KERSTMIS 1986 De kerstboom KAARS Zij zagen het licht Kerstkruiswoord met uitspraak I Koning Kerstmaaltijd Prijzen voor Kerstpuzzel Donderdag 18 december 1986 Een verberging tegen de wind DE EENDRACHTBODE 15 VREDELIEVEND... Dankbaar I overdenking En die Man zal zijn als een ver berging tegen de wind en een schuilplaats tegen de vloed, als waterbeken in een dorre plaats, als de schaduw van een zware rotssteen in een dorstig land. Jesaja 32:2 Hier is weer een Messiaanse tekst. Het gaat in de Adventtijd over de belofte van de komende Zaligma ker. Wij moeten wel bedenken, dat wij de beloften zien in het licht der vervulling. Hij komt! Zo klonk de blijmare des heils door de Godsspraken van het oordeel heen, tot vertroosting van de ware vromen. Vanaf het Paradijs is Hij aangekondigd in Wie alleen be houdenis is. Is Hij al in uw leven gekomen? Of kijkt u uit naar zijn komst? Of is er in u geen enkele begeerte naar de Heiland? De wa re Kerk des Heeren kijkt terug en vooruit. Dat zal waarlijk zo zijn in uw leven, wanneer u deel hebt aan de eerste komst van Christus in het vlees, toen Hij onze natuur aannam om te lijden en te ster ven. Dat is zo noodzakelijk om daaraan deel te hebben Christus, de Gezalfde Koning wordt hier voorgesteld aan de Kerk Gods in lijden en druk, in nood en zonde. De profeet Jesaja tekent hier de Messiaanse heilstijd, zo vol won deren, zo rijk aan genade. Hij te kent de Messias met tedere kleu ren vol van heil en vrede. Van de schone toekomst die zal aanbre ken voor Juda is dit het eerste kenmerk, dat een rechtvaardige Koning zal heersen en dat de voorsten naar recht. Verwacht u een schone toekomst? Dat kan al leen wanneer u deze Man in de tekst als een Verberging leert ken nen aan deze kant van het graf. Hij wordt hier in de tekst ons na der getekend, en dan valt op, dat HIJ wel priester moet zijn. Hij wordt ons voorgesteld als een Man, voorzien van kracht. Hij zal zijn als een verberging tegen de wind. Wat kan er niet een wind zijn in ons land, het kan soms stormen. Dat kon ook in de woestijn. Daar konden harde winden waaien, zoals een wind hoos, die alles de lucht inslingert. Zo werd in de woestijn het zand omhoog geworpen en werd het duister door de stofwolken. Dan ging de woestijnreiziger achter zijn kameel liggen, om zo beschut te zijn tegen de wind en werd hij onder het zand bedekt. Zo voert de tocht van de Bruidskerk des Heeren door de woestijn van dit leven. Daar zijn onherbergzame oorden en wat een gevaren drei gen er. Maar een natuurlijke be scherming tegen Gods toorn is er niet. We dreigen door deze win den als door een cycloon opgeno men te worden en in de hel te wor den neergesmakt. Hoe volslagen machteloos voelt een kind des Heeren zich in de macht van Gods toorn. Hebt u die al in beginsel er varen? Vreesde u weieens dat u als het ware in de hel zou worden neergeworpen? Die geweldige wind van Gods toorn, daar kan niemand tegen stand houden. Tenzij we een verberging hebben tegen die wind. Die verberging is de Heere Jezus Christus. Ziet u uit naar die Verberging? Buiten deze schuilplaats wacht u een eeu wige nacht, maar in deze Verber ging bent u eeuwig veilig. Ziet u uit naar Hem? Is dat uw Advents- verlangen, om in Hem geborgen te zijn? P. van Bergen Bravenboer. Scherpenisse Veel eeuwen geleden, toen is al gezegd: "Eens wordt er een kind in een kribbe gelegd, een kind