Hongaarse bezoekt na 76 jaar haar pleeghuis in Poortvliet Een dagje naar de Oesterdam Woonzorgcentrum op schema Vernieling met zwaard, geen bewijs voor schot Dood meisje gevonden op schor Viane Oorlogskinderen uit Hongarije sterkten in Nederland aan Protestant Verdachten Muyepolder vrij Donderdag 22 augustus 1996 EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT Hoe het toeval een merkwaardig stukje geschiedenis boven water kan halen, bleek donderdag, toen een oude Hongaarse vrouw in Poortvliet een bezoek bracht aan de villa Quo Vadis waar ze 76 jaar geleden vier maanden logeerde om aan te sterken van de verschrikkingen van de Eerste Wereldoorlog. Mevr. H. Koltai-Ganther maak te tijdens haar leven veel ellende mee, maar toont zich desondanks verbazingwekkend levenslustig en fit. Verbaasd Veewagons 18 kilo aangekomen Schuilkelder Leeggezogen Bloot Drugs Afschuwelijk Acht man Het begon allemaal na de Eerste Wereldoorlog. Humanitaire hulp kwam op gang en het Rode Kruis regelde dat Hongaarse en Oosten rijkse kinderen naar Nederland kon den komen om aan te sterken. Daar bij waren ook broer en zus Hilda en Wilhelm Ganther. Aanvankelijk gingen ze naar een gezin in Halste ren, maar later verbleven ze vier maanden bij het burgemeestersgezin Van Gorseï-Van Stapele in Poort vliet. Van Gorsel woonde in de villa Quo Vadis aan het Zuidplantsoen. In het voorjaar van 1992 bracht mevr. Koltai voor het eerst in 72 jaar weer een bezoek aan die plaats. Op die bewuste dag was ze aan het logeren bij een neef in het Duitse Arnsberg (even achter Dortmund). Ze wilde graag het Deltaplan zien, maar het weer zat niet mee en daar om bezochten ze de Floriade. Van bezichtiging van de pijlerdam kwam niets meer terecht, maar wel reed het gezelschap nog even langs Poort vliet om te zoeken naar het huis waar mevr. Koltai ooit verbleef. "Wij waren toen net terug uit Frank rijk", vertelt J. Balk, die al sinds lan ge tijd eigenaar van Quo Vadis is. "We zagen mensen foto's maken van ons huis. Maar dat gebeurt wel meer, dus we schonken er niet zoveel aandacht aan. Maar plotse ling stonden ze aan de achterdeur en een oude mevrouw vertelde dat ze hier in 1920 was geweest. Wij waren natuurlijk erg verbaasd, maar we hebben ze rondgeleid door het huis en veel gepraat. Hoewel een rondleiding niet echt nodig was, want ze wist nog precies hoe alles was." Mevr. Koltai kon echter niet lang blijven, want het was al achter in de middag en de reis naar Duitsland moest ook nog gemaakt worden. "We bleven contact houden via brie ven en later hebben we haar nog een keer bezocht in haar huis in Boeda pest. Toen hebben we haar uitgeno digd om een paar dagen bij ons te komen logeren", vertelt Balk. "Eerst wilde ze die uitnodiging niet aanne men omdat ze zich te oud voelde, maar later schreef ze dat ze toch zou komen." En dat gebeurde, donder dag kwam de nu 89-jarige mevr. Koltai met haar zoon en zijn gezin per auto aan in Poortvliet. "Vliegen, daar begin ik niet meer aan", had ze gezegd en dus reisde ze drie dagen per auto. Haar Duits is nagenoeg perfect en wie haar zo ziet zitten in het zonne tje op de veranda van Quo Vadis zou niet zeggen dat deze vrouw bijna 90 jaar oud is. Maar hoe kwam ze des tijds in Nederland terecht, ver weg van haar familie? "Er was na de Eer ste Wereldoorlog niets meer over van het land. Wegen en gebouwen waren verwoest en voedsel was er nauwelijks. Vader en moeder kon den ons niet voldoende te eten geven", vertelt mevr. Koltai. "Het was heel moeilijk voor mijn ouders om ons zomaar naar een vreemd land te laten gaan, maar wat moes ten ze dan doen? Toen het