-lo op het einde van de 3e week kwam de commandant (den opper zeggen we) bij. ons aan om te vragen of wij voor taan voor 4 politieskonden zorgen, 2 waterpolitie6 en 2 voor het land. We wilden dit,, wel. aannemen, maar dan moest het hele gezin thuis kunnen ?ijn en kregen we daar permissie voor. We hebben eer.st Marie een week meegebracht en bleef zij alleen thuis toen we het daaropvolgende weekend moe en Jo gingen halen. Vrijdags sprak Teeuw met Van der Plasse af, dat hij ons zaterdags in Bergen op Zoom zou ophalen met zijn schip om dan 's maandags met zijn allen mee naar huis te gaan. In Yerseke was voor de familie voor slaapplaats gezorgd, Marie ook bij de familie Filius, Moe en Jo bij de familie Minnaard. Zondagsmiddags maakten we met elkaar een wandelingetje door Yerseke en kwam de wethouders ons aanklampen en riep Teeuw even opzij. Hij vertelde aan Teeuw dat voor moe geen vergunning afgegeven werd om op het dorp te vertoeven. Het was even een teleurstelling, maar Kuyper zei; "nou is ze al hier en ik zou het wel weten hoor wat ik doen zou" en'ging zo van ons weg. _j j De volgende morgen was moe al met ons, v66r de anderen, aan boord bij Van der Plasse. Het was al een beetje uitgelekt dat moe niet mee mocht en zeiden de mannen onder elkaar, "vrouw Slager is er toch niet bij hè", maar ze zat allang in de roef en toen allen van boord waren is ze met Jo achteraan naar huis gekomen. Later waren alle mannen blij dat we haar toch hadden meegebracht

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 1986 | | pagina 12