DOMBURGS BADNIEUWS t/e e&ee^ WALCHEREN Heeft Domburg zijn kuren? Domburg als badplaats van de toekomst, ooit van wereldfaam en nog steeds een beetje daarop terend, een goede plaats in nemend in de reeks van Nederlandse badplaatsen, zeer aan trekkelijk voor onze Oosterburen en bovenal met een heel ei gen charme en wonderschoon gelegen Hoe ziet onze toekomst als badplaats eruit? Zal de 'kuurge- dachte' een rol gaan spelen in onze recreatie-voorzieningen? Wij vroegen vertegenwoordigers van de recreatieve, de medische en de ondernemers zijde om een toelichting. Deze week commentaar van de heer L. Wattel, voorzitter van de Stichting Badplaatsbelangen Domburg: Domburgs Toekomst In de nrs. 3 en 4 van het DB is onder 'Accent van de week' en 'Kabbels' wat gefilosofeerd over de toekomst van de badplaats Domburg. In de daarin gevolgde gedachtengang werd de badplaats Domburg bezien in de rij van Nederlandse badplaatsen en vergeleken met een Europees kuuroord. Lqs van de vraag of de badplaats Domburg zich kan meten met de meest bekende kuuroorden in met name Duitsland en Oostenrijk, is de realiteit dat we in onze gemeente aan de vooravond staan van belangrijke beslissingen, die sterk bepalend zullen zijn voor de toe komstige ontwikkelingen van onze aloude badplaats. Bij de beslissingen die genomen moeten worden, gaat het erom be paalde ontwikkelingen te sturen; al hetgeen zich in de loop der jaren heeft ontwikkeld, heeft eveneens bijgedragen tot het imago van Dom burg. Het behoeft niet zo te zijn, dat er behoefte is aan een grote om mekeer in de ontwikkelingen, het accent zal gelegd dienen te worden op evenwicht en diversiteit van de verblijfsrekreatie. In tegenstelling van het streven tot nu toe om seizoenverlengend bezig te zijn, ontwikkelt het toerisme in onze gemeente zich eerder ander som. Het seizoen lijkt steeds korter te worden. Het is niet zo moeilijk hiervoor een verklaring te geven, nl. het toerisme in onze gemeente spitst zich toe op het strandgebeuren. Het strandtoerisme is uiterst weergevoelig en aangezien de echt mooie zomers steeds schaarser dreigen te worden, staat deze vorm van toe risme daardoor al onder druk, bovendien moeten we vaststellen dat het aanbod van toeristische voorzieningen in binnen- en buitenland van dien aard is, dat de keuzemogelijkheden voor de toerist die een plaatsje zoekt vele zijn. Ook hierdoor staat het toeristisch seizoen on der niet geringe druk. Bij de invulling van het toeristisch product in Domburg zal er terdege rekening gehouden moeten worden met eerder genoemde aspecten, vandaar dat de filosoferende gedachten over het kuuroord Domburg ondersteuning verdienen bij de invulling van: 1. Het Badhotel Domburg; 2. De inrichting van 't Hof Domburg; 3. Het opnieuw in exploitatie brengen van de l'Europe; 4. Vernieuwing van het Badpaviljoen; 5. Modernisering van de bestaande bedrijven. Achter in de gemetselde bank was een kruisvormige opening gespaard, dat was al gauw niet naar de zin van de gebruikers: het tochtte in de rug. Jan Passenier maakte het dicht met een plankje (meer malen want het werd er wel eens uitgegooid). 'V*- m 't Hof Domburg in vroeger tijden. Gepraat is er nu genoeg, het komt nu op daden aan. Het gaat om een totaal toeristisch product, waarbij de weergevoeligheid een iets minde re rol speelt, we wb. concurrentie zeer goed meekunnen en gebruik blijven maken van al het aantrekkelijke dat onze gemeente al heeft. Concreet: 1. De invullingsplannen voor 't Hof Domburg zijn informeel dd. 11 juni 1985 aan het gemeentebestuur getoond en zijn dd. 26 juni besproken in het algemeen bestuur van de Stichting Badplaats be langen Domburg. U hoort er binnenkort meer van. 2. De uitgangspunten voor het opnieuw in exploitatie brengen van de l'Europe zijn dd. 26 juni 1985 door het algemeen bestuur van de SBD vastgesteld, voorbereidingen worden getroffen om na het sei zoen 1985 met de bouw een aanvang te nemen. 