KERSTMIS 1986
De kerstboom
KAARS
Zij zagen het licht
Kerstkruiswoord met uitspraak
I
Koning
Kerstmaaltijd
Prijzen voor
Kerstpuzzel
Donderdag 18 december 1986
Een verberging tegen de
wind
DE EENDRACHTBODE
15
VREDELIEVEND...
Dankbaar
I
overdenking
En die Man zal zijn als een ver
berging tegen de wind en een
schuilplaats tegen de vloed, als
waterbeken in een dorre plaats,
als de schaduw van een zware
rotssteen in een dorstig land.
Jesaja 32:2
Hier is weer een Messiaanse tekst.
Het gaat in de Adventtijd over de
belofte van de komende Zaligma
ker. Wij moeten wel bedenken,
dat wij de beloften zien in het
licht der vervulling. Hij komt! Zo
klonk de blijmare des heils door
de Godsspraken van het oordeel
heen, tot vertroosting van de ware
vromen. Vanaf het Paradijs is Hij
aangekondigd in Wie alleen be
houdenis is. Is Hij al in uw leven
gekomen? Of kijkt u uit naar zijn
komst? Of is er in u geen enkele
begeerte naar de Heiland? De wa
re Kerk des Heeren kijkt terug en
vooruit. Dat zal waarlijk zo zijn
in uw leven, wanneer u deel hebt
aan de eerste komst van Christus
in het vlees, toen Hij onze natuur
aannam om te lijden en te ster
ven. Dat is zo noodzakelijk om
daaraan deel te hebben Christus,
de Gezalfde Koning wordt hier
voorgesteld aan de Kerk Gods in
lijden en druk, in nood en zonde.
De profeet Jesaja tekent hier de
Messiaanse heilstijd, zo vol won
deren, zo rijk aan genade. Hij te
kent de Messias met tedere kleu
ren vol van heil en vrede. Van de
schone toekomst die zal aanbre
ken voor Juda is dit het eerste
kenmerk, dat een rechtvaardige
Koning zal heersen en dat de
voorsten naar recht. Verwacht u
een schone toekomst? Dat kan al
leen wanneer u deze Man in de
tekst als een Verberging leert ken
nen aan deze kant van het graf.
Hij wordt hier in de tekst ons na
der getekend, en dan valt op, dat
HIJ wel priester moet zijn. Hij
wordt ons voorgesteld als een
Man, voorzien van kracht. Hij zal
zijn als een verberging tegen de
wind. Wat kan er niet een wind
zijn in ons land, het kan soms
stormen. Dat kon ook in de
woestijn. Daar konden harde
winden waaien, zoals een wind
hoos, die alles de lucht inslingert.
Zo werd in de woestijn het zand
omhoog geworpen en werd het
duister door de stofwolken. Dan
ging de woestijnreiziger achter
zijn kameel liggen, om zo beschut
te zijn tegen de wind en werd hij
onder het zand bedekt. Zo voert
de tocht van de Bruidskerk des
Heeren door de woestijn van dit
leven. Daar zijn onherbergzame
oorden en wat een gevaren drei
gen er. Maar een natuurlijke be
scherming tegen Gods toorn is er
niet. We dreigen door deze win
den als door een cycloon opgeno
men te worden en in de hel te wor
den neergesmakt. Hoe volslagen
machteloos voelt een kind des
Heeren zich in de macht van Gods
toorn. Hebt u die al in beginsel er
varen? Vreesde u weieens dat u
als het ware in de hel zou worden
neergeworpen? Die geweldige
wind van Gods toorn, daar kan
niemand tegen stand houden.
Tenzij we een verberging hebben
tegen die wind. Die verberging is
de Heere Jezus Christus. Ziet u
uit naar die Verberging? Buiten
deze schuilplaats wacht u een eeu
wige nacht, maar in deze Verber
ging bent u eeuwig veilig. Ziet u
uit naar Hem? Is dat uw Advents-
verlangen, om in Hem geborgen
te zijn?
P. van Bergen Bravenboer.
Scherpenisse
Veel eeuwen geleden, toen is al gezegd:
"Eens wordt er een kind in een kribbe gelegd,
een kind uit een maged geboren".
Het kwam als verlosser, als redder in nood.
"Glorie aan God, want zijn liefde is groot",
zo zongen de engelenkoren.
