Duiker goed
alternatief voor brug
*34 V
Proef flexibel
waterpeil op
Walcheren
Strooiroutes winterseizoen
2000/2001 beschikbaar
Rectificatie
gemeente Tholen
VERGADERING COMMISSIE MIDDELEN
Vergaderingen
algemeen bestuur
De stand van zaken in waterschap Zeeuwse Eilanden
Openstelling over twee weken
Informatiebijeenkomst
Wie doet wat
iiit
Welke wegen
Markt 1-5 Sint Maartensdijk
telefoon: 0166-668200/telefax: 0166-663553/e-mail: fba@tholen.nl
DINSDAG 14 NOVEMBER:
Op dinsdag 14 november a.s. komt de commissie Middelen om 19.30 uur voor een ver
gadering bijeen in het gemeentehuis te Sint-Maartensdijk. Deze vergadering is openbaar.
Elke belangstellende is van harte welkom en kan voorafgaand aan elk agendapunt gebruik
maken van het interactieve spreekrecht.
De agenda met bijbehorende voorstellen ligt voor elke belangstellende van maandag tot en
met vrijdag tijdens de openingsuren van het gemeentehuis ter inzage in de publieke lees-
ruimte, alsmede in de openbare bibliotheken van Tholen, Sint-Annaland en Sint-Maartens
dijk.
Op de agenda staan onder meer de volgende onderwerpen:
- Ingekomen stukken en mededelingen:
Besluit van burgemeester en wethouders om de Zalmsnip niet te verstrekken aan
studenten/ kamerbewoners;
Besluit van burgemeester en wethouders om de controle hondenbelasting te ver
schuiven naar het tweede halfjaar 2001.
- Bespreking Bestuursrapportage per 1 oktober 2000
Drie keer per jaar verschijnt er een zogenaamde Bestuursrapportgage (Berap). Deze rap
portage bevat tussentijdse informatie voor de gemeenteraad over de van belang zijnde af
wijkingen/aanpassingen in de voor het begrotingsjaar 2000 geplande prestaties van de or
ganisatie in termen van geleverde output, gebruikt budget, enzovoorts.
De commissie wordt thans advies gevraagd omtrent de tweede Berap van het begrotings
jaar 2000.
- Advies inzake een kredietvotering van f 100.000.- voor het maken van een In-
formatie- en Automatiseringsplan.
In de meerjarenraming voor 2000 is een bedrag van 75.000,- opgenomen voor de ontwik
keling met behulp van een,extern adviseur van een Informatie- en Automatiseringsplan.
Zo'n plan is nodig om het beleid op dit gebied voor de komende jaren vast te stellen, zodat
zaken beter en planmatiger kunnen worden aangepakt en gestuurd.
Gewenste en huidige situatie informatie- en automatiseringsgebied
In de ideale situatie is de gemeentelijk informatievoorziening zodanig ingericht dat de ge
gevens die de budgethouders nodig hebben voor het tot stand komen van de producten
snel en gemakkelijk beschikbaar kunnen krijgen. Deze gegevens moeten dan een goede
basis vormen voor het snel en efficiënt beschikbaar hebben van de management- en be
stuursinformatie die nodig is voor bijvoorbeeld managementteam, College en gemeente
raad.
Die ideale situatie is in Tholen (en nog zeer vele andere gemeenten) nog lang niet bereikt.
De huidige inrichting van de informatievoorziening voorziet vaak nog niet in verstrekking
van de juiste informatie op strategisch, tactisch en operationeel niveau. Om de situatie in de
komende jaren te verbeteren en richting de gewenste (ideale) situatie te draaien is het hard
nodig bij het kiezen van informatiesystemen er voor te zorgen dat een goede afstemming
plaatsvindt met andere organisatie-onderdelen. Er zal steeds meer rond gegevensverzame
lingen dienen te worden georganiseerd en geautomatiseerd. Hiermee kan meervoudige op
slag van gegevens worden teruggedrongen, waardoor ook de bijhouding eenvoudiger en
efficiënter zal worden. Alleen op die manier kan worden gekomen tot een gewenste geïnte
greerde automatiseringsomgeving.
