EHAI1DEI1 III! I1IEL 1 februari 1953 1 februari OUDE TONGE werd zeer ernstig getroffen Kader Abdolah geeft lezing in Gemeenschapsbibliotheek Toen was vluchten niet meer mogelijk Tuinonderhoud op maat Gebr. de Waal Stellendammers gingen gevaar tegemoet Drukkerij Woensdag 29 december 1999 chr. streekblad op gereformeerde grondslag voor de zuid-hollandse en zeeuwse eilanden Vier uur zondagmorgen begon het! "Storm" kwam over ons landl We werden wakker van het vele autorijden en mijn man ging kijken in het dorp waarom het zo druk was. Wel 25 vrachtwagens van Gijs v. Dongen stonden op het dorp om te vertrekken naar Stellendam, want daar was een dijk gebroken en stroomde het water binnen. Mijn man kwam al spoedig terug, want het stormde verschrikkelijk. Toen naar bed, want het was nog vroeg in de morgen. Toen we opstonden, kwam hij verschrikt zeggen: "Er staat water tegen de keuken. Het lijkt wel of we op het gors zijn". Het was direct een hele verwarring! We hadden toen vijf kinderen. De jongste was Leen, zes weken oud. Ik voedde hem zelf. maar ik had niets meer voor hem te drinken, dat kwam van de zenuwen. Om de baby stil te houden droeg ik hem in een dekentje en zo aan de borst wel twee dagen met me mee. Dan hield ik hem zo stil, die eerste dagen hadden we niets, geen licht en geen gas en geen water, want dat was alles zout geworden. Alle mannen hielpen met zand scheppen. Het zand haalden ze met vrachtwagens van het schoolplein onder de tegels vandaan. Ook van de begraafplaats, het nieuwe stuk dat pas was aangelegd, haalden ze heel veel zand vandaan. De Geldersedijk, waar we wonen, werd zo helemaal met zandzakken, 3 zakken dik, tot Herkingen toe beveiligd. Heel het eiland werd overspoeld met grote golven water! Alleen Dirksland en Melissant bleven droog. Het was een vreemd schouw spel, achter bij ons kwam van alles aandrij ven en voorbijvaren en aan de voorkant was niets te zien, tenminste van al dat woelige water. We hebben een slop naast ons huis, het water kwam daar halverwege in. Als ik naar de dijk wilde, moest ik door het raam kruipen want ik had geen laarzen. Iedere keer met eb en vloed zakte of steeg het water. De trap en de kelder waren helemaal volgelopen met het zoute water, we konden het niet gebruiken. De schuur stond onder aan de dijk, daar was ook hoog water. Mijn man bracht ons varken naar elders toe en sloot de kippen op de schuurzolder. Er kwam van alles bij ons achter aandrijven. Veel uien, dode kippen en poterkisten en we 1953 Beurzen open. Dijken dicht; zag men nu als aller plicht; om te lenigen de nood, want ze is ontzagg 'lijk groot. Deze oproep bracht de aether en gewis dit kon niet beter; over land en over zee, ieder leefde met ons mee. Beurzen open, dijken dicht; angst-aanjagend was 't gezicht; toen het water aan kwam golven en schier alles werd bedolven. Water-druk en stormwind-vlagen hebben dijken stuk geslagen; 't water kreeg de vrije loop, en benam toen alle hoop. Want het kille zee-nat spoelde door het stroom-gat en omwoelde huis en erf, ja alle goed; toen verging ook veler moed. Redding was schier uitgesloten in het donker van de nacht; alles lag dan ook besloten, in der elementen kracht. 't Werd dan ook een vrucht'loos pogen, geen behoud, de dood voor ogen; waar het water zich bevond, waarde ook de dood in 't rond. Ja de strijd die is gestreden, al behoort ze tot 't verleden, was zo zwaar, dat menig-een in het bruisend nat verdween. Groot was de verslagenheid, alom lag de dood verspreid; mens en dier verloor het leven in de vloed, 't was om te beven. Ieder was met zorg vervuld, want zo veel lag nog gehuld, in het duister van de nacht vragend: Heere geef mij kracht. Het was een nacht vol ramp en leed, 't is goed dat 't nageslacht dit weet, want altijd geldt: zijt gij bereid; God heeft gesproken, op Zijn tijd. Peinzend dacht men, hoe zal 't