Baalhoek
Subsidies en kredieten
Stoom
Van zaaizaad tot
knappend bruin broodje
Provincie
komt met
discussiestuk
Z E E U W S E
STATEN
Zoetwater belangrijk
30 januari
COMMISSIES
Emancipatie
Bootdiensten
Streekplannen
Donderdag 15 januari 1981
PROVINCIALE! INFORMATIERUBRIEK REDACTIE: BUREAU VOORLICHTING
EENDRACHTBODE
PROVINCIE ZEELAND, SINT PIETERSTRAAT 42, MIDDELBURG (01 1 80) 27351 TST 24<
Vooruitlopend op een paar ar
tikelen in de Wet op de be
jaardenoorden wordt in Zee
land gewerkt aan een plan
voor de bejaardenoorden. Dit
plan moet antwoord geven op
de vraag hoeveel plaatsen er in
bejaardentehuizen nodig zijn
en hoe zij over de provincie
verdeeld moeten worden.
Landèlijke norm
"Zeeuwse norm"
Onderzoek
Studie van teelt, afzet en kwaliteit granen in Haestinge
Voedsel was er voor eerste
mens en dier
Prijzen moeten omhoog
Meer studieclubs
Bewust tarwe telen....naar de
10 ton per hectare
Gewasbescherming
Afzet en prijsvorming
Marktbeleid in de
graansector
Voer genoeg
Compliment
hp:
ABDIJ
IEUWS
De artikelen in de wet die zo'n plan
voorschrijven moeten nog in werking
treden, maar de praktijk leert dat ook
zonder dwingend voorschrift behoefte
bestaat aan inzicht naar de vraag om
plaatsing in een bejaardencentrum. Re
gelmatig krijgen gedeputeerde staten
verzoeken te behandelen om verklarin
gen van geen bezwaar voor de bouw of
verbouw van een bejaardenoord. Zon
der een vaststaand plan wordt het
steeds moeilijker zo'n verklaring af te
geven. Een plan brengt meer duidelijk
heid in het bestuur: beslissingen van gs
op bouwaanvragen worden voorspel
baar met het plan in de hand.
Bovendien kunnen alle betrokkenen
hun mening geven over het plan en in
vloed uitoefenen op wat er uiteindelijk
in komt.
Landelijke norm is dat voor 7 procent
van de bejaarden ruimte gereserveerd
moet worden. Voor het Zeeuwse plan
wordt echter de voorkeur gegeven aan
de norm: "Het aanbod van plaatsen
dient per jaar gelijk te zijn aan de vraag
naar plaatsen
Toepassing van de 7-procents-norm in
Zeeland zou namelijk betekenen, dat in
de meeste regio's al teveel bejaardente
huizen zijn. Als voorbeeld mogen de
Bevelanden dienen. Per 1 december
1 980 waren daar 11 44 plaatsen voor
handen, terwijl er volgens de norm per
1984 pas 847 zouden mogen zijn. In
Zeeland kan dus niet zonder meer van
de 7-procents-norm worden uitgegaan.
Zoals gezegd, wordt voor Zeeland de
vraag als belangrijkste uitgangspunt
voorgesteld.
Cijfermateriaal leert dat op het ogenblik
niet van evenwicht in aanhod en vraag
gesproken kan worden: in 1 979 was de
vraag voor heel Zeeland 908 en konden
er 602 plaatsen worden aangebóden.
Vergelijking van de beide berekenings
methoden en het werkelijke aanbod
geeft soms een verschil van meer dan
50 procent te zien. Er moet evenwel bij
vermeld worden, dat de berekeningen
Bejaardentehuis "De zoute viever" in Oost-Souburg
Bejaarden
huisvesting
ook van karakter verschillend zijn. Bij de
7-procents-norm wordt uitgegaan van
een vast cijfer, terwijl het evenwichts-
model is gebaseerd op de laatst be
kende cijfers. Dat houdt tegelijk in, dat
een jaarlijkse bijstelling van de laatste
categorie noodzakelijk is.