De hiervoor geschetste ontwikkelingen maken het noodzakelijk over een plan te beschikken
op het gebied van de gemeentelijke informatievoorziening met als afgeleide daarvan auto
matisering. Dit plan moet op strategisch, tactisch en operationeel niveau een kader schep
pen waarbinnen de komende jaren verantwoorde keuzes kunnen worden gemaakt door ma
nagement en bestuur. Het zal ook middelen moeten aangegeven die nodig zijn binnen de
planperiode (ca. 5 jaar voor de Informatie en ca.3 jaar voor de Automatisering) om het plan
te kunnen uitvoeren. Het plan zal ook op regelmatige (jaarlijks) basis moeten worden bijge
steld.
Externe hulp bii opstellen I en A-plan
Bij de totstandkoming van een volwaardig bruikbaar I en A-plan is uiteraard de gehele or
ganisatie en het bestuur nauw betrokken. Dit vraagt veel extra inzet van mensen op diverse
niveaus om de noodzakelijke informatie voor het samenstellen van het I en A-plan te kun
nen leveren. Inhuren van een gespecialiseerd extern bureau/adviseur is naar de mening van
burgemeester en wethouders zeer gewenst. Het gaat namelijk om een complex en voor de
toekomstige bedrijfsvoering zeer belangrijk project, waarbij de hulp van een deskundige ex
terne adviseur niet gemist kan worden. Ook is het van essentieel belang dat er voldoende
draagvlak wordt gecreëerd op zowel bestuurlijk als ambtelijk niveau.
Op basis van een aantal overwegingen (o.a het creëren van draagvlak in de organisatie en
bij de politiek) hebben burgemeester en wethouders een keuze gemaakt voor een bedrijf.
Met het opstellen van het gewenste informatie- en automatiseringsplan is een bedrag ge
moeid van 100.000,-.
Met betrekking tot het beschikbaarstellen van het benodigde krediet wordt de commissie
om advies gevraagd
- Advies inzake de vaststelling van de tarieven onroerende-zaakbelastingen per 1
januari 2001
De onroerende-zaakbelastingen zijn verreweg de belangrijkste gemeentelijke belastingen.
De opbrengst behoort tot de algemene dekkingsmiddelen en mag vrij worden besteed.
Zowel het gebruik als het eigendom van onroerende zaken wordt belast. De tarieven wor
den uitgedrukt in guldens per 5.000,- economische waarde van de onroerende zaken. De
gemeenten zijn geheel vrij (rekening houdend met een kleine beperking) om de tarieven
vast te stellen.
Met ingang van 1997 is de Gemeentewet zodanig gewijzigd dat voor woningen een ander
tarief mag worden vastgesteld dan voor niet-woningen. De achtergrond voor de mogelijk
heid van tariefdifferentiatie was het verschil in waarde-ontwikkeling van woningen en niet-
woningen. Door voor woningen een lager tarief vast te stellen kon dit verschil in waar-
deontwikkeling (gedeeltelijk) worden gecompenseerd. Ook werd indertijd aangegeven dat
het instrument van tariefdifferentiatie zo gebruikt kan worden dat het tarief voor woningen
hoger is dan voor niet-woningen, bijvoorbeeld ter stimulering van de economische bedrij
vigheid. In 2000 passen 179 gemeenten (33% van het totaal aantal gemeenten) tariefdiffe
rentiatie toe.