gaan, doch de hulp was zeer spontaan; van Noord tot Zuid, van Oost tot West, sprak iedereen, wij doen ons best. hoorden het angstig loeien van koeien en paarden en het schreeuwen van varkens. Er kwam dagelijks een waston met een stamper erin heen en weer drijven, naar gelang de wind was. Mijn man had vele zakken in de schuur met kustmest erin. De onderste smol ten en de stapels vielen languit in het water. Toen heeft hij alles eruit gesleept en boven aan de dijk gezet. De kolen en het hout waren ook nat, dus voorlopig geen kachel aan! De mensen waren allemaal naar elders ver trokken. Van de Geldersedijk zijn alleen wij en een oud echtpaar, fam. de Man, gebleven. Toen het 's avonds donker werd, zaten we met zijn allen in de donkere kamer met een oude stallantaarn en dan gingen de oudste twee kinderen geregeld naar buiten, kijken met de lantaarn en met een stok bij zich om te kijken of het water nog hoger kwam een of we geen gevaar liepen. Uit voorzorg had ik bij dat oude echtpaar de kinderwagen met kleren wezen brengen, we konden altijd nog door het raam vluchten, als dat nodig was. Er kwamen mannen van de gemeente zeggen dat we weg moesten, we kregen dan ruimte in een groot schip, dat in de haven lag en konden zo naar Rotterdam varen, maar dat wilde ik niet, want mijn man was niet thuis, die was met anderen mensen aan het redden en de vele dieren die in nood zaten in Nieu we Tonge en Oude Tonge. Af en toe, als ik op de dijk was, wij hebben geen voordeur, dan kroop ik door het raam, zag ik een helikopter boven de dijk en dan lieten ze aan een touw de mensen die ze gered hadden van de daken of uit de bomen op de dijk landen. Daar stonden auto's gereed om ze weg te brengen naar de kerk of de school, en daar werden ze dan verder ver zorgd, eten en droge kleren. Mijn man is daar een gezin wezen halen om te slapen en dat waren een man en vrouw en drie kinde ren. Het jongste meisje van vijf jaar wilde alsmaar naar huis, haar moeder huilde en zei: "Liefje, we hebben geen huis meer, we hebben niets meer!" Ze hebben geslapen in de bedstede, de matrassen, die ouderwetse van stro, heb ik op de vloer gelegd en daar sliepen wij op. Het schudbed van kapok lag lekker warm in de bedstee. Die vrouw vertelde: "Mijn man rukte gewoon met zijn handen het oude dak raam eruit en toen konden wen naar het dak en daar kropen we allemaal op. Toen op een ogenblik brak het dak van het huis en toen hebben we een uur in de polder gedobberd op die hoge golven, alle pannen eraf gegooid, anders waren we gezonken. Toen zijn we aan de dijk gespoeld in Battenoord, waar de mensen het angstige avontuur zagen en ons hielpen aan de kant te komen." Een andere vrouw die bij ons kwam, vertelde: We moesten om bij het bootje te komen over de nokken van de huizen lopen, ik wist niet, dat ik dat zou kunnen met zo'n vliegende storm. Iemand droeg mijn kind in een deken onder zijn ene arm, ik gilde in doodsangst, want het kind hing er helemaal uit, hij had het alleen nog bij de voetjes vast en ze moes ten nog springen over een slopje. Dat waren vreselijke ogenblikken. Zo was er in Oude Tonge ook een vrouw, die kon goed zwem men en moest een eind om bij de dijk te komen. Ze had haar kindje in een deken onder haar ene arm en toen ze aan de kant kwam, was de deken leeg en had ze de baby verloren. Een paar huizen verder bij ons heeft een moeder zes weken op haar dochter van 18 jaar zitten wachten. Die was zater dags naar Oude Tonge gegaan, ik zie die vrouw nog zitten voor het raam, dagen en nachten wachten en niets geen bericht. Die vrouw had geen uitdrukking op haar gezicht. Alleen stomme smart! Na zes weken vonden ze haar in de buurt van de watertoren in Achthuizen, haar vader herkende haar aan haar pantoffels en haar tasje met haar bijbel tje en kerkgeld. Onze kinderen van 10 en 11 jaar voeren op een oude deur in de