uit een maged geboren". Het kwam als verlosser, als redder in nood. "Glorie aan God, want zijn liefde is groot", zo zongen de engelenkoren. Toen lag daar dat kindje, de God van 't heelal, in doeken gewikkeld, in een tochtige stal. Het schreide van kou en ellende. Met hooi in de kribbe werd 't leed wat verzacht, een os en een ezel, zij hielden de wacht. Geen wonder dat niemand hem kende. Er waren wat herders met schapen in 't veld, aan hen hadden eng'len de boodschap verteld, dat dicht bij hun grazige weiden een kind was geboren, het lag in een stal, zij telden hun schapen en gingen door 't dal de weg op die d'engelen zeiden. Drie wijzen -zij kwamen uit 't oosten vandaan- die hadden een ster aan de hemel zien staan, de wond'rlijkste ster uit hun leven. Dat wonder bleef staan bij de stal, het was koud, zij hebben toen wierook, wat mirre en goud uit eerbied aan 't kindje gegeven. De herders en wijzen, zij knielden daar neer om 't kind te begroeten als koning en heer en zongen met d'engelenkoren. Nu mogen wij ook naar het kribbetje gaan. - want ieder heeft toch deze boodschap verstaan?- Dus vrienden, laat 't "GLORIA" horen. k «r» ar* r De kerstboom wordt verlicht door kaarsen, daarom laten we in dit taaipraatje het licht schijnen op de kaars, wellicht het oudste verlich tingsmiddel. De Romeinen ken den al vet- en waskaarsen. De kaars is via de petroleumlamp, het gas- of gloeikousje, de voorloper van de elektrische lamp. Naar de vorm onderscheidde men de kaarsen in lange, dikke en ronde kaars. De laatste jaren heeft men allerlei bijzondere vormen be dacht. Vroeger sprak men ook van "keers". Dit blijkt uit de titel van het bekende boek van de Vlaamse schrijver Felix Timmermans (1886-1947, geboren en gestorven in Lier) "Het Keerzeken in de Lanteern". Behalve uit vet, was of stearine werden vroeger ook kaarsen van roet gemaakt. De kwaliteit was begrijpelijk niet al te best. Reeds in de Keuren van Haerlem (1750) werd acht gesla gen op de kwaliteit. Verwant aan de kaarsen zijn de thee-, nacht- en waxinelichtjes. Zo onderscheidde men kaarsen gieten (met een lepel in tinnen of glazen vormen) en kaarsen maken, het specifieke handwerk van de vervaardiger. De spreekwoorden-kenner Har- rebomee vermeldt het oude spreekwoord: Hij zal kaarsen van ongel maken. De betekenis daar van is, hij wil het onmogelijke doen. De herkomst is niet duide lijk, omdat ongel een soort van vet is, waarvan men wel kaarsen kan maken. Waarschijnlijk is bedoeld dat men van ongel geen goede waskaarsen kon maken. Een an dere benaming was: kaarsen van vier, zes en dertien. Dat is afkom stig van de pakjes kaarsen die een pond wogen en waarin resp. vier, zes en dertien kaarsen zaten. Be kend is de vergelijking: zo recht als een kaars. Meestal gezegd van oudere personen die 'nog recht van lijf en leden zijn. Daartegenover ook: zij is zo recht als een kaars. Gezegd van een zeer magere de mand met kadootjes. Zit er voor hem ook wat in? Hij smult mee met het 'botjes en beentjesmenu'. Lekker dikge- geten een frisse neus halen, en dan een dutje doen. Zalig! 