16c Jaarg. ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VGGP, HET VOORMALIG 4E DISTRICT Nleuwjaais-Advertentiën lluiten land. B ER1C H T. Dinsdag 25 December 1906. No. 1166. It It K S k E V S C II fc I' 01IIA T. Abonnement per 3 maanden 0.50, franco per post door het geheele rijk 0.55, voor België /0.62,r' en voor Amerika 0.825 bij vooruitbetaling. Abonnementen worden bij boekhandelaren en brieven gaarders aangenomen. Advertentiën van 1 tot en met 5 regels 25 cents, elke gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaats ruimte. Bij abonnement lager tarief. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdag middag te twee ure. Rit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever O. OIFXEM.4>' te Rreskens. mwc. Het no. van dit blad van i Janu ari zal in plaats van des avonds, des morgens worden uitgegeven. In dat no. worden als naar gewoonte opgenomen, die tot Maandagmiddag 31 December u i t e r 1 ij k 2 ure worden ingewacht. DE UITGEVER. In do Belgische Kamer heeft een da genlange bespreking plaats gehad over den Congo-Staat, waarij het lang niet malsch is toegegaan over de door den Koning, den Soeverein van dien staat, gestelde voorwaarde, dat de aan den Koning voorbehouden domeinen niet bij de annexatie zouden zijn iubegrepen en alzoo in de nieuwe Kolonie een onaf hankelijk staatje zouden vormen. Hier door zou steeds een gevaar voor nieu we verwikkelingen als een Damocles zwaard boven de kolonie blijven drei gen- Door de Regeering, die de billijkheid der geopperde bezwaren inzag, werden daarop toenaderingsvoorstellen gedaan, waardoor het mogelijk werd tot een eenstemmig besluit te komen. België is bereid den Congostaat te annexee- ren, zonder rekening te houden met eenige voorwaarden welke ook. Vel echter zullen wenschcn van den Ko- uing in overweging worden genomen. Het is niet zonder reden dat de Bol gische Kamer, zooveel als# de Regee ring plotseling een dergelijke en goedon wil en een zoo groot verlangen tot spoedige beëindiging der zaak ontwik kelden. Met ongerustheid werd name lijk waargenomen, dat hoe langer hoe meer de agitatie-beweging in Engeland togen het bestuur van Koning Leopold in omvang toenam en dat haar invloed op de Britsche regeering allengs steeg. Deed niet onlangs do Engelsche minis- van Buitenlandsche Zaken vrij duide lijk uitkomen, dat een nieuwe conferen tie betreffende de Congo-quastie wel licht spoedig kon worden tegemoet ge zien? Klaarblijkelijk heeft dus België goed begrepen dat het bij verdrag geschon den recht tot annexatie moest worden gebruikt, alvorens een nieuw verdrag dit recht weder mocht vernietigen. Een nieuw wetsontwerp op den Eere- dienst is door den Franschen minister Briand aan de Kamer voorgelegd. Een Kamer-commissie onderzoekt thans het ontwerp, dat een regeling inhoudt in verband met den, sedert het bekende verbod van den Paus (om de bij de wet van 1881 geeischte, aangifte voor do godsdienstige bijeenkom-ten, bij de au toriteit in te dienen) ingetreden toe stand. Het is thans zeker dat de kerkelijke goederen, welke tot het staatseigendom behooren, voor den eeredionst verloren zijn. Een wettelijke regeling hierom trent is dus een eerste vereisclite. Bo vendien moet de regeering een besluit nemen omtrent do tallooze processen- verbaal, welke in alle plaatsen van Frankrijk werden opgemaakt tegen de geestelijken, die het bevelschrift van hun opperheer, don Paus, volgend, in gebreke bleven, hun plichten als Pransch burger te volvoeren. Allen te straffen en bij voortduring te blijven straffen ware onmenschkun- dig en waarschijnlijk doellaas. Ook