De afgelopen jaren is de waarde van woningen sneller blijven toenemen dan die van niet-
woningen. Willen gemeenten de gevolgen van de nieuwe taxatieronde (WOZ-taxatie naar
waardepeildatum 1 januari 1999, geldend voor de belastingjaren 2001 tot en met 2004) op
nieuw in hun belastingheffing compenseren, dan is er een wetswijziging nodig die voorziet
in verruiming van de 20%-limiet. Aanvankelijk leek een verhoging tot 40% een oplossing, tot
bleek dat ook dit voor veel gemeenten onvoldoende was. Gekozen is daarom voor maat
werk per gemeente: de in 2000 feitelijk toegepaste tariefdifferentiatie wordt voor de periode
2001 - 2004 aangepast voor het verschil in de lokale waarde-ontwikkeling tussen woningen
en niet-woningen. Een en ander betekent, zowel voor gemeenten die al tariefdifferentiatie
toepasten als voor gemeenten die met ingang van 2001 voornemens zijn dit te gaan doen,
dat het aandeel in de opbrengst van de onroerende-zaakbelastingen van woningen en niet-
woningen wordt (dus voor het komende woz-tijdvak) bevroren op het peil in 2000. Het is
gemeenten, zoals dat ook thans het geval is, uiteraard toegestaan minder of in het geheel
niet te differentiëren.
Inmiddels zijn in de gemeente in het kader van de Wet WOZ bijna alle werkzaamheden uit
gevoerd voor wat betreft het herwaarderingstraject ten behoeve van het '2e WOZ-tijdvak'.
Het '2e WOZ-tijdvak' begint op 1 januari 2001 en loopt tot en met 31 december 2004. De
waarde wordt bepaald op het niveau op en rond de (waarde)peildatum 1 januari 1999. De
waarde van een object wordt vastgesteld door middel van een beschikking welke dient te
worden genomen binnen acht weken na het begin van het tijdvak. Dit betekent dat de daar
toe door het college aangewezen ambtenaar in week 7 of 8 van februari 2001 ongeveer
10.000 beschikkingen af zal geven.
Het totaalresultaat van de taxaties laat zien dat er in deze (betrekkelijk) korte periode sprake
is geweest van een aanzienlijke stijging van de waarde van de onroerende zaken. Dit laatste
is uiteraard geen verrassing. De stijging van de waarde van het onroerend goed is een on
derwerp hetgeen de laatste jaren ruim aandacht krijgt bemeten in de verschillende media.
De stijging van de waarde van de onroerende zaken binnen de gemeente Tholen geduren
de de periode 1 januari 1995 - 1 januari 1999 bedraagt ongeveer 32%. De gemiddelde stij
ging van de woningen bedraagt 36%. Bij de niet-woningen bedraagt dit percentage 19.
Berekening definitieve tarieven en mogelijkheden voor tariefdifferentiatie
De herwaardering in het kader van de Wet WOZ heeft geresulteerd in een economische
waarde van de onroerende zaken van in totaal 2.450.000.000,-. Op deze totale waarde
dient, alvorens men het aantal heffingseenheden voor de onroerende-zaakbelastingen be
rekent, een aantal correcties te worden aangebracht. Zo wordt per perceel alleen rekening
gehouden met iedere volle 5000,- waarde (één heffingseenheid). Tevens dient rekening te
worden gehouden met nog een aantal andere correctiefactoren. Een en ander resulteert in
een getaxeerde waarde voor de heffing van onroerende-zaakbelastingen van
2.397.000.000,-.
Berekening tarieven OZB 2001 wanneer geen tariefdifferentiatie wordt toegepast
Het netto bedrag van 2.397.000.000,- resulteert ten behoeve van de heffing van de onroe
rende-zaakbelastingen in een aantal heffingseenheden van afgerond 479.000.
De opbrengst van de onroerende-zaakbelastingen is in de begroting 2001 (na wijziging) ge
raamd op een bedrag van 3.932.700,-. Deze raming is inclusief de tariefsverhoging van 2%
waartoe inmiddels door de raad in zijn vergadering van 30 oktober jongstleden is besloten.
