iEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD V00R3HET VOORMALIG 4E DISTRICT. beproefd vertrouwen. 1143. Zaterdag 6 October 1906. 16' Jaarg. Buitenland. FEUILLETON. I. BRESKENSCHE COliKANT. abonnement per 3 maandep 0.50, franco per post or het geheele rijk 0.55, voor België ƒ0.625 en voor nerika 0.82'' bij vooruitbetaling, abonnementen woi'den bij boekhandelaren en brieven arders aangenomen. Advertentiön van 1 tot en met 5 regels 25 cents, elke gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaats-* ruimte. Bij abonnement lager|tarief. Advertentiön worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdag middag te twee ure. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever C. DIELEH.U te Breskens. e Moskou wonende, tijdelijk hier vertoevend Nederlander, schrijft Vaderland het volgende omtrent e toestand in Rusland. Men maakt zich een geheel verkeerde oorstelling, als men denkt', dat de re- olutionaire beweging, die 'volgens de ouranten-berichten nog steeds in -leven s, in den dagelijkschen gang van zeken iet in het minst gevoeld wordt. Al- >s gaat gewoon zijn gang, in Centraal- lusland ten minste, en de eenige stre- en, waar nog sporadisch gevochten rordt, zijn te vinden in de strook, die an de dertien millioen Joden, die Rus- ind onder zijn onderdanen telt, tot ver- lijfplaats is aangewezendie breede trook loopt van het Noorden naar het uiden langs de Westelijke grens, van usland, ten Oosten begrensd door de 'njepr en ten Noorden door Smolensk, Vitebsk en Wilna. De Rnssische Israëliet hoeft met zijn Westelijken rasgenoot alleen den naam emeenin Rusland heerscht hij opper- ïachtig in het hem toegewezen gebied n heeft de oorspronkelijke bevolking 3odanig uitgezogen, dat de streek, op e eertijds bloeiende industri-centra na, oor de oorspronkelijke bevolking geen oldoend middel van bestaan meer op- ivert. De Russische Jood bezit behalve zijn root handelstalent, oen enormen werk- ist en uiterst weinig behoeften en aan- üzien de Russische boer daartegenover •eergalooze luiheid en drankzucht plaatst de oorzaak van die overheersching iet ver te zoeken. Met onze Westersche begrippen is 't ïoeilijk vereenigbaar, eenigen schijn van illijkheid te vinden in de scherpe uit- mderingswotten, waarmede de Joden worden onderdrukt, maar als men nagaat, dat de geheele bevolking van Rusland 140 millioen menschen bedraagt^an is daartegenover het getal van 13 millioen Joden zoo schrikbarend hoog erbuiten alle verhouding, dat een begrijpelijk ge voel van zelfbehoud de Russische regee ring wel tot dien maatregel verplichtte. In Centraal-Rusland bestaat geen re volutie en wel om de eenvoudige reden dat de liberale beweging, die sinds de bevrijding der lijfeigenen in 1863 steeds heeft bestaan, met het eindigen der au tocratie een zoo groote schrede voor waarts deed, dat het Russische volk nog voor ongeveer 80 pet. ongeleerden eerst een weinig moet worden ontwik keld en beschaafd, voor het de weefde van meerdere vrijheden ongestraft kan verdragen. De Doema vroeg de meest vérstrek kende hervormingen, algeheele persoon lijke vrijheid, verdeelhig van de domein gronden, den acht-uren-werkdag, alsof een dezer eischen maar op stel en sprong zonder tientallen jaren van voorberei ding, ware te verleenen. Zeker, de weg voor hervormingen is door de instelling eener volksvertegenwoordiging gebaand, maar niets kan verderfelijker werken dan overijling, en dat heeft de Czaar in gezien, toen hij de Doema ontbond. De toestand van den landbouw is over het algemeen uitstekend. Dat er geval len van misoogst en hongersnood voor komen, is waar, maar men bedenke wel, dat liet grondgebied van Europeesch Rusland een oppervlakte lieeft, gelijk aan die van geheel