Rode Kruis de mogelijkheid bood om de kinderen in Nederland aan te laten sterken, was dat de enige uitkomst. Wij stapten in de eerste trein naar Nederland. We zaten in veewagons waar stapelbedden in stonden. Daar sliepen en speelden we in, vijf dagen lang. We konden er niet uit." De Thoolsche Courant meldde in 1920 regelmatig over de groepen kinderen, maar had het vreemd genoeg steeds over Weense kinde ren. Wellicht had dat ermee te maken dat Wenen een verzamelpunt was en dat Oostenrijk en Hongarije toen nog één koninkrijk waren. "Op 20 februari kwamen we aan. Eerst verbleven we drie maanden in Halsteren en daarna zouden we teruggaan. Maar inmiddels hadden de communisten het voor het zeggen gekregen in Hongarije en men besloot dat er geen enkel transport meer naar Hongarije mocht", legt mevr. Koltai uit. "Maar de familie waar we verbleven, had ons voor drie maanden liefdevol opgevangen, maar konden dat niet langer doen. Zo zijn we toen naar Poortvliet ver huisd. De familie Van Gorsel heeft mij opgevangen en mijn broer logeerde bij de familie Geuze in de Langestraat." Deze Jakob van Gorsel (zoon van ene Jan van Gorsel die in de Oude- landsestraat te Tholen een boerderij bewoonde) was een marine-officier die na zijn pensionering in Quo Vadis ging wonen. Hij was getrouwd met Wilhelmina Hendrika Daane van Stapele (die zich echter alleen Van Stapele noemde). Van Gorsel werd tevens burgemeester van Poortvliet. Het echtpaar stierf kinderloos. Mevr. Van Gorsel - die na haar echtgenoot overleed - liet ondermeer geld en grond aan het Zuidplantsoen na aan een bediende die er een huis op liet bouwen. Mevr. Koltai herinnert zich nog vrij goed hoe het was bij de Van Gor- sel's. "Ze hadden twee bediendes die sliepen in een apart kamertje. Boven had meneer Van Gorsel een kan toortje waar hij mensen ontving. Het was een lieve man die me veel ver telde over zijn reizen naar Neder lands Indië", vertelt de Hongaarse. "Het huis is maar heel weinig veran Mevr. H. Koltai-Ganther (rechts) bij het echtpaar Balk in Quo Vadis te Poortvliet. derd. Er stond ooit een serre naast, die is nu weg en de ingang is veran derd." Balk verklaart dat: "Het oude toegangshek is er nog steeds, maar je ziet het bijna niet meer. Het staat vlak naast de Gereformeerde Kerk en is overgroeid met planten. Daar was vroeger de oprijlaan." Dat her innert mevr. Koltai zich nog. "De tuin was ook veel groter en liep helemaal tot aan de Smidsstraat. Er was een moestuin die onderhouden werd door een tuinier. Daarin stond ondermeer een perzikboom. De kleur van de vruchten was mooi geel, maar de smaak was - door te weinig zon - toch minder dan bij ons in Hongarije. Ook was er een kip penren en elke dag raapte ik met ple zier de eieren op. Dat waren er zeker zo'n twintig." Het eten was heel goed hier, weet mevr. Koltai te vertellen. "Ik heb veel nieuwe dingen gegeten zoals asperges. Die vond ik erg lekker. Alleen kreeft vond ik vies, dat hoeft voor mij niet. Maar verder was het heerlijk. Toen we op 25 augustus terug naar huis gingen, was ik acht tien kilo aangekomen. Mijn vader en moeder herkenden me eerst niet. Ik was vertrokken als een mager meis je en kwam terug als een jonge vrouw." Heimwee had mevr. Koltai niet. Ze wist dat het goed voor ze was om Zowel zij als haar broer Wilhelm hielden een tijdlang contact met de families waar ze logeerden. Een broer van Van Gorsel bezocht de twee kinderen nog in Boedapest en nam toen een paar kilo boter mee als cadeau. Maar het ging slecht in Hongarije. Een half jaar na de terugkomst van de kinderen, overleed moeder Gant her, die erg ziek was