een regeling dezer vraag is dus noodzake lijk. Nergens in Frankrijk zijn tot nog toe noemenswaardige onlusten voorgeko men, noch bij de uitoefening van den dienst, noch bij de ontruiming der bis schoppelijke paleizen en seminarien, welke geleidelijk geschied zijn. Wel worden groote betoogingen gehouden, zonder dat hierbij de politie, welke strikt bevel had alleen in het uiterste geval in te grijpen, behoefde op te tre den. Men is aldaar uog niet uitgepraat over de verhooging der parlementaire jaarwedden, d. w. z. de afgevaardigden zelf zwijgen er verder over, omdat zij het nu te druk hebben met hoogere po litiek, Of ze zwijgen, wijl zij het beter vinden iiet onderwerp te laten rusten Het eenige argument, dat de heeren Kamerleden gebruiken als de aanvallen to scherp wei den, is deze dooddoener „Ja maar, de bestaansvoorwaarden zijn niet meer dezelfde als voorheenhet leven is wel tweemaal zoo duur gewor den". Doch zelfs dit aandoenlijk argument vindt bestrijders en ook dit schild wordt hun uit de handen genomen. De „Réforme" éconoque" geeft een overzicht, waarin de prijzen van ver schillende gebruiksvoorwerpen worden aangehaald van heden en van vijftien 'jaar geleden. De uitkomsten zijn de volgende graan werd toen betaald met 27 en 28 frs., tegenwoordig is de prijs 23 frs. meel is gedaald van 38 frs. tot 31 frs. de prijs van ossenvleesch is achteruit gegaan van 1 fr. 65 tot 1 fr. 30 per kilo kalfsvleesch van 2 fr. 17 tot 1 fr. 70, schapenvleesch van 2 fr. 15 tot 1 fr. 73suiker is nog aanzienlijker in waarde verminderdvan 107 frs. tot 60 frs.koffie van 98 tot 46 frs en wijn in nog veel sterker verhouding Het zijn cijfers, die spreken. Tuk op tegen-argumenten hebben de gegriefde dópute's uitgeplozen, dat er dan toch wel verschillende artikelen zijn, welke wel in prijs zijn gestegen; en zij halen tal van delfstoffen aan, van platina tot lood toe. Toen daarop door de belasting-beta lers gevraagd werd of er geen spreken der voorbeelden te vinden waren, wis ten de Kamerleden nog éen artikel te vinden, dat in die jaren van 47 tot 110 frs. in prijs gestegen was. n.l. leer. Maar wat antwoorden de anderen daar nu weer op?Dat het riemen snijden van een andermans leer altijd oven goedkoop is gebleven. De Paus heeft de verschillende mo gendheden mededeeling gedaan van zijn nota, waarbij verzet wordt aangetbekend tegen de schending der archieven van de voormalige nuntiatuur te Parijs. Het protest vestigt de aandacht op de enormiteit van dergelijdo praktijken, waarvan er tot dusver geen voorbeeld was bij de beschaafde natieswant zelfs als de diplomatieke betrekkingen tusschen twee staten verbroken zijn, blijft men den Paus en bovenal de ar chieven van vreemde vertegenwoordigers eerbiedigen. Z. H. teekent evenzeer verzet aan tegen de schending van zijn ontwistbaar recht, onafscheidelijk verbonden aan zijn verheven taak, om onmiddellijk en door aangegeven tusschenpersonen zich met de katholieken, bisschoppen en geloovi- gen, in verbinding te stellen. De kardinaal voegt er aan toe, dat er geen schaduw van grond is in de voor wendsels, door de regeering te hulp ge roepen, om hare handelingen te wetti gen. De vertegenwoordigers van den Hei ligen Stoel hebben daarenboven een KRO LLTVrON. 