Begrijpelijkmaar toch
Voor de le oefening als dienstplichtig militair opgekomen te Harderwijk bij het Rgt.
Veldartillerie in november 1952 werd deze opleiding afgesloten met een 7-daagse oefening te
voet, bewapend en bepakt, van Harderwijk naar Breda, met als tegenstanders Commando's en
het van Heutz bataljon.
Per 2 februari zouden wij naar diverse kazernes in Breda gaan voor de verdere opleiding tot
onderofficier/officier met enkele dagen prestatie verlof en aansluitend een 48 uurs verlof was
ik dus op het moment van de ramp thuis.
's Zaterdagsavonds hadden we nog geflaneerd in de Lange Delft te Middelburg, maar je stond
er totaal niet bij stil wat er exact gaande was en door de heersende storm veroorzaakt werd.
's Zondagsmorgens kwamen er enkele vrienden van me aan de deur en waren verbaasd dat ik
nog thuis was. Ze vertelden me dat ik me 'a la minute' moest melden bij de dichtstbijzijnde
kazerne.
Ik heb toen snel mijn kloffie aangetrokken en ben naar de kazerne gaan lopen. Op nog geen
200 meter van huis schoot er een Jeep met 2 M.P.'s op me af en vroegen waar ik heen ging.
Op mijn antwoord "naar de kazerne" mocht ik mijn weg vervolgen.
In de loop van de middag werd een groepje geformeerd van zo'n 10 man en werden we op
transport gezet naar de duinen (niet ver van de Westkappelse Zeedijk) om zandzakken te
vullen t.b.v. een dreigende calamiteit. Toen we daar aankwamen waren er ter plaatse een stuk
of 6 rasechte dijkwerkers uit Westkapelle bezig met het vullen van zandzakken.
Prompt kwam de vraag wat wij daar kwamen doen. Het antwoord "jullie helpen'Viel
enigszins verkeerd, want ze pleegden onderling overleg, maakten hun spaden schoon en deden
ze in de bekende jute zakken, onder de bekende snelbinders en gingen naar huis, onder de
mededeling, dat wij hun het brood uit de mond kwamen nemen. Wij stonden perplex en
vonden het wel begrijpelijk, maar de omstandigheden waren daar niet naar om zo te handelen,
leek ons. Begrijpelijk, maar toch onder de op dat moment heersende situatie vreemd.
Ver in de nacht werden we weer afgevoerd naar de kazerne in Middelburg. We gingen op
jacht naar een leeg bed, waardoor de ploeg uit elkaar werd getrokken.
's Morgens toen ik wakker werd was bijna iedereen weg, ook de ploeg waartoe ik behoorde.
Gevolg: Op rapport komen bij Overste v.d. Slikke om te vertellen waarom ik het vertrek van
mijn ploeg had gemist. Mijn antwoord "dat ik te laat ben wakker geworden" viel nogal in
goede aarde, een fijn lachje van hem, en ik moest maar mee met de ploeg die gereed stond om
te vertrekken.
Dat bleek te zijn, per legerwagen naar Wolphaartsdijk - bootje naar Kortgene en verder te voet
naar Colijnsplaat.
De zware week, Harderwijk - Breda was een goede training geweest en kon deze trip goed aan,
niettegenstaande dit een zeer zware tocht was, met veel ellende onderweg.
Ik wil hier verder niet op ingaan omdat Piet Lampert (ook tot deze ploeg behorend) zijn relaas
hierover reeds verteld heeft publicatie de Faam d.d. 17-09-2003.
Zijn relaas is mijn relaas.Wellicht nog een enkele aanvulling hierop t.w.: De ontknoping van
het verdwenen vat, zoals door Piet Lampert geschetst in de Faam was fantastisch en dat na vele
jaren. Het verdwenen vat benzine (1 van de 3 stuks) was redelijk gemakkelijk mee te nemen,
omdat onze 2 mans patrouilles met op scherp staande geweren, in verband met de vele op het
talud liggende kadavers van koeien, paarden, varkens en kippen, genoodzaakt waren felle
lichten te voeren om niet te struikelen over het één of ander kadaver.
Men zag ons dus van verre aankomen. Gelukkig maar!
Niettegen staande je toch niet op de eigen bevolking zou schieten.