden, aan de bal en verbaal Voetballen met vrienden heeft Perry Potappel lang gemist 'Tegenstanders moeten weer ontzag voor Vosmeer krijgen' Leonard Quist moet vaker scoren en minder gele kaarten pakken Nieuwe competitie begint 3 september Donderdag 1 september 2011 EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT 15 Leerschool Vloeken Creativiteit Spagaat Een jaar derde klasse was goede leerschool voor Smerdiek Loopvermogen Versterking in breedte zal bij Stavenisse weinig veranderen Verliezen Televisie Derde klasse blijjt voor SPS een zaak van lange adem Michel Nelen en John Aarnoudse: trainers tegen wil en dank Wolken Goede mix Slimmigheidjes Toekomst De voetbalcompetitie 2011/2012 begint zaterdag 3 september. Na de derdeklassers kijkt de Eendrachtbode deze week vooruit met de standaardteams in de vierde en de vijfde klasse. Martijn Lindhout van Smerdiek, Leonard Quist van SPS, Perry Potappel van Stavenisse en het tijdelijke trainersduo John Aarnoudse/Mi- chel Nelen van Vosmeer blikken vooruit. met vaak slechts drie verdedigers, volgde het herstel. Lindhout werd in de nieuwe opzet getransformeerd van centrale middenvelder naar linksach ter. Ook op die stek kon hij aardig uit de voeten. ,Jk heb behcxirlijk wat loopvermogen, een goeie basiscondi tie en kon geregeld bijsluiten als extra middenvelder." Het lukte Smerdiek niet om zich te handhaven, ook al door de vier strafpunten die de voet balbond oplegde na een incident in het duel met het Tilburgse SVG. Lindhout wil zich niet verschuilen achter die sanctie. „Bijna alle punten hebben we thuis gepakt. Uit kwamen we er vaak niet aan te pas." Volgens Lindhout is het geen vanzelf sprekende zaak dat Smerdiek in de vierde klasse meteen weer meedoet voor de titel. „De indeling van nu is zwaarder dan twee jaar geleden. Er zijn meer ploegen die meedoen voor de bovenste plaatsen, van SKNWK en ZSC tot De Fendert. Ook van de mindere ploegen moet je altijd maar zien te winnen. Als we het balletje la ten rondgaan, lukt dat wel. Maar het wordt voor ons nog moeilijk ge noeg." Lindhout rekent wel op een positie in de bovenste regionen. „Smerdiek hoort thuis bij de eerste vier. En als het dan goed uitpakt, kun je ook eerste worden." Het niveau op de trainingen geeft Lindhout moed. „De derde klasse is voor ons een goede leerschool ge weest. Onze balcirculatie is sneller geworden. We moeten het goede ge voel van eind vorig seizoen meene men naar de nieuwe competitie." De selectie van Smerdiek is grotendeels ongewijzigd. Alleen de beschikbaar heid van Duncan Weeland is vanwege studie een vraagteken. Stiekem hoopt Lindhout weer op een plekje in de middenlinie. „Ik kom nu eenmaal graag veel aan de bal." On geacht zijn positie in het elftal, wil hij vooral rustiger worden. Aan de bal en verbaal. ,Jk ben nog veel te wild in mijn spel. Ik schiet de bal vaak veel te snel naar voren en lever dan in bij de tegenstander. Ook met mijn mondje moet ik rustiger worden. In het vuur van het spel gooi ik er van alles uit. Mijn vader staat altijd langs de kant en schaamt zich soms voor me. Dat heb ik goed in mijn oren geknoopt." Voor de buitenwacht is het ver rassend dat hij nog altijd bij Sta venisse speelt. Perry Potappel (18) heeft al een heel voetballeven achter zich. Ooit droomde hij van een bestaan als prof. Ondertussen dreigt het talent van weleer in de kelder van de vierde klasse te ver kommeren. Zelf weet Potappel ook dat hij een doodlopende weg is ingeslagen. „Het lijkt wel of ik elk jaar slechter word." Het is een zelfbewuste jongen die zijn verhaal doet. In goed gekozen woorden legt Potappel uit hoe hij in het leven staat. Wat hij wil, en vooral ook wat hem niet zint. Het hart op de