Aan de hand van bovenstaande gegevens kunnen de tarieven 2001 als volgt worden bere
kend:
Men deelt de te behalen opbrengst door het aantal heffingseenheden. Men verkrijgt dan het
benodigde tarief van f 8.28 per heffingseenheid van 5000",-. In artikel 220g van de Ge
meentewet is bepaald dat het tarief voor de eigenarenbelasting niet uitgaat boven 125% van
het tarief voor de gebruikersbelasting. Bij hantering van deze (maximale) verhouding komt
van het tarief van f 8.28 ten laste van de eigenaar 5/9 deel of f 4.60 en ten laste van de fei
telijk gebruiker 4/9 deel of f 3.68 per heffingseenheid.
Samenvattend: Indien geen tariefdifferentiatie wordt toegepast kunnen de tarieven onroe
rende-zaakbelastingen met ingang van 1 januari 2001 als volgt worden vastgesteld
Eigenaar
Gebruiker
Totaal
Tarieven OZB 2000
5,85
4,68
10,53
Tarieven OZB 2001 wanneer geen
tariefdifferentiatie wordt toegepast
4,60
3,68
8,28
Berekening tarieven OZB 2001 bii toepassing van tariefdifferentiatie
In de aanhef van dit artikel is reeds vermeld dat er een wetsvoorstel aanhangig is hetgeen
wat betreft de tariefdifferentiatie maatwerk per gemeente mogelijk maakt. De huidige (uni
forme) regeling van een maximale differentiatie van 20% komt te vervallen en wordt ver
vangen door een regeling waarbij de grens van de tariefdifferentiatie per gemeente wordt
bepaald. Hiervoor is in het wetsvoorstel een rekenregel opgenomen waarmee iedere indi
viduele gemeente het nieuwe plafond in de tariefdifferentiatie, het tijdvakpercentage ge
naamd, kan berekenen. Het wetsvoorstel komt er op neer dat voor 2001 maatgevend is de
opbrengstverhouding in 2000 tussen de woningen en de niet-woningen.
Essentieel bij de toepassing van tariefdifferentiatie in de OZB is de bepaling welke objecten
in de categorie woningen en welke objecten in de categorie niet-woningen vallen. De de
finitie valt samen met die welke gehanteerd wordt voor de bepaling van de belastingcapa
citeit ten behoeve van de berekening van de Algemene Uitkering uit het Gemeentefonds. De
Gemeentewet zegt over het begrip woningen het volgende: „Voor de toepassing van deze
paragraaf dient een onroerende zaak in hoofdzaak tot woning indien de waarde die op
grond van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken is vastgesteld voor die
onroerende zaak in hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen van de onroerende zaak
die dienen tot woning dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden".
Het begrip „in hoofdzaak" betekent dat een onroerende zaak tot de categorie woningen be
hoort, wanneer minimaal 70% van de waarde Van die onroerende zaak dient tot woning dan
wel volledig dienstbaar is aan woondoeleinden. Onroerende zaken waar dit niet het geval is
vallen dus automatisch in de categorie niet-woningen. Binnen de categorie niet-woningen
vallen dus zeer diverse objecten. Van een fabriekscomplex tot bejaardentehuis en van bibli
otheek tot een boerderij of een woon-winkelpand.
De mate waarin de gemeente Tholen met ingang van 2001 zou mogen differentiëren heb
ben burgemeester en wethouders overeenkomstig de in behandeling zijnde wijziging van
de Gemeentewet berekend op 114 (tijdvakpercentage).
Samenvattend: Indien geen tariefdifferentiatie of juist wel tariefdifferentiatie wordt toege
past kunnen de tarieven onroerende-zaakbelastingen met ingang van 1 januari 2001 als
volgt worden vastgesteld
Eigenaar
Gebruiker
Totaal
Tarieven OZB 2000
5,85
4,68
10,53
Tarieven OZB 2001 wanneer geen
tariefdifferentiatie wordt toegepast
4,60
3,68
8,28
Tarieven OZB 2001 wanneer
tariefdifferentiatie wordt toegepast:
Tarieven woninqen
f 4,45
f 3,56
f 8,01
Tarieven niet-woningen
5,05
4,04
9,09
Wel of geen toepassing van tariefdifferentiatie.
