ALGEMENE VERGADERING
VAN DE KRING AXEL DER Z.L.M.
Frankering bij abonnement
ZATERDAG 6 MAART 1965
79e Jaargang No. 23
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN VERSCHIJNT IEDERE ZATERDAG
l
Hierna werd door de secretaris-penning
meester de heer F. de Kubber de notulen
van de vorige vergadering voorgelezen,
deze werden zonder op- of aanmerkingen
onder dankzegging vastgesteld.
De heer van Hoeve gaf als lid van de fi
nanciële commissie verslag dat bij de ge
houden controle kas en bescheiden in or
de waren bevonden.
Het financiële verslag dat nu werd voor
gelezen door de heer de Kubber werd
onveranderd vastgesteld.
Hierna gaf de voorzitter de leiding over
aan de erevoorzitter de heer de Regt, die
de voorzitters verkiezing aan de orde
stelde wegens het periodiek aftreden van
de heer W. Koster, deze werd met 72
van de 76 uitgebrachte stemmen herko
zen. Ook was de heer Koster periodiek
aftredend ^ls hoofdbestuurslid, in deze
funktie werd hij bij acclamatie herkozen.
De heer Koster dankte voor het in hem
gestelde vertrouwen waarna hij de lei
ding van de vergadering terug overnam.
Het volgende punt van de agenda was
het kiezen van een derde hoofdbestuurs
lid.
Na een tweetal stemmingen werd hier
met 40 van de 79 uitgebrachte stemmen de
heer L. de Zwart gekozen. Bij acclamatie
werd tot plaatsvervangend hoofdbestuurs
lid de heer F. de Kubber gekozen.
Na een korte pauze kreeg de heer Ir. J.
Prins de gelegenheid zijn inleiding te hou
den over het onderwerp „De koers van
de landbouw in een veranderende we
reld".
Hij wijst erop dat de taak die op de land
bouwers wordt gelegd zeker niet gering
is. In de eerste plaats zit men met het
steeds groter wordende tekort aan ar
beidskrachten in de landbouw wat tot ge
volg heeft een verschuiving van arbeid
naar kapitaal door de rationalisering en
mechanisatie.
AXELSE COURANT
ABONNEMENTSPRIJSLosse nummers 10 cent.
Kwartaal - abonnement
Axel binnen de kom 1,25. Andere plaatsen f 1,75.
Buitenland 2,
Hoofdredaktie C. VINK.
Redaktie en Administratie Axel, Markt 12, tel. 0 1155 - 646, postbus 16
Drukker - Uitgeefster FIRMA J. C. VINK
ADVERTENTIEPRIJS: 10 cent per tn.m.
Bij kontrakten belangrijke reduktie.
Ingezonden Mededelingen 30 cent per m.m.
Kleine Advertentiën 1-5 regels 1
iedere regel meer 12 cent extra.
Donderdagmiddag hield de Kring Axel
der Z.L.M. in de foyer van het Centrum
haar algemene vergadering.
De voorzitter, de heer W. Koster, heette
allen hartelijk welkom, een bijzonder
woord van welkom richtte hij tot de heer
Ir. de Wit, rijkslandbouwconsulent, de
alg. secretaris der Z.L.M. Ir. J. Prins,
burgemeester J. van Wyck van Zaamslag,
de heer J. de Kraker, vertegenwoordiger
der P.J.G., de scheidende kringbestuur
der de heer F. Tollenaar en het nieuwe
kringbestuurslid de heer L. de Zwart.
Hierna opende hij de vergadering met de
volgende rede.
Geachte Vergadering,
Het is vandaag volgens onze kalender 4 maart
1965, en als i'k dit zo zeg vraagt U zich misschien
wel, of nu het weerbericht zal volgen of dat er
missdhien een haan zal gaan kraaien, of iets der
gelijks, maar noch het één noch het ander zal het
geval zijn.
Ik noem slechts zo nadrukkelijk deze datum om te
onderstrepen dat van de tweede helft der twintigste
eeuw reeds weer 15 jaren zijn verlopen 15 jaar
waarin veel is gebeurd, waarin veel dat ons ver
trouwd was, verdween, waarin voor velen ook
weer prachtige nieuwe kansen zich hebben ge
presenteerd. Onze landbouw heeft in deze 'jaren
een ontwikkeling doorgemaakt die in de geschie
denis zijns gelijke bijna niet vindt en het is ver
leidelijk, hierover wat verder te filosoferen, ware
het niet dat de titel van de causerie van de alge
meen secretaris van de Z.L.M., dhr. Prins van
deze middag ook enige vermoedens in deze rich
ting wakker roept.