tong. Eerlijk. Wat hij denkt, zegt hij. Het is een houding waarmee je door gaans geen vrienden maakt. Niet in het leven van alledag, en niet in de voetballerij. Ook met zijn trainer Jaap Knop botste hij vorig seizoen regel matig. De strijdbijl is inmiddels be graven. „Maar mijn beste vriend zal hij nooit worden." Het is een opmerking die de jonge Potappel typeert. Voetbal is altijd zijn leven geweest. Vader Pim Potappel. zelf trainer, was zijn grote inspirator. Pa had het beste met hem voor. Al op jonge leeftijd verkaste zoonlief naar RBC Roosendaal. Tweeënhalf sei zoen maakte hij deel uit van de jeugdafdeling van de profclub. Hij kijkt niet met veel plezier terug op zijn Roosendaalse jaren. Faalangst, vooral dat heeft hij aan die periode overgehouden. „Als je een kans mis te, kreeg je de huid vol gescholden, in de rust of na afloop." Tot op de dag van vandaag werkt het door. ,Jk moet meer egoïstisch zijn voor de goal. Als het er op aan komt, leg ik te vaak het balletje breed." Soms is alles verwar rend. „Op het middenveld moet ik juist socialer worden. Meer de com binatie zoeken met mijn medespelers. Daar wil ik het teveel alleen doen." Vaak voelt hij zich onbegrepen. ,Jk kom het beste tot mijn recht achter twee spitsen die slimme loopacties maken. Maar die zijn er niet bij Sta venisse. Nu geef ik vooral steekbal len die niet worden begrepen." In Roosendaal ging Potappel door de achterdeur weg. Met name met zijn trainer Jurriaan van Poelje lag hij overhoop. Hij voelde zich bescha digd. De details van de affaire doen er niet toe. Bij Halsteren, en later de Zeeuwse talentenptxd JVOZ, pro beerde hij de draad op te pakken. Een seizoen bij Smerdiek volgde. Op het eigen dorp kon hij niet terecht. Te jong voor de senioren, geen jeugdelf- tallen in zijn lichting. WHS, dat leek hem wel wat. Totdat hij meer te we ten kwam over zijn beoogde team. ,Jn dat elftal zaten jongens met een drugsprobleem. Daar wilde ik niet bij horen." Dus werd het Haestinge. Maar ook daar werd hij niet geluk kig. „Smerdiek, nee, dat zijn mijn mensen niet." Inmiddels heeft hij er twee jaar bij de club van zijn eigen dorp opzitten. Met wisselend succes. Vorig jaar speelde de jonge aanvaller aanvan kelijk de sterren van Se hemel. Met Hij komt uit een echte voctbalfa- milie. Vorig seizoen groeide Leo nard Quist (23) als controlerende middenvelder van SPS uit tot een speler die belangrijk is voor het team. Het mislopen van de na- competitie was een teleurstelling. Voor het komend jaar zijn de ver wachtingen bescheiden, ook al omdat enkele steunpilaren zijn weggevallen. „Maar een plaats bij de eerste vijf moet voor ons moge lijk zijn." Voor wie er aan twijfelde: hij is de zoon van Maarten Quist, de vroe gere arbiter en later grensrechter bij SPS. Quist senior maakte de hoogtijdagen van de club nog mee. De jaren dat SPS een klasse hoger acteerde en naam maakte met tech nisch verzorgd spel. Leonard kent die periode enkel maar van de ver halen. Thuis aan tafel. In de kanti ne. Het voetbal is hem met de pap lepel ingegoten. Ook zijn broer Martin stond bekend als talent, tot dat blessures hem achteruit wier pen. Vorig seizoen viel het scorend vermogen van Martin op in het tweede elftal. Bijna werd hij club topscorer. Stiekem hoopt Leonard op een rentree van zijn broer. „Want we hebben natuurlijk nogal wat doelpunten ingeleverd." Hilbert van Akkeren vertrok naar WC '68. Routinier Michel Lis- seveld stopte en maakt nu deel uit van de technische staf. Goaltjesdief Willem Bevelander is naar ver wachting pas medio oktober weer fit. Kortom, er zijn vacatures in de voorste lijn bij SPS. Martin Quist is een optie, er zijn talentvolle juni oren die de overstap maken en ook van