-2- wisten verder niet wat er gebeurde. Toen het daglicht aanbrak was alles rondom het dorp al één watervlakte en stond het al tot beneden de Zuid straat. Enkele gezinnen waren nog naar het dorp kunnen komen. Verder waren allen, die buitenaf woonden naar de zolder gevluchten vandaar hoorden we ze om hulp roepen. Er moest hulp geboden worden. Bij Meerman (timmerman) werd een vlot in elkaar gezet, ook met materiaal uit onze werkplaats, en; alle touwen die er waren aan elkaar geknoopt en vanaf de Zuidstraat naar het zogenaamde Nieuwe Dorp geploeterd. Intussen waren bij ons de eerste dorpelingen al geko"- men. Moe stond in de deuren kwam het eerst P.K. van der Werf met een bed op zijn nek en vroeg: "Vrouw Slager, mogen wij bij U binnen". "Ja, vanzelf" en ongeveer half 9 kwam de familie A. Bakker, ook met een bed bij hun en hadden wij dus al 14 personen. Toen arriveerden de bewoners van 't Nieuwe Dorp en het zogenaamde Stoofje. Toch kregen de mannen het in de gaten, dat t water niet wegliep en er waarschijnlijk nog wel een vloed overheen kon komen. Met de aanwezige mannen zijn toen bij ons alle emmers, teilen, enz. vol met water uit de regenbak naar de vliering gebracht. Ook alle eetwaren uit de kelders werden; in veiligheid gebracht. Buiten liepen de koeien en paarden op het dorp en werd getracht alle dieren zoveel mogelijk op het dorp te brengen. Ook onze schuur stond vol met kalveren, 't paard qn varkens van Bakker Boot stonden in onze stal. Steeds weer kwamen er mensen aan, die nog met dat vlot gered werden. De mensen, die al nat waren werden zoveel mogelijk van droge kleren voorzien.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 1986 | | pagina 4