Om de vraag niet uit de hand te laten
lopen kan gedacht worden aan veran
dering van die vraag en verandering van
het aanbod binnen de bestaande capa
citeit. Instrumenten daarbij kunnen zijn
verzwaring van de opname-criteria, be
vorderen van de mogelijkheid van een
andere levenswijze van bejaarden,
waardoor zij minder vlug tot verhuizing
naar een bejaardenhuis beslissen en het
bieden van meer bejaardenhulp, waar
door de noodzaak tot opname verlaagd
wordt.
Verandering in het aanbod moet vooral
gezocht worden in de doorstroming. Op
het ogenblik worden al vrij zware uit
gangspunten gehanteerd om voor op
name in een bejaardentehuis in aan
merking te komen. Er komen doorgaans
meer oudere bejaarden die minder yitaal
zijn en die na verloop van tijd naar ver
pleeghuizen worden overgebracht of
overlijden.
Gevreesd wordt echter, dat ondanks
deze bijsturing de beide modellen nooit
synchroon zullen lopen. Zo zou bijvoor
beeld de vraag met meer dan 35 pro
cent moeten afnemen om de 7-
procents-norm te benaderen.
Er zou onderzoek gedaan moeten wor
den naar het oneigenlijke gebruik van
voorzieningen voor ouderen, opdat een
zuiverder beeld ontstaat van de reële
vraag. Er zijn bijvoorbeeld ziekenhuizen
die bejaarden verplegen die eigenlijk
thuishoren in bejaardentehuizen en in
bejaardentehuizen worden verpleeg
huispatiënten verzorgd.
Onderzoek kan deze zaken aan het licht
brengen fen er toe bijdragen dat de
mensen op de voor hen meest geschikte
plaats terecht komen.
Een ander onderzoek dat bepleit wordt
is de onderlinge invloed van voorzienin
gen op elkaar. Bijvoorbeeld het uitstel
tot opname bij voldoende bejaarden
hulp in de eigen woning.
Tenslotte zou een werkgroep na moeten
gaan welke voorzieningen er allemaal
zijn en deze registreren, waarbij gedacht
wordt aan bejaardenoorden, verpleeg
huisten, bejaardenwoningen etc., maar
ook aan warme maaltijdverzorging.
Gedeputeerde staten hebben de notitie
zonder commentaar aan de staten aan
geboden met het advies haar voor ken
nisgeving aan te nemen.
Alle zaken moeten namelijk eerst nog ter
discussie gesteld worden en nader on
derzocht. Zodra dat gebeurd is komen
gs er op terug.
Gedeputeerde staten hebben een ont
werp voorstel gelanceerd om het Baal-
hoekkanaal definitief te schrappen van
het streekplan Oost Zeeuwsch-Vlaande-
ren.
Op 2 november 1979 hebben provin
ciale staten al opdracht gegeven de
plaatsbespreking voor het kanaal onge
daan te maken.
Het gaat er nu om tot in details alle op
het Baalhoekkanaal betrekking hebben
de zinsneden, bepalingen etc. uit de
tekst te verwijderen. Vanzelfsprekend
wordt het kanaal ook verwijderd van de
streekplan-kaart. Instemming met het
voorstel is inmiddels betuigd door de
gemeente Sas van Gent, de Kamer van
Koophandel Zeeuwsch-Vlaanderen en
het Landbouwschap.
Geen op- of aanmerkingen hadden de
gemeente Terneuzen, het provinciaal
gouvernement van Oost-Vlaanderen,
het Zeeuws coördinatieorgaan voor na
tuur-, landschaps- en milieubescher
ming, de minister van landbouw en vis
serij en de Watermaatschappij Zuidwest
Nederland.
Afwijzende reacties kwamen van het
ministerie van economische zaken, de
inspecteur van de ruimtelijke ordening
in Zuid-Holland en Zeeland, de provin
cie Antwerpen, de hoofdingenieur-di
recteur van rijkswaterstaat en de minis
ter van openbare werken te Brussel.
Deze instanties zijn dus voor handha
ving van het Baalhoekkanaal op het
streekplan. Dat is ten dele niet zo ver
wonderlijk, omdat er een duidelijk Bel
gisch (Antwerps) belang in het geding
is.
