IIH K S k S U E COURANT.
ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD V00R1HET VOORMALIG 4E DISTRICT.
Nieuwjaais-Adieitentien
BERICHT
No. 1167.
Buitenland.
FEUILLETON.
Binnenland
.fitu uiarirwiTtoiii inrrr I urt-.r-.A/r-i
r 7.1 w M«»7 ff C» - a
Advertentiën van 1 tot en met 5 regels 25 cents, elke
gewone regel meer 5 cents. Groote letters Haar plaats
ruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdag
middag te twee ure.
Abonnement per 3 maanden 0.50, franco per post
door het geheele rijk 0.55, voor België ƒ0.625 en voor
Amerika 0.825 bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden bij boekhandelaren en brieven
gaarders aangenomen.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever C. DIELGJI.1S te {freshens.
i ..-JJ'»: 7V r f
.1
Het no. van dit blad van 1 Janu-
i
mri zal in plaats van des avonds, des
mmrgomm wqrden uitgegeven.
In dat no. worden als naar gewoonte
opgenomen, die tot Maandagmiddag 31
•«camber u i t e r 1 ij k 2 »r« wordqn
ingewacht.
DE UITGEVER.
De Duitsche regeering schijnt nu is
het met het oog op de komende verkie
zingen die de oogen thans doen open
gaan? toch ernst te willen maken
met haar maatregelen tegen den vleesch-
nood. Zooals men weet wordt in Ber
lijn onderhandeld over een Duisch-Ame-
rikaansch handelsverdrag en bij deze
besprekingen schijnt het denkbeeld om
den invoer van Amerikaansch slachtvee
toe te staan ter sprake te zijn gekomen.
De agrarische „Duitsche Tageszeitung"
heeft van een zijde, die het weten kan,
vernomen, dat werkelijk ernstig over de
mogelijkheid wordt gedacht, ja dat zelfs
reeds wordt overwogen onder welke
voorwaarden een dergelijke invoer ware
te veroorloven.
Men wil dan toestaan dat Ameri
kaansch slachtvee naar Hamburg wordt
gebracht en daar geslacht om het vleesch
in koelwagens door heel Dnitschland te
vervoeren.
Nog een ander plan is volgens het
hoofdorgaan der agrariërs al bijna tot
rijpheid gekomen.
t i.
6.
ifijdtagtn lot ilq j^fiiedeqis <""1
laatitlmn üe^ust.
Evenzoo dachten de Gedeputeerden
van den Raad van State er over. In
het rapport, over hun verrichtingen
door hen ingeleverd, wordt van het aan
wenden van eenig dwangmiddel met
geen enkel woord gerept, alleen stelden
zij voor dat die van Groede en Baar-
zande als de verste met een mindere
mochten volstaan dan het nader bij den
Elisabeth liggende Oud- en Jong Bres-
kens. De ingelanden van den Elisa-
bethpolder zelve, meenden zij, die nu
al lange jaren van alle' landsbelastingen
vrij waren geweest en hun opkomsten
getrokken hadden, behoorden „vooral
iets notabels tot hun eigen conservatie te
contribueeren, en zouden wij derhalve
meenen dat ieder gemet daarin gelegen
24 gulden behoorde te geven, en (voe
gen zij er bjj) dat deze groote belasting
Men zou n.l. de vergoeding voor het
onderzoek naar de deugdelijkheid van
vleesch, dat wordt ingevoerd, lager wil
len maken.
De vleeschnood in Oostenrijk moet
ook een vrij grooten omvang hebben
bereikt, dat deze voornemens de „Neue
Freie Presse" de verzuchting in dé pen
geven „Dat gebeurt nu in Duitschland,
waar de iuvloed der agrariërs toch min
stens even sterk is als in Oostenrijk.
Als de Duitsche regeering dat doet,
zal men toch ook in Oostenrijk iets in
dien geest moeten doen.
Verschillende Russische bladen, de
hangende kwesties met Japan over de
toepassing der vredesvoorwaarden be
sprekend, hebben gewaagd van de waar
schijnlijkheid, dat een scheidsrechterlij
ke besiissing zou worden gevraagd. Nu
wordt echter thans medegedeeld, dat de
onderhandelingen tusschen beide regeo
ringen, die eenigen tijd waren onderbro
ken, thans weer zijn opgevat en goed
vorderen, dank zij het ernstigo verlan
gen der Russische regeering om de zaak
tot een goed einde te voeren.
