Baalhoek Subsidies en kredieten Stoom Van zaaizaad tot knappend bruin broodje Provincie komt met discussiestuk Z E E U W S E STATEN Zoetwater belangrijk 30 januari COMMISSIES Emancipatie Bootdiensten Streekplannen Donderdag 15 januari 1981 PROVINCIALE! INFORMATIERUBRIEK REDACTIE: BUREAU VOORLICHTING EENDRACHTBODE PROVINCIE ZEELAND, SINT PIETERSTRAAT 42, MIDDELBURG (01 1 80) 27351 TST 24< Vooruitlopend op een paar ar tikelen in de Wet op de be jaardenoorden wordt in Zee land gewerkt aan een plan voor de bejaardenoorden. Dit plan moet antwoord geven op de vraag hoeveel plaatsen er in bejaardentehuizen nodig zijn en hoe zij over de provincie verdeeld moeten worden. Landèlijke norm "Zeeuwse norm" Onderzoek Studie van teelt, afzet en kwaliteit granen in Haestinge Voedsel was er voor eerste mens en dier Prijzen moeten omhoog Meer studieclubs Bewust tarwe telen....naar de 10 ton per hectare Gewasbescherming Afzet en prijsvorming Marktbeleid in de graansector Voer genoeg Compliment hp: ABDIJ IEUWS De artikelen in de wet die zo'n plan voorschrijven moeten nog in werking treden, maar de praktijk leert dat ook zonder dwingend voorschrift behoefte bestaat aan inzicht naar de vraag om plaatsing in een bejaardencentrum. Re gelmatig krijgen gedeputeerde staten verzoeken te behandelen om verklarin gen van geen bezwaar voor de bouw of verbouw van een bejaardenoord. Zon der een vaststaand plan wordt het steeds moeilijker zo'n verklaring af te geven. Een plan brengt meer duidelijk heid in het bestuur: beslissingen van gs op bouwaanvragen worden voorspel baar met het plan in de hand. Bovendien kunnen alle betrokkenen hun mening geven over het plan en in vloed uitoefenen op wat er uiteindelijk in komt. Landelijke norm is dat voor 7 procent van de bejaarden ruimte gereserveerd moet worden. Voor het Zeeuwse plan wordt echter de voorkeur gegeven aan de norm: "Het aanbod van plaatsen dient per jaar gelijk te zijn aan de vraag naar plaatsen Toepassing van de 7-procents-norm in Zeeland zou namelijk betekenen, dat in de meeste regio's al teveel bejaardente huizen zijn. Als voorbeeld mogen de Bevelanden dienen. Per 1 december 1 980 waren daar 11 44 plaatsen voor handen, terwijl er volgens de norm per 1984 pas 847 zouden mogen zijn. In Zeeland kan dus niet zonder meer van de 7-procents-norm worden uitgegaan. Zoals gezegd, wordt voor Zeeland de vraag als belangrijkste uitgangspunt voorgesteld. Cijfermateriaal leert dat op het ogenblik niet van evenwicht in aanhod en vraag gesproken kan worden: in 1 979 was de vraag voor heel Zeeland 908 en konden er 602 plaatsen worden aangebóden. Vergelijking van de beide berekenings methoden en het werkelijke aanbod geeft soms een verschil van meer dan 50 procent te zien. Er moet evenwel bij vermeld worden, dat de berekeningen Bejaardentehuis "De zoute viever" in Oost-Souburg Bejaarden huisvesting ook van karakter verschillend zijn. Bij de 7-procents-norm wordt uitgegaan van een vast cijfer, terwijl het evenwichts- model is gebaseerd op de laatst be kende cijfers. Dat houdt tegelijk in, dat een jaarlijkse bijstelling van de laatste categorie noodzakelijk is. Om de vraag niet uit de hand te laten lopen kan gedacht worden aan veran dering van die vraag en verandering van het aanbod binnen de bestaande capa citeit. Instrumenten daarbij kunnen zijn verzwaring van de opname-criteria, be vorderen van de mogelijkheid van een andere levenswijze van bejaarden, waardoor zij minder vlug tot