Speciaal echter werd ik in deze gedachtengang
gevangen bij het schrijven van dit openingswoord
voor onze algemene kringvergadering, daar het
tijdritme der Z.L.M.-tentoonstellingen in onze
kring ongeveer dit tijdperk omspant, immers in 1952
was onze laatste en wij maken ons thans op om
dit jaar weer een manifestatie te verwezenlijken.
De voorbereiding hiervoor is reeds volop aan de
gang en wij stellen ons voor dat met uw aller
medewerking dit een show zal worden, de Z.L.M.
en haar grootse traditie waardig
Zonder verder, mijne heren, te diep te delven in
de achter ons liggende periode meen ik toch, er
goed aan te doen, enige beschouwingen te wijden
aan ons jongste verleden, het achter ons liggende
jaar, en enkele feiten daarop betrekking hebbende
te memoreren.
Allereerst dan het wel en wee van onze land
bouwbedrijven in engere zin.
De klimatologische omstandigheden, waaronder wij
'het afgelopen jaar hebben mogen produceren, zijn
zeer gunstig geweest, behoudens een korte periode
met wat te veel regen in de verplegingstijd. De
opbrengstresultaten waren navenant. Op zichzelf
is dit een zaak die tot grote voldoening stemt,
want het doet ieder boerenhart goed wanneer men
kan terugzien op een rijke oogst, onder gunstige
weersomstandigheden binnen gebracht. De basis
voor een gunstig financieel eindresultaat is dan
gelegd, en dat is toch altijd een zeer belangrijke
faktor, want wij produceren nu eenmaal niet, om
wille van het produceren maar om, populair gezegd
er beter van te worden.
En dan komen we meteen aan de andere kant van
de medaille, de prijzenkant. En dan zullen we het
niet hebben over de prijzen der produkten, die van
overheidswege worden vastgesteld, al zijn ook
daarbij zeer interessante aantekeningen te maken,
maar veeleer over de prijsontwikkeling der zgn.
vrije produkten.
Als we eerst de peulvruchten, erwten en bonen,
onder de loep nemen dan hebben we te maken met
pl.m. 20 procent van ons bouwplan, globale cijfers
aannemende. Dit éénvijfde deel moet toch wel
een behoorlijk resultaat afwerpen, wil de laatste
regel gunstig luiden. Helaas is dit niet het geval
geweestwat immers te denken van erwtenprijzen
van zo'n 35 ct bij opbrengsten van 2500 tot 3500
kg per ha 1 1 De bruine bonen hebben zich tot
begin januari van dit. jaar wat de prijsmarkt be
treft wat van een betere kant laten zien, maar wee'
de boer die ze thans nog niet heeft verkocht.
Laten we ook even stilstaan bij de alom 'bekende
knolvormige hakvrucht die men aardappel pleegt
te noemen. Het is verre van mij om te zeggen, dat
wie tijdig zijn konsumptieaardappelen heeft kunnen
verkopen, dit voor een verlies gevende prijs heeft
moeten doen, maar niemand zal toch willen be
weren dat het een goudmijn is geweest, en weer
zeg ik wee hem die ze thans nog heeft.
Straks hoop ik terug te komen op de invloed die
van de pootaardappelregeling wordt ondervonden
op de prijsvorming der konsumptieaardappelen. Nu
hoeft ons de aardappelkwestie niet te verbazen,
want ik kan me geen jaar indenken dat er niet iets
mee aan de hand was dat minder plezierig was,
men wordt daaraan gewoon. Toch hebben we hier
weer met een globale 10 procent te maken van het
areaal van ons bouwplan, wat er van de renta
biliteit te wensen laat.
En wat moet ik U in 's hemelsnaam zeggen, mijne
heren, van de handelsgewassen, die met zijn allen
nog eens 15 procent uitmaken.
Vlas b.v., sterk verliesgevend, bijna onverkoop
baar, enige oplossing opslaan maar als U de
ruimte hebt. Graszaad, de room is er al lang af,
dat weet U. Lucerne, voor onze groenvoeder-
drogerijen als men de funktie van dit gewas
als struktuurverbeteraar buiten beschouwing laat
is het rendement bedroevend. Karwij is ook al
niet aantrekkelijk. Blauwmaanzaad is uit ons bouw
plan verdwenen, ofschoon de prijs nu weer wat
beter is, maar de basis blijft helaas te wankel.