geworden. De vader van Hilda en Wilhelm over leed een jaar later. Het communisme sloeg toe in het land en de mensen verarmden. Alsof het nog niet erg genoeg was, kwam daar een paar jaar later de Tweede Wereldoorlog nog eens bij. weer op krachten te komen na de ontberingen van de oorlog. Met de kinderen kwam ook een Hongaarse lerares mee. "Als het goed weer was, kregen we les van haar op het strand. Zo zouden we niet achterop raken. We gingen niet in Poortvliet naar school, want we konden immers geen Nederlands lezen en schrijven. Ook spreken ging bij mij erg moei lijk. Mijn broer kon wel Nederlands spreken en een beetje schrijven", zegt de 89-jarige mevr. Koltai. Voor het verblijf van de Hon gaarse en Oostenrijkse kinde ren in Nederland was een spe ciaal comité opgericht. De ANCO (Algemeen Neder lands comité voor Oostenrijk) zorgde ervoor dat er in totaal negentien transporten met 10.000 kinderen naar ons land kwamen. In Oostenrijk waren ook het Niederlandische Hilfskomité für Wien, een Joods èn een Rooms Katholiek comité werkzaam. Voor Zeeland was uitgever J. Amsing van de Thoolse Courant districtscom missaris. Tot ergernis van de organisatoren bleken de pleeg gezinnen in Zeeland vaak alleen protestantse kinderen te willen opnemen. Daar werd in de publiciteit tegen geageerd. Naar Tholen kwamen uiteinde lijk veertig kinderen. De eer sten kwamen in februari aan en de laatsten op 20 juli. De eerste vijftien vertrokken weer in augustus en in september volg de de rest. De gastgezinnen werd op het hart gedrukt niet meer dan tien kilo aan spullen mee te geven aan de kinderen. Bovendien werd afgeraden vruchten mee te geven. 'De kleederen van de kinderen zou den door het sap bederven'. Droog spek, meel, kaas en sui kerklontjes waren cadeaus die wel aangeraden werden, net als oude Nederlandse boekjes, zodat ze de Nederlandse taal zouden bijhouden. Sommige kinderen gingen niet weg, maar bleven hier wonen. Van hen is niemand meer in leven. De inmiddels getrouwde mevr. Kol tai zat met haar gezin, een ingekwar tierd echtpaar en een echtpaar van wie het huis verwoest was, te schui len. "Drie maanden hebben we in de kelder doorgebracht. We woonden in 'ofen', dat is het bovenste deel van Boedapest", vertelt de Hongaarse. Boedapest is een stad die in tweeën gesplitst wordt door de Donau. Pest is het laagste en vlakke deel, terwijl het oudste en heuvelachtige stuk (Boeda of in het Duits 'ofen') hoger ligt. "Ons huis lag maanden lang in de vuurlinie. Aan de ene kant hadden de Duitsers zich geïnstalleerd op het kerkhof, terwijl de Russen uit de bergen kwamen. We zaten met z'n allen in de kelder en sliepen op matrassen op de grond. Gelukkig hadden we de kelder gestut en de deuren waren van beton. We slopen soms naar buiten als het rustig was om wat eten te halen of te ruilen met andere gezinnen. Water was er niet, maar sneeuw wel en dat lieten we smelten om er thee van te maken. Gelukkig is ons huis niet helemaal kapotgeschoten en we zijn er heel uitgekomen", verhaalt mevr. Koltai. In totaal verloor ze drie keer haar huis en moest ze een nieuw bestaan opbouwen. Haar broer werd door de Russen tewerk gesteld onder slechte omstandigheden en werd ernstig ziek. Hij is lange tijd geleden over leden. De strijd om te overleven, weerhield haar ervan om terug te keren naar Nederland. "Daar dach ten we geen moment aan. Je was hard aan het werk om in leven te blijven. Een reis naar Nederland zat er helemaal niet in." Nu heeft mevr. Koltai alleen nog haar twee zonen en hun gezinnen over als directe familie. Desondanks heeft ze de levenslust niet verloren. "Ik dank God