Toen lag daar dat kindje, de God van 't heelal,
in doeken gewikkeld, in een tochtige stal.
Het schreide van kou en ellende.
Met hooi in de kribbe werd 't leed wat verzacht,
een os en een ezel, zij hielden de wacht.
Geen wonder dat niemand hem kende.
Er waren wat herders met schapen in 't veld,
aan hen hadden eng'len de boodschap verteld,
dat dicht bij hun grazige weiden
een kind was geboren, het lag in een stal,
zij telden hun schapen en gingen door 't dal
de weg op die d'engelen zeiden.
Drie wijzen -zij kwamen uit 't oosten vandaan-
die hadden een ster aan de hemel zien staan,
de wond'rlijkste ster uit hun leven.
Dat wonder bleef staan bij de stal, het was koud,
zij hebben toen wierook, wat mirre en goud
uit eerbied aan 't kindje gegeven.
De herders en wijzen, zij knielden daar neer
om 't kind te begroeten als koning en heer
en zongen met d'engelenkoren.
Nu mogen wij ook naar het kribbetje gaan.
- want ieder heeft toch deze boodschap verstaan?-
Dus vrienden, laat 't "GLORIA" horen.
k «r» ar* r
De kerstboom wordt verlicht door
kaarsen, daarom laten we in dit
taaipraatje het licht schijnen op de
kaars, wellicht het oudste verlich
tingsmiddel. De Romeinen ken
den al vet- en waskaarsen. De
kaars is via de petroleumlamp, het
gas- of gloeikousje, de voorloper
van de elektrische lamp. Naar de
vorm onderscheidde men de
kaarsen in lange, dikke en ronde
kaars. De laatste jaren heeft men
allerlei bijzondere vormen be
dacht.
Vroeger sprak men ook van
"keers". Dit blijkt uit de titel van
het bekende boek van de Vlaamse
schrijver Felix Timmermans
(1886-1947, geboren en gestorven
in Lier) "Het Keerzeken in de
Lanteern". Behalve uit vet, was of
stearine werden vroeger ook
kaarsen van roet gemaakt. De
kwaliteit was begrijpelijk niet al te
best. Reeds in de Keuren van
Haerlem (1750) werd acht gesla
gen op de kwaliteit. Verwant aan
de kaarsen zijn de thee-, nacht- en
waxinelichtjes. Zo onderscheidde
men kaarsen gieten (met een lepel
in tinnen of glazen vormen) en
kaarsen maken, het specifieke
handwerk van de vervaardiger.
De spreekwoorden-kenner Har-
rebomee vermeldt het oude
spreekwoord: Hij zal kaarsen van
ongel maken. De betekenis daar
van is, hij wil het onmogelijke
doen. De herkomst is niet duide
lijk, omdat ongel een soort van vet
is, waarvan men wel kaarsen kan
maken. Waarschijnlijk is bedoeld
dat men van ongel geen goede
waskaarsen kon maken. Een an
dere benaming was: kaarsen van
vier, zes en dertien. Dat is afkom
stig van de pakjes kaarsen die een
pond wogen en waarin resp. vier,
zes en dertien kaarsen zaten. Be
kend is de vergelijking: zo recht
als een kaars. Meestal gezegd van
oudere personen die 'nog recht van
lijf en leden zijn. Daartegenover
ook: zij is zo recht als een kaars.
Gezegd van een zeer magere
de mand met kadootjes. Zit er
voor hem ook wat in? Hij
smult mee met het 'botjes en
beentjesmenu'. Lekker dikge-
geten een frisse neus halen, en
dan een dutje doen. Zalig!
'Hoezo niet goed voor m'n
konditie, morgen ga ik toch
weer aan de lijn?' Zo redene
ren onze honden tenminste al
vele jaren. Even voorstellen?
Hun namen zijn: Flap (we
gens z'n flaporen) en Foxie
(met z'n 'elastieke bene').
Flap bewaakt de binnenboel,
Foxie het buitengebeuren. Zij
zorgen ervoor, dat ons leven
niet geruisloos voorbijglijdt.