3. Er komt enig leven in de plannen voor het terrein van het Badhotel. 4. In een volgend nummer van het DB kan misschien het Domburgs Bedrijfsleven zijn voornemens aan U bekend maken. Een rubriek door en voor Domburgers en Badgasten. Eindredactie F. L. van Houtum-van Vloten. Rondom 't Groentje in de 3Öer jaren door A. de Pagter. In DB nr. 1 een foto van een huisje, in nr. 2 een bank en in nr. 4 een stoeppaal. Ze hebben natuurlijk niets met elkaar te maken maar ongeveer op de plaats van die bank stond vroeger 'd'n tot- bank', lange tijd een begrip in Domburg; en in dat huisje woonde Jan Passnier (de e in Passenier spreek je niet uit, de dubbele s wel) en bij - of z'n dochter Bette - legde elke morgen, als het goed weer was, een lopertje op die bank. Elke avond, of als er een bui dreigde, werd het weer binnen ge haald. Ze hadden het zelf gemaakt, ze deden het gratis, uit zich zelf, en ik denk dat niemand ze er ooit voor bedankt heeft. 'V'i-. "--5INtó Befte bij d'n Tolbank. Dat kan je zo in gedachten komen, als die foto's in het DB je na el kaar onder ogen komen en als je daar bij en op dat Groentje je hele jeugd hebt gewoond en gespeeld. Vooral op de zomeravonden wa ren we daar veel: 'verloretje' (verstoppertje) speelden we en die stoeppaal, die ook nog voor het gemeentehuis gestaan heeft, stond in de 30er jaren naast d'n tolbank en was 't lot' (buut), 's Middags voor enen zaten 's zomers de 'aerebaeiers' (landarbei ders) nog even op de bank. Pas als de klok sloeg was het: 'Ja'k di valt'n, mè dr wi recht op'. Dan vertrokken ze, het 'kruukje mee koud drienken' over de schouder, naar 't land, sommigen nog lopend. Ook 's avonds, 's zaterdagmiddags, op vrije dagen, altijd als het weer het maar enigszins toeliet en vaak ondanks dat, stonden er wel mannen op d'n Tol, ze kwamen van 't hele Domburg, was 't niet de één dan wel de ander, maar ze kwamen er allemaal wel een keer of wat in de week. Sommigen om de meest fantastische verhalen te vertellen, ande ren alleen maar om te luisteren en heel dikwijls om elkaar op stang te jagen. De oudsten zaten op d'n bank, anderen in een boog er voor. Wij roetsten daar altijd tussendoor als we in 't vuur van ons spel waren; er omheen lopen betekende trouwens uitkijken, want er vloog nogal eens een straal tabakssap als er een in 't vuur van z'n betoog zich driftig omdraaide en ondertussen Tsjirt (zo klonk dat ongeveer) tussen zijn tanden deed. Er werd daar wat gepruimd en gerookt, 'da's goed vö de moggen'. Noordzee Domburgt DUINZAND Hier ben ik terug, waar ik hóór: Aan de zee, op het strand, in het zand. Het zand, dat zich voegt en vleit Naar mijn ontspannen, liggende lichaam. Het zand, dat oneindig verdeeld, Ieder zandje een kristal, een geslepen steen, Doorschijnend en gaaf in gestadige stroom Glijdt uit mijn hand op het zand, in een spel Van overgegeven, weldadig dromen. Dit is volkomen genoeg. Het zand en de zee, En de zon op mijn ontspannen, genietende lichaam. Dit is de eenzaamheid, die ik behoef. Die wij allen behoeven, wanneer wij sterk Voor scheppend werk willen staan, een deel toch van De wereld om ons, de gezaamheid. Gerda van Beveren Mea Verwey. Andere ongelukjes kwamen ook voor. Zo was ik eens 'd'r an' en moestdusbij "f/of'staan en aftellen, 10-20-30 100-110, wie niet weg is, is gezien. Nu kroop er wel eens iemand onder de bank, dat was bekend natuurlijk, dus keek je daar eerst even.'t Was toen al schemerig en ik had blijkbaar niet goed gekeken, 'k was er al voor bij, toen ik uit m'n ooghoeken iemand tussen de benen uit zag krui pen. Met 'een rotgank' stoof ik dwars door de vinters om bij 't lot te komen. Helaas, verscheidenen rookten toen een kalken pijpje, ze hadden dat bij het mondstuk omwikkeld 'mee waereke tou:we' (met uitgeplozen touw), dan konden ze het beter tussen de tanden hou den. Chris had nog een stukje pijpesteel met wat touwwerk tussen z'n tanden, maar de rest vloog ver voor mij uit. 