verhuizing naar een bejaardenhuis beslissen en het bieden van meer bejaardenhulp, waar door de noodzaak tot opname verlaagd wordt. Verandering in het aanbod moet vooral gezocht worden in de doorstroming. Op het ogenblik worden al vrij zware uit gangspunten gehanteerd om voor op name in een bejaardentehuis in aan merking te komen. Er komen doorgaans meer oudere bejaarden die minder yitaal zijn en die na verloop van tijd naar ver pleeghuizen worden overgebracht of overlijden. Gevreesd wordt echter, dat ondanks deze bijsturing de beide modellen nooit synchroon zullen lopen. Zo zou bijvoor beeld de vraag met meer dan 35 pro cent moeten afnemen om de 7- procents-norm te benaderen. Er zou onderzoek gedaan moeten wor den naar het oneigenlijke gebruik van voorzieningen voor ouderen, opdat een zuiverder beeld ontstaat van de reële vraag. Er zijn bijvoorbeeld ziekenhuizen die bejaarden verplegen die eigenlijk thuishoren in bejaardentehuizen en in bejaardentehuizen worden verpleeg huispatiënten verzorgd. Onderzoek kan deze zaken aan het licht brengen fen er toe bijdragen dat de mensen op de voor hen meest geschikte plaats terecht komen. Een ander onderzoek dat bepleit wordt is de onderlinge invloed van voorzienin gen op elkaar. Bijvoorbeeld het uitstel tot opname bij voldoende bejaarden hulp in de eigen woning. Tenslotte zou een werkgroep na moeten gaan welke voorzieningen er allemaal zijn en deze registreren, waarbij gedacht wordt aan bejaardenoorden, verpleeg huisten, bejaardenwoningen etc., maar ook aan warme maaltijdverzorging. Gedeputeerde staten hebben de notitie zonder commentaar aan de staten aan geboden met het advies haar voor ken nisgeving aan te nemen. Alle zaken moeten namelijk eerst nog ter discussie gesteld worden en nader on derzocht. Zodra dat gebeurd is komen gs er op terug. Gedeputeerde staten hebben een ont werp voorstel gelanceerd om het Baal- hoekkanaal definitief te schrappen van het streekplan Oost Zeeuwsch-Vlaande- ren. Op 2 november 1979 hebben provin ciale staten al opdracht gegeven de plaatsbespreking voor het kanaal onge daan te maken. Het gaat er nu om tot in details alle op het Baalhoekkanaal betrekking hebben de zinsneden, bepalingen etc. uit de tekst te verwijderen. Vanzelfsprekend wordt het kanaal ook verwijderd van de streekplan-kaart. Instemming met het voorstel is inmiddels betuigd door de gemeente Sas van Gent, de Kamer van Koophandel Zeeuwsch-Vlaanderen en het Landbouwschap. Geen op- of aanmerkingen hadden de gemeente Terneuzen, het provinciaal gouvernement van Oost-Vlaanderen, het Zeeuws coördinatieorgaan voor na tuur-, landschaps- en milieubescher ming, de minister van landbouw en vis serij en de Watermaatschappij Zuidwest Nederland. Afwijzende reacties kwamen van het ministerie van economische zaken, de inspecteur van de ruimtelijke ordening in Zuid-Holland en Zeeland, de provin cie Antwerpen, de hoofdingenieur-di recteur van rijkswaterstaat en de minis ter van openbare werken te Brussel. Deze instanties zijn dus voor handha ving van het Baalhoekkanaal op het streekplan. Dat is ten dele niet zo ver wonderlijk, omdat er een duidelijk Bel gisch (Antwerps) belang in het geding is. De minister van volkshuisvesting heeft gs van Zeeland er schriftelijk en monde ling op gewezen dat het Baalhoekkanaal onderdeel is van een serie overeenkom sten met België (onder andere de leve ring van zoet water en de kwaliteit van het Maaswater) waar Nederlandse be langen mee