golven in de wei achter ons. Dat vertelden ze later, anders had het niet gemogen. Drie dagen was het boven ons huis een geweldig lawaai, dan vlogen er vrachtvliegtuigen over ons heen en dan schopte iemand de grote pakken uit het vliegtuig: Lege zakken en babyvoed- sel enzovoorts. Dan hield hij zich vast aan de bovenkant. Van acht uur tot het donker was. Eén pak viel door het dak op een zolder. Alles kwam in de wei voor ons huis terecht! Op een zonnige middag kwam prins Bernard hier kijken. Ze landden in de wei, hij sprong met een aanloop over de sloot, om naar het gemeentehuis te gaan. Onze oudste liep naar Op donderdagavond 10 februari 2000 is er weer een literaire lezing, verzorgd door boekhandel Vroeginde-weij en de Gemeenschapsbibli otheek te Middelharnis. Op deze avond is Kader Abdolah uitgenodigd om te vertellen over zijn leven en werk. Kader Abdolah werd in 1954 geboren in Iran. Hij groeide op in een religieuze fami lie. Zijn betovergrootvader - die premier van Perzië en dichter was - werd door man nen van de sjah vermoord. De vader van Kader Abdolah was tapijtknoper in de zeer religieuze stad Arak. Hij was doofstom en Kader Abdolah kreeg als jongetje de vaderrol opgelegd. Hij zorgde voor zijn vier zussen en een broertje. Zijn oom - die bij hen woonde - leerde hem de Perzische klassiekers kennen. In 1972 ging Kader Abdolah natuurkunde studeren in Teheran en hij rolde al snel in het - linkse - stu- dentenverzet tegen het dictatoriale regime van de sjah. Deze groep is grotendeels uit gemoord, eerst door volgelingen van de sjah, later door die van Khomeiny. Kader Abdolah schreef twee clandestine boeken. In 1985 werd de situatie te gevaarlijk en Abdolah vertrok uit Iran. In 1988 kwam hij naar Nederland. Zijn broer is vermoord, zijn zus belandde in de gevangenis. In korte tijd maakte Abdolah zich de Nederlandse taal eigen en hij schrijft zijn boe ken dan ook in het Nederlands. Hij publiceert verhalen en vertaalt Nederalnds poëie en literatuur voor Iraanse ballingen. Zijn Ne-derlandse debuutbundel De Adelaars werd bekroond met het Gouden Ezelsoor voor het bestverkochte debuut van 1993. Naar aanleiding van de bundel werd Abdolah uitgenodigd in het programma I.S.C.H.A. In 1995 verscheen de bundel De meisjes en de partizanen, die op de short list voor de AKO-lijst terecht kwam. De verhalen werden in de pers overwegend lovend besproken. Helaas was niet iedereen blij met zijn openhartige verhalen en Abdolah werd diverse malen lastig gevallen, hoogstwaarschijnlijk door sympathi santen van het regime in Iran. De avond begint om 20.00 uur en vindt plaats in de bibliotheek aan het Kerkepad te Middelharnis. Toegangskaartjes a 10,00 dienen vooraf besteld te worden bij de boekhandels van Vroegindeweij te Ouddorp en Middelharnis of bij de Gemeen schapsbibliotheek. het vliegtuigje en toen de prins terugkwam, sprak hij nog even met de mensen en toen greep ze nog even zijn jas. Ze zei: "Ik heb de prins nog even aangeraakt!" De kinderen zijn toen een maand thuis geweest van school, ze kwamen toen een paar weken met water rond, de kinderen sleepten alles aan, zelfs met pannen, want ik had veel nodig, ook voor de baby. In Oude Tonge dreef een wiegje met een kindje erin voorbij een raam. Toen sprong er een poes in. en die poes hield het wiegje in evenwicht, door alsmaar van de ene kant naar de andere kant te springen. Zo kwamen ze behouden aan de dijk. Hier op Kralingen int doip kwam het water ook tot aan de dak goot, want daar is het zo laag dat daar heel veel water stond. Mijn man en veel anderen hebben honderden dode dieren weggesleept die gingen naar de gekro. Daar werden ze in grote stukken gedaan en in hele grote silo's ingezouten en verwerkt tot olie, tot wel 500 graden verhit om de bacteriën te doden. Hij is daar wel eens wezen kijken. Nu lusten jul lie zeker geen koekjes, chocolade