Flap heeft een gruwelijke he
kel aan 'ongure types' met
een hoofddeksel op. En de
'rijdende winkelman' met z'n
witte jas kan hij helemaal niet
uitstaan. Maar als het 'vreem
de volk' eenmaal bij het ba
zinnetje op een stoel en aan de
koffie zit, wordt hij gelijk
•goeie maatjes. 'Een stuk
koek? Nou, graag!' Foxie, die
aan een lang touw over het erf
scharrelt (omdat hij anders
geregeld naar 't durrep gaat)
houdt ieder bewegend wezen
of vehikel nauwlettend in de
gaten. 'Waag't niet op m'n
terrein te komen, want dan
zal ik je!' blaft hij de hele
dag. Hij staat op een uitge
breide verklaring van de
buurman, als die wat komt le
nen. 'Puh, dat gaat zomaar
niet!' Pas als het baasje be
gint te praten, is hij gerust
gesteld en dan begroet hij de
'verschijningen' met een op
gewekt: 'Hoi, hoe is't?' 't
Zijn brave beesten. Nou ja,
wat heet braaf. De mens is
ook niet altijd even vredelie
vend, dus waarom zouden zij
ook niet's ondeugend zijn.
Maar met de Kerstdagen zijn
we het allemaal wel en daar
om wensen ook zij u: Prettige
feestdagen.
"Ma, wil jij een Kerstverhaal
voor ons schrijven", vraagt
Jeanet, die tegenwoordig de
kopij voor het hondenblad
moet binnen zien te krijgen.
"Er moet natuurlijk een hond
in voorkomen". Wel, in het
échte Kerstverhaal, waar ver
teld wordt over de geboorte
van het Kindeke Jezus, wordt
de hond niet genoemd. En
toch is hij overal bij geweest.
Bij de schaapjes, waar hij sa
men met de herders de wacht
heeft gehouden. Bij de wijzen
uit het Oosten, die de ster
naar Betlehem volgden. Hij
heeft hen bij het passeren van
elke boerderij en herberg, een
eind vergezeld. En toen einde
lijk iedereen bij de kribbe was
aangekomen, stond hij, eer
biedig kwispelend, achter Jo
zef en Maria. Verhaaltjes
over mensen zijn niet voor te
stellen zonder de hond. Kijk
maar naar muurschilderingen
uit de oudheid. Prenten van
de grote meesters. Beelden
over verlaten straten. Film
pjes met spetterende baby's.
Altijd kom je hem tegen, of is
hij in de buurt. Met de Kerst
is hij ook van de partij. Mag
mee de Kerstboom halen. En
is net zo blij met de lichtjes als
wij. Snuffelt nieuwsgierig in
P.M. VAN EEKELEN
vrouw. Vergelijk: zo mollig als
een plank. Omdat de kaars zo oud
is, behoeft het geen verwondering
te wekken dat er tal van spreek
woorden en zegswijzen ontston
den over de kaars. "De kaars uit
blazen" is van toepassing op ie
mand die het gelag moet betalen.
Letterlijk het laatste werk doen. In
dit geval betalen. Grappig is de
uitdrukking "Op een middag een
kaars aansteken" voor iets onno
digs of overbodigs doen. Van
nuchtere wijsheid getuigt "De
kaars die duister brandt, moet
men den neus afknijpen". Iemand
die onbeschaamde vragen stelt,
moet men onbeschaamd ant
woorden. Een oude zegswijze
luidde "De kaars uit, de schaamte
uit". Zodra er veilig gezondigd
kon worden, omdat niemand het
in de duisternis zag, was het dik
wijls gedaan met het fatsoen.
Vergelijk: de kat in het donker
knijpen. Onvoorzichtigheid met
kaarsen veroorzaakt vaak brand.
Vandaar de roep "Bewaar je vuur
en kaarsje wel". Oudtijds riep de
nachtwaker het uur langs de hui
zen. De roep hield een waarschu
wing in. Je moet je huis warm en
het licht aanhouden. Een andere
bekende roep van de nachtwaker
was: elf uur heit de klok, neem je
vrouwtje in je arm, dekt haar toe
en houdt haar warm. Met andere
woorden: het is bedtijd. "Iemand
of iets bij de kaars zoeken" wil
zeggen, met moeite en inspanning
zoeken. Vergelijk: het is met een
lantaarntje te zoeken. "Schoon bij
de kaars" betekent het lijkt mooi
er dan het in werkelijkheid is. Een
schoonheid die het daglicht niet
kan verdragen en die men niet al
te nauwkeurig moet bekijken. De
Fransen kennen in dit verband het
spreekwoord: "Elle est belle la
chandelle". Zij is mooi bij kaars
licht. Vondel dichtte al: "Want
wat zich schaemt bij daegh, wort
liever 's nachts gezien, als
schooner bij de kaars". Kaars en
bril worden wel eens tezamen ge
noemd als hulpmiddelen om iets
goed te zien. Vandaar de zegswij
ze "Wat baat kaars of bril, als de
uil (de domme) niet zien en wil?"