Als we deze oppervlakten nu eens sommeren,
blijkt globaal 45 procent van het areaal van ons
bouwplan op een uiterst zwakke voet te staan en
moet het financieel eindresultaat onzer landbouw
bedrijven door verbouw van granen en suikerbieten
winstgevend worden gemaakt, voorwaar voor onze
akkerbouwbedrijven een uiterst wankele basis, zo
als reeds gezegd. En voor het gemengde bedrijfs-
type was het al niet veel beter in het voorbije
jaar. We mogen nog dankbaar zijn dat de kosten
kant binnen de perken is gebleven, ondanks de
drastisch loonstijging, door de gunstige weers
omstandigheden.
Het spijt mij, mijne heren, dat ik U dit sombere
beeld van het afgelopen jaar moet tekenen, maar
het is jammer genoeg niet anders. Gelukkig is er
ook nog wel een lichtpunt en dat is het feit dat
de produkten waarvoor marktordenende regelen
gelden of die anderszins een prijsgarantie verkrij
gen door hun overvloedige oogst een debacle
hebben kunnen voorkomen.
Alhoewel de fruitteeltsektor, wier belangrijkheid
voor ons gebied steeds groter wordt, gelukkig
betere resultaten opleverde, zijn toch ook daar
symptomen van kentering waarneembaar die tot
voorzichtigheid manen over bedrijfs-omschakeling
moet men niet te lichtvaardig heenstappen.
Inmiddels, geachte vergadering, staat een nieuwe
zaaiperiode voor de deur en diverse voorjaars
werkzaamheden zijn reeds begonnen en de thans
demissionaire minister van landbouw Biesheuvel
heeft de nieuwe prijsregelingen voor de oogst 1965
bekendgemaakt, overigens zo laat, dat de met zijn
nieuwe bouwplan worstelende agrarische onder
nemer nog meer moeilijkheden heeft moeten over
winnen dan strikt noodzakelijk zou zijn geweest,
ware dit wat eerder gebeurd.
Ik wil thans trachten enkele kanttekeningen te ma
ken bij dit prijsbeleid, voor dit jaar eerst in zijn
algemeen. Ik geloof dan dat we er goed aan zullen
doen te bedenken dat nu weer meer dan verleden
jaar geldt, dat dit niet meer alleen een nationaal
beleid is, maar ingepast dient te worden in het
E.E.G.-landbouwbeleid. En dan valt te konstateren
dat de ruimte voor prijsverhogingen om gestegen
kosten op te vangen, beduidend kleiner is gewor
den. De grote sprong naar een Europees prijspeil
hebben we in feite reeds verleden jaar gemaakt.
Dan heeft de aanpassing van de tarweprijs plaats
gevonden en ook van de suikerbietenprijs. En
eigenlijk kunnen alleen de voergranen in dit ver
band nog regelmatig wat bijgetrokken worden. Dit
laatste weer als gevolg van het feit dat voor ons
land in de overgangsfase aan de drastische ver
hoging van deze prijzen veel bezwaren zijn verbon
den, hetgeen U bekend zal zijn.
In dit licht gezien is het dus alleszins verklaarbaar
dat de tarweprijs ongewijzigd zal blijven tot 1967,
hier zijn geen mogelijkheden meer. Verder dat de
gerstprijzen een kleine venhoging hebben onder
gaan, waarbij ik intussen opmerk dat een bewaar-
vergoeding die in het vooruitzicht is gesteld toch
wel als een belangrijke verbetering mag worden
betiteld.
Wat de suikerbietenprijs betreft zou ik willen
zeggen dat we met genoegen hebben kunnen kon
stateren dat deze prijs onveranderd is gehand
haafd. Gezien de stimuleringsmarge die reeds in
de prijs van vorig jaar aanwezig was, lag een
verhoging niet in de rede, daar ook thans nog een
zekere marge aanwezig blijft. Bovendien zou het
ongewenst zijn om de E.E.G.-verhoudingen scheef
te trekken, want we zouden daarmee in hetzelfde
schuitje dreigen te geraken als de Duitsers met hun
tarweprijs. Door gebruik te kunnen maken van een
overloopregeling voor magere suiker kunnen we
misschien ontkomen aan een prijskorting, maar dat
zal pas laterblijken. Intussen lijkt het moeilijk om
de telers te waarschuwen voor uitbreiding van de
teelt, gezien de in feite nog aanwezige stimulering
in de prijs, mede omdat omrede van totaal an
dere aard het nationaal-ekonomisch bezien voor
ons land wel eens zeer belangrijk zou kunnen blij
ken te zijn, dat een zo groot mogelijk areaal bieten
wordt uitgezaaid, alhoewel voorzichtigheid altijd
geboden blijft. Het is hier een varen tussen Scylla
en Gharybdis.
