Mecklenburger Seenplatte: puur natuur
Merenplateau
Waterscheiding
Donderdag 2 december 2004
EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT
17
Deze zomer was ik een week in het noorden
van het voormalige Oost-Duitsland. Ik ver
bleef daar samen met twee vrienden van heel
vroeger, die ik om redenen van privacy Henk
en Piet zal noemen, in een soort blokhut bij
Pieverstorf, op de grens van een groot na
tuurgebied.
Wilde planten
Fluistermotor
Visarend
±j¥i
Jachtgebied
'Mooie boom'
Zo'n 100 km ten noorden van Berlijn, halverwege de Duitse hoofdstad en
de Oostzeekust met het eiland Riigen, ligt het merenplateau van Meck
lenburg, waar de tijd lijkt te hebben stilgestaan. Geen industrieschoor
stenen, geen doorgaande vierbaans autowegen, geen grote recreatiepro
jecten. Wat dan wel? Veel natuur in de vorm van bossen, meren en
akkers, vaak verbonden door verharde zandwegen, die heel geschikt zijn
als wandel- 'en fietspaden en ook als zodanig in talrijke routes bewegwij-
zerd zijn. Bereikbaar vanaf Berlijn via een tweehaansweg, die de hoofd
stad met Stralsund, een kustplaats aan de Oostzee, verbindt. Of langs de
noordelijke route over Hamburg, waarbij het beoogde gebied vanuit
westelijke richting wordt benaderd. De routekaart van Noord- en Oost-
Duits land en Polen laat zien, dat vanaf de Nederlandse grens de afstand
tot dit gebied ruim 700 km is. Natuur- en visliefhebbers ontdekken dit ge
bied steeds meer en verblijven dan in eenvoudige -goedkope - hotels in
vakantiewoningen of op campings, die vaak aan een meer gelegen zijn.
door H. Venekamp
Pieverstorf is een heel klein
dorpje, in een bossen- en me
rengebied in de Mecklenburgi-
sche Seenplatte in het voorma
lige Oost-Duitsland. Het ligt
ten oosten van het grootste
meer van Noord-Duitsland, de
Müritz, precies op de grens
van het nationale natuurpark,
dat naar dit meer het Müritz-
Nationalpark genoemd wordt.
Net voor de 'Wende' werd in
1990 door de voormalige Oost-
Duitse regering als voorlaatste
besluit de stichting van dit
natuurpark afgekondigd; het
laatste besluit was de zelf
opheffing. De twee laatste be
slissingen van deze regering
waren bepaald niet de slecht
ste.
Het gebied wordt gekenmerkt
door een afwisselend land
schap van bossen en meren,
weiden en akkers. Het belang
rijkste middel van bestaan was
het gemengd bedrijf, waarbij
de vrij extensieve akkerbouw
ten dienste stond van het vee.
En hoewel ook hier nu uitge
strekte maïsvelden liggen,
wordt er ook nog veel haver en
vooral rogge verbouwd. De
randen van de velden worden
blauw en rood gekleurd door
de korenbloemen en de klapro
zen, zoals dat voor de Tweede
Wereldoorlog in Nederland op
de Drentse zandgronden het
geval was. Door het ontbreken
van kunstmest, bestrijdings
middelen en industrie is het
een gebied van pure natuur,
wat tot uitdrukking komt in de
overweldigende aanwezigheid
van wilde planten in de ber
men en op braakliggende ak
kers, en uitgestrekte gemengde
bossen, die ontstaan zijn en
voortbestaan zonder dat er
mensenhanden aan te pas zijn
gekomen. Of het moest zijn
om er gerief- of brandhout uit
te halen of er eetbare padde
stoelen te verzamelen. Het wa
ter in de talrijke meren is glas
helder en ze zijn dan ook heel
visrijk. Bij Pieverstorf is het
brongebied van de Havel, die
op weg naar het zuiden veel
meren met elkaar verbindt en
voedt. Bij Berlijn, zo'n 100 km
zuidelijker dan het bronnenge-
bied, buigt deze rivier af naar
het westen, om circa 50 km ten
noordwesten van de Duitse
hoofdstad in de Elbe uit te
monden. In het bronnengebied
van de Havel ligt de water
scheiding: de andere rivieren,
die iets noordelijker of ooste
lijker ontspringen, monden al
lemaal uit in de Oostzee, de
Havel via de Elbe in de Noord
zee.