enzo voorts meer, want daar wordt die olie alle maal voor gebruikt. Het was hier vele dagen zo druk op de dijk, honderden zandzakken werden geregeld aangevoerd met vrachtwa gens en de vliegtuigen daverden met groot lawaai over ons huis. Een keer schrok ik zo dat ik me bukte, zo laag kwam hij over. Het water stond bij ons onder de houten vloer en het stonk zo, datje misselijk werd! Alle mensen waren weg, geëvacueerd door heel Nederland bij gastgezinnen. Er zijn toen heel veel schoonmaakploegen gekomen, overal vandaan om de huizen en alles schoon te krijgen, want toen de dijken gedicht waren, en het water weg was, lag er overal een dikke laag modder. Ze hebben eerst de huizen leeggemaakt, heel de dorpen stonden vol met allerlei huisraad enzovoorts. Er waren weer veel andere mensen die gaarkeu kens ingericht hadden om de mensen van eten en drinken te voorzien. Mijn man ging daar ook eten, want hij kwam alleen 's nachts thuis. Er was zo veel werk. Op een zondagmiddag nam mijn man me mee op de fiets en dat was moeilijk rijden. Er lagen namelijk overal vliegtuigmatten over die kapotte dijken en ik was bang, omdat ik een jaar geleden mijn been gebroken had met het vallen van de fiets. Je mocht die dorpen niet in, want dat was in verband met het stelen, maar wij hadden een vrijgeleide omdat mijn man daar werkte. Wat ik daar zag, dat zal ik nimmermeer vergeten! Een kilometers lange dijk bezaaid met alles wat je maar kunt bedenken! Ik heb daar nog een poosje ver toefd bij een grote boekenkist, het deksel lag open, ik keek in een fotoalbum, wat ik toen dacht. En de volgende avond toen mijn man thuiskwam van het werk, vertelde hij, dat onder dat deksel van de boekenkist een dood meisje lag van ongeveer 16 jaar oud, dat heeft me toen zo aangegrepen, ik raak het nooit meer kwijt. Dit zijn de voornaamste feiten, die ik me nog herinner, ik hoop dat jullie dit nooit beleven zullen, het was een hele verschrikking! Als uw tuin niet langer een lust is, maar een last wordt Zelfs voor de grootste tuinliefhebber kan het onderhouden van de eigen tuin een probleem worden. Dit kan zijn vanwege lichamelijke klachten, te weinig tijd of korte dan wel langdurige afwezigheid. In al die gevallen kunnen Weiplaat groenvoorziening en Bu reau Tuin- en Landschapsverzorging u een handje helpen. Dat gebeurt altijd op vakkun dige wijze en tegen een redelijke prijs. Beide organisaties zijn gespecialiseerd in tuinonderhoud, -ontwerp en -aanleg. Men komt langs voor het knippen van de heg of het maaien van het gras, alleen tijdens de vakantie of gedurende het hele jaar. Maar ook het winterklaar maken van de tuin be hoort tot de mogelijkheden. Er wordt altijd vrijblijvend en vooraf een prijsopgave ge daan. Als u lid bent van Gezondheid Service hebt u recht op extra voordeel. Tijdens de maan den november tot en met februari ontvangt u 10% Iedenkorting op najaarsonderhoud. Daarbij ontvangen alle leden van Gezond heid Service een groenattentie als de klus geklaard is. Indien u meer wilt weten over deze dienst dan kunt u contact opnemen met Gezond heid Service, tel. (0181) 626226. U ontvangt dan een folder met aanvullende informatie over Tuinonderhoud op Maat met onder andere bijbehorende richtprijzen. Gezondheid Service, Weiplaat Groenvoor ziening en Bureau voor Tuin- en Land schapsverzorging zijn u graag tot uw dienst. STELLENDAM - "De Damdiek", zeggen ze in Stellendam. Bedoeld wordt dan de verbindingsdijk met Melissant. Het is een dijk zoals er zoveel zijn op de Zeeuwse en Zuid hollandse eilanden. Maar 46 jaar geleden vond een groot aantal inwo ners van Stellendam hier de dood op hun vlucht voor het water. Veel Stellendammers meenden in Melissant een veilige haven te vinden, niet wetend dat ze juist het gevaar tegemoet gingen. Piet Blokland uit Stellendam heeft verschillende van hen in de vroege ochtend van