Het wetsvoorstel inzake de tariefdifferentiatie heeft tot doel grote verschuivingen in de las
tendruk als gevolg van de verschillen in waarde-ontwikkeling tegen te gaan. Wanneer er
geen tariefdifferentiatie wordt ingevoerd betekent het dat de eigenaren en/of gebruikers
van de categorie woningen met ingang van 2001, in vergelijking met het jaar 2000, een gro
ter deel van de totale opbrengst van de onroerende-zaakbelastingen voor hun rekening
krijgen.
Gezien echter de waarde-ontwikkeling binnen onze gemeente en het daarop gebaseerde
tijdvakpercentage concluderen burgemeester en wethouders dat de verschuiving in bejas-
tingdruk meevalt.
Het college concludeert dat het aanbeveling verdient de tariefdifferentiatie in te voeren.
Door middel hiervan worden de werkelijk te betalen onroerende-zaakbelastingen in 2001
voor de categorie woningen nagenoeg gelijk gehouden aan het niveau van 2000. De be
perkte stijging van de te betalen onroerende-zaakbelastingen voor de categorie niet-wonin
gen vinden burgemeester en wethouders aanvaardbaar.
De toepassing van tariefdifferentiatie bewerkstelligt dat de verhouding in opbrengst tussen
woningen en niet woningen blijft gehandhaafd op het niveau van het jaar 2000. Indien geen
tariefdifferentiatie wordt toegepast betekent het dat er een verschuiving in de opbrengst
verhoudingen plaatsvindt van niet-woningen naar woningen. Deze verschuiving kan wor
den berekend op een bedrag van 90.000,- (109.200 heffingseenheden x 9,09 - 8,28).
Gevolgen voor de belastingbetaler
In het vorenstaande is voor wat betreft de onroerende-zaakbelastingen, in het kader van de
mogelijkheden van tariefdifferentiatie, al aandacht geschonken aan de consequenties welke
de uitkomst van de hertaxatie heeft voor de belastingplichtigen binnen onze gemeente. Er
zijn echter ook nog consequenties voor de belastingheffing door de andere overheden,
waarmee dan bedoeld wordt de heffing van de omslag gebouwd door het waterschap en
het huurwaardeforfait door de Belastingdienst.
Burgemeester en wethouders vragen de commissie advies uitte brengen omtrent het Voor
nemen om de raad in zijn vergadering van 27 november aanstaande voor te stellen voor
wat betreft de onroerende-zaakbelastingen over te gaan tot de invoering van tariefdifferen
tiatie, waarbij de tarieven voor woningen worden vastgesteld op 8,01 en voor niet-wonin
gen op 9,09.
aterstand
Drie hoofdtaken heeft het waterschap. We
noemen ze nog maar even: zorg voor ster-
"ke dijken en duinen, goed begaanbare en
veilige polderwegen én een juist waterpeil,
dat van goede kwaliteit is. Een aardig
voorbeeld van een kleinschalig project
waarin alle drie de taken een rol spelen is
de vervanging van de brug op de Kokuits-
weg bij Kattendijke op Zuid-Beveland.
Deze polderweg kruist op een gegeven
moment een primaire waterloop die het
overtollige water van het oostelijke deel
van de Wilhelminapolder en het gebied
rond Kattendijke afvoert en via het polder
gemaal P.J.J. Dekker loost op de Ooster-
schelde. Daarna gaat de weg verder over
de waterkering. De kruising bestond uit
een brug, die in dermate slechte staat ver
keerde dat slopen en geheel vernieuwen
de beste optie was. Een kostbare aangele
genheid, temeer omdat er op die plaats
eigenlijk geen brug nodig is. Een grote
duiker onder de weg zou ook volstaan om
het water af te voeren. De enige belem
mering vormde nog het feit, dat het hier
om een wegkruising met een primaire
watergang ging. Volgens onze eigen Keur
waterbeheer moet er in zo'n situatie een
brug komen. Voor een andere constructie
is toestemming van het waterschapsbe
stuur nodig, dat van oordeel was in dit
geval geen bezwaar tegen een duiker te
hebben.