iedere dag dat ik zo lang mag leven en gezond mag zijn. Dat ik zo oud kon worden, is mede te danken aan de goede voeding die ik in Nederland genoten heb", zegt de Hongaarse. "De mensen in Hon garije zijn heel gastvrij, maar altijd toch wat afwachtend en afstandelijk. Hier in Nederland zijn de mensen heel hartelijk. Ze geven zomaar wildvreemde mensen onderdak. Toen, en nu weer." Ze heeft toch ook nog een andere tip om oud te worden: "Bescheiden blij ven, sporten en niet dik worden. Op dat laatste liepen wij in Hongarije geen kans", voegt ze er' lachend aan toe. Ze kan er zelf de ironie nog wel van inzien dat Boedapest, toen zij in 1920 wegging, een moderne stad was met waterleiding, terwijl daar van in Poortvliet nog geen sprake was. Nu is de situatie precies andersom. "Het is een mooie stad, Boedapest", zegt mevr. Koltai. "Eens had men er ook geld, maar de oorlog, het communisme, weer een oorlog en nog eens communisme hebben het land leeggezogen. Laten we hopen dat nu het toerisme op gang komt en er weer genoeg te eten is, het ook economisch wat beter zal gaan." Want nog steeds zijn veruit de meeste Hongaren arm. Koffie is bijvoorbeeld iets dat zelfs de men sen met nog een beetje geld niet kunnen betalen. Toch zou mevr. Koltai Hongarije en Boedapest niet willen ruilen voor een ander land. "Er is niets mooiers dan de 'heimat', daar ben je thuis. Maar in Nederland zijn de hartelijke mensen het mooiste. Ach, ieder land heeft zijn goede en minder goede kanten." De allerlaatste vakantiedag en stra lend zomerweer. Als inwoners van Tholen-stad vragen wij ons af: 'Wat doen we?' Een uur autorijden en naar het Noordzee-strand of lekker op de fiets naar de Oesterdam? We kiezen voor het laatste en vertrekken met zoon, dochter, emmers en schepnetten richting de Thoolse kust. Op de Oesterdam fietsen we over de Bergsediepsluis naar de ver ste punt. Daar is het een komen en gaan van bootjes, die door de sluis gaan. Koffie uit de thermoskan. Kortom: we genieten! We besluiten terug te fietsen om een plekje aan het strand te zoeken. Ter wijl wij daar fietsen, komt een meneer ons tegemoet gejogd. Dich terbij gekomen, blijkt hij geen zwembroek aan te hebben. Onze alerte dochter van acht heeft gezien wat er bungelt en zegt: 'Die van papa is mooier.' Zoon van elf zegt niks. Maar we geraken dan toch aan het strand en lopen daar lekker door het water. We zijn er niet alleen. Dochter: 'Mama, wat zijn dat voor mensen die met die volle tassen uit de zee komen?' Dat zijn Vietnamese mensen en ze komen met hun hele familie naar de Oesterdam. Zij: 'Maar wat zit er in die tassen?' Alles wat ze hier kunnen vangen, zoals oesters en kokkels. Als ze genoeg hebben, gaan ze met de hele familie barbecuen. Dochter: 'Dus dat zijn die rookwolk jes langs de dijk.' Ja dus. Zoon: 'Maar dat is toch stropen? Als wij met de schepnetten iets vangen, moeten we het altijd weer terugzet ten in zee als we naar huis gaan!' Ja dus. We recreëren verder. Er komt een motoragent langs en hij stopt bij de mensen zonder textiel aan. Welwil lend worden de broekjes aangetrok ken om ze even welwillend weer uit te trekken, zodra de agent om de bocht verdwenen is. (Alles kan op de Oesterdam.) Aan het eind van de dag willen we nog wel een ijsje, voordat we weer naar huis fietsen en we begeven ons naar de ijswagen. Wat een chaoti sche drukte is het daar. Her en der geparkeerde auto's met de deuren open en keiharde 'kaboeng, kaboeng'-muziek in verschillende toonaarden. En een heleboel men- Stemmen van lexers sen, dicht opeen gepakt. De Oesterdam op een zomerse weekenddag. Wat timide in al dat tumult