Ook: de kaars houden om iemand
bij te lichten. Hiervan is de uit
drukking afgeleid "Voor iemand
de kaars houden". De overdrach
telijke betekenis is: iemand in een
ondergeschikte betrekking be
hulpzaam zijn. Bij uitbreiding
kreeg deze uitdrukking langza
merhand de betekenis van mede
plichtig zijn (op de uitkijk staan).
"De duivel zal de kaars houden".
Als dit of dat niet gebeurt, dan zul
je wat beleven, dan zal er wat op
zitten. Ook: Het is altijd de duivel
die de kaars draagt. Dat wil zeg
gen, het zijn altijd dezelfden die
het moeten ontgelden of het gelag
moeten betalen. De zegswijze "De
Kaars aan beide einden aanste
ken" duidt op verspilling. Zonder
overleg te werk gaan kan zelfs tot
ruïnering leiden. Van iemand die
dom was zei men wel laatdun
kend: een lantaarn zonder kaars.
Vergelijk: grote lantaarn weinig
licht. In ons land worden in Gou
da de meeste kaarsen vervaardigd.
Het kreeg daarom de bijnaam van
de Kaarsenstad. Tegen Kerstmis
wordt ook nu nog het Goudse
stadhuis met honderden kaarsen
verlicht. Dit evenement trekt al
tijd veel bekijks.
Het Taaipraatje over Driekonin
gen leidt naar het volgende on
derwerp: Koning. De eigenlijke
betekenis van koning is: titel en
benaming voor-een mannelijk
souverein regeerder van een mo
narchie.
In Openbaringen 19 kan men le
zen "De Koning der Koningen".
Een van grote eerbied getuigende
naam voor God. Eveneens een
oosterse vorstentitel, o.a. voor de
koning van Babel, Nebucadnezar.
"De Koning dienen" betekent
soldaat zijn. Bij uitbreiding: 's
Konings rok (ook wapenrok) dra
gen.". Paradoxaal klinkt: "Voor
den koning werken". Dat wil zeg
gen voor niets werken. Vergelijk:
spelen om 's konings of 's keizers
baard (in het kaartspel). Van de
oorspronkelijke betekenis zijn an
dere betekenissen afgeleid. Zo gaf
men Lodewijk Napoleon tijdens
de Franse overheersing de spot
tende bijnaam van "de Lamme
Koning". De onbekende allitera
tie "koning of keutel" betekent:
alles of niets. Zo ook: heden ko
ning, morgen keutel. Vandaag
geëerd, morgen verguisd. Grappig
is de zegswijze: "Een koning uit
zijn stoel praten" voor zeer wel
bespraakt zijn.
Bekend is de uitdrukking: "De
koning te rijk zijn". Blij en tevre
den zijn, soms al met een kleinig
heid. Geestig is ook de zegswijze:
"Pijlen schieten naar de koning".
(Ook met de toevoeging: van En
geland). Een eufemistische uit
drukking voor een wind laten.
Daarna ook een boer laten, opris
pen. Soms is koning een aandui
ding van een machts- of voor
rangspositie. Hij is koning in zijn
eigen huis. Een koning in zijn vak
zijn. Daarvan is afgeleid het be
kende spreekwoord: "In het land
der blinden is eenoog koning" en:
de klant is koning. Zijn haan moet
altijd koning kraaien. Bij schut
tersfeesten was degene die de vo
gel neerschoot de koning van het
jaar in een schuttersgilde. De
dood noemt men wel de koning
der ververschrikking. In het
schaakspel is de koning het be
langrijkste stuk.