Inmiddels is het karwei bijna gereed. De
grote betonnen koker van 2.20 m breed, 2
meter hoog en 18 meter lang ligt op zijn
plaats. Uitgerekend is, dat die maten vol
doende zijn om het polderwater af te voe
ren. De wegbermen zijn aangevuld en aan
beide kanten met 2.60 meter verbreed,
zodat ook die aan de recente veiligheids
normen voldoen. Boven de waterlijn zijn
aan weerszijden van de koker twee eco-
duikers aangelegd, buizen met een diame
ter van 60 cm, zodat kleine zoogdieren als
muizen en egels ook de oversteek kunnen
maken. Dit laatste is gedaan, omdat het
gebied onderdeel van een ecologische
verbindingszone Is. Dieren waarvan we
niet willen dat ze zich verspreiden zijn
muskusratten. Deze kunnen grote schade
aan slootkanten aanrichten door hun graaf-
zuchtig gedrag. Om hen te misleiden is er
een zogenaamde nepduiker aangelegd,
voorzien van een klem. Binnenkort wordt
de wegkruising met klinkers bestraat.
Asfaltering ervan zal volgend jaar gebeu
ren. Naar verwachting kan het verkeer over
twee weken weer van de weg gebruik
maken. Met het project is een bedrag van
ongeveer 220.000,gemoeid, wat ruim
een ton minder is dan wanneer er een
brug gebouwd zou zijn.
Waterschap Zeeuwse Eilanden gaat in de
lage peiigebieden op Walcheren een proef
met flexibel peilbeheer toepassen. Dit
gebeurt zodra het gebied daarvoor is inge
richt. In het peiibesluit voor Walcheren,
dat in 1994 is vastgelegd, worden de
zomer- en winterstreefpeilen voor deze
gebieden ten opzichte van het oude
besluit verlaagd. Dit peiibesluit is destijds
genomen voor een betere waterbeheer
sing en maakt deel uit van het landinrich
tingsproject. De vastgestelde verlaging
brengt een klein risico van eventuele zet
ting aan gebouwen en wegen met zich
mee. Vandaar dat het waterschap behoed
zaam met de peliverlagingen omgaat; in
dit geval door flexibel peilbeheer. Een bij
komend voordeel is dat in de zomer de
kans op verdroging van landbouw en
natuur verder wordt tegengegaan.
Op woensdag 22 november houdt water
schap Zeeuwse Eilanden een inloopbijeen
komst voor geïnteresseerden. In het
dorpshuis 'Ons Huis' in Meliskerke kunnen
belangstellenden tussen 15.00 en 17.30
uur en tussen 19.00 en 21.00 uur terecht
met hun vragen. Om 15.30 uur en om
19.30 uur wordt er een inleiding gegeven
over het onderwerp.
De inspraakperiode begint op 20 novem
ber en loopt tot 18 december. Het plan
ligt gedurende die vier weken ter Inzage
op de gemeentehulzen van Middelburg,
Vlissingen en Veere, op het hoofdkantoor
van waterschap Zeeuwse Eilanden (Piet
Heinstraat 77) in Goes en op het districts
kantoor Walcheren/Noord-Beveland
(Baayenhovenseweg 4a) in Grljpskerke.
iedereen kan in die periode schriftelijk op
het plan reageren.
Foto's Rudy Visser
dinsdag 28 november 2000
commissie Algemeen Bestuurlijke Zaken,
aanvang 19.30 uur
commissie Waterkeringen/Wegen, aanvang
19.30 uur
commissie Waterbeheer, aanvang 17.00 uur
woensdag 29 november 2000
commissie Middelen, aanvang 19.30 uur
maandag 11 december 2000
vergadering van de algemene vergadering
vhnvang 19.30 uur; op de agenda staan
onder meer:
begroting 2001
tarieven waterschapsbelastingen 2001
raamplan project waterbeheersing
Schouwen-West
verkoop woningen Prommelsluis
Alle bijeenkomsten zijn voor het publiek
toegankelijk en worden gehouden in het
waterschapskantoor in Goes,
Piet Heinstraat 77.