Dat de onderhandelingen zoo langdu
rig en zoo moeilijk zijn, wordt geweten
aan de vaagheid der termen van het ar
tikel in het vredesverdrag, waarin de
visscherijkwestie wordt geregeld.
De aanvankelijke moeilijkheden zullen
dus toch blijkbaar tot geene verwikke
lingen aanleiding geven.
Er gaat tegenwoordig haast weer geen
dag voorbij of uit Rusland komen berich
ten van moorden op ambtenaren of an
dere hooggeplaatste personen.
Zoo wordt uit Twer geseind de vroe
gere gouverneur-generaal van Kiew, Wol-
hynië en Podolië, werd in de buffetka
mer van het vergaderingsgebouw voor
den adel door een onbekende met zes
revolverschoten gedood.
De misdadiger trachtte daarna zich-
UEdel Mogenden niet zoo vreemd mo
ge voorkomen, zullen dezelve gelieven
gediend te wezen dat het zeker en waar
is hetgene die van de Groede zeggen,
dat de origineels ingelanden den eigen
dom der landen reeds schijnen als ge
abandonneerd te hebben met dezelve
voor drie gulden te hebben verkocht en
de schuren reeds afgebroken en het der
halve niet onredelijk is dat degenen, die
alsnu door hun naburen worden gehol
pen zelf zooveel meer als anderen tot
hun behoudenis zouden contribueeren".
Eindelijk viel de lang gevreesde slag
en liep de Septembermaand van 1697
de polder in.
Die van Baarzande, beangst voor hun
eigen behoud indien hij met de zee ge
meen bleef liggen, waren aanstonds ijve
rig doende om te weeg te brengen dat
althans het gedeelte, dat aan hun wa
terschap grensde, weder hordijkt werd,
en traden tot dat einde met de eige
naren in overleg, maar op een paar na
bleken dezen niet tot de ondernemipg
gezind ja niet eens bereid te zijn om
de achterste gevloeide landerijen door
een inlaagdijk te beveiligen. Zelf het
zelf dood te schieten, men slaagde or
echter in hem levend gevangen to ne
men.
Eon niet minder opzienbarende moord
had plaats in de Russisch-Poolschc fa
briekstad Lodz. Daar werd de hoofdre
dacteur der Lodzer Courant, door een
onbekende doodgeschoten. Den daarop
volgenden dag drongen drie jongelieden
het papiermagazijn van den uitgever
dezer courant binnen en brachten hem
met revolvers verwondingen toe.
De man werd naar het ziekenhuis ver
voerd, maar gaf onderweg den goost.
Als reden voor die aanslagen wordt
opgegeven, dat de uitgever geweigerd
zou hebben een oproep der socialisten
en democraten te drukken.
De hongersnood, die thans groote ge
deelten van China teistert, kan niet dan
ten koste van enorme bedragen gelenigd
worden. Men weet dat de vreemde di
plomaten in Peking met invloedrijke
mannen uit de Chineesche handelskrin
gen reeds sedert eenigen tijd zich in
spannen om gelden tot dit doel bijeen
te zamelen.
Tot steun van hun bedoelingen heeft
thans president Roosevelt een oproep
tot het Amerikaansche volk gericht. Hij
doet in dezen oproep ook mededeeling
van zijn voornemen om aan het congres
machtiging van de regeering te vragen
tot het zenden van voedingsmiddelen.
Een hevig tooneel heeft Zaterdag in de
Italiaansche Kamer plaats gehad tusschen
den bekenden socialist, professor Enrico
Ferri en den afgevaardigde Santini, naar
aanleiding van zekere opmerkingen van
Ferri over vaderlandslievendegeneraals in
't algemeen en over de waarde van Ita-
.liaansche generaals in 't bizonder.