Woensdag organiseert de Evange
lische Gemeente te Bergen op
Zoom in de synagoge in de Koe
voetstraat een gratis kerstmaal
tijd. Een ieder die deze maaltijd
bij wil wonen is op die avond van
harte welkom. Aanvang 20.00 uur.
Voor eventuele inlichtingen en re
servering (uiterlijk 23 december)
kan men bellen: 01640-59702.
Veel genoegen toegewenst met de
Kerstpuzzel. Wie de goede oplos
sing heeft gevonden, kan die per
briefkaart opsturen aan de Een-
drachtbode, Postbus 5, 4697 ZG
St. Annaland. Uw inzending dient
maandag 5 januari binnen te zijn.
U maakt kans op één van de tien
prijzen: 1. gezelschapsspel 2.
schrijfmap 3. boek Ons Vorsten
huis 4. asbak 5. portefeuille 6.
foto-album 7. after shave 8.
Sheaffer balpen aan koord 9. le->j
peltje 10. brievenbakje. f
Kerstmis is het feest van het licht
en van de hoop. Het is het feest
van de geboorte van Christus, het
feest ook van het nieuwe leven,
van het opnieuw herboren zijn
van het jaar. In alle vormen van
kunst is de geboorte van het kin
deke in de stal in Bethlehem uit
gebeeld. In houtsnijwerk, op iko-
nen. Daarvan is er zelfs één, die
niet alleen het begin, maar ook
Jozef en Maria bij de kribbe uit
beeldt. Ook de drie koningen
vormen een onderdeel in deze 12-
delige afbeelding, die het hele
leven van Jezus weergeeft. Het is
een Griekse ikoon, uit de 18e
eeuw. Oude meesters schilderden
de volkstelling. Pieter Breughel de
Jonge schilderde het gesitueerd in
een Middeleeuws Vlaams dorpje.
Maria zit op de ezel, die door de
sneeuw stapt. Jozef heeft het dier
bij de teugel, hij draagt een zaag
over zijn schouder. Het ijs is sterk
genoeg om er kinderen op te laten
glijden en sleeën. De mensen lo
pen allemaal naar de herberg en
wachten om zich op het bevel van
de keizer te laten registreren.
Maar hoe kunstenaars de geboor
te van Jezus ook uitbeeldden, zij
probeerden het licht te vangen, als
mensen van de tijd waarin zij
leefden. Ook in de dichtkunst is er
sprake van het licht. In een ge
dicht van Leo Vroman. "Decem
ber", staat: "Kerstmis, omdat het
zo zo donker is,
mogen de jonge sparrebomen
op juiste lengte afgebroken
een avondje bij ons binnen ko
men,
versierd en dan in brand gestoken.
Jezus Christus hoe onverwacht,
te branden midden in de nacht".
Ontroerend van eenvoud is een
dertiende eeuws kerstliedje:
"Een kindeken zo lovelik
is ons geboren heude
Van ene jonkvrouw zuiverlik
God troost ons arme leude.
Was ons dat kindeke niet ge-
boor'n
Zo waren wie alletemale verloor'n
Dat heil is onzer allen
Heil dorzeuten Here Jezu Christ
Das doe bie menschen geboren
bist
God beheud' ons veur die helle".
Vrolijkheid is toch ook typerend
voor Kerstmis, het feest van de
geboorte van het kind.
"Alle die engelen van Hemelrijc
Ende al die herderkens van aer-
trijc
Sij songen, sij hadden groot jolijt".
Het is te hopen, dat iets van het
licht van blijheid mag uitstralen
over de mensheid en dat er ook de
innerlijke vonk door wordt ont
stoken, zodat er misschien vrede is
in het hart. Het zou een begin
kunnen zijn van het onbereikbare
ideaal "Vrede op aarde. In de
mensen een welbehagen
In de ronding van een zilveren kerstboombal,
zie ik het gezicht weerspiegeld van mijn jongste zoon,
'k Zie hoe hij bezig is de takken vol te hangen,
'k Denk bij mezelf: "Ik vind dit heel gewoon
Maar is het zo gewoon, dat ik dit feest kan vieren
met iedereen waarvan ik hou en vol tevredenheid
Wat ben ik beter dan die anderen, die veel verdriet verwerken,
voor wie geen licht meer lijkt te schijnen in hun eenzaamheid
Toch denk ik dat juist voor degenen die het meest verdrietig zijn,
met Kerst de klokken 't helderst luiden en de kaarsen 't mooiste stralen.