iemand als Ramon Voshol wor den meer doelpunten verwacht. Meer dan voorheen zal er ook ge keken worden naar Leonard Quist, vorig seizoen goed voor zes treffers. Voor een speler op zijn po sitie geen slecht cijfer. Zelf denkt hij daar anders over. „Ik heb be hoorlijk wat diepgang in mijn spel, heb ook geweldig veel kansen ge kregen, maar er onnoemelijk veel gemist. Ik moet voor de goal effec tiever worden." Quist ziet nog meer minpunten in zijn spel. „Ik heb vorig jaar teveel gele kaarten gepakt. Dat moet juist minder wor den." Onder trainer Gerard van Zalinge maakte hij destijds zijn debuut in de hoofdmacht. Een ventje van vijftien was hij nog maar. Een schuchtere verdediger. Zijn loopbaan stagneer- Hct liefst zagen ze vandaag nog een gediplomeerde trainer voor de groep staan. Maar dat belet Michel Nelen en John Aarnoudse niet om samen de schouders on der het zondagteam van Vosmeer te zetten. Nelen (30) stopt zelfs tot nader order als actief speler. De 29-jarige Aarnoudse blijft wél het doel verdedigen. Een bijzondere constructie, uit nood geboren. Het trainersduo hoopt dit seizoen met Vosmeer een stap vooruit te zet ten. „We willen aansluiting krij gen met de middenmoot." Onder de vorige trainer Adrie Ca- pelle, ook al iemand uit eigen kring, zette Vosmeer na de winter een ster ke reeks neer. Het piepjonge team eindigde in de vijfde klasse niette min in de onderste regionen. Zoals het dat al jaren doet. Capelle had toen al besloten dat het tijd werd voor een opvolger. In de zoektocht naar een nieuwe kandidaat werden Nelen en Aarnoudse als routiniers door het bestuur gevraagd om rond te kijken. Namens de jonge garde sloot Ricky de Klerck aan. In de praktijk viel het niet mee om moge lijke trainers te interesseren. Voor een deel had dat te maken met fi nanciën. „We hebben ten slotte ook een zaterdagteam. Twee betaalde trainers is voor een vereniging als Vosmeer teveel van het goede." Het resultaat: Nelen en Aarnoudse werd gevraagd de honneurs waar te nemen. Als echte clubmensen re ageerden ze positief. Nelen, in de jeugd nog voetballend bij Tholense Boys, heeft zijn draai bij Vosmeer al lang gevonden. Zijn metgezel is de zoon van oud-eerste elftalspeler Dré Aarnoudse, en is van moederskant een Vaders. Met dat soort antece denten zet je de schouders eronder als de clubje vraagt. ,Jn goed over leg zijn we tot deze oplossing geko men. We moesten ten slotte begin nen met de voorbereidingen op het nieuwe seizoen. Maar we hopen nog steeds dat er iemand van buiten komt." Samen hebben ze goede afspraken gemaakt. Ook al omdat Nelen door zijn werk in de ploegendienst bij Philip Morris niet op alle trainingen aanwezig kan zijn. In het verleden heeft het duo al bewezen samen goed door één deur te kunnen. Ooit waren ze beiden keeper en stonden ze om de week in het doel. Volgens Aarnoudse, in het dagelijks leven ambtenaar bij de gemeente Rei- merswaal, zonder problemen of on derlinge wrijving. „Op een gegeven moment is Michel veldspeler ge worden. Vanwege spelersgebrek en omdat we meer body op het mid denveld nodig hadden." Nelen neemt voortaan op zondag Martijn Lindhout:Smerdiek hoort thuis bij de bovenste vier." Ondanks zijn jonge leeftijd heeft Martijn Lindhout (19) bij Smerdiek al van alles meegemaakt. Een kampioenschappen degradatie en een ziekte die hem lang aan de kant hield. Een op de training gebroken pols zorgde vorig seizoen voor nog meer tegenslag. Zijn persoonlijke doelstelling voor de nieuwe competitie is dan ook begrijpelijk. ,Jk wil gewoon fit blij ven en alle wedstrijden spelen. Dan ben ik een tevreden mens." Het is een verstandige jongen die praat. Martijn Lindhout staat aan de poort van de volwassenheid. Van de