gemoeid zijn. Het Neder landse kabinet zou eventueel zo ver wil len gaan om de provincie Zeeland te verplichten het kanaal wederom in het streekplan op te nemen. Het provinciaal bestuur heeft er echter met nadruk op gewezen dat het Baal hoekkanaal geen enkel Zeeuws belang dient en dat er alleen schade ontstaat: kostbare landbouwgrond gaat verloren. Tegenover dit verlies staat niets posi tiefs. Bovendien heeft het Belgische ka binet nog geen standpunt ingenomen over de verdragen. Allerlei interne Belgische problemen zijn daar de oorzaak van. De wijziging van het streekplan wordt besproken in de statencommissie voor de streekplannen. Gegevens hierover treft u aan in de rubriek "Commissies", elders op deze pagina. Provinciale staten vergaderen op vrijdag 30 januari. Zij beginnen om tien uur 's morgens met de lijst van ingekomen stukken, gevolgd door een viertal me dedelingen van gedeputeerde staten. Een van die mededelingen is de stand van zaken rond de vaste oeververbin ding Westerschelde. Bij de voorstellen van gs aan de staten zitten nogal wat subsidie-aanvragen. Het gaat om de stichting beeldende kunst Zeeland, het Kruiswerk, de stich ting samenwerkingsverband hoger be roepsonderwijs, de stichting stoomtram Goes-Borsele en de stichting provinciale VW Zeeland. De staten wordt gevraagd akkoord te gaan met de grenswijziging als gevolg van de toedeling van Goeree-Overflak- kee aan Zeeland en met de verbetering van enkele situaties op de Zeeuwse we gen. De vergadering wordt gehouden ih de Statenzaal, Abdij 11Middelburg en zij is voor iedereen toegankelijk Kortgeleden hebben de kamers van koophandel in Zeeland een informatie krant uitgegeven over subsidies en kre dieten die aan het bedrijfsleven kunnen worden verstrekt. De titel van de krant luidt: "Wegwijskrant". Er zijn veel re gelingen waarmee de overheid het be drijfsleven steunt. Voor het bedrijfsleven is het belangrijk informatie over deze re gelingen in huis te hebben. Anders blij ven veel mogelijkheden tot financiële steun onbenut. In de Wegwijskrant zijn van alle rege lingen de hoofdtaken vermeld en de adressen waar men voor nadere infor matie en aanvragen terecht kan. Met nadruk wordt erop gewezen dat er veel instanties vlak in de buurt zijn die de helpende hand kunnen uitsteken. Men moet heus niet altijd meteen naar "Den Haag". Al deze adressen zijn in de krant vermeld, bijvoorbeeld het Economisch technologisch instituut, Hulp midden- en kleinbedrijf, Arbeidsbureaus, Ar beidsinspectie, Provinciaal bureau CRM, Rijksconsulentschappen, etc.etc. Een greep uit de besproken regelingen (in totaal worden er 56 vermeld): loon kostensubsidie, regeling arbeidsplaats verbetering, garantiekredieten midden- en kleinbedrijf, subsidieregeling win kelvoorzieningen in kleine plattelands kernen, hulp bij bedrijfsbeëindiging, rijksgroepsregeling zelfstandigen, on dersteuning innovatieontwikkeling, ex portfinanciering, energiebesparing, in dustrieel garantiefonds, milieukrediet- regeling en wet investeringsrekening (W I R Voor informatie over de Weg wijskrant kan men terecht bij de Kamer van Koophandel en fabrieken voor Noord- en Midden-Zeeland, Seisdam 28, Middelburg, telefoon 01180-13743 of bij de Kamer van Koophandel en fabrieken voor ZeeuwSch-Vlaanderen, Burg. Geillstraat 1Terneuzen, telefoon 01 1 50-1 2952.1 Gedeputeerde staten stellen provinciale staten voor de Stichting Stoomtram Góes-Borsele een eenmalig subsidie te verlenen van 21 667,— De ge