Dat de regering niet bereid is gebleken om voor de
vlasteelt datgene te doen wat bij onze zuiderburen
wel gebeurt, is zeer betreurenswaardig. Het is niet
duidelijk dat, al moet dan de vlasteelt worden in
gekrompen, dit niet onder gelijkwaardige produktie-
omstandigheden zou mogen als in andere gebieden
van de E.E.G.
In andere funktie dan vandaag sprekend van deze
plaats, heb ik gezegd dat een koolzaadrichtprijs
voor de oogst 1966 van 58,lachwekkend is.
Ik meen deze uitspraak onverkort te moeten hand
haven. Wel meen ik nu tevens te moeten opmer
ken dat het principe om de basis van geriditprijsde
produkten te verbreden, een oude wens van de
georganiseerde landbouw, allerwegen waardering
ondervindt. Alhoewel hierdoor, althans in ons ge
bied, weinig zoden mee worden aan de dijk gezet
door de te lage prijs.
Al met al, mijne heren, meen ik te mogen konklu-
deren dat het prijsbeleid voor 1965 weinig soulaas
biedt om een gunstiger landbouwklimaat te schep
pen, althans wanneer het marktprijspeil der vrije
produkten geen gunstige wending zal ondergaan.
Eens te meer komt naar voren van hoe groot be
lang het voor de landbouw is dat het kostenpeil
geen verdere verhoging zal te zien geven, daar wij
niet meer in staat zijn, deze verhoging in voldoen
de mate op te vangen. Men dient n.l. goed te be
grijpen dat verdere mechanisatie niet meer kosten
verlagend, maar eerder andersom dreigt te gaan
werken, en dat ook deze troef die wel lang hebben
kunnen hanteren, ons ontvalt.
Nu zou men mij misschien kunnen tegenwerpen
dat dit betoog veel te eenzijdig op de prijzenkant
is gericht, en dat voor een gunstige ontwikkeling
men zich zal moeten richten op strukturele maat
regelen, en men zal zich beroepen op het O. en S.-
fonds van de regering. Daarop is mijn antwoord
dat hiermede slechts een tijdelijke oplossing gebo
den wordt voor krepeergevallen die, hoe op zich
zelf toe te juichen, voor de rest geen oplossing
geeft. Dat alle maatregelen, gericht op verbetering
van de zgn. externe produktie-omstandigheden,
zoals ruilverkavelingen, streekverbeteringsprojekl-
ten e.d., uitermate 'belangrijk en noodzakelijk, maar
op zichzelf onvoldoende zolang niet een gunstig
prijsklimaat de landbouw tot 'bloei brengt, want
mijn betoog is niet gericht geweest op de marginale
bedrijven, maar op nominale goed geleide produk-
tieve eenheden. Wanneer het prijsbeleid achter
blijft dan bereikt men met deze maatregelen niets
meer, dan nieuwe groepen bedrijven te cre-
eren die in tweede lezing marginaal worden en
komt men in een vicieuze cirkel terecht die de
landbouw in zijn totaliteit noodlottig zou worden.
En daarom is, zoals de zaken er thans voorstaan
onze hoop voor 1965 gevestigd op een gunstiger
marktprijsontwikkejing voor de vrije produkten
dan in het afgelopen jaar.
Ik wil nu nog even terugkomen op de aardappelen
en wel op de poters. Het is U bekend dat door
heffingen hiervoor een bodem in de markt is ge
bracht en we staan thans voor het feit dat daarvan
gebruik moet worden gemaakt, en dat grote hoe
veelheden pootaardappelen bij het Stopa worden
ingeleverd, met het kwalijke bijverschijnsel dat
daardoor weer ernstig de konsumptieaardappelprij-
zen worden beinvloed. Alhoewel we ons bewust
moeten zijn van het feit dat, wanneer geen maat
regelen ten behoeve van het pootgoed zouden zijn
genomen, dit verschijnsel in nog veel erger mate
zou zijn opgetreden, heeft het D.B. van de Z.L.M.
besloten te trachten om in elk geval maatregelen
getroffen te doen worden om, aansluitend aan de
ingestelde kwaliteitseisen voor konsumptieaardap
pelen, de maat 35-40 buiten deze sektor te houden.
Overigens staat een drastische verhoging van
areaal- en exportheffing op pootgoed voor de deur
om een en ander te financieren, en uit de pers zal
het U bekend zijn dat hierover nader met de re
gering wordt onderhandeld, daar het huidige
fonds ontoereikend is.