De minister van volkshuisvesting heeft
gs van Zeeland er schriftelijk en monde
ling op gewezen dat het Baalhoekkanaal
onderdeel is van een serie overeenkom
sten met België (onder andere de leve
ring van zoet water en de kwaliteit van
het Maaswater) waar Nederlandse be
langen mee gemoeid zijn. Het Neder
landse kabinet zou eventueel zo ver wil
len gaan om de provincie Zeeland te
verplichten het kanaal wederom in het
streekplan op te nemen.
Het provinciaal bestuur heeft er echter
met nadruk op gewezen dat het Baal
hoekkanaal geen enkel Zeeuws belang
dient en dat er alleen schade ontstaat:
kostbare landbouwgrond gaat verloren.
Tegenover dit verlies staat niets posi
tiefs. Bovendien heeft het Belgische ka
binet nog geen standpunt ingenomen
over de verdragen.
Allerlei interne Belgische problemen zijn
daar de oorzaak van.
De wijziging van het streekplan wordt
besproken in de statencommissie voor
de streekplannen. Gegevens hierover
treft u aan in de rubriek "Commissies",
elders op deze pagina.
Provinciale staten vergaderen op vrijdag
30 januari. Zij beginnen om tien uur 's
morgens met de lijst van ingekomen
stukken, gevolgd door een viertal me
dedelingen van gedeputeerde staten.
Een van die mededelingen is de stand
van zaken rond de vaste oeververbin
ding Westerschelde.
Bij de voorstellen van gs aan de staten
zitten nogal wat subsidie-aanvragen.
Het gaat om de stichting beeldende
kunst Zeeland, het Kruiswerk, de stich
ting samenwerkingsverband hoger be
roepsonderwijs, de stichting stoomtram
Goes-Borsele en de stichting provinciale
VW Zeeland.
De staten wordt gevraagd akkoord te
gaan met de grenswijziging als gevolg
van de toedeling van Goeree-Overflak-
kee aan Zeeland en met de verbetering
van enkele situaties op de Zeeuwse we
gen.
De vergadering wordt gehouden ih de
Statenzaal, Abdij 11Middelburg en zij
is voor iedereen toegankelijk
Kortgeleden hebben de kamers van
koophandel in Zeeland een informatie
krant uitgegeven over subsidies en kre
dieten die aan het bedrijfsleven kunnen
worden verstrekt. De titel van de krant
luidt: "Wegwijskrant". Er zijn veel re
gelingen waarmee de overheid het be
drijfsleven steunt. Voor het bedrijfsleven
is het belangrijk informatie over deze re
gelingen in huis te hebben. Anders blij
ven veel mogelijkheden tot financiële
steun onbenut.
In de Wegwijskrant zijn van alle rege
lingen de hoofdtaken vermeld en de
adressen waar men voor nadere infor
matie en aanvragen terecht kan. Met
nadruk wordt erop gewezen dat er veel
instanties vlak in de buurt zijn die de
helpende hand kunnen uitsteken. Men
moet heus niet altijd meteen naar "Den
Haag". Al deze adressen zijn in de krant
vermeld, bijvoorbeeld het Economisch
technologisch instituut, Hulp midden-
en kleinbedrijf, Arbeidsbureaus, Ar
beidsinspectie, Provinciaal bureau
CRM, Rijksconsulentschappen, etc.etc.
Een greep uit de besproken regelingen
(in totaal worden er 56 vermeld): loon
kostensubsidie, regeling arbeidsplaats
verbetering, garantiekredieten midden-
en kleinbedrijf, subsidieregeling win
kelvoorzieningen in kleine plattelands
kernen, hulp bij bedrijfsbeëindiging,
rijksgroepsregeling zelfstandigen, on
dersteuning innovatieontwikkeling, ex
portfinanciering, energiebesparing, in
dustrieel garantiefonds, milieukrediet-
regeling en wet investeringsrekening
(W I R Voor informatie over de Weg
wijskrant kan men terecht bij de Kamer
van Koophandel en fabrieken voor
Noord- en Midden-Zeeland, Seisdam
28, Middelburg, telefoon
01180-13743 of bij de Kamer van
Koophandel en fabrieken voor
ZeeuwSch-Vlaanderen, Burg. Geillstraat
1Terneuzen, telefoon 01 1 50-1 2952.1
Gedeputeerde staten stellen provinciale
staten voor de Stichting Stoomtram
Góes-Borsele een eenmalig subsidie te
verlenen van 21 667,— De ge
meenten Borsele en Goes hebben ge
lijke bijdragen verstrekt, zodat de stich
ting in totaal 65.000,— krijgt Hier
mee zullen onder andere dringende
herstelwerkzaamheden aan het mate
rieel worden bekostigd, waarna de
stoomtrein uit bet-overgrootmoederstijd.