meenten Borsele en Goes hebben ge lijke bijdragen verstrekt, zodat de stich ting in totaal 65.000,— krijgt Hier mee zullen onder andere dringende herstelwerkzaamheden aan het mate rieel worden bekostigd, waarna de stoomtrein uit bet-overgrootmoederstijd. er weer pront bij komt te rijden Op 19 januari vergadert de provinciale emancipatiecommissie. Het zal gaan over het rapport "Zij is een vrouw", de behandeling van subsidieverzoeken en de voorbereiding van een provinciaal emancipatiebeleid. Het begint om 1 5.30 uur. De statencommissie voor de provinciale stoombootdiensten vergadert maandag 1 9 januari om 10.00 uur. Op de agenda staat de personeelssituatie. Verder wordt er gesproken over de jaarreke ning over 1 979 van de bootdiensten. Woensdag 21 januari om 14.00 uur komt de commissie voor de streekplan nen bijeen. Besproken wordt de wijzi ging van het streekplan voor Oost- Zeeuwsch-Vlaanderen (het schrappen van het Baalhoekkanaal uit het plan).. De commissies zijn openbaar en worden gehouden in het provinciehuis. Sint Pieterstraat 42, Middelburg Direct na aanvang heeft het publiek een half uur om over de agendapunten te praten. Men hoeft niet alleen landbouwer en dan met name in de akkerbouwsector werkzaam te zijn om met interesse kennis te nemen van wat er allemaal ligt tussen het zaaigraan en het bij de bakker gehaalde lekker knappend vers bruin broodje. Dat is me dan nog al wat, al zal niet iedereen zich interesseren voor de wetenschap hoeveel zaadjes er op de vierkante meter mogen worden gestrooid, hoeveel planten daaruit kunnen ont staan, hoeveel aren die planten kunnen tellen, hoeveel korrels die aren bevatten en dan nog eens welke kwaliteit meel dat levert voor de bakker om er een grif afzetbaar brood van de leveren. Op een studiedag van de vereniging voor bedrijfsvoorlichting komt er uiteraard ook nogal wat zuiver vaktechnische wetenschap naar voren, maar bij al het gepland voorbehoeding, verzorging, bestrijding en wat niet meer ligt de boer bij wijze van spreken altijd "buiten". Is dus in niet geringe mate afhankelijk van de natuur. Dat kan mee- of tegenzitten, maar mag niet weerhouden om alles te doen wat mogelijk is voor een zo goed en zo groot mogelijke kwaliteit en kwantiteit. Bovendien een zeker in het akkerbouwbedrijf bittere noodzaak, omdat de wereldmarkt en in niet mindere mate de E.E.G. prijsstelling ver achter bleef bij de kostenstijging. Dan blijft er vrijwel alleen een hogere produktienoodzaak over. Maar om het evenwicht tussen kwaliteit en kwantiteit ongeveer te bewaren vergt heel wat kennis. Veel kennis van het op zich zo kleine graankorreltje en alles wat daarmee tot en met de oogst te maken heeft. Daarover kon men op deze studiedag toch heel wat wijzer worden, ook al waren de luisteraars dan de mensen van de praktijk. Het was niet alleen een door de vereni ging voor bedrijfsvoorlichting Tholen en Sint Philipsland georganiseerde dag. Daarin speelde ook de ZLM kring mede en het consulentschap voor de akker- en de rundveehouderij te Goes. Haestinge had vorige week woensdag grote be langstelling, want een vakbijeenkomst met 120 aanwezigen ziet men tegen woordig nu ook ni t zoveel meer. Hierin spreekt wel een woordje mee, dat de graanteelt ongeveer /3 van het bouw plan uitmaakt op Tholen en Sint Phi lipsland. Een derde van de Nederlandse tarwe wordt door de maal- en 1/5 door de mengvoederindustrie gekocht. De rest moet worden afgezet tegen de (EEG)interventieprijs. Feit