West- en Midden- Europa, en komen er niet telken jare in Spanje of in Zweden, in Nederland of de Balkan gevallen van misoogst voor? Rusland is ongelooflijk rijk. Het land is (denk maar aan het onmetelijke ge bied der Zwarte aarde) zoo vruchtbaar, dat het zonder bemesting en onder den invloed van het gunstige klimaat, een ontzaglijke graan-opbrengst heeft waar van men zich moeilijk een denkbeeld kan vormen. Hoe men zich een „hongersnood" in Rusland moet voorstellen, blijkt voldoen- uit het navolgende statistiekje In 1904 was in het gouvernement Sa- ratof de oogst uitstekend. Toen bracht het staats-moriopolie op den alcohol (de wotka-verkoop) elf millioen roebel op. In 1905 heerschte in hetzelfde gouver nement hongersnood en was de regee ring genoodzaakt bij te springen met vijftig millioen roebel. Dat jaar bracht het wodkamonopolie zestien millioen op. De land-quaestie werd in 1863 bij de bevrijding der lijfeigenen geregeld, doch op een in de praetijk algeheel onbevre digend gebleken wijze. Al die millioen bevrijde boeren moesten grond hebben om te bebouwen en die grond werd door den Staat op afbetaling gegeven. Elk dorp kroeg zijn bepaald aantal des- 'jatinen grond en elke mannelijke inwo ner daarvan zijn bepaald gelijk gedeel te. Dat land heet ziele- of wisselland. Om de 7 a 10 jaar het aantal jaren is in alle districten niet gelijk wordt een nieuwe statistiek opgemaakt van 't aantal mannelijke inwoners en wordt een nieuwe verdeeling gehouden van het aan elk dorp toegewezen stuk land. Een noodzakelijk gevolg van dezen toestand was natuurlijk, dat een boei de laatste jaren vóór de nieuwe verdee ling, aan zijn wisselvallig bezit geen ko pek meer ten koste legde en op die wij ze de landbouw niet de minste kans van bloeiende ontwikkeling verkrijgt. Ook is, ingeval van groote toename der bevolking, vaak het aantal hectaren grond niet meer toereikend voor de be hoeften van allen en is de boer, die daar als overal zeer aan zij n grond gehecht is, veroordeeld tot broodsgebrek of emigratie naar de steden of het bui tenland. De hoofdzaak van de armoede is ech ter veel minder gebrek aan grond, dan aangeboren luiheid en verslaafdheid aan drank. De regeering tracht door alle midde len'de emigratie naar Siberië te bevor deren,- en biedt eiken boer, die zich daar wil vestigen, 40 desjatinen goeden grond, maar hoewel hij weet, dat hem op die wij zo, met hard werk en goeden wil de weg naar rijkdom openstaat, is hij meest al te hokvast om het besluit te nemen daarheen te gaan. Eu nu de werklieden-quaestie. In Nederland kan men rekenen, dat de werkman in een jaar tijd 300 dagen werkt. In Rusland zijn zoo verbazend veel publieke feestdagen, waarop alle werk moet stilliggen, dat men slechts op on geveer 200 werkdagen rekenen kan. De Russische arbeider is daarenboven on gelooflijk traag en heeft verder tot el lendige gewoonte zich 's Zaterdagsavonds en Zondags zoodanig te bedrinken, dat hij pas Dinsdag of Woensdag weer bo ven water komt. In October, na de groote werkstaking, werd voor de arbeiders de 9- a 10-urige ardeidsdag geproclameerd. De groote beweging daartoe was door Joodscheen andere agitatoren voorbereid, allen menschen, die niets te verliezen hadden. Zij verhuurden zich als werklieden op de fabrieken en zweepten de arbeiders op, onder belofte van allerlei voorrech ten, wier verwezenlijking geheel tot de onmogelijkheden behoorde. Tegenwoordig zijn de arbeidsuren weer als van ouds, iö a 16 uur, on er wordt niet geklaagd. De werklieden willen niets meer weten van een beweging, die hun slechts nadeel bracht. Men kan olivia werd uw vader geboren, 3r Carana, daar bracht hij zijn loor en groeide er tot man op: a den dood uwer grootouders en iadat