Omdat de Kerst het begin van het nieuwe leven is,
waarom Gods Zoon ons uit de duisternis komt halen.
De Kerstboom is versierd, de kaarsjes branden al,
een koor zingt "Stille Nacht"en over "Bethlehems dreven"
een groot gevoel van dankbaarheid welt in mij op, ik fluister zacht:
"Ik dank U Heer, voor alles wat U ons dit jaar weer hebt gegeven
Jopie Meerman
Stil zit Joke voor zich uit te kijken en denkt: "Zouden wij ook een
kerstboom krijgen? Zo'n hele grote met glimmende bollen? Of nee, het
mag best een kleine boom zijn, als er maar één kwam". Joke schrikt
op, de deur gaat open en daar komt moeder binnen. Ze zet een ketel
water op het vuur en zegt: "Joke, we zullen het samen best gezellig heb
ben hoor, maar ik denk dat er dit jaar geen kerstboom zal zijn. Ik zou
niet weten hoe ik er aan moet komen". "Och, dat geeft niets mam, dan
doen we dat volgend jaar wel weer". Moeder hoort een ondertoon van
verlangen in haar stem. Het is ook zo verschrikkelijk moeilijk om zelf
een boom om te hakken. Er staan er zo véél in het bos. Moeder haalt
de zingende ketel van het vuur en giet water op de thee. Ze schenkt de
kopjes vol en zet er één voor Joke neer met een lekkere, zelfgemaakte
plak cake erbij. Mmm, heerlijk is dat.
Buiten vliegen de vogeltjes af en aan bij het vogelhuisje, waar Joke
broodkruimeltjes heeft gelegd. Kijk nou tpch eens, die koolmees doet
allerlei kunstjes om maar bij de pinda's te kunnen komen. Brr, het is
bitter koud en het hout is ook al bijna op. Hoe moet dat dan? Als er
geen hout meer is, wil de kachel ook niet branden, "'k Wou, dat vader
terug was. Hij blijft zo lang weg", zegt Joke. Moeder legt een arm om
haar schouders en zegt: "Misschien is vader wel voor Kerstmis thuis,
je weet dat oma ziek geworden is na het overlijden van opa. Ze heeft
gevraagd of vader komen wou". "Ja, maar hij is al zoveel weken weg",
denkt Joke. "Zal die ooit op tijd komen?"
Het begint buiten al donker te worden, de sneeuwvlokken plakken te
gen de ruiten. Moeder kijkt naar de lucht en zegt: "Dat kon wel eens
een flink pak sneeuw geven. Ga maar op tijd naar bed, dat doe ik ook.
Dan gaan we morgenvroeg met de slee wat hout zoeken". Joke gaat op
haar pantoffels naar boven, zet ze onder het bed en kruipt vlug onder
de warme dekens. Moeder stopt haar lekker in en gaat zelf ook naar
bed. "Morgen zien we verder", mompelt ze.
"Moeder, moeder!", roept Joke "wordt eens wakker! Allemaal
sneeuw! We kunnen niet eens meer naar buiten kijken". Moeder stapt
verschrikt uit bed. Warempel, ze heeft zich verslapen, wrijft haar ogen
uit en ziet wat Joke bedoelt. Ze zijn ingesneeuwd. De sneeuw reikt
waarschijnlijk tot aan het dak. "Zo krijgen we nooit die deur open",
denkt moeder. "Hoe komen we nu aan hout voor de kachel?" Ze loopt
gauw naar de kachel om te zien of die het nog wel doet. En ja hoor,
die snort nog. Maar voor hoe lang? Gelukkig is de schoorsteen niet
dichtgesneeuwd, maar zuinig zijn nu met het hout. "Wie weet, zitten
we dagen opgesloten".
Moeder werkt wat in het huis en Joke zit moeilijke woordjes te leren
uit haar leesboekje. Dat valt niet mee hoor. Ze denkt aan de vogeltjes
buiten in de kou. Moeder komt uit de keuken en zegt: "Heb jij dat ge
hoord?" "Ik hoor niets", zegt Joke. "Of stil, ja, ik hoor toch wat".