is ook, dat de Nederlandse tarwe een slechte bakk- waliteit heeft. De bakkers verkiezen dus importmeel, al is er steeds meer de ten dens naar het bruin inplaats van het witbrood en dan kan de Nederlandse tarwe wel meer meedoen. De onder werpen op de studiedag kwamen op het volgende neer: Is het mogelijk tarwe te telen tot 10 ton of meer per hectare? Hoe kan de (bak) kwaliteit worden verbe terd, hoe moeten gewasbeschermings middelen worden toegepast voor een hoogste economische rentabiliteit, hoe zal de afzet zijn bij hogere opbrengst. De voorzitter van de vereniging van be drijfsvoorlichting, de heer Ph. van der Weele sprak het welkomstwoord met als begin een nieuwjaarswens. De inleiders kregen een bijzondere begroeting, evenals de hoofdingenieur-directeur ir. M. Sanders, forumleden Van der Weele van het consulentschap, de heer C. Koopman uit Sint Maartensdijk van de particuliere handel en de heer Silvis van Cebeco Zuidwest, evenals ZLM kring- voorzitter M. C. J. Kosten en voorlichter Bax. De heer Van der Weele wees er vervol gens op, dat de eerste mens op aarde en ook de dieren ziqh moesten voeden. Vermoedelijk zal het menu hoofdzake lijk hebben bestaan uit wilde granen, zaden, groenten, wortels. Met de toena me van mens en dier was en is steeds meer voedsel nodig. Noodzaak en ont wikkeling brachten mee, dat men niet alleen voor zichzelf zorgde, maar ook aan anderen kon meedelen. Dat werd een ruiling, dat dan nu economie wordt genoemd. In de tijd dat men opbreng sten ging vastleggen was er sprake van tussen de 8 en 14 hectoliter tarwe per gemet, zo'n halve eeuw geleden werd dat drie tot vierduizend kilo per hectare. Voor de oorlog bekende rassen waren Juliana en Wilhelmina of omgekeerd. Het gaat er met de na-oorlogse rassen op lijken, dat het 10 ton en meer per hectare zal worden, al is dat nu nog een uitzon dering in deze omgeving. Met grotere opbrengsten kwam er evenals bij grote gezinnen zwakkere elementen tussen. Zo werd bij granen roestvorming een probleem, later ook voetziekte, meeldauw, enz. Met grote ij ver werd gezocht die ziekten te bestrij den en er is nu een scala van middelen om een gezond gewas te kweken. Veel onderzoek eveneens naar stikstof toe dienen. Vroeger vaak de ene keer te veel en dan ging het gewas plan, dan weer te weinig en was er geringe oogst. Er was de komst van de kortstro-rassen, zodat het legeren afnam. Een goede groenbe- mesting is mogelijk voor een volgende teelt. Onderkend is ook het eiwitgehalteN van de korrel. De bakwaarde is verbe terd en kan nog verder worden ontwik keld. Misschien worden akkerbouwers voor het graan evenals de veeboeren nog eens uitbetaald naar eiwitgehalte. Ver beterde bakwaarde vermindert afzet- problemen. In die afzet zitten nogal wat zwakke schakels vond de heer Van der Weele. Met een kostenstijging van 10 tot 15% en vrijwel gelijkblijvende prijzen moet het in de produktie worden ge zocht. Dat kan niet ongelimiteerd door gaan. De graanvoorraad in de wereld is momenteel niet hoog. Aan het eind van het eindseizoen wordt een graanvoor raad van 200 miljoen ton verwacht, wat 15% minder is dan vorig jaar.Daartege- nover een wereldbevolking, die nauwe lijks te tellen is met een jaarlijkse groei van 2%. Daarvan 500 miljoen onder voed. Het kan niet alleen met produktiever- hoging, zodat de prijzen met zeker 15% omhoog zouden moeten voor de teler. In dat opzicht zouden de telers als graan- magnaten hetzelfde moeten doen als de