Er werd vreselijkgekankerd en gevloekt, dat wel ideaal TQOr een Genie-soldaat is en de vraag onder elkaar werd gesteld: waarom ze ons zolang moeten laten werken; waarom het materiaal van de Genie nooit deugt; waarom ze ons niet op tijd te eten geven; waarom we altijd op een open legerwagen vervoerd moeten worden etc... Zoals je ziet gaat het hier nogal "ruig"/wild aan toe. Dat is wel te begrijpen; er wordt teveel van ons gevergd en zijn blij dat we op tijd eten en slapen kunnen. 'sAvonds om 21.00 uur in het kamp aangekomen en na "koud" middageten gegeten te hebben om 22.00 uur te ted, dat in die dagen onze onmis- bare"vriend" was. Donderdag 12 Februari Vandaag hadden we het niet zo slecht. Rustdag voor het 1e peleton. Tot 'smiddags 13.30 uur kregen we de gelegenheid om op adem te komen, waarvan velen gretig gebruikt maakten door eens goed uit te slapen. De meesten aten die morgen dan ook niet. Ra 'smiddags appèl gehouden te hebben, vertrokken we zoals gewoonlijk naar het dorp. Daar die middag de vloed op z'n hoogst was en zodoende de dijk niet konden bereiken, mochten we in het Café The Kettle blijven wachten, waar het reuze gezellig onder elkaar was en volop muziek. Om 16.45 uur vertrokken we maar weer naar het kamp, waar we in de keuken eens een keertje warm eten kregen. 'sAvonds van 20.00 uur tot 22.30 uur in het kamp zandzakken moeten laden en gelost voor het dichten van de weg naar de dijk, die voor de zoveelste keer was weggeslagen. Het vervoer hier naartoe was nog steeds met open legerwagen, terwijl het hevig sneeuwde en waaide. Vrijdag 13 Februari Ik geloof, dat het nu toch een beetje te gek gaat worden. We werden liefst 'smorgens urn 03.30 uur uit ons bed gehaald. Het valt heus niet meeafscheid te moeten nemen van je bed, waarop toch de meesten dood gaan. Half slaperig en de "smoor" in mezelf aangekleed. We kregen geen tijd om ons te wassen, want de "heren" hadden schijnbaar haast. Ver buiten het dorp moesten we twee legerwagens zand laden. Om ons naar het kamp terug te brengen hadden ze geen tijd voor en waren genoodzaakt met de schop op onze rug naar Ossendrocht te lopen. Om 05.30 uur in de keuken haastig ons ontbijt gegeten en toen als de donder het bed in. Tot 'smiddags 12.00 uur geslapen en om 14.00 uur vertrokken naar de brug met sld. Nerus en Bahlman, weliswaar te voet, daar de vloed kwam opzetten. Het was ongeveer een half uur gaans en het was weliswaar een lijdens weg voor mij geweest, daar ik met ontzettend beroerd voelde, zoals vele jongens. Hier aangekomen werd ik met nog enkele jongens ingedeeld bij de "lichtploeg" en kregen de opdracht licht aan te sluiten op het werk terrein, waar de draglines en onze jongens bezig waren met het leggen van ringplaten. We waren blij weer eens een ander baantje kregen dan telkens ring platen leggen, waarbij we tot boven onze enkels in het slib en modder moesten werken. Om 23.00 uur vertrokken we weer naar het kamp, onder de leuze: "rode bloedhonden". Hoe ze aan zo'n gezegde kwamen is voor mij nog een vraag Maar ik weet wel dat in die dagen de meesten van ons een "geestelijke afwijking hadden Ma gegeten te hebben lagen we spoedig "horizontaal" en hoopte deze nacht eens rustig te kunnen slapen; zonder verstoord te worden.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - diversen | 1986 | | pagina 8