ALGEMEEN NIEUWS- EH ADVERTENTIEBLAD VOOR HET VOORMALIG 4E DISTRICT. No. 1151. 16' Jaarg. len beproefd vertrouwen. Buitenland. FKUILLKTON. Binnenland. IIIIE S K li S I II 15 COURANT. Abonnement per 3 maanden 0.50, franco per post door het geheele rijk 0.55, voor België /0.62r' en voor Amerika 0.82" bij vooruitbetaling. Abonnementen worden bij boekhandelaren en brieven gaarders aangenomen. Advertentiën van 1 tot- en met 5 regels 25 cents, elke gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaats ruimte. Bij abonnement lager tarief. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdag middag te twee ure. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever C. Dlkl.iMVN te Breskens. Het s.s. „Herman". Zondag van Antwerpen vertrokken, is in het kanaal in het gezicht van Goodwind, aangeva ren door een -tmaster en vergaan waarbij 23 menschen verdronken zijn. Slechts 1 man overleefde de ramp de stoker Leopold Muser. De „Herman" voorheen „Mout Bay", was een schip van 2200 ton en electrisch verlicht. Het schip was van Bremen gekomen en op reis naar Malta. Zoodra 't in het kanaal kwam, kreeg het slecht weer, maar het hield goed stand in den storm. Tegen den avond stak de wind nog heviger op en om 8 uur zag de uitkijk een donker gevaarte dat het schip na derde. Terstond daarop had de aanvaring plaats en begon de „Hermann" te zin ken. De bemanning zette in alle haast de sloepen uit. Een daar van werd door een golf tegen het schip in stukken geslagen, de andere sloegen om in de deining, die 't zinkende schip teweegbracht. De geredde Leopold Muser, werd on der water gezogen, maar kwam weer boven én slaagde er in een sloep te be reiken, die ronddreef. Daarin bracht hij een nacht en een dag door, waarin hij vreeselijk te lijden had door honger en koude, totdat hij door den trauwler „Os- tende no. 89" werd opgepikt. Muser heeft niemand van zijn kame raden meer boven zien komen, hij weet ook niet wat er van het zeilschip ge worden is. Door de zorgen van den Duitschen consul-generaal te Antwerpen zal hij naar zijn vaderland terugkeeren. De stoker Leopold Moeser, de eenige overblijvende van de hemanning verhaalt hoe de ramp zich heeft toegedragen. 't Was zeven uur 's avonds, 't Was 22. Johansen was zeer ernstig geworden en zijn zware grijze wenkbrauwen wer den dichter naar elkander toegetrokken toen hij langzaam en met klaarblijkelij ke inspanning vervolgde „Mijn eenige verontschuldiging voor hetgeen gebeurde was mijn jeugd, mijn onervarenheid. In stilte verloofde ik mij met Maria Keiler maar moest, in gevolge den wensch mijns vaders, on middellijk daarop twee jaren naar het buitenland gaan na mijn terugkomst hoopte ik, met of zonder de toestem ming der ouders, haar tot mijne vrouw te kunnen maken. Wij stuurden elkan der voortdurend brieven en in den be ginne was ik bekoord door het eenvou dige en kinderlijke dat uit eiken regel sprak, langzamerhand echter leerde ik begrijpen welke kloof zich tusschen haai en mij bevond. Wat mij in den per mijn beurt om de machinekamer te ver laten en eens uit te blazen aan dek. Zoo kwam het dat ik kon gered worden. Opeens gebeurde de aanvaring met een zeilschip. Onmiddellijk liep de machi nekamer vol en alleman snelde naar bo ven. Twee of driemaal schommelde 't vaartuig vervaarlijk van bakboord naar stuurboord. Een reddingsboot, die nog met zeildoek toegemaakt was, werd in allerijl te water gelaten. Ik sprong in zee. Twee minten later verdween da Hermann in een vreeselijk golveage- bruis. 