"Ze komen ons bevrijden," zegt moeder blij. Het geluid wordt steeds
harder en harder, tot ze vaders stem hoort: "Is alles goed met jullie?
Het duurt nog enige tijd hoor, maar we doen ons best". Verder hoort
ze geschuif en geschuur van de sneeuwscheppers. Moeder geeft een
schreeuw: "Alles is goed hoor! 'k Zal gauw een grote kan koffie zetten.
Joke, zo te horen zijn daar heel wat mensen buiten in die kou om vader
te helpen". Joke klapt in haar handjes. "Daaj_js vader, daar is vader.
Krijgen we toch nog een kerstboom!"
Een poos later gaat de deur open, vader stuift met uitgespreide armen
naar binnen. Moeder en Joke omhelzen hem en lachen en huilen van
blijdschap. De mannen komen ook naar binnen. Het zijn er wel tien en
ieder krijgt een warme beker koffie en een plak cake. "Wat een feest",
zegt Joke. Bij zoveel blijdschap moet het wel een feest zijn. Joke kijkt
naar buiten en ziet daar een kerstboom liggen die vader meegebracht
heeft. "Dus toch", zegt Joke. "Nu is het helemaal feest". In gedachten
hangt ze al de ballen en slingers eraan. Het wordt dus toch een kerst
feest met een boom.
J.A.J. Drent-Stinissen
LOS het kruiswoordraadsel op en vul
daarna de in het oplossingsformulier
gevraagde letters in. Die uitspraak is
de oplossing.
HORIZONTAAL: 1. winterfeest; 5.
hemellichaam; 8. ontstekingskoord;
12. kerstboomtop; 16. weinig van ge
wicht; 21. deel van een schip; 22.
ontsloten; 23. jaargetijde; 25. zwak;
27. rustpauze; 28. keer; 29. vogel; 30.
duin; 32. telwoord; 34. vaartuig; 36.
dierengeluid; 37. voorzetsel; 38. man
van stand; 40. dit is; 42. wereld
kampioenschap; 43. onbedekt; 46.
evenzo; 48. stroompje; 49. soort
onderwijs; 51. troep; 53. teer; 54.
vogel; 56. alleenzang; 58. preekstoel;
60. bar; 62. maat; 63. uniek; 64.
getuigenis; 65. kerel; 66. pas; 68.
vogel; 69. lidwoord; 70. roem; 71.
regeringsreglement;'73. massa water
damp; 75. hert; 76. stel; 78. noot; 79.
meisje; 82. bijbels figuur; 83. rund; 85.
grafsteen; 86. kledingstuk; 88. berg
plaats; 90. stop. 91. schel; 92. numero
94. redelijk wezen; 96. op grote af
stand; 99. geluidloos; 101. voorz.; 102
Eur. hoofdstad; 103. vaartuig; 104.
kern; 105. het Romeinse rijk; 106. in
het jaar onzes Heren; 107. godin; 108.
voegwoord; 110. scheepstouw; 112.
sprakeloos; 113. dundoek; 115. mili
tair; 116. compagnon; 118. voor
schrift; 119. water in Drente; 122.
vervoersmaatschappij; 123. familielid;
125. daar; 127. slot; 128. mytholo
gisch figuur; 129. deel van een schip;
131. klaar; 133. vluchtige stof; 135.
eekhoorn; 138. pl. o.d. Veluwe; 140.
water in Friesl.; 142. noot; 144. knaag
dier; 146. maat; 147. visgerei; 149.
eender; 151. voorz.; 152. Europeaan;
154. man. kenmerk; 157. heilige; 159.
vervoermiddel; 162. kleur; 165. wa
terhoogte; 167. verwonding; 168.
noot; 169. inwendig orgaan; 171.
noot; 173. soort onderwijs; 175. wild
varken; 177. de dato; 178. dwarshout;
179. nobel; 180. deel van een trap;
181. rivier in Italië; 182. deel van een
fornuis; 184. koor; 186. bijbels figuur;
188. heen en weer; 189. zonder moed;
190. zangstuk; 192. voegwoord; 194.