Het landschap van dit Meck-
lenburger merengebied ont
stond in de laatste ijstijd. Het
is afwisselend vlak en heuvel
achtig en in de wouden, die
overwegend uit loofbomen be
staan en die meer dan 70% van
Het geografische begrip waterscheiding is als woord letterlijk te
nemen: de wateren scheiden zich, lopen elk een andere kant op.
Het is de denkbeeldige lijn die de grens aangeeft tussen twee
stroomgebieden. Aan weerszijden van die lijn stroomt het bron
water via beekjes en rivieren naar tegenovergestelde kanten en
kan zo zelfs uiteindelijk in twee verschillende zeeën uitmonden.
Bij de bron van de Havel, de belangrijkste rivier in het merenge
bied van Noordoost-Duitsland staat een bord: 'Wasserscheide'.
Iets ten zuiden van dit bord zie je het zompige begin van de Ha
vel, die bij de plaats Havelberg, zo'n 100 km zuidelijker, in de El
be uitstroomt en zo via Hamburg in de Noordzee. Even ten noor
den van het bord ontspringt de Mühlenbach, die via verscheidene
meren zijn weg naar het noorden zoekt en in de Oostzee uitmondt.
Bij de Havelbron is nog niet zo lang geleden een granieten zuil
geplaatst, waarop de namen zijn aangegeven van de plaatsen die
de Havel op zijn tocht naar de Elbe passeert. Bij de bron weet het
water dus waar het aan toe is en naar toe moet. Ordnung muss
sein!
Langs de Franse Autoroute via Metz en Nancy naar het zuiden,
op het Plateau van Langres, staat ook zo 'n waterscheiding op een
bord aangegeven. Ten westen hiervan ligt het stroomgebied van
de Seine, die via Parijs uiteindelijk in de Atlantische Oceaan uit
komt. En aan de oostkant begint de Saöne, die zich bij Lyon met
de Rhone verenigt en op die manier de Middellandse Zee voedt.
Het laatste besluit dat de DDR-regering nam voor ze zichzelf ophief, was het gebied ten oosten van het Miiritzmeer in Mecklenburg aanwijzen als nationaal park.
het oppervlak van 322 km2 be
slaan, liggen tussen de 650 en
1000 meren en meertjes met
afwisselend vlakke en steile
oevers. Gezamenlijk beslaan
deze waterpartijen 13% van
het gebied, dat verder bestaat
uit 8% moerasssige grond, 5%
weiland en 2% akkers. Het
deelgebied Müritz, waar Pie
verstorf tegenaan ligt, is 260
km2 groot, terwijl het oostelijk
van de hoofdstad Neustrelitz
gelegen deelgebied Serrah 62
km2 beslaat. Er wordt veel ge
kanood en geroeid, want mo-
torgebruik is niet toegestaan of
het moet een elektrische fluis
termotor zijn. Sommige meren
zijn alleen maar over het water
te bereiken of via fiets- en
voetpaden. Het is een lustoord
voor natuurliefhebbers, zowel
qua landschap als wat de flora
en fauna betreft. Bodem, water
en lucht zijn schoon en dat ver
taalt zich in een grote rijkdom
aan planten en dieren. Het is
onmogelijk om in dit bestek
een volledig overzicht te geven
van alleen al de vogels en de
zoogdieren, maar ik wil toch,
om een aanduiding te geven,
de ijsvogel, wielewaal, kraan
vogel, ooievaar, visarend en
zeearend noemen, evenals ree,
damhert, vos, das, wasbeer en
wild zwijn, bever en visotter.
