RRGSkKNSCIIE COURANT. No. 1145. ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR HET VOORMALIG 4E DISTRICT. Een beproefd vertrouwen. Binnenland. 16' Jaarg. Buitenland. FEUILLETON. Abonnement per 3 maanden 0.50, franco per post door het geheele rijk 0.55, voor België ƒ0.625 en voor Amerika 0.825 bij vooruitbetaling. Abonnementen worden bij boekhandelaren en brieven gaarders aangenomen. Ilit lilad verschijnt eiken Hiusdutt- en Vrijdu tra vond bij tien uitgever C. H1ELEMA\ te Breskens. Advertentiën van 1 tot en met 5 regels 25 cents, elke gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaats ruimte. Bij abonnement lager tarief. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdag middag te twee ure. Toen de conferentie van Algeciras haar arbeid had geëindigd, was men in Frank rijk ontzettend ingenomen met de be haalde overwinning. Wel had Frank rijk het vurig verlangde generale man daat niet gekregen, maar het had an dere voorrechten verworven waarvan het zich veel voorstelde. En nu juist daar om meende men, dat Frankrijk met groote snelheid aan den arbeid zou gaan, om de opdracht der conferentie uit te voeren. Maanden gingen sedert voorbij, de bladen bevatten geregeld berichten over aanvallen op Europeërsmaar de Fran- sche regeering deed niets, om een be gin te maken met de organisatie der politie, haar door de conferentie opge dragen. En nu komt van meer dan een zijde de vraag, waarom dit niet geschiedt In de Siècle wordt de schuld daarvoor aan Duitschland gegeven. De heer Yves Guyot verhaalt, dat Duitschland opzet telijk het protocol der conferentie nog niet heeft bekrachtigd, om Frankrijk in ongelegenheid te brengen. De Frankf. Ztg. wijst er opdat het protocol ook door andere mogendheden nog niet bekrachtigd is, in de eerste plaats door Frankrijk zelf. Te Berlijn en te Parijs moet de bij eenkomst van het parlement worden af gewacht, voordat de regeering het pro tocol bekrachtigen kan. Maar dat be let Frankrijk in geenen deele maatrege len te nemen om de bepalingen van het protocol uit te voeren. Geen enkele re geering, ook de Duitsche niet, betoogt de Frankf. Ztg., zou er bezwaar tegen hebben, zoo Frankrijk dadelijk na het sluiten der conferentie de taak had op gevat, om de politie te reorganiseeren. 17. Klaarblijkelijk kon hij er zich maar met moeite van weerhouden om zich in de aangelegenheid te mengen. „Hij moest zeer spoedig vertrekken. Ik zal de eer hebben u dat alles precies te vertellen op het oogenblik, hoewel het er wellicht de plaats niet voor is, kan ik er reeds op wijzen dat ik een algemeene volmacht van hem in han den heb, die mij tegenover u, schoone juffer voldoende als den juisten persoon aanwijst en natuurlijk tot uw dienst is" De Peruaan begreep dat hij gewan trouwd werd en de omstandigheid dat hij dit toonde, versterkte Vos in de meening die hij eenmaal opgevat had. Hij kon het niet over zich verkrijgen Dolores onbeschermd in handen van dien man te laten, wiens geheele ma nier van doen en laten hem verdacht Maar waarschijnlijk is de Fransche regeering tot de overtuiging gekomen, dat die taak niet zoo gemakkelijk is, als zij zich had voorgesteld. De Franschen worden door de Marok kanen algemeen beschouwd als de .vij anden der onafhankelijkheid. Dit be moeilijkt natuurlijk de uitvoering van 't mandaat. Maar in Marokko verlangen do Euro peërs naar een organisatie der politie. Zelfs de Times klaagtFrankrijk heeft veel van zijn prestige verloren door zijn aarzelende politiek en het zal nog meer invloed verliezen, als het niet spoedig de opgedragen taak gaat uitvoeren. De Europeesehe bevolking verlangt naar de Fransche-Spaansche