de Spaansche overheerscher erjaagd, vestigde hij zich te Li- •at alles weet ge natuurlijk zelf ik maak er 'énkel melding van, ir eene verklaring van te geven, t kwam, dat uw vader niets van itenschap van zijn oom afwist, verwijdering, die, doordien de le- ir familie tot verschillende poli- (artijen behoorden, in haat was gaan, en de lange afwbzigheid uit trachten het huimo bij. Toen uw na tientallen van jar-en, den va- dschen bodem wedei-betrad, dacht niemand meer aan den burge er en de oproepingen, die de ban- rma had gedaan om de erfgena men te vinden, waren vergeten. In ons iand vergeet men al heel spoedig en de onrustige dagen, die wig toen doorleef den, waren weinig geschikt om de be langen van enkelen in het oog te blij ven houden". „En hoe heet de tirma, die het geld in bewaring gekregen heeft vroeg ik in koortsachtige spanning. De advocaat lachte spottend. „U maakt grapjes, waarde heer", zeide hij. „Dacht ge, dat- ik een kind ben die u dit mijn geheim zal verraden. Maar luister eens verder. Het is reeds heel wat jaren geleden, dat ik het eerste punt van aanknooping kreeg voor al hetgeen ik u zooeven verteldebij het doorbladeren van eene Spaansche cou rant viel mijn oog toevallig op eene op roeping van zekere firma, die, teneinde een groot bedrag, dat zicli onder haar -berusting bevond, met hun te verreke nen, 'ie erfgenamen van den burgemees ter Pedro Estrena, in December 1824 te Lima 'overleden, zochtdaarop begoi) ik in de kerk-registers uw familie-verhou dingen na to sporen. Slechts langzamer hand kon ik den eenen steen op den anderen stapelen en vaststellen dat uw vader de eenige erfgenaam van Estrena was. Kort geleden echter gaf het toe val mij eerst het middel in handen om de vraag voor goed op te lossen. Ik werd aan het ziekbed van een ouden neger geroepen, teneinde een acte op te maken. Babbelziek, als alle negers, ver telde het zwartje mij zijn geheele le vensloop en ik hoorde bij die gelegen heid dat hij de slaaf en, zooals hij met zekeren trots zeide, de kamerdienaar van uw oud-oom was geweest. Het was alsof ik eensklaps een electrische schok kreeg, ik zette mijn onderzoek voort, liet mij de geschiedenis van het ver moorden van den burgemeester in alle bijzonderheden vertellen en ton slotte kwam de oude man met allerlei gedach tenissen van zijn vroegeren meester voor den dag, die hij, naar ik vermoed, in de woelige dagen wel eenvoudig ge stolen zal hebben. Onder die stukken was ook een oude, vuil geworden lede ren portefeuille, waarvan de voering had losgelaten ik tastte er onwillekeurig in en vond een stukje perkament, dat voor elk ander mensch waardeloos moest zijn, maar voor mij of liever voor u en mij, eene waarde van tonnen gouds ver tegenwoordigt I Het was klaarblijkelijk de helft van eene schuldbekentenis over het bedrag, dat; Estrena in bewaring had gegeven, en het kostte mij niet veel moeite om uit den vorm op te maken, dat de tweede helft in het bezit van de firma moest zijn en mijn helft de mach tiging verleende om de som in ontvangst te nemen. Misschien had ik de som wel persoonlijk kunnen opeischen, maai de mogelijkheid bestaat dat de andere helft van het perkament eene bepaling bevat waardoor enkel aan Estrena of diens erfgenamen kan worden uitbetaald. Daarom kom ik nu tot u en stel u voor om in deze aangelegenheid hande lend voor u op te treden". Ik had haast den moed niet om te zeggen„En welke voorwaarden stelt ge mijnheer Puerto „Die zijn zoo schappelijk mogelijk onbeperkte volmacht en een vierde ge deelte van de som". „Ik laat voorloopig de vraag daar of ik op uw voorstel kan ingaan", gaf ik ten antwoord, maar voorloopig schijnt

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1906 | | pagina 1