Watersnoodramp 1 februari 1953.
Zaterdagmiddag 31 januari 1953 was er een stormachtige wind uit het westen. Om 15.30
uur was het hoogwater men rekende wel op een flink tij water want men naderde springtij
Het water kwam tot 2.40 m N.A.P. dit was op zichzelf nog geen reden tot verontrusting,
maar s avonds nam de wind tot stormkracht toe en draaide naar het noord-westen. Toen het
laag water moest zijn stond het nog bijna evenhoog als s' middags ±2.10 N.A.P.
En om 23.00.uur stond het weer even hoog en het wies nog steeds in snel tempo.
Een aantal mensen uit de vissersbevolking van Stellendam werden toen toch ongerust daar ze
wisten dat het pas 4.00 uur hoog water zou zijn en de wind tot orkaankracht toenam.
We waren als gezin thuis, zoals altijd op zaterdagavond, we hoorden dat de wind aan wakker
de, maar van de extreem hoge waterstand wisten we niets en zijn gewoon naar bed gegaan.
Moeder was al enige tijd bijzonder bevreesd dat er iets ernstigs stond te gebeuren.
In die stormnacht klonk rond vier uur opeens getik op het slaapkamerraam van mijn ouders,
Jan Breederveld, sinds jaar en dag knecht op onze boerderij, hij had zijn vrouw en kinderen
lopend richting Melissant gestuurd, want dat doip ligt hoger dan Stellendam.
Hij had zijn meubels boven gebracht en ook de fiets die hij pas van vader had gekregen omdat
hij 30 jaar in dienst was.
Moeder herkende Breedervelds tikje. Ze verbaasde zich: het was niet zijn beurt om de koeien
te melken. Hij vertelde wat er aan de hand was en vroeg of hij een tractor mocht meenemen.
Op deLangeweg, onderweg naar Melissant, wilde hij dan zijn vrouw en kinderen oppikken.
„Laat ik de andere tractor pakken" zei Dirk mijn oudste broer tegen Vader.
Vader maakte de hond en het vee los, terwijl moeder ons riep. Zijn de Russen er was mijn
eerste reactie. Dit vanwege de gespannen oost-west verhouding in Europa. Toen moeder ver
telde wat er aan de hand was. zei ik hadden we maar een ark.
Buiten hoorden we mensen praten en kinderstemmetjes die over de dijk naar Melissant wilden
vluchten. Maar de dijk brak door en de meeste van hen zijn verdronken. De mensen gingen
lopend vluchten, auto's waren er nog maar enkele en fietsen was bijna onmogelijk met deze
storm. Vader reed de Langeweg in, maar sloeg later linsaf: hij was gewend via de zomerweg
en de Plaatweg naar Melissant te rijden.
Op de langeweg had vader mijn broer met de tractor ingehaald. De andere tractor, die door
Jan Breederveld bestuurd werd, zag hij niet meer. Die was de splitsing al voorbij voordat Va
der afsloeg naar de Zomerweg.
Dirk besloot naar enige aarzeling niet achter de knecht, maar achter vader aan te rijden.
Een wonder dat hij deze keuze mocht maken want het was zijn redding.
Moeder werd tijdens de vlucht bij Math. 24:20 bepaald. Doch bidt, dat uw vlucht niet geschie
de des winters, noch op een sabbat. En nu was het winter, en het was zondag. Daar ging een
dubbele sprake vanuit.
Nadat vader ons in Melissant afzette, reed hij terug. Na een paar kilometer durfde hij niet ver
der meer en keerde om. Hij pikte nog wel een vader en zijn zoon op die lopend op weg waren
naar Melissant. Zij zouden de tocht anders waarschijnlijk niet overleeft hebben, want net wa
ter steeg. Het liep al over de weg.
Door het water en tussen de ronddrijvende uien door wist vader Melissant weer te bereiken.
Ook Dirk kwam daar op tractor. Maar waar was de knecht? Die was eerder vertrokken en had
een kortere route genomen, dus hij had er al moeten zijn.
Hij kwam echter niet. Door een dijkdoorbraak had een wilde watermassa zich op de Lange
weg gestort. De tractor werd meegesleurd. De bijna 51-jarige knecht, zijn 49-jarige vrouw,
hun dochters van 21 en 19 en hun 10-jarige zoon verdronken.
Wie weet zijn weg? Het huis van de knecht bleef staan. Als hij thuisgebleven was, was hij
waarschijnlijk gespaard gebleven. Dat gold voor meerdere inwoners van Stellendam.