Over een paar vogels toch een
enkele bijzonderheid. Kraan
vogels vinden in de moerassi
ge gebieden een goede broed
plaats en komen dan ook in
grote aantallen voor. In het be
gin van de trek, eind septem
ber, groeit dit aantal uit tot en
kele duizenden, omdat ze dit
gebied hebben uitgekozen als
verzamelplaats. Het getrom
petter is dan letterlijk niet van
de lucht. Uiteraard ontbreekt
in dit stille merengebied de
schuwe roerdomp niet, die in
deze streken naar zijn sombere
misthoornroep 'Moorochse' -
moerasos - wordt genoemd.
Met de visarend is iets heel
bijzonders aan de hand: deze
geweldige visvanger, die zich
van enkele tientallen meters in
een schuine glijvlucht in het
water stort om zijn voedsel te
bemachtigen en dat vaak niet
vergeefs doet, broedt graag op
een hoog punt met vrij uitzicht
naar alle kanten. Aangezien de
bossen weinig van zulke uit
schieters kennen, heeft men
besloten deze vogels een hand
je te helpen. De masten van de
hoogspanningsleidingen, die
nu eenmaal door dit gebied lo
pen zonder dat te verfraaien,
vervullen de functie van hoge
alleenstaande boom: op de
•>•>-.
W.f:.
t
.■■■ai- - -
•ft'
«■ft
y,
yit
■ff-f
Naast bossen en meren is er ook nog akkerbouw in het uitgestrekte gebied.
Bakstéengotiek
Omstreeks 1200, toen als bouwwijze de gotiek op
kwam, heeft bij gebrek aan natuursteen in Noord-
Duitsland de baksteenarchitectuur een hoge vlucht ge
nomen. Naar het voorbeeld van de Hanzestad Lübeck
werden in Mecklenburg Vorpommern stadstorens,
raadhuizen, burgerlijke panden, stads- en dorpskerken
uit donkerrode baksteen opgetrokken, waarbij de goti
sche spitsbogen rond deuren en ramen en andere ver
fraaiingen zo kunstig gemetseld werden, dat men later
van 'stenen kantwerksprak. Behalve in Lübeck vindt
men hiervan overal in dit gebied voorbeelden, zoals
het prachtige Rathaus van Stralsund, de poorten van
Neubrandenburg, maar ook een kleine dorpskerk in
Liepen, een dorpje van niet meer dan dertig huizen.
Trekvogels
Vogels kun je op allerlei manieren in groepen indelen.
Een daarvan is de verdeling in standvogels en trekvo
gels.
Standvogels blijven het hele jaar door in hetzelfde ge
bied, hun broedgebied. Voorbeelden daarvan zijn merel,
mus en koolmees.
Sommige schijnbare standvogels zijn in werkelijkheid
jaarvogels. Die komen hier als soort het hele jaar voor.
Maar de individuen, die hier 's zomers broeden, kunnen
's winters vervangen zijn door exemplaren uit vaak
noordelijker streken. Voorbeelden hiervan zijn kievit,
spreeuw, roodborst.
Trekvogels zijn altijd maar een dee! van het jaar in Ne
derland. Ze worden onderscheiden in zomergasten, win-
tergasten, doortrekkers, dwaalgasten en invasievogels.
Zomergasten planten zich hier voort en brengen onze
winterperiode door in zuidelijker streken tot in Afrika.
Voorbeelden daarvan zijn gierzwaluw, wielewaal en
koekoek.
Wintergasten broeden in noordelijker streken en bren
gen hier de winter door. zoals rietgans, nonnetje en zee
arend.
Doortrekkers broeden ook noordelijker, maken hier
een tussenstop en gaan vervolgens verder naar het zui
den. Ze zijn hier daardoor in voor- en najaar te zien tij
dens de trek, maar bij zachte winters blijven sommige
soorten ook wel hangen. Voorbeelden: kraanvogel, rode
wouw en koperwiek.