'Hoezo niet goed voor m'n konditie, morgen ga ik toch weer aan de lijn?' Zo redene ren onze honden tenminste al vele jaren. Even voorstellen? Hun namen zijn: Flap (we gens z'n flaporen) en Foxie (met z'n 'elastieke bene'). Flap bewaakt de binnenboel, Foxie het buitengebeuren. Zij zorgen ervoor, dat ons leven niet geruisloos voorbijglijdt. Flap heeft een gruwelijke he kel aan 'ongure types' met een hoofddeksel op. En de 'rijdende winkelman' met z'n witte jas kan hij helemaal niet uitstaan. Maar als het 'vreem de volk' eenmaal bij het ba zinnetje op een stoel en aan de koffie zit, wordt hij gelijk •goeie maatjes. 'Een stuk koek? Nou, graag!' Foxie, die aan een lang touw over het erf scharrelt (omdat hij anders geregeld naar 't durrep gaat) houdt ieder bewegend wezen of vehikel nauwlettend in de gaten. 'Waag't niet op m'n terrein te komen, want dan zal ik je!' blaft hij de hele dag. Hij staat op een uitge breide verklaring van de buurman, als die wat komt le nen. 'Puh, dat gaat zomaar niet!' Pas als het baasje be gint te praten, is hij gerust gesteld en dan begroet hij de 'verschijningen' met een op gewekt: 'Hoi, hoe is't?' 't Zijn brave beesten. Nou ja, wat heet braaf. De mens is ook niet altijd even vredelie vend, dus waarom zouden zij ook niet's ondeugend zijn. Maar met de Kerstdagen zijn we het allemaal wel en daar om wensen ook zij u: Prettige feestdagen. "Ma, wil jij een Kerstverhaal voor ons schrijven", vraagt Jeanet, die tegenwoordig de kopij voor het hondenblad moet binnen zien te krijgen. "Er moet natuurlijk een hond in voorkomen". Wel, in het échte Kerstverhaal, waar ver teld wordt over de geboorte van het Kindeke Jezus, wordt de hond niet genoemd. En toch is hij overal bij geweest. Bij de schaapjes, waar hij sa men met de herders de wacht heeft gehouden. Bij de wijzen uit het Oosten, die de ster naar Betlehem volgden. Hij heeft hen bij het passeren van elke boerderij en herberg, een eind vergezeld. En toen einde lijk iedereen bij de kribbe was aangekomen, stond hij, eer biedig kwispelend, achter Jo zef en Maria. Verhaaltjes over mensen zijn niet voor te stellen zonder de hond. Kijk maar naar muurschilderingen uit de oudheid. Prenten van de grote meesters. Beelden over verlaten straten. Film pjes met spetterende baby's. Altijd kom je hem tegen, of is hij in de buurt. Met de Kerst is hij ook van de partij. Mag mee de Kerstboom halen. En is net zo blij met de lichtjes als wij. Snuffelt nieuwsgierig in P.M. VAN EEKELEN vrouw. Vergelijk: zo mollig als een plank. Omdat de kaars zo oud is, behoeft het geen verwondering te wekken dat er tal van spreek woorden en zegswijzen ontston den over de kaars. "De kaars uit blazen" is van toepassing op ie mand die het gelag moet betalen. Letterlijk het laatste werk doen. In dit geval betalen. Grappig is de uitdrukking "Op een middag een kaars aansteken" voor iets onno digs of overbodigs doen. Van nuchtere wijsheid getuigt "De kaars die duister brandt, moet men den neus afknijpen". Iemand die onbeschaamde vragen stelt, moet men onbeschaamd ant woorden. Een oude zegswijze luidde "De kaars uit, de schaamte uit". Zodra er veilig gezondigd kon worden, omdat niemand het in de duisternis zag, was het dik wijls gedaan met het fatsoen. Vergelijk: de kat in het donker knijpen. Onvoorzichtigheid met kaarsen veroorzaakt vaak brand. Vandaar de roep "Bewaar je vuur en kaarsje wel". Oudtijds riep de nachtwaker het uur langs de hui zen. De roep hield een waarschu wing in. Je moet je huis warm en het licht aanhouden. Een andere bekende roep van de nachtwaker was: elf uur heit de klok, neem je vrouwtje in je arm, dekt haar toe en houdt haar warm. Met andere woorden: het