zondag 1 februari nog gezien. Voor het laatst, zo zou later blijken. "Ze dachten in Melissant veili ger te zijn", zei hij. "Dat dorp lag immers een stuk hoger dan Stellendam. Maar dat het water anderhalve meter over de Damdijk zou komen, daarmee had niemand rekening gehouden. Toen was vluchten niet meer mogelijk. Zij, die niet tijdig een boerderij hebben weten te bereiken of in bomen zijn geklommen, zijn door het water verzwol gen". Blokland heeft die nacht het leven van meni ge polderbewoner gered. Het moet zo rond een uur of twee zijn geweest dat hem werd gevraagd de polder in te gaan om te gaan waarschuwen. Met zijn vrachtauto en enkele helpers trok Blokland naar de buitendijken, waar hij erin slaagde verschillende boeren te alarmeren. De tocht door de bulderende storm eindigde bij een huisje dat aan de voet van een zeedijk stond. De bewoners ervan lagen in diepe rust en niets vermocht hen daaruit te halen. Er zat toen weinig anders op dan de deur in te trappen. Vervolgens werd de hevig geschrokken familie met grote haast naar de vrachtauto gebracht. Blokland zelf was intussen met de auto naar de boerderij van Bijdevaate gereden, enkele honderden meters verderop. Hij wekte het gezin en maande hen tot spoed omdat de dij ken ieder moment konden doorbreken. "Toen zij zich gereed maakten voor ver trek", vertelde Blokland, "keerde ik alvast terug naar de auto. Maar mij werd geen tijd gegund om op het gezin te wachten. Vanaf de zeedijk kwam een hoge muur van water aanrollen, want de dijk had het inderdaad begeven. Zo snel als ik kon ben ik de dijk opgereden, waar anderen intussen al waren gearriveerd. Een aantal van hen wilde nog naar de boerderij terug, maar dat was niet meer mogelijk. Later hoorden we dat de boerderij het niet had gehouden en dat Bij devaate en zijn vrouw waren verdronken. Zijn dochter met haar zoontje van nog geen jaar en de dienstbode zijn nog in een boom voor het huis terechtgekomen. Van hen is alleen de dienstbode gered. Die heeft meer dan 35 uur achtereen in die boom gezeten, ze was totaal versteend toen ze werd gevonden. De dochter van Bijdevaate, die juist over was uit Canada, heeft eerst haar zoontje los moeten laten en is daarna zelf verdronken. Wat die mensen daar hebben moeten door staan, daar moet je gewoon niet aan denken. Toen Blokland weer op Stellendam terug was, werd ook daar de toestand kritiek. Zijn huis aan de Achterweg kon hij nauwelijks meer bereiken. De laatste honderden meters moest hij te voet afleggen, omdat de straten onbegaanbaar waren geworden. Hij maakte nog een angstig avontuur mee toen hij plot seling door de stroom werd opgepakt en meer dan tien meter werd meegenomen. Wonder boven wonder spoelde hij aan op het erf van zijn 'spulletje', waardoor hij zich nog juist op tijd bij zijn gezin kon voegen. OUDE TONGE - "Een vele meters brede massa stro, hout en andere rommel deint op en neer tegen de dijken van Oude Tonge. Een gezwollen koeielijf steekt met sta kerige poten uit de chaos omhoog en klotst met monotone regelmaat tegen een gespleten ledikant. Qiide Tonge is dood. De nog gespaarde inwoners hebben grijze gezichten". Met deze scherpe typering begon een ver slag van een bezoek aan dit gehavende dorp in de eerste dagen na de watersnood. Van de plaatsen op Goeree-Overflakkee werd Oude Tonge verreweg het zwaarst getroffen. De kille dodenlijst vermeldt 299 slachtoffers, waaronder 81 kinderen bene den de 10 jaar. Er was nauwelijks plaats en tijd om al die doden te begraven. In de eni ge dijk die voor vernieling gespaard beef, de Spuidijk, werden diepe gaten gegraven waar de veelal uit het water gehaalde lij ken aan de groeve der vertering werden toevertrouwd. Weggevaagd Een inwoner van Oude Tonge vertelde over de ramp. Zoals zovelen werd hij in die nacht, die zo onnoemelijk veel leed zou brengen, door de dorpsklok gewekt. Samen