'Joe weerlichse rot- joen', gevolgd door een schop achter mij aan, die ik natuurlijk me ters voor was. Je ving ook wel eens wat op van 't gekrakeel. Er waren er een paar bij, die altijd tegen iedereen ingingen, puur om dwars te liggen. Eén mannetje was daar heel sterk in. Op een keer ging het weer vinnig toe tussen hem en Saomel, die het beu werd en op een gegeven moment zei: 'Jawoor, j'ei gliek'. 'Nêê, 'k héén hliek', schreeuwde z'n opposant, want het laatste woord moest-ie hebben! Heeft Domburg zijn kuren? Ooster Schalde^ Wat heeft de zee dat zij altijd kunstenaars trekt? vroegen wij ons vo rig jaar in een nummer van het DB af. In Nederland hebben plaatsen als Katwijk, Noordwijk, Bergen en Domburg altijd schilders, schrijvers en dichters getrokken. Was het het eeuwig zoeken van de kunstenaar, het eeuwig zwijgen van de golven In het in dit DB geplaatste gedicht van Mea Verwey (Noordwijk) is het duinzand de plek waar de schrijfster hoort, waar zij in de haar omringende wereld kan opgaan en tegelijkertijd de eenling kan worden die zij moet zijn om te kunnen scheppen. Is het ook niet sóms de zee - en haar omgeving - die de kunstenaar maakt? De zee een spiegel, een klankbord, een harteklop 'Er stroomt door mijn gemoed in stormend klateren een woeste zee, waarop ik rijs en daal' (Kloos). 'Ik ben een oceaan van wachten, waterdun omhuld door 't oogen- blik' (Vasalis). 'Want de roep van de rollende branding, brekende op de kust, dreunt diep in het land in mijn ooren en laat mij nergens rust' (J. Slauerhoff). 'Ga, als de bezongene ging; die had de vogels mee; die spoedde, over duin en kling, zich naar de ochtendzee' (Jac. van Hattum). Marsman, die de tof der zee zingt en uiteindelijk in haar ten onder zal gaan. 'Wie schrijft, schrijv' in den geest van deze zee of schrijve niet; hier ligt het maansteenrif dat stand houdt als de vloed ons overvalt en de cultuur gelijk Atlantis zinkt'. En 'Volk, ik ga zinken als mijn lied niet klinkt; ik moet verdrogen als gij mij niet drinkt; verzwelg mij, smeek ik - maar zij drinken niet; wees mijn klankbodem, maarzij klinken niet.' Roland Holst, vertolker van de onmetelijke, mysterieuze, magische aantrekkingskracht van de zee. En de kust wordt grijzer, en de schemeringen komen nu, en ook de grote zee wordt grijs, en de golven zingen - o, de vreemde wijs van die andre wereld, die de golven zingen - heb ik ooit wel in een ander lied geloofd hier op aard dan de verloren kreet der meeuwen?' en het gouden uur wordt later.ik loop verloren verder langs het water van der eeuwen eenzame geheimenis.' Tot slot van hem 'Een stille kleine wildernis vol rozen en niet ver van zee - een kamer en een vensterbank waar langvervlogen wel- en- wee weer intrekt als het avond is: van een veelbelovend leven is tenminste dit gebleven.' Er zijn talloze voorbeelden te geven van de invloed van de zee op kunstenaars. Wij eindigen met een ontboezeming van de schilder Dirk Nijland, die met Mea Verwey was getrouwd. Waar land wordt toi water, en water toi land Aan de mond van de brct'dc rivieren Heeft DIRK Nl.II.AND zijn hart verpand. P.S. Abusievelijk staat in 'Kabbelsvan vorige week vermeld dat Het Ronde Huis eind 50er, begin 60er jaren werd gesloopt. Dit moet zijn: in het midden van de 60er jaren. WELKOM IN DOMBURG! VIEL SPASSI SOYEZ LE BIENVENU! HAVE A NICE TIME!

Krantenbank Zeeland

Domburgsch Badnieuws | 1985 | | pagina 3