't Laatste wat ik nog zag was de kapitein boven op de commandobrug. Toen ik weer boven kwam, was er geen spoor meer van het schip te ont waren. Hier en daar vlotte wat drijf goed, waar mijn maten zich net als ik aan vastklampten. Ik kon het bootje beroiken dat met de kiel in de lucht dreef, 't Is aan die omstandigheid te danken dat ik behouden bleef. Ware het zeil er af genomen geweest, het bootje had het ongetwijfeld niet uitge houden tegen de holstaande zee.' Schrijlings kon ik er op blijven zitten. Mijn kameraden riepen dat ik naar hen toe zou komen. Het was totaal onmo gelijk, de stroom dreef mij weg. Zes maal werd ik van mijn plaats gesmeten, en zesmaal.kon ik er weer zwemmend weer op geraken. Zestien uren lang bleef Moeser zwal pen op de klotsende baren, tot een vis- scherssloep O 89 (Oostende) hem aan pakte en redde. Onder het vergane scheepsvolk zijn twee Hollanderseen Rotterdammer, Cornelis de Man, matroos, aldaar in 1885 geboren en er gehuisvest, én Cor nelis Schippers, van Colijnsplaat, waar hij ln 1891 geboren werd. De veertienjarige kajuitjongen Jan Horen is de eenige Antwerpenaar. De kapitein en al de anderen waren Duit- soonlijken omgang bekoorlijke kinder lijkheid had toegeschenen, kwam mij, nu het regel voor regel geschreven stond, kinderachtig ja bekrompen voorhad de reine adel van haar ziel mij eenmaal blind gemaakt voor wat aan haar be schaving ontbrak, thans kwamen die gebreken scherper aan het licht. Na een zwaren strijd schreef ik haar alles en verzocht haar, mij mijn woord terug te geven. Mariie antwoordde enkel: „Wees gelukkigDaarna heb ik in vele jaren niets van haar gehoord en tijdens je moeder leefde dacht ik ook ter nauwernood aan haar. Eens toen de tijd der beproevingen kwam, toen je moeder stierf en je zelf, een zwak en ziekelijk kind, uit de wo ning van je vader verwijderd moest blijven, kwam een gevoel in mij op niet van berouw, want dat zou misda dig zijn geweest tegenover mijn dierba re vrouw, die het hoogste geluk van mijn leven had uitgemaakt oen ge voel van bezorgdheid over Mario en haal verder levenslot. Ik won inlichtingen in en hoorde dat de familie naar Zuid- Amerika was getrokkenverder kon ik sellers. Het Engelsche Lagerhuis heeft zich Vrijdag en Zaterdag bezig gehouden met het wetsontwerp, dat bepaalt, dat ieder kiezer in het vervolg slechts één stem zal kannen uitbrengen, al mocht hij ook op een dozijn plaatsen op grond van zijn bezittingen of wegens andere rede nen kiesgerechtigd zijn. Op zich zelf heeft deze maatregel geen buitenge wone practische beteekenis, daar toch meestal de kiezers slechts op éon plaats konden stemmen, alleen valt te vreezen, zooals de Londensche correspon dent van de Küln. Ztg. opmerkt, dat daardoor de eerste stap zal worden ge daan om de universiteiten van haar te genwoordige 9 vertegenwoordigers te berooven. Want de bezitters van academische graden hebben thans, ook wanneer ze niet meer in de academie-stad wonen, nog het kiesrecht bij hunne universitei ten en menig man van beteekenis zou misschien geen plaats in het Lagerhuis hebben gekregen, als de gegradueerden van zijn of een andere universiteit hem niet naar Westminster hadden gezon den. Wanneer dus do niet in de universi teitsstad gevestigden hun kiesrecht al daar verliezen, dan zullen de hoogescho- len een zoo gering aantal kiezers over houden, dat ze hare zetels in het Lager- hnis zullen kwijt raken en deze zullen dan worden ingenomen door de verte genwoordigers van de zich reeds uitbrei dende fabriekssteden. Naar aan 't licht is gekomen, wordt er in een dal in den zuidelijken Kauka- sus een bloeiende slavenhandel gedre ven. Het