met zijn vrouw vluchtte hij voor het aanstormende water naar de Molen dijk, de drie kinderen op de schouders. Ze zijn gespaard gebleven, een deel van zijn familie echter niet. "Twaalf in getal", ver telde hij. "Ze woonden in de 'Luchtbal', een dichtbevolkte buurt. Daar stonden zo'n 35 tot 40 huisjes van 60, 70 jaar oud. Allemaal weggevaagd, niet één overgeble ven. M'n broer lag ziek op bed, hij en zijn gezin werden door het water overrompeld en ze konden niet meer vluchten. Hij heeft nog enkele tussenmuren weggeslagen en zo zijn ze op de zolder van de buren terechtgekomen. Daar leek het veiliger. Er zaten nog meer mensen op die zolder, waaronder een andere broer van me. Maar het huis stortte met één golfslag in en slechts een handjevol mensen hebben zich weten te redden. Zij hebben mijn ene broer met zijn gezin voor hun ogen in de golven zien verdwijnen. Dat is wat geweest daar.Ook m'n vader en m'n moeder zijn die nacht verdronken, ja. Ze woonden ook in die buurt". Hij heeft een kennis die twee huizen ver der woont. De man bleef alleen achter, z'n vrouw en vijf kinderen vonden hun graf in de golven. "Ik heb nog gedacht: zou ik hem erbij halen? Maar ik heb er toch maar vanaf gezien. Het zou voor hem misschien teveel zijn geweest". De oude Kanters Die nacht brak de verschrikking over Oude Tonge los. De dijken bezweken op verscheidene plaatsen en de zee viel als een brullend monster op het laaggelegen dorpje aan. De elementen zaaiden dood en verderf. Vooral in de buitenwijken liet het kolkende water een spoor van vernietiging achter. Alleen al in de Julianastraat, waar van de rechterkant zo goed als geheel werd weggevaagd, waren 65 slachtoffers te betreuren. Dat het dodental niet hoger kon oplopen, is menselijkerwijs gesproken te danken aan het heldhaftige reddingswerk van enkele onverschrokken schippers. Van hen verdient de thans niet meer in leven zijnde Johannes Kanters nog wel het meest een ereplaats. Vanaf zijn veertiende jaar had hij gevaren en hij was eenenze ventig toen de ramp plaatsvond. Tegen de gierende storm in strompelde hij die nacht naar de "kaai", het neerstortende puin zoveel mogelijk ontwijkend. "Ik moet naai' mijn bootje want er zijn mensen in nood", gonsde het door zijn hoofd. Maar hij kon weinig uitrichten, de kolkende stromen dreigden alles en iedereen mee te sleuren. Machteloos moest Kanters het gejammer van vrouwen en kinderen aanhoren. Ter gend langzaam gingen de uren voorbij. Pas toen het licht was geworden, durfde hij de eerste reddingspogingen te onderne men. Samen met schipper Van Dijke en zijn jongere broer roeide de oude Kanters dwars door de stroom naar de overgeble ven huizen, waarin nog vele honderden mensen in nood verkeerden. "Het moet!" Al spoedig konden de eersten in veiligheid worden gebracht. En iedere keer weer koerste het bootje terug. Ze roeiden als bezetenen, soms tegen beter weten in omdat de stroom op sommige plekken te sterk was. Na enkele uren haakten de bei de anderen even af om op verhaal te kun nen komen. De oude Kanters niet. Met doornatte kleren aan zijn lijf loodste hij het bootje door de golven. "Het móet!", riep hij en wederom werd het levensgevaarlij ke werk voortgezet. Aan het eind van de eerste dag had Kan ters tachtig mensen gered, waarvan som migen in onvoorstelbaar benarde omstan digheden verkeerden. En de dag daarop strompelde hij weer naar de dijk en klom weer het bootje in. Met hernieuwde krach ten roeiden hij en zijn mannen door het verraderlijke water in de uitgestrekte pol ders. Opnieuw konden vele uitgeputte dorpsgenoten worden gered. Dat heeft vier dagen zo geduurd, totdat er niemand meer te redden was. Voor honderden mensen was de oude Kanters letterlijk en figuurlijk de redder in nood. Toen arriveerde plotse ling de koningin op het dorp. "Haal Kan ters!" werd er meteen geroepen. Dit was een uitgelezen moment om de bejaarde mensenredder gepaste hulde te brengen. Maar hoe men ook zocht, de oude Kanters was niet te vinden. Zich verwonderend over 'al die drukte', zei hij later, nadat de koningin weer was vertrokken: "'k Heb toch niks bijzonders gedaan? 