er weer pront bij komt te rijden
Op 19 januari vergadert de provinciale
emancipatiecommissie. Het zal gaan
over het rapport "Zij is een vrouw", de
behandeling van subsidieverzoeken en
de voorbereiding van een provinciaal
emancipatiebeleid. Het begint om
1 5.30 uur.
De statencommissie voor de provinciale
stoombootdiensten vergadert maandag
1 9 januari om 10.00 uur. Op de agenda
staat de personeelssituatie. Verder
wordt er gesproken over de jaarreke
ning over 1 979 van de bootdiensten.
Woensdag 21 januari om 14.00 uur
komt de commissie voor de streekplan
nen bijeen. Besproken wordt de wijzi
ging van het streekplan voor Oost-
Zeeuwsch-Vlaanderen (het schrappen
van het Baalhoekkanaal uit het plan)..
De commissies zijn openbaar en worden
gehouden in het provinciehuis. Sint
Pieterstraat 42, Middelburg Direct na
aanvang heeft het publiek een half uur
om over de agendapunten te praten.
Men hoeft niet alleen landbouwer en dan met name in de akkerbouwsector werkzaam
te zijn om met interesse kennis te nemen van wat er allemaal ligt tussen het zaaigraan
en het bij de bakker gehaalde lekker knappend vers bruin broodje. Dat is me dan nog
al wat, al zal niet iedereen zich interesseren voor de wetenschap hoeveel zaadjes er op
de vierkante meter mogen worden gestrooid, hoeveel planten daaruit kunnen ont
staan, hoeveel aren die planten kunnen tellen, hoeveel korrels die aren bevatten en
dan nog eens welke kwaliteit meel dat levert voor de bakker om er een grif afzetbaar
brood van de leveren.
Op een studiedag van de vereniging voor bedrijfsvoorlichting komt er uiteraard ook
nogal wat zuiver vaktechnische wetenschap naar voren, maar bij al het gepland
voorbehoeding, verzorging, bestrijding en wat niet meer ligt de boer bij wijze van
spreken altijd "buiten". Is dus in niet geringe mate afhankelijk van de natuur. Dat kan
mee- of tegenzitten, maar mag niet weerhouden om alles te doen wat mogelijk is voor
een zo goed en zo groot mogelijke kwaliteit en kwantiteit. Bovendien een zeker in het
akkerbouwbedrijf bittere noodzaak, omdat de wereldmarkt en in niet mindere mate de
E.E.G. prijsstelling ver achter bleef bij de kostenstijging. Dan blijft er vrijwel alleen
een hogere produktienoodzaak over. Maar om het evenwicht tussen kwaliteit en
kwantiteit ongeveer te bewaren vergt heel wat kennis. Veel kennis van het op zich zo
kleine graankorreltje en alles wat daarmee tot en met de oogst te maken heeft.
Daarover kon men op deze studiedag toch heel wat wijzer worden, ook al waren de
luisteraars dan de mensen van de praktijk.
Het was niet alleen een door de vereni
ging voor bedrijfsvoorlichting Tholen en
Sint Philipsland georganiseerde dag.