middelpunt daarvan is het dorp Noechoer, en hier worden dagelijks dozijnen mannen en vrouwen omgezet. De meeste slaven zijn Perzische vrou wen en meisjes, die uit hun woonste den worden opgelicht en naar doze Rus sische slavenmarkt gebracht. De bevolking der Kaukasische provin cies vindt niets in deze praetijkenzij is altijd gewoon geweest slaven te hou den en koopt ze met dezelfde gempeds- rust als haar vaderen een eeuw of vier, vijf geleden. En de Russische overheid werkt het niet alleen niet tegen, maar geeft er een soort officieel cachet aan, door haar rechtspraak bij eventueeië geschillen over slaven. Onlangs kocht zelfs een luitenant van politie, een zekere Hopfenhausen, een Perzische slavin Naar het schijnt staan de slavinnen, als zij op de markt staan uitgestald, dikwijls aan ergerlijke wreedheden en schandelijkheden bloot. Naar de „Telegraaf verneemt, is door de directie der H. IJ. S. M., in antwoord op een verzoek der regeering om inlich tingen, een breedvoerige memorie inge diend, houdende bezwaren tegen even- tueele invoering van den midden-Eu.ro- peeschen tijd. De invoering van den Midd.en-Eufopee- schen tijd zou, vooral ten platten lande, waar men zich, trots de invoering van welken tijd dan ook, naar de zon zou blijven regelen, groote verwaring schep pen, welke niet zou nalaten haar sto- renden en nadeeligen invloed te oefenen op het verkeer in Nederland. De practijk van het leven, die zich naar de zon voegt, gedoogt geen kunst matige vervroeging van den tijd met 40 minuten. Waar de Amsterdamscho tijd voor ons land als do zonnetijd, de natuurlijke niets te weten komen. Die herinnering, Elise, drukte jaren lang op mijn hart, meer en moer kwam het bewustzijn in mij op, dat ik mij tegen oen jong, schoon menschenleven had bezondigd eensklaps brengt het toeval haar zoon met mij in aanraking en hij en mijne dochter leeren elkander kennen en liefhebbenIk ben een oud man geworden, kindlief, en heb veel vreugde en smart in het leven leeren kennen, maar nooit heb ik wellicht eene aandoening gevoeld, als in het uur toen het mij duidelijk werd dat u beiden vereenigen, het geluk van haar zoon door het geluk van mijn dochter grond vesten, zooveel beteekent als de vergif fenis van Marie nog na haar dood te erlangen 1" Eliso barstte in tranen los. Maar het waren geen tranen van droefheid, maar tranen van vreugde. Dit uur gaf haar niet enkel de geliefde het had ook het hart van haar vader voor haar ont sloten. VII. De oude vrouw, waarmede Dolores uit het logement vertrokken was, had haar rol voortreffelijk gespeeld en boven al had Fuerto haar op uitmuntende wijze ingeprent wat zij doen en laten moest. Het was een heel aardige roo- versgeschiedenis, die zij het jonge meis je op de mouw spolde. „Uw broeder, de heer Pedro, leeft", begon zij zonder eenige verdere inlei ding, toen zij er in geslaagd was bij Dolores te worden toegelaten, „maar hij is zwaar gekwetst en niet in staat om te schrijven of zelf te komen. Wij, mijn man en ik, zijn eerlijke lieden uit de voorstad Sint Augustijn en hoorden eerst heden dat u was aangekomen, hoewel wij, op wcnschen van den zieke, alle dagen in do haven inlichtingen moes ten inwinnen. Zoodra ik wist waar u uw intrek hadt genomen snelde ik naar u toe, ik was zeer bevreesd dat de ad vocaat Fuerto mij reeds voor zou zijn geweest". Het noemen van dezen naam deed Dolores uit den toestand van verdooving ontwaken, waarin de schrik haar ge bracht had. „Fuerto" stamelde zij. „Wat bedoelt ge?"

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1906 | | pagina 1