'sAvonds laat onder leiding van Sergeant Prins met onze groep naar
ket Klooster van de Zwarte Paters gegaan, waar we 'snachts konden
slapen.
Hier sliepen we op stroo-zakken met voldoende dekens.
Dinsdag 3 Februari
'sMorgens om 07.30 uur opgestaan. Met in de gelegenkeid geweest om
ziek te wassen, daar de waterleiding afgesloten was.
In ket sckoolgebouw heerlijk gegeten. Daarna met de legerwagen naar
ket noodgebied gereden met de opdraekt om met onze aanvalsboot, die
sinds de vorige avond aan de waterkant aan de grond was blijven
steken met ket zoeken naar lijken en naar de overkant gevaren.
Met een Korea-vrijwilliger en nog enkele soldaten met veel moeite
de overkant bereikt, waar we aan wal gingen. Hier hebben we tot
smiddags 15.00 uur moeten wachten op een buitenboordmotor.
Intussen werden met boten lijken aan wal gebracht en mensen, die hun
huizen moesten verlaten, vanwegehet opkomend water, dat 3 a 4 meter
hoog was, met goederen, die ze uit de huizen nog konden redden.
Aan de wal werden de geevacueerden opgevangen door het Leger des ïïeils
Alle lof voor het Leger des Heils, die voor koffie en biscuits
zorgden.
Wij waren belast met het laden van de goederen in de gereedstaande
wagens, die met boten uit de huizen gehaald werden.
In de namiddag de eerste Franse troepen gearriveerd met de taak om
Tholen te evacueren. Ze waren met prima materiaal uitgerust d^t hier
zeer goed van pas kwam, daar er teweinig boten waren met kleine
diepgang.
Na de kaart bestudeerd te hebben waren ze binnen een uur te water.
De Fransen kwamen regelrecht van Duitsland, waar ze reeds drie maanden
vertoefden.
Tegen 15.00 uur kregen we de opdracht om een boer te gaan helpen aan
de andere kant van het dorp. Hierheen werden we per legerwagen ver
voerd, alvorens kaarten gehaald te hebben van het Rode Kruis.
Met de boer, een Korea-vrijwilliger en nog enkele personen naar
Tholen geroeid, waar zich de boerderij bevond van de eigenaar.
Met veel moeite konden we de boerderij bereiken, daar we voortdurend
vast raakten in het puin en riet. We zagen hier vele huizen, die
totaal verwoest waren en op instorten stonden.
Honderden kadavres van koeien, paarden, varkenskippen,vissen en
meubilair etc. lagen verspreid in het water, waar we met moeite langs
moesten varen. Sindelijk bereikten we de boerderij, waar we de boot
aan het kozijn van de voordeur vastmaakte en door middel van deuren
en tafels de zolder bereikten. Hier hebben we nog vele goederen kun
nen redden, die de boer tijdens de rampnacht naar boven wist te
dragen. Het huis zelf was verders nog in tact, terwijl binnen de
ravage verschrikkelijk groot was. Al z'n vee was verdronken en wist
nog op tijd met zijn gezin naar de zolder te vluchten toen het water
steeds hoger steeg. Toevalligerwijze konden we nog een kat redden,
die in de schuur op zolder zat. Na de hoognodige spullen in de boot
geladen te hebben, kregen we ieder een pakje sigaretten met appels
en een fles jenever, dat we wel verdiend hadden.
Daar we in de voortuin vast raakten met onze boot, moesten we uitstap
pen om deze vooruit te duwen, terwijl we tot onze knieen in het water
stonden. Onderweg raakten we met onze boot vast in het puin, dat
midden op de weg verspreid lag.
Intussen kwam een boerenjongen te paard dxe tot z'n middel in het
water stond naar ons toe. Het paard durfde ons niet te passeren, was
doodmoe en bleef achter ons in het water wachten.
Toevallig kwam een Amphabie-duck er aan, met evacués uit het eiland
Tholen, dat 'smiddags ontruimd moest worden. Hij heeft ons op sleep
touw genomen, terwijl wij het paard bij de halster achter ons mee
voerden.
-2-