Daarin speelde ook de ZLM kring mede
en het consulentschap voor de akker- en
de rundveehouderij te Goes. Haestinge
had vorige week woensdag grote be
langstelling, want een vakbijeenkomst
met 120 aanwezigen ziet men tegen
woordig nu ook ni t zoveel meer. Hierin
spreekt wel een woordje mee, dat de
graanteelt ongeveer /3 van het bouw
plan uitmaakt op Tholen en Sint Phi
lipsland. Een derde van de Nederlandse
tarwe wordt door de maal- en 1/5 door
de mengvoederindustrie gekocht. De
rest moet worden afgezet tegen de
(EEG)interventieprijs. Feit is ook, dat
de Nederlandse tarwe een slechte bakk-
waliteit heeft. De bakkers verkiezen dus
importmeel, al is er steeds meer de ten
dens naar het bruin inplaats van het
witbrood en dan kan de Nederlandse
tarwe wel meer meedoen. De onder
werpen op de studiedag kwamen op het
volgende neer: Is het mogelijk tarwe te
telen tot 10 ton of meer per hectare? Hoe
kan de (bak) kwaliteit worden verbe
terd, hoe moeten gewasbeschermings
middelen worden toegepast voor een
hoogste economische rentabiliteit, hoe
zal de afzet zijn bij hogere opbrengst.
De voorzitter van de vereniging van be
drijfsvoorlichting, de heer Ph. van der
Weele sprak het welkomstwoord met als
begin een nieuwjaarswens. De inleiders
kregen een bijzondere begroeting,
evenals de hoofdingenieur-directeur ir.
M. Sanders, forumleden Van der Weele
van het consulentschap, de heer C.
Koopman uit Sint Maartensdijk van de
particuliere handel en de heer Silvis van
Cebeco Zuidwest, evenals ZLM kring-
voorzitter M. C. J. Kosten en voorlichter
Bax.
De heer Van der Weele wees er vervol
gens op, dat de eerste mens op aarde en
ook de dieren ziqh moesten voeden.
Vermoedelijk zal het menu hoofdzake
lijk hebben bestaan uit wilde granen,
zaden, groenten, wortels. Met de toena
me van mens en dier was en is steeds
meer voedsel nodig. Noodzaak en ont
wikkeling brachten mee, dat men niet
alleen voor zichzelf zorgde, maar ook
aan anderen kon meedelen. Dat werd
een ruiling, dat dan nu economie wordt
genoemd. In de tijd dat men opbreng
sten ging vastleggen was er sprake van
tussen de 8 en 14 hectoliter tarwe per
gemet, zo'n halve eeuw geleden werd
dat drie tot vierduizend kilo per hectare.
Voor de oorlog bekende rassen waren
Juliana en Wilhelmina of omgekeerd.
Het gaat er met de na-oorlogse rassen op
lijken, dat het 10 ton en meer per hectare
zal worden, al is dat nu nog een uitzon
dering in deze omgeving.
Met grotere opbrengsten kwam er
evenals bij grote gezinnen zwakkere
elementen tussen. Zo werd bij granen
roestvorming een probleem, later ook
voetziekte, meeldauw, enz. Met grote ij
ver werd gezocht die ziekten te bestrij
den en er is nu een scala van middelen
om een gezond gewas te kweken. Veel
onderzoek eveneens naar stikstof toe
dienen. Vroeger vaak de ene keer te veel
en dan ging het gewas plan, dan weer te
weinig en was er geringe oogst. Er was
de komst van de kortstro-rassen, zodat
het legeren afnam. Een goede groenbe-
mesting is mogelijk voor een volgende
teelt. Onderkend is ook het eiwitgehalteN
van de korrel. De bakwaarde is verbe
terd en kan nog verder worden ontwik
keld. Misschien worden akkerbouwers
voor het graan evenals de veeboeren nog
eens uitbetaald naar eiwitgehalte. Ver
beterde bakwaarde vermindert afzet-
problemen. In die afzet zitten nogal wat
zwakke schakels vond de heer Van der
Weele. Met een kostenstijging van 10 tot
15% en vrijwel gelijkblijvende prijzen
moet het in de produktie worden ge
zocht. Dat kan niet ongelimiteerd door
gaan. De graanvoorraad in de wereld is
momenteel niet hoog. Aan het eind van
het eindseizoen wordt een graanvoor
raad van 200 miljoen ton verwacht, wat
15% minder is dan vorig jaar.Daartege-
nover een wereldbevolking, die nauwe
lijks te tellen is met een jaarlijkse groei
van 2%. Daarvan 500 miljoen onder
voed.