is bedtijd. "Iemand of iets bij de kaars zoeken" wil zeggen, met moeite en inspanning zoeken. Vergelijk: het is met een lantaarntje te zoeken. "Schoon bij de kaars" betekent het lijkt mooi er dan het in werkelijkheid is. Een schoonheid die het daglicht niet kan verdragen en die men niet al te nauwkeurig moet bekijken. De Fransen kennen in dit verband het spreekwoord: "Elle est belle la chandelle". Zij is mooi bij kaars licht. Vondel dichtte al: "Want wat zich schaemt bij daegh, wort liever 's nachts gezien, als schooner bij de kaars". Kaars en bril worden wel eens tezamen ge noemd als hulpmiddelen om iets goed te zien. Vandaar de zegswij ze "Wat baat kaars of bril, als de uil (de domme) niet zien en wil?" Ook: de kaars houden om iemand bij te lichten. Hiervan is de uit drukking afgeleid "Voor iemand de kaars houden". De overdrach telijke betekenis is: iemand in een ondergeschikte betrekking be hulpzaam zijn. Bij uitbreiding kreeg deze uitdrukking langza merhand de betekenis van mede plichtig zijn (op de uitkijk staan). "De duivel zal de kaars houden". Als dit of dat niet gebeurt, dan zul je wat beleven, dan zal er wat op zitten. Ook: Het is altijd de duivel die de kaars draagt. Dat wil zeg gen, het zijn altijd dezelfden die het moeten ontgelden of het gelag moeten betalen. De zegswijze "De Kaars aan beide einden aanste ken" duidt op verspilling. Zonder overleg te werk gaan kan zelfs tot ruïnering leiden. Van iemand die dom was zei men wel laatdun kend: een lantaarn zonder kaars. Vergelijk: grote lantaarn weinig licht. In ons land worden in Gou da de meeste kaarsen vervaardigd. Het kreeg daarom de bijnaam van de Kaarsenstad. Tegen Kerstmis wordt ook nu nog het Goudse stadhuis met honderden kaarsen verlicht. Dit evenement trekt al tijd veel bekijks. Het Taaipraatje over Driekonin gen leidt naar het volgende on derwerp: Koning. De eigenlijke betekenis van koning is: titel en benaming voor-een mannelijk souverein regeerder van een mo narchie. In Openbaringen 19 kan men le zen "De Koning der Koningen". Een van grote eerbied getuigende naam voor God. Eveneens een oosterse vorstentitel, o.a. voor de koning van Babel, Nebucadnezar. "De Koning dienen" betekent soldaat zijn. Bij uitbreiding: 's Konings rok (ook wapenrok) dra gen.". Paradoxaal klinkt: "Voor den koning werken". Dat wil zeg gen voor niets werken. Vergelijk: spelen om 's konings of 's keizers baard (in het kaartspel). Van de oorspronkelijke betekenis zijn an dere betekenissen afgeleid. Zo gaf men Lodewijk Napoleon tijdens de Franse overheersing de spot tende bijnaam van "de Lamme Koning". De onbekende allitera tie "koning of keutel" betekent: alles of niets. Zo ook: heden ko ning, morgen keutel. Vandaag geëerd, morgen verguisd. Grappig is de zegswijze: "Een koning uit zijn stoel praten" voor zeer wel bespraakt zijn. Bekend is de uitdrukking: "De koning te rijk zijn". Blij en tevre den zijn, soms al met een kleinig heid. Geestig is ook de zegswijze: "Pijlen schieten naar de koning". (Ook met de toevoeging: van En geland). Een eufemistische uit drukking voor een wind laten. Daarna ook een boer laten, opris pen. Soms is koning een aandui ding van een machts- of voor rangspositie. Hij is koning in zijn eigen huis. Een koning in zijn vak zijn. Daarvan is afgeleid het be kende spreekwoord: "In het land der blinden is eenoog koning" en: de klant is