zomer voor het eerst zonder zijn ou ders op vakantie. Naar Lloret de Mar, met vrienden. Deze maand als eerstejaars naar Hogeschool Zee land, sport- en bewegingseducatie. Een bewuste keuze. Sport is zijn lust en zijn leven. Daarom ook kwam de ziekte van Pfeiffer in zijn eerste seizoen bij de senioren zo hard aan. Lindhout had tot dan in druk gemaakt op het middenveld van de blauw-zwarten, met zelfbe wust spel en veel gevoel voor de bal. Insiders was het meteen duide lijk: hier speelt een echte voetballer, een talent. En toen kwam Pfeiffer om de hoek. „Natuurlijk had ik het daar moeilijk mee. Je ziet je maatjes spelen en daar wil je tussen staan." Het kampioensjaar van Smerdiek moest hij grotendeels vanaf de zij kant volgen. „Gelukkig kon ik nog meedoen in de kampioenswedstrijd. Maar op het feestje na afloop heb ik me rustig gehouden. Ik ben ook vroeg naar huis gegaan." In feite is hij nog altijd herstellende van de ziekte. „Ik moet goed naar mijn lichaam luisteren. Na een zwa re training heb ik de andere ochtend vaak last van mijn schouder en ge wrichten. Dat past bij het beeld van de ziekte." Dit wordt geen verhaal van kommer en kwel. Martijn Lindhout staat volop in het leven. Vrijwel dagelijks.trapt hij tegen de bal. Met vrienden, in een hoekje op Haestinge. Leuke dingen doen met Cynthia, sinds drie jaar zijn vriendin. En hij verdient een centje bij, met vakken vullen in een van de plaatselijke supermarkten. Vorig jaar proefde hij aan het voetbal len in de derde klasse. Een mooie er varing, hoewel Smerdiek degradeer de. „We kwamen te laat op gang. Aanvankelijk hadden we het moeilijk. We moesten wennen aan de hande lingssnelheid op dat niveau, en aan de stevige duels." Halverwege het sei zoen gooide trainer Cees Stoutjesdijk het roer om. In een andere opstelling. Achttien punten halen is het keerpunt", zegt Perry Potappel. weergaloze passeeracties en mooie doelpunten maakte hij indruk. Tot de klad er in kwam. Ook al door de on min met Knop. Jaap heeft zeker meer verstand van voetbal dan zijn voorganger. Ik heb vooral moeite met zijn woordgebruik. Ik vind niet dat je moet vloeken tegen je spelers, zeker niet met gereformeerde jon gens in het elftal." De zaak escaleer de, waarbij ook zijn ouders als trou we supporters betrokken raakten. Beiden keken de betreffende wed strijd niet uit. Thuis werd er voor dit seizoen ook op aangedrongen om voor WHS te kiezen. Ko Stoutjesdijk, de nieuwe trainer in Sint-Annaland, informeer de naar zijn interesse. Potappel hapte niet toe. „Natuurlijk is WHS een stapje hoger. Maar op zich heb ik het hier ook leuk. Voetballen met vrien den, dat heb ik lang gemist. Om dan na twee jaar weer weg te gaan, leek me geen goed plan. Ik zou het gevoel hebben dat ik de jongens in de steek liet." Potappel heeft zijn keuzes gemaakt in het leven. Hij wil iets betekenen voor de maatschappij. Daarom ook gaat hij zich op het Cios toeleggen op een opleiding tot sociaal bewe gingsagoog (SBAW). Lesgeven aan gedetineerden en moeilijk opvoedba re jongeren, dat is zijn toekomst. „Mensen de kans geven om zich te rehabiliteren, ook al hebben ze fou ten gemaakt. Met sport en beweging als instrument. Daar voel ik me wel door aangetrokken." Met zoveel bagage zou je verwach ten dat Potappel in de kleedkamer tot de leiders hoort. Toch is dat volgens hem niet het geval. „Ik speel vaak met iemand als Erik de Rijke in de buurt. Dat is een jongen die nog niet zo lang voetbalt. Hem geef ik wel eens wat aanwijzingen. Maar verder sla ik niet met de vuist op tafel om te zeggen hoe het moet." Waar hij wél slecht tegen kan, is roddel en achter klap. „Vorig seizoen was er onder ling genoeg onvrede over de speel wijze en de aanpak. Maar