oliemagnaten. Anders zal ondervoeding eerder toe dan afnemen. Er zal zware druk nodig zijn daarin verandering te brengen, ook via politieke kanalen. Prijsbewuster worden en niet wat wil je er voor geven, maar dat is de noodzake lijke prijs. Dan moet de waarde over eenkomstig zijn. Voldoet het aan de waarde, dan wil de consument best be talen. Daarom ook is kwaliteit zo van belang. De voorzitter meende, dat studieclubs van groot belang zijn en blijven. Onze voorouders gingen 's zomers bij elkaar "boeren" en in de winterstallen leerden ze van elkaar. Nu moet dat in een "le slokaal", maar het is nog wel even hard nodig. De graszaadclub in onze regio is daar een voorbeeld van. Wie het verle den in gedachten houdt, in het heden opraapt wat mogelijk is, zal ook voor de toekomst nog wat optimistisch kunnen zijn, meende de heer Van der Weele in zijn uitvoering openingswoord. Eerste inleider was dr. ir. A. Darwinkel, medewerker van het proefstation voor de akkerbouw en de groenteteelt te Le lystad. Hij had als onderwerp "welke maatregelen kan men toepassen om de opbrengsten van wintertarwe te verho gen. Dan zo kon de samenvatting zijn moet je in elk geval bewust tarwe telen, dat wil zeggen niet maar inzaaien en weer eens kijken als het oogsttijd is. Je moet weten dat wanneer je de kwantiteit verhoogt wat er met de aar gebeurd. Dr Darwinkel wees er voorts op, hoe be langrijk de fase ook is vóór de bloeitijd, al is het evenzeer gewenst de periode daarna met zorg te volgen. Het is niet of/of maar èn/èn. De eerste fase is de pk plantenaanzet, de tweede de produktie- aanzet. De inleider besprak korrelvul ling, korrelgewicht en als ook deze lezer cijfers wil, dan zijn 18.000 korrels per m2 niet meer zo ongewoon, terwijl 20.000 mogelijk is. Hij rekende voor wat aan zaaizaad nodig is per vierkante meter of hectare, wat dat (met verliezen) aan planten kan opleveren, wat die planten aan aren kunnen maken en wat die aren aan korrelvulling kunnen betekenen. Een technisch voorbeeld: van 300 zaad jes kunnen 200 planten worden ver wacht. Misschien komt het nog zover, dat het korrelgewicht op de label van de zaaitarwe komt te staan, meende de in- léider. Maar elk gewas rffbet wel geteeld wor den naar de omstandigheden. Aange zien de bakkwaliteit(nog niet) wordt betaald, is er ook vrijwel geen onderzoek naar. Dr Darwinkel verzekerde dat een pro duktie van 10 ton tarwe per hectare mo gelijk is. Tweede inleider ir M. den Boer, mede werker bij het consulentschap planten ziekten en onkruidbestrijding in de landbouw te Wageningen had als on derwerp "Welke gewasbeschermings middelen op granen zijn noodzakelijk om het hoogste saldo te kunnen beha len". Ir M. den Boer lette daarbij vooral op 2 aspecten: a welke ziekten en wan neer aanpakken, b wat gaat dat kosten. Hij signaleerde vervolgens als graaneu- vels: legering(het zgn. strijken), de voetziekte (bij 20% toch gaan bestrij den), gele roest, dat nu weinig meer voorkomt dank zij rassenkeuze (Armin- da en Okapi), de meeldauw in plant of later in aar, kortom de blad- en aarziek- ten inclusief katjesbruin en bladluizen. Daarbij werd aangetoond dat het weer hieraan veel af of toe kan doen. Alle voorbereidingen van grondstruk- tuur, preciesie-inzaai, bestrijding ziek ten en wat niet al kunnen goed zijn, uit eindelijk zit de boer wel met de nood zaak van afzet en met de prijs. Over de laatste sprak het hoofd van de afdeling onverwerkte produkten op het produkt- schap voor granen, zaden