politierege- ling en hoopt dat dit wat meer wezen zal dan een onzekere belofte voor de toekomst Dat kan Frankrijk zich voor gezegd houden. Het schijnt, dat de Triple-alliantie werkelijk op haar laatste beenen loopt. Niet alleen om de oneenigheden men kan wel zeggen den nationalen haat tussehen Oostenrijk en Italië maar ook wegens den nauwen band die thans Italië aan Frankrijk verbindt, en waar van de Duitsche bondgenoot zich zoo onaangenaam bewust werd te Algeciras. Het schijnt, dat men in de Italiaan- sche kringen, waar men dezen loop van zaken betreurt en waar men gaarne de vriendschap met Duitschland zou willen herstellen, een laatste poging daartoe wil beproeven en wel door het bewer ken der publieke opinie. Eenige dagen geleden verscheen in de Turijnsche Stampa een artikel van een ltaliaansch diplomaat waarin op de te kortkomingen van Frankrijk jegens Ita lië wordt gewezen en thans geeft de schrijver in een tweede artikel zijn meening over Frankrijk's houding in voorkwam. „Stel mij aan den advocaat voor", voegde hij haar in de Duitsche taal toe, „ik vertrouw den man geen zier". Fuerto keek verbaasd naar den spre ker, dien hij tot nog toe niet had op gemerkt; een oogenblik scheen hij te willen opstuiven, maar ik vermoed het ergstede schurk heeft hem zeker om gebracht om geheel alleen in het bezit van de erfenis te komen en als gij er niet geweest waart om mij bij te staan, zou mij hetzelfde lot gewacht hebben Yos trachtte haar tot bedaren te brengen, hoewel hij innerlijk haast ge neigd was haar opvatting te deelen. Het ontbreken van een brief in Pa- ma en het plotseling vertrek van Cara- na scheen ook hem ten zeerste verdacht toe. Daarentegen overwoog hij echter ook dat die omstandigheden misschien op de eenvoudigste en natuurlijkste ma nier zouden kunnen worden opgehelderd en hij bepaalde er zich daarom toe, Do lores te beloven dat hij een zeer uitge breid onderzoek zou instellen. Werke lijk schreef hij nog denzelfden dag naar Lima aan een handelsvriend der llrma nog krasser termen te kennen. Hij be weert o. a. dat Italië door Frankrijk voortdurend is benadeeld. De bekende beschuldiging door Rouvier tot Delcassé gericht„Gij hebt Italië misleid hoe wel van otlicieele zijde geloochend, is volgens den schrijver volkomen authen tiek. Het grootste aandeel aan die „cor ruptie" heeft de heer Barrière die tot Frankrijk's geluk en Italie's ongeluk nog steeds Fransche gezant te Rome is. Deze diplomaat, die door zijn betrek kingen tot Italiaansche staatslieden zelfs invloed oefent op de buitenlandsche po litiek van Italië, is een voortdurend ge vaar voor de hartelijke betrekkingen tussehen Italië, en zijn bondgenooten. Ook Visconti-Venosta moet menige veer laten. Hem wordt de schuld ge geven van den tegenspoed van Italië gedurende de laatste jaren. Zijn verdrag met Frankrijk was eerstens een ernstige benadeeling der Italiaansche belangen, doordat hij Marokko, voor welks inte griteit tot dusver door de mogendheden van het drievoudig verbond werd ge waakt, aan Frankrijk overleverde en ten tweede was de geheimhouding van het verdrag tegenover de mogendheden alles behalve correct. Het was, volgens den schrijver, Yesconti-Yenosta's plicht ge weest, de mogendheden in kennis te stellen met het verdrag. Het Handelsblad is tegen de loting Ze is onbillijk en belet de Regeering de gezondste, krachtigste jonge mannen een maand of wat voor de verdediging op te leiden. Het blad is het eens met wat het onlangs hoorde zeggen door een knap officierAfschaffing der loting be hoeft niet te leiden tot uitbreiding van 't contingent. Er zijn beter middelen Johansen en verzocht hem te willen