in de kleedkamer hield bijna iedereen zijn mond dicht. Daar heb ik dan weer moeite mee." Potappel heeft bij Stavenisse zelfs le ren verliezen. „Het is gek, maar het went. Bij RBC was er altijd een graf stemming na een verloren partij. Nu maakt het me niet meer zoveel uit. Het is de manier waarop je verliest, die telt. En tegen wie. Soms worden we kansloos van de mat gespeeld. Daar heb ik geen moeite mee. Het is anders als we bijvoorbeeld met 3-2 verliezen tegen SPS, zoals ons vorig seizoen overkwam. Na afloop heb ik dan nog steeds hoofdpijn, net als vroeger." Bij Stavenisse ziet Potappel komend seizoen weinig veranderen, hoewel de ploeg met het weer beschikbaar zijn van Patrick van Haaften en de rentree van Mattias Moerland in de breedte sterker is geworden. In het door de technische staf beleden groeiproces gelooft hij niet zo. „Om werkelijk een stapje vooruit te zetten, heb je ten minste een jaar of vijf no dig." Hij wil niet afgeven op de kwa liteiten van zijn medespelers, hele maal niet. „Eigenlijk train ik nooit lekker. We lopen teveel rondjes. Posi tiespelletjes zijn bij ons geen succes, ledereen doet zijn best. maar het is en blijft natuurlijk wel vierde klasse." Soms fleurt hij op, in het schoolteam van het Cios of met de Thoolse selec tie. „Natuurlijk kom ik meer tot mijn recht met betere voetballers om me heen. Maar ik moet niet zeuren. Ik heb nu eenmaal deze keuze ge maakt." Een weddenschap met zijn vader maakt de verwachtingen van Potappel met Stavenisse duidelijk. .Achttien punten halen is het keer punt. Als het er minder zijn, moet ik mijn ouders mee uit eten nemen. Zijn het er meer, dan krijg ik een nieuwe televisie." Michel Nelen (links) en John Aarnoudse wil met Vosmeer aansluiting krijgen met de middenmoot. plaats op de bank en wordt eindver antwoordelijke. Een rol als 'playing captain' ziet hij niet zitten. „Dat is gewoon niet praktisch. Ik wil me zelf niet in de basisopstelling zetten. Dan kom je onvermijdelijk in een spagaat terecht. En voor de wed strijd moetje als trainer van alles re gelen. We zitten ook zonder elftal leider en vaste grensrechter, om maar wat te noemen. Ondertussen zou je dan ook je warming-up moe ten doen. Op die manier schiet het niet op. Dit is voor iedereen veel duidelijker." Over de oefenperiode zijn beide trainers niet ontevreden. „We heb ben nooit minder dan achttien men sen op de training gehad." Natuur lijk viel het in de praktijk niet altijd mee om boeiende oefenstof te bie den, erkent Aarnoudse. Je hebt je eigen ervaring als speler, je zoekt wat op internet, maar het blijft soms behelpen. Ik herinner me nog wel een oefening die er in theorie leuk uitzag en in de uitvoering verschrik kelijk tegenviel. Op dat moment stonden er vijftien jongens naar de wolken te kijken. Daar leer je dus van." Moeite met hun nieuwe rol hebben ze niet. „We waren al de twee oud ste spelers in de groep. Dan heb je vanzelf al een andere positie. Het kan misschien juist wel goed uit pakken. Omdat we de jongens op een andere manier kennen, als me despeler. We hopen dat de groep er daardoor nog wat extra energie in wil stoppen. Ze moeten in deze situ atie nóg meer hun verantwoording voelen." Eén ding hebben Nelen en Aarnoud se in ieder geval al bereikt: de loya liteit van ervaren spelers. Om uit eenlopende redenen was in de periode x»nder Capelle een handvol potentiële basisspelers afgehaakt. Onder andere Danny Istha, Denny Brusselaars, Arjan Verkamman en Pascal Zwegers stelden zich weer beschikbaar. „We hebben die jon gens gewoon gebeld. In de oude si tuatie was dat blijkbaar niet moge lijk." Het duo is blij met de komst van meer door de wol geverfde spelers. „Het afgelopen seizoen heeft bewe