pagina 33 verdieping, deze mensen hebben we zoveel als mogelijk was, er uit gehaald en mee genomen naar de grote sluis je kunt wel begrijpen dat ze ons zeer dankbaar waren Maar daar hadden we geen tijd voor, we zijn toen weer uitgevaren naar een huisje wat dicht bij het gat, wat in de dijk was geslagen je had er geen notitie van hoe snel dat gat groter werd, dus wij op dat huisje af te roeien hadden we niet meer om dat de stroom steeds sterker werd wanneer we dichter bij het gat kwamen ,toen we dan ook zo dicht bij het huisje kwamen moesten we de boot zo sturen dat we ons vast konden grijpen aan de goot van dat huisje en dat is ook gelukt. Maar dat huisje stond zover onder water ,dat die al wat oudere mensen er door het aanwezige dakraam uitgehaald moesten worden, maar aangezien die vrouw nogal gezet was moesten we eerst het gat groter maken, met wat gereedschap en grof geweld is ons dat toch gelukt, toen we dan eindelijk die mensen in de boot hadden ,toen vroeg dat vrouwtje aan mij, meneer kunnen we onze nieuwe fietsen ook mee nemen ,deze fietsen hadden ze namelijk al naar de zolder gebracht,maar dat ging natuurlijk niet dat snap je. Deze mensen die hadden ook nog voor hun ogen al de huizen die een eindje verderop stonden recht voor dat gat in de dijk weg zien spoelen ,maar in een paar van die woningen hadden hun kinderen gewoond dus die waren zodoende allemaal verdronken. Maar wij moesten van achter dat huisje weg zien te komen maar het was die dag buitengewoon koud, er viel natte sneeuw we waren inmiddels helemaal verkleumdmaar we zagen nog geen kans om die mensen op de dijk te zetten want de stroom was zo hevig ,dat we als we het geprobeerd hadden zouden we zo de Westerschelde op gedreven zijn we bleven dus rustig achter het huisje uit de wind liggen, maar als de boot tegen dat huisje aan kwam dan schudde het helemaal.Eindelijk was het dan zover ,dat we met de roeiriemen op de grond konden komen om veel meer kracht dan met het roeien konden verzetten, zo gingen we dus op weg naar de dijk, we waren nog maar net bij het huisje vertokken en het stortte in zijn geheel in elkaar Dus je begrijpt dat die mensen ons dankbaar waren dat we eerst naar hun huisje waren gekomen. Van daar hebben we eerst onze roeiboot langs de dijk een heel eind gesleept ook al omdat dat ons een beetje opwarmde, en we een eind van dat gat verwijderd waren, en de rest al roeiend naar ons vertrek punt bij de sluis. Daar aangekomen ben ik eerst naar huis gegaan toen was het imniddels al aan het donker worden. Bij thuiskomst had mijn moeder een pan met erwtensoep op tafel staan nou dat was smullen na zo,n zware dag. De volgende dag op maandag ben ik niet naar mijn werkgever gegaan, ik werkte toen bij Waverijn waar ik al werkte vanaf 1948.dit was toen aan de Molenberg in Middelburg Op die dag ben ik met mijn vrienden weer naar de oprit aan de grote sluis gegaan en zijn daar weer met de roeiboot uit gevaren over de weg tussen de telefoon palen doordaar kon je ongeveer zien waar de weg liep. Toen ter tijd stonden die er nog, maar dat was ook voor ons wel gevaarlijk omdat aan die palen die telefoon draden hingen, en die hingen soms dwars over de weg. Van daar dat we met drie man in zo,n roeiboot aanwezig waren die derde man was er om de roeiers aanwijzingen te geven hoe ze moesten varen naar stuur of naar bakboord, (als je nu niet weet wat stuur of bakboord is nou stuurboord is rechts want daar zitten de meeste R,s in gesnapt). We namen op die reisjes meestal de bewoner mee want die wist natuurlijk precies wat hij uit zijn huis mee terug wilde nemen, wij deden dus wat hij vroeg, maar omdat het ook deze dag nog flink koud was, en we wel eens een half volle fles jenever tegen kwamen dan namen we daar wel eens een slok van en dat gaf de burger dan weer moet, om verder te gaan. We zijn natuurlijk ook wel meerdere keren een lijk tegen gekomen en dan hebben we dat eerst naar de wal gebracht. Op een keer toen we weer op weg waren en de man op de voerplecht niet goed uit keek en met zijn nek achter zo,n telefoon draad bleef hangen en pardoes in het koude water viel, en wij hem er vlug uit visten en hem zo snel mogelijk naar de kant hebben gebracht, zodat hij vlug naar huis kon om droge kleren aan te trekken. Maar alles bij elkaar waren het emotionele dagen, en ben ik de volgende dag gaan proberen op mijn werk te komen, maar dat bleek nog niet zo eenvoudig te zijn want ik moest eerst naar

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - diversen | 1953 | | pagina 2