-21-
dan vrij rondlopen. Elke avond ging Teeuw de afval
halen en deelde dat met Boot.
Al vrij spoedig werd er al gesproken over het herstel
van de huizen aan de Ring. Zo kwam Willem Remeeus op
Teeuw af met de vraag of hij een nieuwe gevel aan zijn
huis kon bouwen en of daarvoor al gelegenheid zou zijn.
Teeuw wilde dat wel, maar moest eerst op informatie uit
om de benodigde materialen hier te krijgen.
Dus ging hij naar de Firma Van Dijk om te zien fen horen
of het zou gaan. Van de firma zouden ze proberen een
schipper vast te krijgen, die de nodige spullen door
het gat durfde te varen en weldra was dat geregeld en
kregen we bericht dat schipper Van der Marei bereid
was, dit te proberen. In de volgende week legde het
scheepje achter de pastorie aan en per kruiwagen werden
de stenen, enz. naar Ring 14 vervoerd en kon daarna met
het herstel worden begonnen. Met Arie Hage als metse
laar en G. v.d. Velde als opperman Teeuw, was het
prettig naar het tikken op de stenen te luisteren en
vorderde het werk goed. Toen Teeuw nogmaals een
scheepje materialep wilde hebben, bleek er niemand meer
bereid door het gat te varen en hield het werk op toen
de gevel van Remeeus af was. Het binnenwerk was inmid
dels ook ónd'ërhan4én genomen en kon dat huis na een
grondige, schoonmaakbeurt weer bewoond worden.
Toch kwam er langzamerhand ook wat meer leven op het
dorp. Het gezin van Piet Kuijper was teruggekeerd van
hun verblijf in Goes. Nelly was in juli jarig geweest
en kreeg een nieuwe fiets voor haar verjaardag. Als het
goed weer was, reed zij daar vele rondjes mee rond het
dorp, want verder was er geen gelegenheid om te fietsen.
Ook Bertje Hendrikse was met zijn ouders meegekomen en
was dikwijls bij Teeuw in de werkplaats. Moe genoot dan
van dat kind als hij op de achterplaats kwam spelen.