Het kan niet alleen met produktiever-
hoging, zodat de prijzen met zeker 15%
omhoog zouden moeten voor de teler. In
dat opzicht zouden de telers als graan-
magnaten hetzelfde moeten doen als de
oliemagnaten. Anders zal ondervoeding
eerder toe dan afnemen. Er zal zware
druk nodig zijn daarin verandering te
brengen, ook via politieke kanalen.
Prijsbewuster worden en niet wat wil je
er voor geven, maar dat is de noodzake
lijke prijs. Dan moet de waarde over
eenkomstig zijn. Voldoet het aan de
waarde, dan wil de consument best be
talen. Daarom ook is kwaliteit zo van
belang.
De voorzitter meende, dat studieclubs
van groot belang zijn en blijven. Onze
voorouders gingen 's zomers bij elkaar
"boeren" en in de winterstallen leerden
ze van elkaar. Nu moet dat in een "le
slokaal", maar het is nog wel even hard
nodig. De graszaadclub in onze regio is
daar een voorbeeld van. Wie het verle
den in gedachten houdt, in het heden
opraapt wat mogelijk is, zal ook voor de
toekomst nog wat optimistisch kunnen
zijn, meende de heer Van der Weele in
zijn uitvoering openingswoord.
Eerste inleider was dr. ir. A. Darwinkel,
medewerker van het proefstation voor
de akkerbouw en de groenteteelt te Le
lystad. Hij had als onderwerp "welke
maatregelen kan men toepassen om de
opbrengsten van wintertarwe te verho
gen. Dan zo kon de samenvatting zijn
moet je in elk geval bewust tarwe telen,
dat wil zeggen niet maar inzaaien en
weer eens kijken als het oogsttijd is. Je
moet weten dat wanneer je de kwantiteit
verhoogt wat er met de aar gebeurd. Dr
Darwinkel wees er voorts op, hoe be
langrijk de fase ook is vóór de bloeitijd,
al is het evenzeer gewenst de periode
daarna met zorg te volgen. Het is niet
of/of maar èn/èn. De eerste fase is de pk
plantenaanzet, de tweede de produktie-
aanzet. De inleider besprak korrelvul
ling, korrelgewicht en als ook deze lezer
cijfers wil, dan zijn 18.000 korrels per m2
niet meer zo ongewoon, terwijl 20.000
mogelijk is. Hij rekende voor wat aan
zaaizaad nodig is per vierkante meter of
hectare, wat dat (met verliezen) aan
planten kan opleveren, wat die planten
aan aren kunnen maken en wat die aren
aan korrelvulling kunnen betekenen.
Een technisch voorbeeld: van 300 zaad
jes kunnen 200 planten worden ver
wacht. Misschien komt het nog zover,
dat het korrelgewicht op de label van de
zaaitarwe komt te staan, meende de in-
léider.
Maar elk gewas rffbet wel geteeld wor
den naar de omstandigheden. Aange
zien de bakkwaliteit(nog niet) wordt
betaald, is er ook vrijwel geen onderzoek
naar.
Dr Darwinkel verzekerde dat een pro
duktie van 10 ton tarwe per hectare mo
gelijk is.
Tweede inleider ir M. den Boer, mede
werker bij het consulentschap planten
ziekten en onkruidbestrijding in de
landbouw te Wageningen had als on
derwerp "Welke gewasbeschermings
middelen op granen zijn noodzakelijk
om het hoogste saldo te kunnen beha
len". Ir M. den Boer lette daarbij vooral
op 2 aspecten: a welke ziekten en wan
neer aanpakken, b wat gaat dat kosten.
Hij signaleerde vervolgens als graaneu-
vels: legering(het zgn. strijken), de
voetziekte (bij 20% toch gaan bestrij
den), gele roest, dat nu weinig meer
voorkomt dank zij rassenkeuze (Armin-
da en Okapi), de meeldauw in plant of
later in aar, kortom de blad- en aarziek-
ten inclusief katjesbruin en bladluizen.
Daarbij werd aangetoond dat het weer
hieraan veel af of toe kan doen.
Alle voorbereidingen van grondstruk-
tuur, preciesie-inzaai, bestrijding ziek
ten en wat niet al kunnen goed zijn, uit
eindelijk zit de boer wel met de nood
zaak van afzet en met de prijs. Over de
laatste sprak het hoofd van de afdeling
onverwerkte produkten op het produkt-
schap voor granen, zaden en peulvruch
ten te Den Haag, de heer J. Glotback.