Europeaan; 196. bloeiwijze; 198. tel
woord; 200. ongeletterd; 202. maan
stand; 203. op een zekere plaats; 204.
plaats in Zuid-Holland; 205. plaats in
Noord-Brabant; 207. telwoord; 210.
vaartuig; 211. Engelse havenstad;
213. vogelprodukt; 214. bron; 215.
tocht; 217. heidemeer; 219. voorzet
sel; 221. vreemde titel; 222. metsel
specie; 224. familielid; 225. naar; 227.
fout; 229. maat; 230. kleur; 232. deel
van een vis; 235. numero; 236. heilige;
238. eerstkomend; 239. reep stof;
242. pijn; 243. betrekking; 245. roe
men; 246. christelijk feest.
VERTIKAAL: 1. gebogen; 2. en om
streken; 3. opstootje; 4. de oudere; 5.
spetter; 6. kort ogenblik; 7. voeg
woord; 8. vers; 9. gewicht; 10.-deel
van de bijbel; 11. kolenwagen, 13.
hetzelfde; 14. gelofte; 15. pit; 17.
vorm van zijn; 18. gevangenis; 19.
inhoudsmaat; 20. meel; 22. onder
andere; 23. pers. voornaamw.; 24.
vogel; 26. het Romeinse rijk; 28.
vervaardigen; 29. meer dan anderen;
31. laatstleden; 33. man van adel; 35.
vlug; 36. dierengeluid; 37. motorrace;
38. water in Friesland; 39. vuur; 41.
voorzetsel; 42. arbeid; 44. telwoord;
45. metalen wasbak; 46. hetzelfde;
47. insekt; 48. woud; 50. niet even;
51. alp; 52. lidwoord; 53. Europeaan;
55. niet genoemde; 57. Frans lid
woord; 58. vogel; 59. heilige; 61.
opening; 63. plaats in Drente; 64.
vlaktemaat; 67. naaigerei; 69. noot;
70. gelijk; 72. dwarshout; 73. per
soonlijk voornaamw.; 74. godshuis;
75. regeringsreglement; 76. vreemde
titel; 77. Rijksoverheid; 78. dwars
hout; 80. eerstkomend; 81. naschrift;
82. laatstleden; 84. heilige; 85. hemel
lichaam; 87. telwrd.; 89. loot; 90. ge
vogelte; 91. vogel; 93. nakomelingen;
94. fout; 95. bijbelse pl.; 96. insekt; 97.
levenslucht; 98. familielid; 99. loop
stok; 100. deel van de mond; 103.
looppad; 106. voertuig; 107. aanvoer-
troepen; 109. voorzetsel; 110. tegen
over; 111. schoeisel; 112. heilige; 113.
omgang; 114. bevel; 115. rund; 117.
spil; 118. pers. voornaamw.; 120.
voertuig; 121. vordering; 123. zintuig;
124. lokspijs; 126. huid; 130. het
zelfde; 132. noot; 134. deel van een
etmaal; 135. boom; 136. boom; 137.
tocht; 139. zuidvrucht; 140. uitgave;
141. niet even; 143. voorzetsel; 144.
vertrouwen; 145. vaartuig; 148. korf;
149. ter gedachtenis; 150. voorbeeld;
151. hetzelfde; 153. onder andere;
155. vervoersmij.; 156. toespraak;
158. open plek i.h. bos; 160. klinkna
geltje; 161. daar; 163. militair; 164. in
sekt; 166. Europeaan; 170. grond om
boerderij; 172. lor; 174. voorz.; 176.
opstootje; 178. advies; 179. bijbels
figuur; 180. mak; 181. teerprodukt;
183. nauw; 185. mager; 187. rund;
189. Europese hoofdstad; 191. Euro
peaan; 193. de onbekende; 195. voor
zetsel; 197. dwarshout; 199. trek;
200. lidwoord; 201. redeloos wezen;
206. titel; 207. heen en weer; 208.
eens; 209. bolgewas; 212. aardrijks
kundige aanduiding; 213. boom; 214.
arbeid verrichten; 216. voorzetsel;
217. langs; 218. bloem; 220. verbin
ding; 222. verlichting; 223. vertegen
woordiger; 224. grappenmaker; 226.
maat; 227. noot; 228. deel van een
fornuis; 231. rivier in Italië; 233. per
soonlijk voornaamw.; 234. telwoord;
237. kleur; 239. watering; 240. num
mer; 241. bloeiwijze; 242. titel; 243.
dierengeluid; 244. verbrandingspro-
dukt.