koning. Zijn haan moet altijd koning kraaien. Bij schut tersfeesten was degene die de vo gel neerschoot de koning van het jaar in een schuttersgilde. De dood noemt men wel de koning der ververschrikking. In het schaakspel is de koning het be langrijkste stuk. Woensdag organiseert de Evange lische Gemeente te Bergen op Zoom in de synagoge in de Koe voetstraat een gratis kerstmaal tijd. Een ieder die deze maaltijd bij wil wonen is op die avond van harte welkom. Aanvang 20.00 uur. Voor eventuele inlichtingen en re servering (uiterlijk 23 december) kan men bellen: 01640-59702. Veel genoegen toegewenst met de Kerstpuzzel. Wie de goede oplos sing heeft gevonden, kan die per briefkaart opsturen aan de Een- drachtbode, Postbus 5, 4697 ZG St. Annaland. Uw inzending dient maandag 5 januari binnen te zijn. U maakt kans op één van de tien prijzen: 1. gezelschapsspel 2. schrijfmap 3. boek Ons Vorsten huis 4. asbak 5. portefeuille 6. foto-album 7. after shave 8. Sheaffer balpen aan koord 9. le->j peltje 10. brievenbakje. f Kerstmis is het feest van het licht en van de hoop. Het is het feest van de geboorte van Christus, het feest ook van het nieuwe leven, van het opnieuw herboren zijn van het jaar. In alle vormen van kunst is de geboorte van het kin deke in de stal in Bethlehem uit gebeeld. In houtsnijwerk, op iko- nen. Daarvan is er zelfs één, die niet alleen het begin, maar ook Jozef en Maria bij de kribbe uit beeldt. Ook de drie koningen vormen een onderdeel in deze 12- delige afbeelding, die het hele leven van Jezus weergeeft. Het is een Griekse ikoon, uit de 18e eeuw. Oude meesters schilderden de volkstelling. Pieter Breughel de Jonge schilderde het gesitueerd in een Middeleeuws Vlaams dorpje. Maria zit op de ezel, die door de sneeuw stapt. Jozef heeft het dier bij de teugel, hij draagt een zaag over zijn schouder. Het ijs is sterk genoeg om er kinderen op te laten glijden en sleeën. De mensen lo pen allemaal naar de herberg en wachten om zich op het bevel van de keizer te laten registreren. Maar hoe kunstenaars de geboor te van Jezus ook uitbeeldden, zij probeerden het licht te vangen, als mensen van de tijd waarin zij leefden. Ook in de dichtkunst is er sprake van het licht. In een ge dicht van Leo Vroman. "Decem ber", staat: "Kerstmis, omdat het zo zo donker is, mogen de jonge sparrebomen op juiste lengte afgebroken een avondje bij ons binnen ko men, versierd en dan in brand gestoken. Jezus Christus hoe onverwacht, te branden midden in de nacht". Ontroerend van eenvoud is een dertiende eeuws kerstliedje: "Een kindeken zo lovelik is ons geboren heude Van ene jonkvrouw zuiverlik God troost ons arme leude. Was ons dat kindeke niet ge- boor'n Zo waren wie alletemale verloor'n Dat heil is onzer allen Heil dorzeuten Here Jezu Christ Das doe bie menschen geboren bist God beheud' ons veur die helle". Vrolijkheid is toch ook typerend voor Kerstmis, het feest van de geboorte van het kind. "Alle die engelen van Hemelrijc Ende al die herderkens van aer- trijc Sij songen, sij hadden groot jolijt". Het is te hopen, dat iets van het licht van blijheid mag uitstralen over de mensheid en dat er ook de innerlijke vonk door wordt ont stoken, zodat er misschien vrede is in het hart. Het zou een begin kunnen zijn van het onbereikbare ideaal "Vrede op aarde. In de mensen een welbehagen In de ronding van een zilveren kerstboombal, zie