Hij wees er op, hoe zijn onderwerp te
maken heeft met de graansituatie in de
wereld. Hij wees er daarbij eerst op, dat
de produktiewaarde, uitgedrukt in gul
dens van alle bedrijven in Nederland
buiten de landbouw in 10 jaar" stegen
met 150%. De landbouwstijging bedroeg
maar 97% en daarvan het onderdeel ak
kerbouw slechts 51%. In produktiestij-
ging was het 20%. Er is dus een grote
achterstand, vooral in de akkerbouw
sector. De gemiddelde arbeidsopbrengst
in/de grotere akker
In 1976 werd voor marktordening van
De werkgroep zoetwatervoorziening
Tholen en SintPhilipsland krijgt steun
van b en w in zijn pleidooi bij g.s. van
Zeeland om behalve Schouwen-Duive-
land ook onze streek te betrekken in een
onderzoek naar het optimaal benutten
van zoet water voor de landbouw uit het
toekomstige Zoommeer. Dit meer ont
staat medio 1986 na het gereed komen
van de compartimenteringsdammen
Philips- en Oesterdam. De werkgroep
bestaat al sinds 1978. In het onderzoek
op Schouwen is de provincie een van de
medewerkenden.
In het algemeen nemen b en w verzoe
ken om steun voor kennisgeving aan,
maèr het college vindt het gerechtvaar
digd, nu van die regel af te wijken omdat
het een regionale, plaatselijke aangele
genheid is, gericht op stimulering van de
landbouw. Zoet water betekent immers
een belangrijke impuls voor alle secto
ren in de akker- en tuinbouw. De le
vensvatbaarheid van bestaande bedrij
ven kan daardoor worden vergroot, ter
wijl ontwikkelingen in bepaalde rich
tingen tot de mogelijkheden kunnen
gaan behoren, aldus b en w in een voor
stel aan de Thoolse gemeenteraad, die
maandagmiddag een beslissing neemt.
granen het zgn. silo-systeem ingevoerd.
Dat betekende voor voedergrannen
uniforme (alle lidstaten) interventie-en
drempelprijzen, voor broodtarwe echter
een uniforme refentieprijs. Drempel-
prijzen hebben tot doel het prijsniveau
te beschermen tegen nadelige invloeden
van buitenaf. Interventieprijzen tegen
nadelige invloeden van binnenuit. Een
referentieprijs is een streefprijs, maar
geen "termijnmarkt." Bij het alles geldt
een vochtgehalte van 16%. Het verschil
tussen de laagste en hoogste prijs be
draagt in de Gemeenschap 17 tot 20%.
Uitvoer naar derde landen kan slechts
plaatsvinden door middel van een sys
teem van inschrijvingen.
Als gevolg van het uitvoerbeleid staan
de prijzen in de gemeenschap regelma
tig onder druk. Het aanbod is groter dan
de vraag. Daardoor kunnen de markt
prijzen zelfs lager zijn dan de referen
tieprijs. Het silosysteem beantwoordt
niet aan zijn oorspronkelijke doelstel
ling. De telersprijzen blijven laag. Grote
hoeveelheden graan werden ter inter
ventie aangeboden (4 miljoen ton). In
Nederland werd ongeveer 35.000 ton
tarwe ter interventie overgenomen, een
hoeveelheid die volkomen in het niet
valt bij andere lid-staten. Produktschap
en bedrijfsleven bepleitten bij de Ne
derlandse landbouwminister geen be
perking van tarwe en gerst, zolang de
uitvoer wordt gecompenseerd met in
voer. Verder werd bepleit een redelijke
aanpassing van de staffelregeling aan de
werkelijke kosten. Een verruiming van
de interventiemogelijkheid, een meer
loyale uitvoering van de nationale,
overheid bij de interventie van granen.