't Was alleen maar mijn plicht"... "Een lichaam..." Spoedig daarna wordt een begin gemaakt met het bergen van de slachtoffers. Het moet gebeuren, maar het valt moeilijker dan het reddingswerk. Een verslag uit die dagen: "In 't verdronken land van Oude Tonge varen de platgeboomde bootjes door het overspoelde land. Ze speuren links, ze turen rechts, die onverschrokken mannen. Zwijgend staren ze onder het varen naar omlaag. Dan opeens wordt er fluisteren een commando gegeven. "Halt... wat is dat?" "Wat bedoel je?" "Kijk dan... daar drijft iets." "Ik zie het..." Voorzichtig gaan ze terug, uiterst voorzichtig, omdat anders het water, dat na die verschrikkelijke eerste dagen lang zaam tot rust is gekomen, weer troebel zou worden, zodat ze er niet meer doorheen kunnen kijken. "Nee, 't is een koolstronk". Een zucht van verlichting wordt er geslaakt, want hoewel het hun doel is alle doden te bergen, geeft het vinden van iede re drenkeling toch telkens opnieuw een felle schok. Het bootje dobbert verder. Wéér wordt er gestopt en nog eens. Dan opeens: "Stil... een lichaam. Daar, opzij, bij die paal..." "Voorzichtig..." Tot het uiterste zij ze n gespannen. Behoedzaam tasten drie paar met rubberhandschoenen beschermde handen in het water. "Denk erom, puntdraad!" Dubbel voorzichtig gaan ze nu te werk, want ze weten, dat het water in de omgeving doordrenkt is van een dodelijk gif: één prik door hun hand schoen kan fataal zijn. "'t Is een man." "Jong?" "Nee, een oude man." Iedere keer dezelfde vragen. Maar het moet immers, het moet...! Alleen dat gevoel, dat 't hun plicht is, houdt hen staande. Anders waren ze er stellig niet meer op uitgetrokken, nadat ze het wasbleke, blonde ventje had den gevonden, een kind, bijna een baby nog, het duimpje in de mond en een glim lach om de lippen, 't Laatste lachje, vol vertrouwen, tegen een wanhopige moeder, die kort daarop gered werd, met ontvlees de vingers, vastgeklampt aan een plank, beroofd van al haar kinderen..." Donkere wolken Maar keren we nog een ogenblik terug naar die inwoner van Oude Tonge die in de rampnacht twaalf familieleden verloor. Hij verhaalt van opmerkelijke dingen uit die dagen, zoals de lotgevallen van zijn zwager, Jan Boogers. "Hij had reeds tevo ren indrukken van de oordelen die zich zouden voltrekken. Hij was een verander de jongen en liep al enige tijd met een bezwaard hart over de aarde. "Er hangen donkere wolken boven ons huis", zei hij tegen zijn ouders, wat wel is uitgekomen. Acht dagen voor de ramp moest hij naar een begrafenis in Meiissant. Tegen de weduwe van de overledene sprak hij toen deze opmerkelijke woorden: "Wees maar blij datje man nog een eerzame begrafenis heeft gehad, want deze zal hier gevonden worden, de ander daar en er zal geen tijd zijn om ze te begraven". Dat is letterlijk in vervuiling gegaan. Zelf is Jan die nacht ook verdronken, maar hij had een groot voorrecht: hij kon sterven. Dat was in zijn leven duidelijk openbaar gekomen". De man citeerde een uitdrukking, die we gebruikt hebben om aan te duiden dat het leven ondanks alles doorgaat: "De ramp ligt op het kerkhof'. "En wij", besluit hij, "zijn gespaard gebleven. Maar waar heeft ons dat nu gebracht? Als ik dan naar mezelf en om me heen kijk, vrees ik dat het alleen maar verharding heeft gebracht. Het lijkt wel of we de roepstem niet heb ben gehoord. En dat is toch wel een ver schrikkelijk oordeel. Langeweg 13 3245 KE Sommelsdijk Tel. (0187) 47 10 20 Postbus 27 3240 AA Middelharnis Fax (0187) 48 57 36

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - diversen | 1999 | | pagina 1