ik het gezicht weerspiegeld van mijn jongste zoon, 'k Zie hoe hij bezig is de takken vol te hangen, 'k Denk bij mezelf: "Ik vind dit heel gewoon Maar is het zo gewoon, dat ik dit feest kan vieren met iedereen waarvan ik hou en vol tevredenheid Wat ben ik beter dan die anderen, die veel verdriet verwerken, voor wie geen licht meer lijkt te schijnen in hun eenzaamheid Toch denk ik dat juist voor degenen die het meest verdrietig zijn, met Kerst de klokken 't helderst luiden en de kaarsen 't mooiste stralen. Omdat de Kerst het begin van het nieuwe leven is, waarom Gods Zoon ons uit de duisternis komt halen. De Kerstboom is versierd, de kaarsjes branden al, een koor zingt "Stille Nacht"en over "Bethlehems dreven" een groot gevoel van dankbaarheid welt in mij op, ik fluister zacht: "Ik dank U Heer, voor alles wat U ons dit jaar weer hebt gegeven Jopie Meerman Stil zit Joke voor zich uit te kijken en denkt: "Zouden wij ook een kerstboom krijgen? Zo'n hele grote met glimmende bollen? Of nee, het mag best een kleine boom zijn, als er maar één kwam". Joke schrikt op, de deur gaat open en daar komt moeder binnen. Ze zet een ketel water op het vuur en zegt: "Joke, we zullen het samen best gezellig heb ben hoor, maar ik denk dat er dit jaar geen kerstboom zal zijn. Ik zou niet weten hoe ik er aan moet komen". "Och, dat geeft niets mam, dan doen we dat volgend jaar wel weer". Moeder hoort een ondertoon van verlangen in haar stem. Het is ook zo verschrikkelijk moeilijk om zelf een boom om te hakken. Er staan er zo véél in het bos. Moeder haalt de zingende ketel van het vuur en giet water op de thee. Ze schenkt de kopjes vol en zet er één voor Joke neer met een lekkere, zelfgemaakte plak cake erbij. Mmm, heerlijk is dat. Buiten vliegen de vogeltjes af en aan bij het vogelhuisje, waar Joke broodkruimeltjes heeft gelegd. Kijk nou tpch eens, die koolmees doet allerlei kunstjes om maar bij de pinda's te kunnen komen. Brr, het is bitter koud en het hout is ook al bijna op. Hoe moet dat dan? Als er geen hout meer is, wil de kachel ook niet branden, "'k Wou, dat vader terug was. Hij blijft zo lang weg", zegt Joke. Moeder legt een arm om haar schouders en zegt: "Misschien is vader wel voor Kerstmis thuis, je weet dat oma ziek geworden is na het overlijden van opa. Ze heeft gevraagd of vader komen wou". "Ja, maar hij is al zoveel weken weg", denkt Joke. "Zal die ooit op tijd komen?" Het begint buiten al donker te worden, de sneeuwvlokken plakken te gen de ruiten. Moeder kijkt naar de lucht en zegt: "Dat kon wel eens een flink pak sneeuw geven. Ga maar op tijd naar bed, dat doe ik ook. Dan gaan we morgenvroeg met de slee wat hout zoeken". Joke gaat op haar pantoffels naar boven, zet ze onder het bed en kruipt vlug onder de warme dekens. Moeder stopt haar lekker in en gaat zelf ook naar bed. "Morgen zien we verder", mompelt ze. "Moeder, moeder!", roept Joke "wordt eens wakker! Allemaal sneeuw! We kunnen niet eens meer naar buiten kijken". Moeder stapt verschrikt uit bed. Warempel, ze heeft zich verslapen, wrijft haar ogen uit en ziet wat Joke bedoelt. Ze zijn ingesneeuwd. De sneeuw reikt waarschijnlijk tot aan het dak. "Zo krijgen we nooit die deur open", denkt moeder. "Hoe komen we nu aan hout voor de kachel?" Ze loopt gauw naar de kachel om te zien of die het nog wel doet. En ja hoor, die snort nog. Maar voor hoe