en peulvruch ten te Den Haag, de heer J. Glotback. Hij wees er op, hoe zijn onderwerp te maken heeft met de graansituatie in de wereld. Hij wees er daarbij eerst op, dat de produktiewaarde, uitgedrukt in gul dens van alle bedrijven in Nederland buiten de landbouw in 10 jaar" stegen met 150%. De landbouwstijging bedroeg maar 97% en daarvan het onderdeel ak kerbouw slechts 51%. In produktiestij- ging was het 20%. Er is dus een grote achterstand, vooral in de akkerbouw sector. De gemiddelde arbeidsopbrengst in/de grotere akker In 1976 werd voor marktordening van De werkgroep zoetwatervoorziening Tholen en SintPhilipsland krijgt steun van b en w in zijn pleidooi bij g.s. van Zeeland om behalve Schouwen-Duive- land ook onze streek te betrekken in een onderzoek naar het optimaal benutten van zoet water voor de landbouw uit het toekomstige Zoommeer. Dit meer ont staat medio 1986 na het gereed komen van de compartimenteringsdammen Philips- en Oesterdam. De werkgroep bestaat al sinds 1978. In het onderzoek op Schouwen is de provincie een van de medewerkenden. In het algemeen nemen b en w verzoe ken om steun voor kennisgeving aan, maèr het college vindt het gerechtvaar digd, nu van die regel af te wijken omdat het een regionale, plaatselijke aangele genheid is, gericht op stimulering van de landbouw. Zoet water betekent immers een belangrijke impuls voor alle secto ren in de akker- en tuinbouw. De le vensvatbaarheid van bestaande bedrij ven kan daardoor worden vergroot, ter wijl ontwikkelingen in bepaalde rich tingen tot de mogelijkheden kunnen gaan behoren, aldus b en w in een voor stel aan de Thoolse gemeenteraad, die maandagmiddag een beslissing neemt. granen het zgn. silo-systeem ingevoerd. Dat betekende voor voedergrannen uniforme (alle lidstaten) interventie-en drempelprijzen, voor broodtarwe echter een uniforme refentieprijs. Drempel- prijzen hebben tot doel het prijsniveau te beschermen tegen nadelige invloeden van buitenaf. Interventieprijzen tegen nadelige invloeden van binnenuit. Een referentieprijs is een streefprijs, maar geen "termijnmarkt." Bij het alles geldt een vochtgehalte van 16%. Het verschil tussen de laagste en hoogste prijs be draagt in de Gemeenschap 17 tot 20%. Uitvoer naar derde landen kan slechts plaatsvinden door middel van een sys teem van inschrijvingen. Als gevolg van het uitvoerbeleid staan de prijzen in de gemeenschap regelma tig onder druk. Het aanbod is groter dan de vraag. Daardoor kunnen de markt prijzen zelfs lager zijn dan de referen tieprijs. Het silosysteem beantwoordt niet aan zijn oorspronkelijke doelstel ling. De telersprijzen blijven laag. Grote hoeveelheden graan werden ter inter ventie aangeboden (4 miljoen ton). In Nederland werd ongeveer 35.000 ton tarwe ter interventie overgenomen, een hoeveelheid die volkomen in het niet valt bij andere lid-staten. Produktschap en bedrijfsleven bepleitten bij de Ne derlandse landbouwminister geen be perking van tarwe en gerst, zolang de uitvoer wordt gecompenseerd met in voer. Verder werd bepleit een redelijke aanpassing van de staffelregeling aan de werkelijke kosten. Een verruiming van de interventiemogelijkheid, een meer loyale uitvoering van de nationale, overheid bij de interventie van granen. Pluspunten mogen uit dit onderhoud worden verwacht. De prijsvorming van granen in Nederland blijft afhankelijk van het marktbeleid in Europa. Ten aanzien van het huidige afzetpatroon stelde de heer Glotbach, dat