Ferri had Vrijdag al uitgepakt over
het Italiaansche legerbestuur. Nu ver
telde hij, dat als er geen Fransche sol
daten waren geweest bij Solferino de
werk ter hand te nemen ging bezwaar
lijk tenzij men vooraf verzekerd was,
als het eenmaal was afgeloopen, niet
door anderen de vruchten zouden wor
den geplukt, met andere woorden de
oorspronkelijke eigenaren hun eigen
domsrecht op de herdijkte gronden zou
den doen gelden.
Om een uitweg te vinden droegen zij
daarom in Maart 1698 aan de Staten-
Generaal bij verzoekschrift voor „dat de
difficulteerende (bezwaar makende) inge
landen van den Elisabethpolder (moch
ten) worden gelast om binnen den tijd
van vier weken zich te verklaren of zij
gezind waren) de voorzeide herdijking
te willen toestaan of wel hun landen te
abandonneeren, of dat bij nalatigheid
van dien (de Staten-Generaal) hun ver
zoekers zouden gelieven te autoriseeren
(machtigen) en octroyeeren (vergunnen)
de voorzeide herdijking ten koste van
hen verzoekers te doen".
Alvorens op hun request te beschik
ken zonden de Staten-Generaal het in
afschrift toe aan de difficulteerende in
gelanden met order dat zij daarop bin
nen veertien dagen na de ontvangst hun
uitslag! van den strijd anders zou geweest
zijn. Bij Custozza deden de Italiaansche
generaals hun plicht niet, evenmin als
later bij Massawa en Adoea.
Do vooizittor van den ministeraad
protesteerde on verklaarde, dat zulke
taal oen Italiaansche volksvertegenwoor
diger onwaardig was. Ferri werd daar
op persoonlijk en verweet Giolitti in de
beleedigendste termen de geschiedenis
van de Banea Romana. Toen Giolitti
en zijn vrienden daarop bij wijze van
protest hun zitplaatsen verlieten, brulde
Ferri: ..Er uit, knoeiers, weg uit deze
Kamer, die door jelui te schande wordt
gemaaktToen kon Giolitti zich niet
langer inhouden en wilde zich op Ferri
werpen, maar gelukkig wisten zijn vrien
den hem vast te houden. Intusschen
scholden Ferri en Santini elkaar voor
„canaille" uit.
De afgevaardigde Bertetti wilde Ferri
nu te lijf en scholdt hem uit. Een
groot lawaai volgde. Men hoorde schreeu
wen „Lafaardscanailles 1" Men dreig
de elkaar mot de vuist en De Riseïs, de
onder-voorzitter, kon het schandaal niet
baas.
Plotseling roepen de afgevaardigden
Costa en Bertollini„Dat komt alles
daarvan, dat wij geen goeden president
hebben
De Riseïs schorst de zitting. Na her
opening gaat Ferri voort te razen en
slechts met moeite wordt hij tot boda
ren gebracht.
Zoo verliep de laatste zittingsdag van
1906 in de Italiaansche Kamer.
Een zevental Kamerleden hebben het
plan gevormd tot 't bijeenbrengen eener
permanente Heiland-Belgische commissie.
belang zouden hebben te zeggen.
Ongeveer een maand na dien kwam
er van'een hunner, den ons reeds be
kenden baljuw de Koster, die de zaken
waarnam van Breskens' ambachtsheer,
een bericht in. Op scherpen, bitteren
toon wordt daar aan die van Baarzande,
en de Groedenaren tevens het verwijt
toegevoerd, dat eigenlijk zij de oorzaak
waren van de ramp van den Elisabeth,
vermits zij in weerwil van de bepalin
gen van het Vlaamsche dijkrecht en de
voorbeelden, in soortgelijke gevallen door
andere achterliggende polders gegeven,
en in spijt van al den aandrang, door
de Gedeputeerden van den Raad van
State in 1694 op hen geoefend, gewei
gerd hadden iets tot hulp van dien pol
der bij te dragen „onder voorgeven dat
het kwaad nog verre van hun dijken
was en dat zij geen interest (schade) bij
het inundeeren (vloeien) van den Elisa-
betpolder lijden konden en, als dat kwam
te gebeuren, dat zij dan hun dijken zoo
wel zouden voorzien dat dozolvè suffl-
sant genoeg togen de zee zouden zijn,
of wilde men den Elisabethpolder aan
hen overgeven, zij zouden denzelven