Geachte vergadering, tot nu toe heb ik iets gezegd
over de landbouw in engere zin ik meen er goed
aan te doen om in onze streek ook nog eens even
buiten het hek van ons erf te kijken. We zien dan
dat in het afgelopen jaar ons grondreservoir waar
op we landbouw bedrijven weer sterk is ingekrom
pen de industrialisatie gaat door, de uitbreiding
van de woonkernen gaat door, de rekreatie heeft
grond nodig enz. Dat is noodzakelijk, dat kan niet
anders, en we doen er goed aan ons zo positief
mogelijk daarbij in te stellen. Hier komen nog bij
de vele belemmeringen die op het grondgebruik
worden gelegd door derden als elektriciteitsbedrijf,
gasbedrijf, waterleiding en ga zo maar door, te
veel om op te noemen. En nogmaals, in onze
maatschappij van vandaag kan dat niet anders
en we hebben daar begrip voor. Omgekeerd mogen
wij dit ook verwachten en daarom bevreemdt het
mij, uit vele telefoongesprekken en ook in de ver
gadering van de afdelingen te hebben vernomen,
dat met name bij de Gasunie, die hier in ons werk
gebied een belangrijke aardgasleiding zal tot stand
brengen, de benadering van grondeigenaars en
grondgebruikers ernstig te wensen overlaat Waar
het hier gaat om algemene landbouwbelangen te
dienen, is het zeer urgent dat het Landbouwschap
op korte termijn coördinatie van belanghebbenden
tot stand brengt om te trachten gezamenlijk over
een en ander overleg te plegen. Voor vaststelling
van schaden kan dan overleg plaats vinden met
ons Grondpacht- en taxatiebureau.
In verband met de sterke industrialisatie-aanzet in
de kanaalzone meen ik er goed aan te doen nog
eens te wijzen op het grote belang ook voor de
landbouw in dit gebied van een snelle totstand
koming van een streekplan. We hebben dan een
globale indruk van de toekomstige gewenste ont
wikkeling en kunnen ons daarnaar richten. Men
zij zich bewust dat, wil dit gebied bewoonbaar
blijven ook in verre toekomst, men thans een goede
planning niet kan missen. Ik meen dat wel degelijk
mooie gave agrarische gebieden bewaard kunnen
blijven, maar dan zal men er op tijd bij moeten
zijn. Men vergete niet dat zulke gebieden, goed
gestoffeerd, voor de zich rekreërende mens een
noodzakelijkheid zijn. M.i. denkt de landbouw en
ook de rekreatiesektor nog te veel in tegenstel
lingen er zijn méér gelijkgerichte belangen dan
men op het eerste gezicht wel bevroedt.
Ook nog een opmerking over het beleid dat ge
voerd wordt van de zijde van ons provinciaal be
stuur inzake wegtracees in het werkgebied van
onze kring. Mij bekruipt n.l. de vrees dat de toe
zeggingen, in het verleden gedaan door het toen
malige college van G.S. inzake overleg met de
landbouw in een vroegtijdig stadium van voorbe
reiding, wat in de vergetelheid dreigen te geraken,
en ik denk speciaal aan de zeer belangrijke Oost-
West verbinding ten zuiden van Axel. Men ver
gete niet dat het de landbouw is, die hiervoor ten
algemenen nutte zijn kapitaal, dat onvervangbaar
is, moet afstaan. Het Landbouwschap zal met
spoed deze affaire te bevoegder plaatse aanhangig
dienen te maken.
Een prettig geluid hebben we van de minister van
verkeer en waterstaat mogen vernemen inzake een
studie over een toekomstige vaste verbinding over
de Schelde. Grillig steekt daar weer bij af de toe
nemende chaos op het veer Perkpolder—Krui-
ningen.
Tenslotte nog een opmerking over de herindeling
der polders en waterschappen in ons werkgebied.
Per 1 januari 1965 hebben wij te maken gekregen
met twee grote waterschappen n.l. het Axeler Am
bacht en de Verenigde Braakmanpolders. Wij spre
ken graag de hoop en verwachting uit dat hun
aktiviteiten voor onze hele streek zegenrijk mogen
zijn.
Geachte vergadering, op 1, 2 en 3 juli 1965 zal,
naar wij allen hopen, de vlag van de Z.L.M.
wapperen boven dit Axelse land, daarmee symbo
liserend de ongebroken kracht van onze 122 jaar
oude vereniging, die zoveel heeft betekend voor
de landbouw in dit gewest en die, daar ben ik van
overtuigd, dat door uw aller medewerking zal blij
ven doen tot in verre generaties.
(vervolg zie pag. 3)