1 Bovengrondse verbindingen werden al snel als laagste urgentie aangemerkt. De in de grond zittende kabels kregen prioriteit "zeer urgent". In die tijd werkten we nog met kabels waarin de aders gewikkeld waren in papier. Zodra er een kabelbreuk ontstond en er vocht in de kabel kwam, zoog dit zich als hard zuigend gemaal de kabel in. Het was dus zaak om de plek te vinden waar alles nog heel leek, zich geen water in de kabel bevond om de kabel op die plaats dicht te solderen om erger te voorkomen. Dat je daarbij de hele dag in de blubberen het water stond, dat kadavers rondom je dreven en op tijd eten en drinken niet mogelijk was, dat deerde je niet. Maar hoe moest je je verplaatsen? Waar nog wegen waren reed er wel een enkele auto of boerenkar, maar de meest ondergelopen delen konden alleen maar bereikt worden per paard en wagen. Daar vond je dan de uit vliegtuigen geworpen rubber bootjes waar je van hoopte baat te kunnen hebben om je verplaatsen. Maar dan moest je wel eerst uit dat bootje lijken of kadavers verwijderen. We werkten van zodra het licht was tot het avond werd op een manier en met een tempo dat je nu niet meer beschrijven kunt of zelfs maar uitspreken. Ellende - kapotte huizen - kapotte wegen - kapotte boerderijen - kapotte dijken - verwoeste apparatuur, hoe moet het allemaal gemaakt worden, hoe kunnen wij met een paar man hierin verandering aanbrengen? Selecteren, wie heeft er direct belang bij een noodzakelijke aansluiting? Kun je dat voor elkaar krijgen, desnoods met behulp van elektriciteitssnoeren waarin veel verlies zou optreden waardoor ook de kwaliteit van de verbinding er niet beter op zou worden. De eerste dagen, zonder hulp van de vaste wal, hebben we getracht het hoog nodige te doen en hulp te bieden daar waarde mogelijkheid aanwezig was. We hadden echter geen ladders in de roeiboot mee kunnen nemen, waardoor werkzaamheden aan bovengrondse lijnen de eerste dagen niet mogelijk waren. Gelukkig kwam er na een kleine week hulp van elders uit het land en mochten wij een enkele dag weer thuis zijn om zo spoedig mogelijk weer terug te keren naar het "no where" van die dagen, steeds levend met de gedachte "hoe moet dit weer goed komen?". Onze kleine dienstkring kon onmogelijk alles alleen doen, daarvoor was de oppervlakte te groot en de bezetting te gering. Dank zij veel hulp van collegae uit den lande, militairen vanuit Nederland en ommelanden kwamen spoedig verbeteringen tot stand, maar of de eerste hulp van de Verbindingsdienst zich in eerste aanleg concentreerde op verbindingen of dat men voortvarend werd ingezet bij het dichten van dijken enz., daarover ontbreken mij alle gegevens. Kort na deze watersnood kwam de dag dat schrijver zich moest melden voor inlijving als beroepsmilitair bij het Wapen van de Verbindingsdienst, na reeds vanaf 1945(voortgekomen uit de Prinses Irene Brigade) te zijn opgeleid tot instructeur aan de eerste School Verbindingstroepen in Den Haag, waarna al spoedig uitzending volgde als telegrafist naar de voormalige koloniën in Nederlands Oost Indië. H. van Beers

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - diversen | 1953 | | pagina 8