zen dat we meer rust in het elftal no dig hebben. Jongens die de bal net even wat langer vasthouden. We hebben jong talent genoeg. Maar het evenwicht was zoek. We denken dat we nu een goeie mix tussen oud en jong hebben, met meer voetbal lend vermogen." Nelen hoopt dat het zelfvertrouwen in de nieuwe samenstelling groeit. „Vorig jaar stapten we nog als bleue mannetjes het veld op. We mogen gerust wat meer arrogantie uitstra len. De borst moet vooruit. Tegen standers moeten weer ontzag voor Vosmeer krijgen." „Van SPS geen wonderen verwachten in het nieuwe seizoenzegt Leonard Quist. de door een meniscusblessure. Will Raats en Rien Voshol zagen in hem vooral een back. Ook op die positie voelde hij zich thuis. „Ik stond er om voetbal van achteruit in de ploeg te krijgen." Peter van Poortvliet zet te hem vorig seizoen in de as, waar door hij een meer centrale rol in het team kreeg toebedeeld. Quist greep de kans met beide handen aan. En voegde creativiteit toe aan het elftal. „Ik ben nu eenmaal niet iemand die tevreden is met een bal afpakken en zo snel mogelijk inleveren." Zijn daadkracht bracht hem vaak diep in de vijandelijke linies. „Dat is nu eenmaal de aard van het beest je." Toch is er het besef dat hij moet doseren. De goede momenten kie zen, daar gaat het volgens hem om. „Ik moet minder risico in mijn spel leggen." De teamprestatie van SPS had vo rig seizoen beter gekund, zegt Quist. Eerst was het weruien aan de aanpak van de nieuwe trainer Peter van Poortvliet. ,J?ond de winter stop hebben we als groep een goed gesprek met hem gehad. We vroe gen om meer positiespelletjes en partijvormen op de training, en die zijn er ook gekomen." Na een goe de serie pakte de ploeg op de slot dag van het seizoen naast de na- competitie. Kruiningen stak de rood-witten de loef af. „Maar ei genlijk hebben we al veel eerder onze kansen uit handen gegeven. We zijn, behalve door blessures, afgetroefd op details en slimmig heidjes. Daardoor hebben we kost bare punten verloren." Volgens Quist, sinds dit voorjaar als medewerker personeelszaken in dienst bij hoofdsponsor Woonbou levard Poortvliet, moeten er in het nieuwe seizoen geen wonderen van SPS worden verwacht. Smerdiek. SKNWK, füsieclub De Fendert en Halsteren ziet hij als de belangrijk ste titelkandidaten. Ergens in dat rijtje moet SPS aansluiten. „Ge woon lekker mee voetballen en wie weet wat er dan gebeurt." De voor een buitenstaander op het eerste gezicht frustrerende ontmoetingen met de zwakke fcfreeders in de vier-, de klasse neemt Quist op de koop toe. Je moet er toch maar altijd van zien te winnen. Zo gemakke lijk is dat niet. Vaak liggen ze met z'n allen voor het doel. En als je ooit uit deze klasse wilt komen, ho ren die potjes er bij." Quist is een echte clubman die ook de E-pupillen van de vereniging on der zijn hoede heeft. Met zijn voet balkwaliteiten, en competenties bui ten het veld, moet hij op termijn uit kunnen groeien tot een heuse leider. Een rol die voorlopig nog is wegge legd voor Ap van de Belt en Erwin Feijtel, de twee overgebleven routi niers in de groep. „Ik wil in de toe komst graag meer verantwoording op me nemen. Ik ben geïnteresseerd in mensen en wil het beste uit ze ha len. En op mijn positie in het elftal ben je vanzelf al een verbindende factor." De derde klasse blijft volgens Quist voor SPS een zaak van lange adem. „We hebben voldoende jóng talent dat er aan komt. Maar de werkelijk heid is dat zo'n lichting gqen garan tie biedt. Tel alle jongens die hier ooit zijn weggegaan bij elkaar op en we zouden een goede defdeklasser hebben. Daar moet een club als SPS mee leren leven."

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 2011 | | pagina 15