Dwaalgasten komen hier onregelmatig en zeldzaam
voor, meestal doordat ze tijdens de trek door bijvoor
beeld storm uit de koers zijn geraakt: bijeneter, steen
arend en vale gier.
Net als de dwaalgasten komen invasievogels maar zel
den hier. Maar als ze komen, doen ze dat in grote groe
pen, in de winter. De meest bekende hiervan zijn de no
tenkraker en de pestvogel.
Niets in de natuur is statisch en dat heeft tot gevolg
dat door gewijzigde omstandigheden, bijvoorbeeld
door het klimaat - minder koude winters, warmere zo
mers - ook vogels zich aanpassen. De nu zeer algeme
ne merel was 50 jaar geleden veel zeldzamer. En een
paar jaar geleden geloofde bijna niemand dat er in
Nederland nog eens kraanvogels zouden broeden.
Toch hebben er nu voor het tweede achtereenvolgende
jaar in het Fochteloër veen op de grens van Friesland
en Drenthe kraanvogels voor nageslacht gezorgd. Ik
leerde nog op de lagere school, dat de enige kolonie
aalscholvers in Nederland zich bij Lekkerkerk be
vond. Nu broeden ze zelfs in het Zoommeer en worden
ze door sommigen als een plaag beschouwd. De oor
spronkelijk uit gevangenschap ontsnapte nijlgans
voelt zich in onze wateren zo lekker, dat het langza
merhand een inheemse broedvogel kan worden ge
noemd. In mindere mate geldt dat ook voor de zwarte
zwaan. Beide soorten broeden bijvoorbeeld in het
Zoommeer.
plaats midden op de mast,
waar in Nederland meestal een
uit verschillende stangen opge
bouwde metalen punt is aange
bracht, heeft men hier van het
zelfde materiaal een plateautje
geconstrueerd, waarop de visa
rend zijn nest kan maken. En
dat ook veelvuldig doet: vanaf
een bepaalde plaats zagen we
op drie masten in de buurt een
bewoond nest, waarbij met de
verrekijker de jongen duidelijk
te zien waren. Een idee voor
onze elektriciteitsdistributeurs
in veelbelovende natuurgebie
den, zoals het Markiezaats-
meer? Misschien verleidt dat
wintergasten om hier te blij
ven.
Om te voorkomen, dat men de
indruk zou krijgen dat alles
hier altijd al pais en vree is ge
weest, even een stukje historie.
Vanaf het begin van de 19e
eeuw behoorde het gebied tot
het belangrijkste jachtgebied
van de groothertogen van
Mecklenburg-Strelitz. Later
ging het over in staatshanden,
maar dat veranderde de status
niet: in 1969 zag de toenmali
ge minister-president van de
DDR, Willi Stoph, een fervent
jager, als enige nut van Müritz
dat het als zijn jachtgebied kon
fungeren. Een tweede mense
lijk ingrijpen was het gevolg
van een enorme bosbrand tusse
Klockow en de Pagelsee. De
uitgebreide open vlakte, die
hierdoor ontstond, werd na de
Tweede Wereldoorlog een mi
litair oefengebied voor het
sovjetleger. Bij Neustrelitz
werd een apart woongebied
aangelegd voor het Russische
garnizoen, waar in de toptijd
10.000 militairen en gezinsle
den woonden. Ze maakten een
kwart uit van de totale bevol
king van deze hoofdstad. Toen
dit na de 'Wende' werd opge
heven en de tanks niet meer
door het gebied denderden,
bleef er een woestijn over.