eten wij ons ijsje. Hé, daar zien we ons nichtje (25) met een vriendin. Maar ze zien nogal wit om de neus. Is er iets gebeurd? Ja dus. Nichtje: 'We wilden ook eens naar de Oesterdam en we waren net neer gestreken, toen bleek dat een grote groep jongeren drugs zat te gebrui ken. Snuiven, met spiegeltjes, weet jewei. Die jongens werden daar behoorlijk agressief van. En wie was er ook aan de Oesterdam? Een bekende jongen uit Tholen, die niet is als een ander, die anders praat en anders beweegt. Maar wie hem kent, die houdt van hem. En uitgerekend hij werd het doelwit van deze agres sieve jongens. Ze begormen hem in 'elkaar te slaan met de hele groep'. Zo maar en alle mensen keken ernaar en niemand deed iets.' Ons nichtje kon het niet meer aan zien en - hoewel haar vriendin haar wees op het gevaar om zelf klappen op te lopen - sprong ertussen. De jongen klampte zich aan haar vast en was helemaal overstuur. Een oudere mevrouw schoot te hulp en belde ook de politie. Toen die arriveerde, namen ze de belaagde jongen mee in de auto. Afschuwelijk was het, zoveel mensen die dit zagen gebeu ren en niemand die wat deed! Wij stappen op de fiets om naar huis te gaan. Voor ons rijdt een politie wagen met iemand achterin. De wagen stopt, de agent zegt iets tegen een jongen, die verschrikkelijk tekeer gaat tegen de agent, die gauw wegrijdt. En het gedoe met het snuiven en de spiegeltjes gaat gewoon weer ver der. (Alles kan op de Oesterdam.) Waar is de tijd, dat je met hoogstens 100 Tholenaren heerlijk rustig kon zwemmen bij de Zwarte Trap? Mocht er nog een zomerse dag komen, dan gaan we met de kinde ren naar het Noordzee-strand. We houden ons hart vast als onze zoon volgende zomer zal zeggen: 'Mam, ik ga naar de Oesterdam.' Piet en Kora Stols Garnalenstraat, Tholen. De eerste rij woningen van het woonzorgcentrum Sint Maartenshof kunnen bijna onder de pannen. Ze staan evenwijdig aan de Anemoon straat. Op de voorgrond verrijzen de overige woningen maar dan in twee bouwlagen. Maandag zijn bouwvakkers weer begonnen met de bouw van het woonzorgcentrum Sint Maartenshof in Sint-Maartensdijk. Na een vakan tie van vier weken werken timmer lieden en metselaars van bouwbe drijf Uytdewilligen aan de 44 woningen die op het terrein van het gesloopte verzorgingshuis moeten verrijzen. Het centrum met de licht gele steentjes en de schuine daken krijgt al een beetje een gezicht. De eerste dag na de vakantie viel niet mee. Het kwik kroop in de felle zon naar de dertig graden en dat was in de vakantieperiode van de bouw vakkers niet voorgekomen. De eerste rij laagbouw zijn veertien koopwoningen langs de Anemoon straat. Ze zijn al voorzien van kozij nen. Nu worden de buitenmuren van de 28 huurwoningen op het oostelijk deel van het terrein gemetseld en van kozijnen voorzien. Ook is een begin gemaakt met de stalen con structie voor het centrale gedeelte van het gebouw. In de eerste week van maart is de aannemer begonnen met het 'uitzetten'. Dat gebeurde bij zeer natte omstan digheden. Daarna is een droge periode aangebroken en heeft het werk geen vertraging opgejopen. De bouw vergt 7.8 miljoen en verloopt volgens schema. In mei moet het centrum klaar zijn. De 27-jarige bewoner van de Ple vierlaan in Sint-Maartensdijk die verdacht wordt van aanranding van een 15-jarige meisje tijdens een bar becue in de Muyepolder zaterdag avond is dinsdag na verhoor vrijge laten door de politie in Goes. Hij heeft een verklaring afgelegd. Hij wordt voorgeleid aan justitie, samen met een 43-jarige buurtbewoner uit de Bosdreef, de vader van het meis je, die omstreeks half drie zondag ochtend