de afzet van inlandse tarwe voor consumptiedoe leinden vrij stabiel is. Het aandeel van meelfabrieken kan belangrijk hoger. De afzet naar de verwerkende sector is in- stabiel (veevoederdoeleinden). Daartoe zijn kunstmatige maatregelen nodig. Afzet naar de Lid-staten was vrij aan zienlijk, maar is sterk teruggelopen. Waarschijnlijk wordt het nog minder. Bij elkaar biedt het afzetpatroon weinig zekerheden, vond de inleider. Het kan worden verbeterd met homogene kwa liteit, met verkoop door kwaliteitsom schrijving, met selectie op innerlijk en uiterlijk, met betere marktverkenning. Binnenkort wordt in de EEG weer on derhandeld over de gemeenschappelijke landbouwprijzen voor het komende oogstjaar. Beperking van uitgaven zal een grote rol moeten spelen, zodat pro duktie moet worden afgesteld op be hoefte, aanpassing van marktordenin gen. De heer Glotback was van oordeel, dat een goed marktbeleid groter effect zal hebben op betere telersprijzen dan een paar procent meer of minder ver hoging van de gemeenschappelijke landbouwprijzen. Met deze drie inleidingen voor de lunchpauze was er voer genoeg gepro duceerd voor een zestal discussiegroe pen, die na het eten werden gevormd. Die kregen een uur om de vragen te vormen. Voorzitters waren L. Boudeling met J. Akkermans als rapporteur, M. Stoutjesdijk met A. M. Gaakeer, E. Ha- ge met M. van Strien, M. Suurland met M. M; van Nieuwehuijzen, P. Timmers met L. C. J. Potappel en J. Goense met A. Stoutjesdijk. Er kwam vervolgens een forum, be staande uit de 3 inleiders plus de heren ing. J. M. v.d. Weele, bedrijfstakdes- kundige akkerbouw het C.A.R. te Goes, handelaar C. Koopman en dhr. Silvis al genoemd. Dhr. Kosten was gespreks leider. Vragen kwamen er en werden beantwoord over wat een goede metho de is van zaaibedbereiding zaaidiepte, zaaitechniek naar grondsoort, welk tijd stip, 1000-korrel gewicht op label, zaai zaad-behandeling ter voorkoming van luis, mengd zaaien van rassen, rassen- keuze op basis van grondsoort, nagift kunstmest, onkruidbestrijding in voor of najaar, schade sproeisporen, rijpaden systeem óf vliegtuigbespuiting, tempe- ratuursinvloed bij lui b spuiting en noodzaak van tarwestudieclubs. Waar om bakkwaliteit niet wordt betaald, wordt kwaliteitstarwe betaald, meer aandacht voor brouwgerst, wie de graan naar 3e landen exporteert, hoe de prijs tot stand komt, moet bevorderd worden, dat meer inlandse tarwe in de meelfa brieken wordt verwerkt, waar nog ver schil in vochtpercentage tussen vrije handel en coöperatie, zijn de afzetkana len voldoende toegerust om verhoogde opbrengst af te zetten. Dat was dus bij elkaar heel wat en de geplande tijd was er volop voor nodig. In de samenvatting van deze dag com- hmenteerde de H.I.D. ir M. Sanders op umoristische wijze de organisatoren met het werkschema, maar ook met de goede opkomst. Hij herinnerde er aan, hoe voorzitter Van der Weele had ge steld, hoe oliemagnaten coöpererend een prijs vaststellen en met dat voor beeld voor ogen, zouden ook de graans- jeiks de koppen bij elkaar dienen te ste ken. Resumeerde, hoe dr, ir. Darwinkel de 10 ton produktie hatj aangedragen en arts den Boer de apotheek had geshowd,, inleider Glotback prikles gaf en het fo rum constateerde dat vakstudie nodig blijft. Na het slotwoord door de voorzit ter gingen de leiders met bolussen en een drankje terug. Op 19 februari is/er ZLM kringvergadering.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1981 | | pagina 7