Bijna vijftien jaar later zijn de
sporen nog wel in het veld aan
wezig, maar de natuur wint elk
jaar meer terrein. En inmiddels
staan er al weer heel wat den
nen en berken, de pioniers on
der de bomen. In dit nationale
natuurpark is de leidende ge
dachte: natuur natuur laten
zijn, en dat betekent hier zo
weinig mogelijk ingrijpen als
mens. Het gevolg is, dat op die
plekken waar nog wildernis
was, dit ongestoord kan voort
gaan. Maar dat daar, waar wél
menselijke ingrepen hebben
plaatsgevonden, dit nu niet
meer gebeurt, zodat er ook
het nu volgende verhaal. Bij
het verhuurpunt van kano's
voor een tocht over de Havel
en de meren hadden we zo'n
gedetailleerde kaart gekocht, 's
Middags na de lunch met zelf-
gevangen grote voorns, die we
sinds onze jeugd niet meer ge
bakken en gegeten hadden,
maar die er met een flesje rosé
goed ingingen, maakten we
met de auto een rondrit in de
wijde omgeving. Zoals gebrui
kelijk reed ik, zat Henk achter
in en zat Piet als bijrijder met
de kaart op schoot. Ik zag hem
gaandeweg onder invloed van
de rosé wat rozig worden, ter
wijl Henk nog steeds dacht,
dat Piet met de neus in de kaart
zat om alle details beter te
kunnen waarnemen. Ik had
juist mijn waardering uitge
sproken over de sterke detail
lering van de kaart, toen we ter
adstructie van mijn lofrede
zo'n boom passeerden. Dus
wees ik mijn metgezellen daar
op. Henk keek meteen in de
juiste richting, maar Piet was
net even zo ver weggedom
meld, dat hij het voorafgaande
niet gevolgd had.
Op mijn aanduiding 'Mooie
boom' reageerde hij iets ver
traagd door even uit het raam
pje te kijken onder het slaperig
herhalen van mijn uitroep op
een toon, die de neuzige klank
van tegen elkaar aan zeurende
kippen het meest benaderde:
'Mooie boom'. Dit werd on
middellijk gevolgd door een
licht snurkend geluid, waarbij
Piets neus weer richting kaart
ging wijzen. De eerste keer
had Henk nog niet in de gaten
hoe diep Piet in de kaart ver
zonken was. Maar toen ik het
even later herhaalde en de
kaartlezer op dezelfde wijze
reageerde, was dit ons beiden
al een grote bron van vreugde.
De derde keer werd het klap
stuk: door een weids akkerge-
bied rijdend zonder enig op
gaand geboomte kondigde ik
weer een mooie boom aan, het
geen door Piet ongezien op
zijn eigen stereotype toon be-
Een paal bij de bron meldt, welke plaatsen de rivier Havel passeert
als ze zich naar de Elbe slingert.
nieuwe wildernis ontstaat. De
wouden zijn toegankelijk op
die plaatsen waar er al eeu
wenlang karrenpaden door
heen liepen en voor wande
laars en fietsers zijn die
uitstekend begaanbaar, in veel
gevallen zijn ze ook bewegwij-
zerd en op detailkaarten aange
geven. Sommige kaarten zijn
zelfs zo gedetailleerd, dat op
vallende grote en dus oude bo
men op de akkers op de kaart
zijn opgetekend.
Dit laatste is de aanleiding tot
vestigd werd, compleet met
eindsnurk. Het spreekt vanzelf,
dat we de rest van de week Piet
nog vaak geciteerd en geïmi
teerd hebben, hiertoe geïnspi
reerd door neuzelende kippen
in de ren tegenover ons huisje.
Toen we een week later met de
boot op de Grevelingen voor
anker lagen, hoorden we bede
lende zilvermeeuwen hetzelfde
enigszins klagerige geluid
voortbrengen, terwijl er geen
boom in de buurt was. „Net
Piet", vonden we. Maar mis
schien zei die meeuw wel:
„Mooie boot". Hij hield er
zijn ogen wél bij open.
De meren zijn bijzonder helder en erg visrijk.
Overal in Mecklenburg-Vorpommern vind je 'stenen kantwerk