stroming gepaard gaat, moesten we te voet over een slapersdijk lopen. Anders moesten we tot onze knieen door het water gaan, dat heus geen pretje is. Onderweg viel het me op, dat het zo stil was onder de jongens, dat ik niet gewend was. Ieder dacht het zijne ervan; zoals ik, thuis te kunnen zijn in de gezellige familiekring. Nu en dan werd de stilte verbroken door gevloek, wanneer iemand in het slib, dat op de dijk lag, uitgleed. Die avond deed me denken aan een kudde schapen, die zich moeizaam over de dijk voort bewoog om nu en dan halt te houden voor 'n smalle dam van zandzakken, die in verschillende gaten van de dijk gelegd waren om dan weer verder te gaan. Na een half uur gelopen te hebben bereikten we het Café"The Kettle" in de polder, waar de legerwagens op ons zouden wachten. Maar omdat er enkele legerwagens vast geraakt waren in de klei, waren we genoodzaakt door te lopen naar het dorp, waar we om 21.45 uur aankwamen. Van hieruit werden we met onze legerwagens naar het kamp in Ossendre<hfc gebracht. Na gegeten te hebben en daarna het een en ander bij de fourier geruild te hebben gingen we om 23.00 uur onder de wol, waar ik spoedig sliep van vermoeidheid. Dinsdag 10 Februari 'sMorgens om 06.00 uur uit ons bed getrommeld,, 08.00 uur appèl, daarna op onze kamer moeten wachten op nader order. Mazelen, kinkhoest en diphterie uitgebroken onder de evacués in het kamp Ossendrecht, als gevolg verboden met hen in contact te komen. Om 09.30 uur vertrokken naar het dorp, waar we Bailey-panelen moesten laden. Tegen de middag voor de zoveelste keer ringplaten gelegd, wat me op den duur begon te vervelen. Daarna weer Bailey-materiaal moeten laden onder stromende regen in de modderpoel bij het Café "The Kettle" aan de dijk, waar we nu en dan eens naar binnen mochten gaan, als er een wagen met veel moeite geladen was. Na de legerwagens te hebben geladen, reden we met onze G.M.C.-leger wagen naar het gat bij de Scheldedijk, waar het brugpeleton bezig was, de brug in elkaar te slaan. De leuze van vandaag was: "Hartstikke ruig", jongens toen we met veel moeite door de modderpoel waadden tot bijna onze knieen. Onderweg raakte onze chauffeur de weg kwijt, daar intussen de vloed op kwam en het water 1; meter hoog stond. We kwamen in een sloot terecht, als gevolg dat de legerwagen 40 graden zij slag maakte. Halsoverkop moesten we toen op een andere legerwagen overstappen, daar deze steeds dieper wegzakte. Niettegenstaande die kleine moeilijkheden heb ik toch nog moeten lachen. Bij het overstappen, dat aan de zijkant van de legerwagen moest gebeuren, stond een Vaandrig met z'n lieslaarzen klaar om bij hem op z'n rug te springen en ons naar de andere legerwagen te bren gen. In het begin ging dat wel vlot, maar toen de legerwagen hoe langer hoe dieper wegzakte en de jongens wel een beetje te haastig waren, waren er enkelen bij die missprongen, als gevolg dat se pardoes languit in het water vielen. Toen dit gebeurd was, werd de legerwagen door een andere legerwagen met veel horten en stoten uit de sloot gelierd. /olgens mij hadden ze voorin de motor een "trek"pleister moeten plak ken, dan waren die "kleine moeilijkheden" zo opgelost en hadden we danook niet zolang hoeven te wachten. Wel, in dienst hoeft men niet te denken; er wordt zelfs voor je gedacht. Men heeft dus niets te vertellen en alles te doen wat er gekommandeerd wordt. igAvonds om 19.00 uur hadden we onze dagtaak volbracht.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - diversen | 1986 | | pagina 6