lang? Gelukkig is de schoorsteen niet dichtgesneeuwd, maar zuinig zijn nu met het hout. "Wie weet, zitten we dagen opgesloten". Moeder werkt wat in het huis en Joke zit moeilijke woordjes te leren uit haar leesboekje. Dat valt niet mee hoor. Ze denkt aan de vogeltjes buiten in de kou. Moeder komt uit de keuken en zegt: "Heb jij dat ge hoord?" "Ik hoor niets", zegt Joke. "Of stil, ja, ik hoor toch wat". "Ze komen ons bevrijden," zegt moeder blij. Het geluid wordt steeds harder en harder, tot ze vaders stem hoort: "Is alles goed met jullie? Het duurt nog enige tijd hoor, maar we doen ons best". Verder hoort ze geschuif en geschuur van de sneeuwscheppers. Moeder geeft een schreeuw: "Alles is goed hoor! 'k Zal gauw een grote kan koffie zetten. Joke, zo te horen zijn daar heel wat mensen buiten in die kou om vader te helpen". Joke klapt in haar handjes. "Daaj_js vader, daar is vader. Krijgen we toch nog een kerstboom!" Een poos later gaat de deur open, vader stuift met uitgespreide armen naar binnen. Moeder en Joke omhelzen hem en lachen en huilen van blijdschap. De mannen komen ook naar binnen. Het zijn er wel tien en ieder krijgt een warme beker koffie en een plak cake. "Wat een feest", zegt Joke. Bij zoveel blijdschap moet het wel een feest zijn. Joke kijkt naar buiten en ziet daar een kerstboom liggen die vader meegebracht heeft. "Dus toch", zegt Joke. "Nu is het helemaal feest". In gedachten hangt ze al de ballen en slingers eraan. Het wordt dus toch een kerst feest met een boom. J.A.J. Drent-Stinissen LOS het kruiswoordraadsel op en vul daarna de in het oplossingsformulier gevraagde letters in. Die uitspraak is de oplossing. HORIZONTAAL: 1. winterfeest; 5. hemellichaam; 8. ontstekingskoord; 12. kerstboomtop; 16. weinig van ge wicht; 21. deel van een schip; 22. ontsloten; 23. jaargetijde; 25. zwak; 27. rustpauze; 28. keer; 29. vogel; 30. duin; 32. telwoord; 34. vaartuig; 36. dierengeluid; 37. voorzetsel; 38. man van stand; 40. dit is; 42. wereld kampioenschap; 43. onbedekt; 46. evenzo; 48. stroompje; 49. soort onderwijs; 51. troep; 53. teer; 54. vogel; 56. alleenzang; 58. preekstoel; 60. bar; 62. maat; 63. uniek; 64. getuigenis; 65. kerel; 66. pas; 68. vogel; 69. lidwoord; 70. roem; 71. regeringsreglement;'73. massa water damp; 75. hert; 76. stel; 78. noot; 79. meisje; 82. bijbels figuur; 83. rund; 85. grafsteen; 86. kledingstuk; 88. berg plaats; 90. stop. 91. schel; 92. numero 94. redelijk wezen; 96. op grote af stand; 99. geluidloos; 101. voorz.; 102 Eur. hoofdstad; 103. vaartuig; 104. kern; 105. het Romeinse rijk; 106. in het jaar onzes Heren; 107. godin; 108. voegwoord; 110. scheepstouw; 112. sprakeloos; 113. dundoek; 115. mili tair; 116. compagnon; 118. voor schrift; 119. water in Drente; 122. vervoersmaatschappij; 123. familielid; 125. daar; 127. slot; 128. mytholo gisch figuur; 129. deel van een schip; 131. klaar; 133. vluchtige stof; 135. eekhoorn; 138. pl. o.d. Veluwe; 140. water in Friesl.; 142. noot; 144. knaag dier; 146. maat; 147. visgerei; 149. eender; 151. voorz.; 152. Europeaan; 154. man. kenmerk; 157. heilige; 159. vervoermiddel; 162. kleur; 165. wa terhoogte; 167. verwonding; 168. noot; 169. inwendig orgaan; 171. noot; 173. soort onderwijs; 175. wild varken; 177. de dato; 178. dwarshout; 179. nobel; 180. deel van een trap; 181. rivier in Italië; 182. deel van een fornuis; 184. koor; 