met een zwaard op zoek was naar zijn plaatsgenoot om hem te bedreigen en lichamelijk letsel toe te brengen. Overburen -die net rond die tijd gas ten uitlieten- hebben nog gepro beerd de zaak te sussen maar slaag den daar niet in. De man drong de woning binnen door een raam te ver nielen op zoek naar de man die hij ervan beschuldigde zijn dochter tij dens het buurtfeest onzedelijk te hebben betast. De man richtte met zijn 1 meter lange zwaard vernielin gen aan in het huis toen hij de ver meende dader niet thuis trof, maar alleen diens vrouw en twee kinde ren. De 43-jarige was onder invloed van alcohol. De uit hun slaap gewekte buurtbe woners zeggen daarna twee schoten te hebben gehoord. Ook de politie heeft dat van buurtbe woners vernomen maar heeft geen aanwijzingen dat er een vuurwapen is gebruikt, zo zei een woordvoerder gisterochtend. De politie uit het Oosterscheldebek- ken was met 6 man en een hond naar de smalstad gekomen om de twee dienstdoende agenten assistentie te verlenen bij het zoeken naar de man met het slagwapen. De man werd gevonden in het natuurgebied De Pluimpot, het zwaard werd op zijn aanwijzing aangetroffen in een in aanbouw zijnde woning en in beslag genomen. Hij wordt verdacht van bedreiging, vernieling en geweld pleging en werd voor nader verhoor overgebracht naar het politiebureau in Goes. De man is zondagmiddag vrijgelaten. Inmiddels was bij de Stadswandeling. Zaterdagavond organiseert de VVV een stadswan deling door Tholen. Onder leiding van een gids worden ondermeer de Grote Kerk, de Gasthuiskapel en het Stadhuis bezocht. De wandeling begint om zeven uur op de hoek van de Markt en de Kerkstraat. politie aangifte gedaan van aanran ding door de 27-jarige buurtbewo ner. Hij werd op zijn beurt zondag middag aangehouden op verdenking van het plegen van onzedelijke han delingen met een minderjarige en overgebracht naar Goes. Buurtbe woners betreuren het dat dit incident nu in verband wordt gebracht met de barbecue die omstreeks twaalf uur was afgelopen. Organisator Jan Ou- desluijs vindt dat het incident niets met het buurtfeest te maken heeft. "Zoiets kan overal gebeuren. Als het aan mij ligt, is er volgend jaar weer een barbecue in de Muyepolder." Zondagmiddag werd op de schorren bij Viane (gemeente Duiveland) het stoffelijk overschot van een meisje gevonden. De politie gaat ervanuit dat ze door een misdrijf om het leven is gekomen. De identiteit van de jonge vrouw is nog niet bekend. Het betreft een blank meisje van 15 a 16 jaar, ongeveer 1,58 meter lang met golvend, donkerblond haar, slank postuur, schoenmaat 31/32 en een zilveren oorpin midden in de rechteroorschelp. Een recherchebij standsteam van vijftien personen is op de zaak gezet. Tot op heden heeft dat geen resultaat opgeleverd. De politie wil geen mededelingen doen over manier waarop het meisje om het leven gebracht is. Gisterenavond werd een opsporingsbericht uitge zonden op de televisiekanalen Nederland 1, 2 en 3. Iedereen die inlichtingen denkt te hebben over deze zaak, wordt verzocht contact op te nemen met het recherchebij standsteam in Kruiningen tel. 0113- 381810. Miva. Tot en met 1 september loopt de jaarlijkse Miva-actie. Deze instelling steunt medewerkers van kerken en daaraan verwante ontwik kelingsorganisaties door het beschikbaar stellen van ondermeer auto's, motoren en fietsen. Met een collecte in de Rooms Katholieke kerken aanstaande zaterdag en zon dag, en andere acties hoopt Miva voldoende inkomsten te krijgen om meer dan 250 projecten mogelijk te maken. t

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1996 | | pagina 3