5. Ipjihngq tot ïltj gwijliieilqi* Uiii| TfVsttlijlj (iiiu|ilmn 5 üceljitst. Om zulk oen komediespel voor het vervolg te voorkomen, dat zoo hoog hartige regenten als die van de 17de eeuw niet weinig ontstemd zal hebben, stelden de Gedeputeerden aan de afge vaardigden van eiken polder een af schrift tor hand van de opdracht, hun door de Staten-Generaal gegeven, en ge lastten hun „meteen hun ingelanden weder te oonvoceeren" (bijeenroepen) en „van dorzelver nadere resolutie te Ber gen op Zoom kennis to willen geven en dat, indien die van de Groede mede in het sentiment (gevoelen) der anderen mochten komen, dat zij alsdan gezamen lijk bij een conferentie wilden zoeken in te schikken, wat ieder naar de pro portie van hot gevaar in redelijkheid zoude geven". Te Bergen ontvingen de Gedeputeer den twee brieven Van Baarzande en Elisabeth met bericht dat die van de Groede hun voorslag om mot hen in conferentie te treden niet hadden wil len volgen maar verklaard hadden zich in dezen niet te kunnen inlaten. Die van Baarzande verzochten niet meer te worden belast dan Breskens, die" nog vóór lien en .bijgevolg zoo veel eerder aan het gevaar van de zee blootgesteld lagen. Die van Elisabeth schreven dat de Breskensche polder te hunnen gun ste besloten had zijn paalhoofd twee. roeden te verleggen, tgeen hun 800 guldens zou kosten en „dat hetzelve 15 stuiver op het gemet bedroeg". Verder berichtten zij „dat die van de Groede gezind zouden zijn zich aan hun Hoog Mogeuden te wenden opdat deze zaak aldaar van de hand" mocht worden ge daan en verzochten ten slotte de Gede puteerden, dat zij „van advies wilden zijn om de verpondingen door het ge heele eiland (nl. van Cadzand, waarme de men in dezen tijd Retranchement, Cadzand, Nieuwvliet, Groede en Bres kens bedoelde) met 10 stuiver per go- met to verhoogen en daaruit de gere- quireerde (vereischte) werken te ma ken". De missive van de Groedsche Wate ring hield in dat zij in het verzoek van den Elisabeth niet konden treden we gens hun zware lasten, die zij boven anderen te dragen hadden en wel voor namelijk boven die van den Elisabeth- polder „die tot nog toe van de meeste belastingen was vrij geweest". Deze hadden nu „zeer groote revenuen bo ven anderen van hun landerijen getrok ken" en behoorden dies, vermeenden zij, ook hun lasten zelve te dragen. Moch ten de Staten-Generaal in dezen met dwangmiddelen optreden, dan beliep men huns inziens do kans dat alle be dijkers hun dijken zeer licht zouden op maken en na eenige weinige jaren groo te vruchten genoten te hebben de ach terliggende polders om subsidie zouden komen aanspreken. En wat het alge- mee ne landsbelang aanging, dat de Ge deputeerden hun in dezen voor oogen hadden gehouden, merkten zij op dat in diergelijke gevallen, wanneer een dijk age öf door onvermogen of door over stelping van de zee niet langer in staat was zich te kunnen redden, men haar abandonneerde, gelijk, zeiden zij, reeds metterdaad door de origineele eigenaars van den Elisabethpolder was gedaan, dewijl voor eenige weken verscheidene, perceelen voor drie gulden van het ge- met waren verkocht. Mochten, zoo besloten zij, niettemin de Gedeputeerden „oordeelen interest (belang) aan de conservatie (behoud) van dezen polder te hebben", dan zouden die van de Groede wel „iemand weten uit te vinden, die voor dien prijs het land (zou) nemen en zonder iemand lastig te vallen alles wat tot conservatie des polders noodig geoordeeld zou worden, opmaken". Wie zij met deze laatste woorden op het oog hadden, schemert duidelijk genoeg door, zij bedoelden klaarblijkelijk geen anderen dan zichzel- ven. Bij zooveel onwil bleef er slechts'éen middel over om de Groedenaren tot het verstrekken van subsidie te nopen, t. w. het gebruiken van dwang. Daartoe wa ren echter de Heeren in Den Haag niet gezind. Zeker, zij achtten het billijk en in overeenstemming met de oude kos-

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1906 | | pagina 1