Een groen theeservies
In de nieuwsbrief van oktober jl. van het Watersnoodmuseum in Ouwerkerk stond een berichtje over
serviesgoed. Het zou geschonken zijn aan slachtoffers van de ramp in 1953. Wie er informatie over
had kon dat laten weten aan het museum.
De vraag had meteen onze interesse gewekt en het verzoek werd doorgezonden naar de leden van
wie we een e-mailadres hebben en het bericht werd op onze website gezet. Na een week of twee
belde journalist Wim van den Broek van BN/DeStem met de vraag of de oproep al wat opgeleverd
had. Dat was niet het geval. Hij stelde voor het bericht in de krant te zetten, want hoe meer mensen
het lezen, hoe groter de kans is dat je er meer over te weten komt.
De volgende dag, op 1 december jl., verscheen er inderdaad een artikel in de editie Moerdijk van
BN/DeStem en er was een foto bij geplaatst van een mevrouw met een theepotje, melkkannetje en
suikerpot en twee kop en schotels. Het was een groen servies, eenvoudig van vormgeving. Zó zag het
servies er dus uit! De dame op de foto was mevrouw L. Quist- den Boer uit Zierikzee. De foto was
afkomstig van het Watersnoodmuseum. Zij hadden deze foto al gevonden!
Weer een dag later had mevrouw Knook- Kers in Fijnaart het bericht gelezen en direct begrepen dat
met het gezocht serviesgoed haar groen kannetje bedoeld werd. Het suikerpotje en melkkannetje
heeft ze ook nog. Ze belde naar het secretariaat van de Heemkundige Kring en vertelde dat ze het
graag wilde afstaan om het een plaats te geven in het toekomstig heemhuis. Ze wist overigens niet
waar het oorspronkelijk vandaan kwam.
Na de overstromingsramp werd er door veel verschillende verenigingen en instanties geld en
goederen ingezameld voor slachtoffers in het rampgebied. Eén van die initiatiefnemers was de
Nederlandse Christen Vrouwenbond, die een fonds oprichtten dat zij de naam gaven van hun
voorzitter, mevrouw dr. Albronda-van der Nagel. Er werd landelijk gecollecteerd onder de leden van
de NCVB. Van het geld werden verschillende hulpgoederen gekocht, vooral huisraad voor de families
die alles kwijtgeraakt waren in de stormnacht. De dames van de afdeling Zierikzee ontvingen bij de
kerstviering dat jaar een pakket met een noodservies, bestaande uit een theepot, melkkan, suikerpot
en 6 kop-en-schotels. In Bruinisse werden pakketten met bordensets uitgedeeld, boterhambordjes,
diepe borden en grote platte borden, van elk 6 stuks.
De serviezen zijn van aardewerk en het is niet bekend waar ze geproduceerd zijn; er staat nl. geen
merk of iets dergelijks op de onderzijde. Het is ook niet waarschijnlijk dat er nog veel van te vinden is.
Op de eerste plaats was het een servies voor dagelijks gebruik en omdat het van aardewerk is, is het
gevoelig voor beschadiging en breuk.
Het noodfonds bestaat overigens nog steeds. Bij het samengaan van de Nederlandse Christen
Vrouwen Bond met de Christelijke Plattelandsvrouwenbond op 1 januari 1999 ontstond Passage.
Vanaf die datum functioneert het Dr. Albronda-van der Nagelfonds als een zelfstandige stichting.
In 2003, vijftig jaar na de ramp, heeft Passage aandacht besteed aan dit onderwerp en onder de
leden navraag gedaan wie er nog over delen van het servies beschikt. Mevrouw L. Quist- den Boer
bleek de enige te zijn die er nog wat van heeft. En mevrouw Knook in Fijnaart gelukkig ook.
Wilma de Jong
HK Fijnaart en Heijningen
5 december 2010