186. bijbels figuur; 188. heen en weer; 189. zonder moed; 190. zangstuk; 192. voegwoord; 194. Europeaan; 196. bloeiwijze; 198. tel woord; 200. ongeletterd; 202. maan stand; 203. op een zekere plaats; 204. plaats in Zuid-Holland; 205. plaats in Noord-Brabant; 207. telwoord; 210. vaartuig; 211. Engelse havenstad; 213. vogelprodukt; 214. bron; 215. tocht; 217. heidemeer; 219. voorzet sel; 221. vreemde titel; 222. metsel specie; 224. familielid; 225. naar; 227. fout; 229. maat; 230. kleur; 232. deel van een vis; 235. numero; 236. heilige; 238. eerstkomend; 239. reep stof; 242. pijn; 243. betrekking; 245. roe men; 246. christelijk feest. VERTIKAAL: 1. gebogen; 2. en om streken; 3. opstootje; 4. de oudere; 5. spetter; 6. kort ogenblik; 7. voeg woord; 8. vers; 9. gewicht; 10.-deel van de bijbel; 11. kolenwagen, 13. hetzelfde; 14. gelofte; 15. pit; 17. vorm van zijn; 18. gevangenis; 19. inhoudsmaat; 20. meel; 22. onder andere; 23. pers. voornaamw.; 24. vogel; 26. het Romeinse rijk; 28. vervaardigen; 29. meer dan anderen; 31. laatstleden; 33. man van adel; 35. vlug; 36. dierengeluid; 37. motorrace; 38. water in Friesland; 39. vuur; 41. voorzetsel; 42. arbeid; 44. telwoord; 45. metalen wasbak; 46. hetzelfde; 47. insekt; 48. woud; 50. niet even; 51. alp; 52. lidwoord; 53. Europeaan; 55. niet genoemde; 57. Frans lid woord; 58. vogel; 59. heilige; 61. opening; 63. plaats in Drente; 64. vlaktemaat; 67. naaigerei; 69. noot; 70. gelijk; 72. dwarshout; 73. per soonlijk voornaamw.; 74. godshuis; 75. regeringsreglement; 76. vreemde titel; 77. Rijksoverheid; 78. dwars hout; 80. eerstkomend; 81. naschrift; 82. laatstleden; 84. heilige; 85. hemel lichaam; 87. telwrd.; 89. loot; 90. ge vogelte; 91. vogel; 93. nakomelingen; 94. fout; 95. bijbelse pl.; 96. insekt; 97. levenslucht; 98. familielid; 99. loop stok; 100. deel van de mond; 103. looppad; 106. voertuig; 107. aanvoer- troepen; 109. voorzetsel; 110. tegen over; 111. schoeisel; 112. heilige; 113. omgang; 114. bevel; 115. rund; 117. spil; 118. pers. voornaamw.; 120. voertuig; 121. vordering; 123. zintuig; 124. lokspijs; 126. huid; 130. het zelfde; 132. noot; 134. deel van een etmaal; 135. boom; 136. boom; 137. tocht; 139. zuidvrucht; 140. uitgave; 141. niet even; 143. voorzetsel; 144. vertrouwen; 145. vaartuig; 148. korf; 149. ter gedachtenis; 150. voorbeeld; 151. hetzelfde; 153. onder andere; 155. vervoersmij.; 156. toespraak; 158. open plek i.h. bos; 160. klinkna geltje; 161. daar; 163. militair; 164. in sekt; 166. Europeaan; 170. grond om boerderij; 172. lor; 174. voorz.; 176. opstootje; 178. advies; 179. bijbels figuur; 180. mak; 181. teerprodukt; 183. nauw; 185. mager; 187. rund; 189. Europese hoofdstad; 191. Euro peaan; 193. de onbekende; 195. voor zetsel; 197. dwarshout; 199. trek; 200. lidwoord; 201. redeloos wezen; 206. titel; 207. heen en weer; 208. eens; 209. bolgewas; 212. aardrijks kundige aanduiding; 213. boom; 214. arbeid verrichten; 216. voorzetsel; 217. langs; 218. bloem; 220. verbin ding; 222. verlichting; 223. vertegen woordiger; 224. grappenmaker; 226. maat; 227. noot; 228. deel van een fornuis; 231. rivier in Italië; 233. per soonlijk voornaamw.; 234. telwoord; 237. kleur; 239. watering; 240. num mer; 241. bloeiwijze; 242. titel; 243. dierengeluid; 244. verbrandingspro- dukt.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1986 | | pagina 15