Om het verkeer op de waterschapswegen
ook tijdens gladheid in goede banen te lei
den heeft het waterschap een uitvoerings
plan gladheidbestrijding opgesteld. In dit
plan staat precies aangegeven waar er
wordt gestrooid en door wie. Want het
waterschap is niet de enige wegbeheerder
in Zeeland. Ook provincie Zeeland,
gemeenten en het Rijk beheren een groot
aantal kilometers. En om efficiënt te kun
nen werken hebben alle wegbeheerders
goede afspraken met elkaar gemaakt.
Het Rijk en de provincie strooien hun eigen
wegen en eventueel de fietspaden die erbij
horen al voordat het glad zou kunnen wor
den. Het waterschap heeft een andere
werkwijze. Als uit de weersverwachting
blijkt dat er gladheid kan ontstaan, dan
inspecteert het waterschapspersoneel 's
morgens vroeg de wegen. Alleen wanneer
het werkelijk glad is, komen de strooiwa
gens van het waterschap in actie. De plat
telandswegen voor doorgaand verkeer,
openbaar vervoer en vervoer van gevaarlij
ke stoffen komen het eerst aan de beurt
zodat die tussen 07.00 en 22.00 uur goed
begaanbaar zijn. Voor de belangrijke fiets
routes en minder belangrijke wegen die in
het strooiprogramma zijn opgenomen, is
dit tussen 07.00 en 20.00 uur. Ook op
De vergadering van de gebiedscommissie
Tholen is op 4 december in E>e Wimpel op
Sint Philipsland en begint om 19.30 uur. De
eerder aangekondigde vergadering van 30
november in Sint Anrialand komt hiermee
te vervallen.
hevige sneeuwval is het waterschap voor
bereid. In dat geval gaan de sneeuwploe
gen op pad zodat wegen naar woningen
en bedrijven in het buitengebied begaan
baar blijven.
Het waterschap beheert zo'n 2200 kilome
ter polderwegen buiten de bebouwde
kom. U zult begrijpen dat het onmogelijk is
om alle polderwegen te strooien. De kos
ten zouden onacceptabel hoog zijn, nog
los van het feit dat het milieu een enorme
zoutbelasting zou krijgen. Daarom is
ervoor gekozen de belangrijkste doorgaan
de wegen en fietsroutes in het strooipro
gramma op te nemen. Als u wilt weten of
de waterschapswegen bij u in de buurt
gestrooid worden, kunt u contact opne
men met het bedrijfsbureau Wegen van
het waterschap, telefoon (0113)241000. U
kunt een kaart aanvragen waarop alle
strooiroutes in het gebied waar u woont
zijn aangegeven.
Heeft u vragen over de gladheidbestrij
ding, dan kunt u bellen met het districts
hoofd van de sector Wegen van het gebied
waar u woont. Voor Schouwen-Duiveland
en Tholen is dit de heer H.A. Dalebout,
voor Walcheren en Noord-Beveland de
heer T. van Pul en voor Zuid-Beveiand de
heer J.M. Quist. Zij zijn allen bereikbaar op
telefoonnummer (0113)241000 of stuur
een e-mail naar info@wze.nl.
Waterstand is de informatierubriek
van waterschap Zeeuwse Eilanden.
Elke maand kunt u deze rubriek in
dit blad vinden. Voor vragen over de
beschreven onderwerpen kunt u
terecht bij afdeling Communicatie:
Mariette van Gorkum (eindred.)
(0113-241209) of Sandra Minneboo
(0113-241422).
e-mail: communicatie@wze.nl
Waterschap Zeeuwse Eilanden
Hoofdkantoor
Postbus 114, 4460 AC Goes
Piet Heinstraat 77, 4461 GL
Goes
telefoon (0113)241000
telefax (0113)227528