onderzoeken wanneer Pedro Carana, wiens laatste adres Dolores gelukkig wist, het laatst was gezien en wat over zijn reis en zijn tegenwoordige verblijf plaats bekend was hij verzocht telegra fisch antwoord naar Callao, in het loge ment Bolivar. Tegelijkertijd maakte hij Dolores thans met zijn eigen zending bekend en vroeg toen hartelijk om ver giffenis dat hij haar niet reeds vroeger met het doel van zijn reis had bekend gemaakt. Buiten Zijn verwachting nam zij zijn mededeeling heel kalm op wantrouwen had geen plaats in de rei ne ziel van het meisjehij bedacht zich heel spoedig en nam zeer beleefd zijn hoed af. „Is die heer uw echtgenoot, mevrouw Ik wist dat niet Het meisje werd vuurrood. „U ver gist u mijnheer", zeide zij kortaf en stelde beide heeren aan elkander voor. ,.De heer Vos is mijn vaderlijke vriend en raadgever", vervolgde zij ter nadere inlichting. Op het gelaat van den advocaat kwam een honende grijnslach, maar dadelijk dan de loting om uit 50.000 ingeschre venen 17.500 geschikten aan te wijzen. Het is te bereiken door zwaardere ei- schen van toelating en door de meest te billijken vrijstellingen in te voeren. Wat het eerste aangaat, om bij behoud der loting, te ontgaan de moei lijkheid, dat voor iederen afgekeurden" ingelijfde iemand moet invallen, die een vrij nummer heeft getrokken, zou de maatregel, om de keuring aan de loting te doen voorafgaan, reeds een goede zaak zijn. Doch dit is niet genoeg. Strenge re eischen van physieke geschiktheid kome het leger ten bate. Het zou er bij winnen, indien inlijving gelijk stond met de verklaringjij behoort tot de tlinkste jonge mannen van 20 jaar. Het tweede middel isvrijstelling voor kostwinners. Dat is te zeggen uitstel, indien later de geldelijke omstan digheden mochten veranderen. Het contingent zou wel iets grooter worden, maar het Hbld. kan zich best voorstellen, hoe men de 25 a 30.000 dienstplichtigen goed en practisch oefe nen kan. Want een grooter leger dan wij nu bezitten, hebben wij noodig. Het groo te bezwaar is alleen de kaderquaestie. We moeten een middel zoeken om ons van een grooter (en tevens een goed) kader te verzekeren. Dat kan maar op ééne wijzedoor het uit de militie te trekken. Al waren 't niet de kosten alleen, dan zou nog de onmogelijkheid ons in den weg staan om op den duur een uitgebreid beroepskader te blijven bezitten. Goed militiekader, d. w. z. goed op geleid militiekaderTot de goede op leiding behooren twee zaken. Allereerst moet het militiekader goed onderwijs ontvangen en bovendien moet het door zelf onderwijs te geven zich het gemak hebben verzekerd om miliciens te lei- maakte die weder voor het masker van overgroots vriendelijkheid plaats. „Ik hoop, mijnheer, dat ook u mijn huis als het uwe zult beschouwen en uw ge hoorzamen dienaar zeer spoedig de eer van uw bezoek zult verschaffen. Mag ik u thans verzoeken mij te volgen juf frouw Yos was tot een besluit gekomen, hij zag aan de uitdrukking van aarzeling en onzekerheid op het gelaat zijner reis gezellin, dat zij het zou goedkeuren. Mejuffrouw Carana geeft er voorloo- pig de voorkeur aan om in het loge ment te blijven", zeide hij beleefd, maar vastberaden, „en zij zegt u zeer vrien delijk dank voor uw beleefd aanbod. Wij zullen morgen over de zaken kun nen spreken en voor dit doel kom ik u in do ochtenduren mijn opwachting ma ken". Hij bood tegelijkertijd Dolores zijn arm aan. Zij keek hem verbaasd aan maar als of zij van doodelijken angst bevrijd was. De advocaat kookte van woede en zijn grijze oogen fonkelden. „Ik had gedacht, mevrouw", stamel-

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1906 | | pagina 1