Tegen een uur of half 11 wordt het water iets lager. De vrouwen zijn ontzettend blij en buurvrouw Van der Have steekt haar armen omhoog om haar blijdschap en dankbaarheid tot uitdrukking te brengen. Bij het minste of geringste geluid springt ze ook op, bang dat een van haar kinderen van de trap in het water valt. Om haar ongerustheid weg te nemen, Nico slaapwandelt wel eens, wordt een touw voor het trapgat gespannen. Verder gaat er om het half uur iemand bij de kinderen kijken om te zien of ze nog goed liggen. Tegen middernacht komt de maan op en als we naar buiten kijken zien we hoe het water door het maanlicht is overgoten. Een prachtig gezicht is dat! De wind is nog maar weinig minder geworden en je ziet de golven opspringen in het maanlicht. Verder zie je van alles drijven: hele stapels hooi en onze pakken stro worden door de wind en de stroom meegevoerd. We kijken door het raam in de mannenslaapkamer, want in de kamer willen de vrouwen de gordijnen dicht hebben. We horen de wind nog steeds gieren en de golven, die met geweld tegen het huis slaan. In de huiskamer hoor je allerlei geluiden waar je akelig van wordt; de tafels en kasten beneden drijven rond en stoten natuurlijk overal tegenaan, terwijl alle banken in de schoollokalen eveneens ronddrijven. 23

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 2003 | | pagina 13