Pluspunten mogen uit dit onderhoud
worden verwacht. De prijsvorming van
granen in Nederland blijft afhankelijk
van het marktbeleid in Europa. Ten
aanzien van het huidige afzetpatroon
stelde de heer Glotbach, dat de afzet van
inlandse tarwe voor consumptiedoe
leinden vrij stabiel is. Het aandeel van
meelfabrieken kan belangrijk hoger. De
afzet naar de verwerkende sector is in-
stabiel (veevoederdoeleinden). Daartoe
zijn kunstmatige maatregelen nodig.
Afzet naar de Lid-staten was vrij aan
zienlijk, maar is sterk teruggelopen.
Waarschijnlijk wordt het nog minder.
Bij elkaar biedt het afzetpatroon weinig
zekerheden, vond de inleider. Het kan
worden verbeterd met homogene kwa
liteit, met verkoop door kwaliteitsom
schrijving, met selectie op innerlijk en
uiterlijk, met betere marktverkenning.
Binnenkort wordt in de EEG weer on
derhandeld over de gemeenschappelijke
landbouwprijzen voor het komende
oogstjaar. Beperking van uitgaven zal
een grote rol moeten spelen, zodat pro
duktie moet worden afgesteld op be
hoefte, aanpassing van marktordenin
gen. De heer Glotback was van oordeel,
dat een goed marktbeleid groter effect
zal hebben op betere telersprijzen dan
een paar procent meer of minder ver
hoging van de gemeenschappelijke
landbouwprijzen.
Met deze drie inleidingen voor de
lunchpauze was er voer genoeg gepro
duceerd voor een zestal discussiegroe
pen, die na het eten werden gevormd.
Die kregen een uur om de vragen te
vormen. Voorzitters waren L. Boudeling
met J. Akkermans als rapporteur, M.
Stoutjesdijk met A. M. Gaakeer, E. Ha-
ge met M. van Strien, M. Suurland met
M. M; van Nieuwehuijzen, P. Timmers
met L. C. J. Potappel en J. Goense met
A. Stoutjesdijk.
Er kwam vervolgens een forum, be
staande uit de 3 inleiders plus de heren
ing. J. M. v.d. Weele, bedrijfstakdes-
kundige akkerbouw het C.A.R. te Goes,
handelaar C. Koopman en dhr. Silvis al
genoemd. Dhr. Kosten was gespreks
leider. Vragen kwamen er en werden
beantwoord over wat een goede metho
de is van zaaibedbereiding zaaidiepte,
zaaitechniek naar grondsoort, welk tijd
stip, 1000-korrel gewicht op label, zaai
zaad-behandeling ter voorkoming van
luis, mengd zaaien van rassen, rassen-
keuze op basis van grondsoort, nagift
kunstmest, onkruidbestrijding in voor of
najaar, schade sproeisporen, rijpaden
systeem óf vliegtuigbespuiting, tempe-
ratuursinvloed bij lui b spuiting en
noodzaak van tarwestudieclubs. Waar
om bakkwaliteit niet wordt betaald,
wordt kwaliteitstarwe betaald, meer
aandacht voor brouwgerst, wie de graan
naar 3e landen exporteert, hoe de prijs
tot stand komt, moet bevorderd worden,
dat meer inlandse tarwe in de meelfa
brieken wordt verwerkt, waar nog ver
schil in vochtpercentage tussen vrije
handel en coöperatie, zijn de afzetkana
len voldoende toegerust om verhoogde
opbrengst af te zetten. Dat was dus bij
elkaar heel wat en de geplande tijd was
er volop voor nodig.
In de samenvatting van deze dag com-
hmenteerde de H.I.D. ir M. Sanders op
umoristische wijze de organisatoren
met het werkschema, maar ook met de
goede opkomst. Hij herinnerde er aan,
hoe voorzitter Van der Weele had ge
steld, hoe oliemagnaten coöpererend
een prijs vaststellen en met dat voor
beeld voor ogen, zouden ook de graans-
jeiks de koppen bij elkaar dienen te ste
ken. Resumeerde, hoe dr, ir. Darwinkel
de 10 ton produktie hatj aangedragen en
arts den Boer de apotheek had geshowd,,
inleider Glotback prikles gaf en het fo
rum constateerde dat vakstudie nodig
blijft. Na het slotwoord door de voorzit
ter gingen de leiders met bolussen en een
drankje terug. Op 19 februari is/er ZLM
kringvergadering.