Bronchiletfen K?J£?Damp° Dit bezwaar spreekt te sterker in het licht van het feit dat Axel van de 30 Zeeuwsch- Vlaamse gemeenten thans de tweede in be langrijkheid en inwonertal is. II. Het Kanaalgebied, de Axelse Vlakte en de Axelse Sassing Evenals het voorstel van Ged. Staten, gaat ook het wetsontwerp uit van de vorming van twee kanaalgemeenten - zij het dan dat Sas van Gent, als partner van Terneuzen, een versterking heeft verkregen - zulks on danks de dezerzijds ter zake aangevoerde motieven voor een keuze tussen één, dan wel drie kanaalgemeenten. Axel heeft blijk gegeven van haar ernstige wil tot samenwerking met de andere kanaal gemeenten, door toe te treden tot een ge meenschappelijke regeling, waarbij een Ka naalschap in het leven wordt geroepen. Deze regeling heeft echter niet de goedkeuring van Ged. Staten kunnen verwerven, zodat zij niet in werking is getreden; een verzoek om voor ziening door de Kroon is aanhangig. Het ligt voor de hand om deze, voor de betrok ken gemeenten (althans voor Axel) teleur stellende gang van zaken in verband te bren gen met een ander project, waarvan de raad niet officieel in kennis werd gesteld, te we ten een plan tot vorming van een nieuw openbaar lichaam voor de kanaalzone, waar in ook het Rijk en de provincie deelnemen. Nu Axel in de voorbereiding van dit plan, dat toch ook omvat een uiterst belangrijk ge deelte van het Axelse grondgebied, niet is gekend, is de veronderstelling gewettigd, dat bij de opstelling daarvan is vooruitgelopen op een herindeling waardoor Axel zal ophou den een kanaalgemeente te zijn. Ook indien deze maatregel onverhoopt zijn beslag zal krijgen, blijft Axel nu eenmaal, gezien haar ligging, toch bij de ontwikkelingen in de ka naalzone ten nauwste betrokken en zulks on geacht, of de leiding dier ontwikkelingen wordt gelegd in handen van één, c.q. twee gemeenten, dan wel van een openbaar li chaam ad hoe. Neemt men al aan, dat Sluiskil, waar het grensverloop thans inderdaad onbevredigend is, in zijn geheel bij een andere gemeente be hoort te worden gevoegd, dan volgt daaruit nog niet, dat hetzelfde ook dient te geschie den met betrekking tot de Axelse Vlakte en omgeving, juist niet, wanneer men besluit aan Axel in het bijzonder de funktie van woongemeente toe te delen. Het is immers voor de blijvende bewoonbaarheid van de kern van Axel een levensbelang, dat deze gemeente zeggenschap blijft behouden bij de vestiging van industrieën in de onmiddellijk ten westen van haar kern gelegen Axelse Vlakte. Van allesbeheersend belang in cfit opzicht is de aard van de aldaar toe te laten industrieën. Men zal voor de toekomst reke ning moeten houden met de vestiging van industrieën binnen een afstand van 1 km (Axelse Sassing) van de voor huizenbouw bestemde terreinen. Wat dit kan betekenen, is maar al te goed bekend. Allerwegen wordt gezocht naar oplossingen voor het probleem der water- en vooral der luchtverontreini ging, die overal rijzen, waar bepaalde indus trieën te dicht bij het woongebied gelegen zijn. Het ware uiteraard onverantwoord, in dien men de totstandkoming van een derge lijke situatie, daar waar zij nog niet bestaat, in de hand ging werken en dit is nu juist het gevaar, dat dreigt wanneer men het in dustrialisatiebeleid voor de Axelse Vlakte in handen legt van instanties, die geen ver antwoordelijkheid dragen voor de uitbouw van Axel als woongemeente. Reeds thans houden terzake deskundigen rekening met de mogelijkheid van de vestiging van een pe trochemische industrie in dit gebied, hetgeen voor de leefbaarheid van de kern van Axel niet anders dan funest zou kunnen zijn. Zeer nadrukkelijk dient dan ook naar ons oordeel te worden gepersisteerd bij de eis dat Axel ten aanzien van de Axelse Vlakte baas in eigen huis blijft, dan wel - wanneer een openbaar lichaam de industrialisatie ter hand zou nemen - invloed in de besluitvorming van dat lichaam verkrijgt. Het thans ter be oordeling staande voorstel brengt Axel in een positie, waarin het voor de vervulling van haar woonfunktie afhankelijk wordt van een buurgemeente en dient reeds daarom te wor den afgewezen. Het zij in dit verband nog eens herhaald, dat er geen enkele zakelijke grond is voor de veronderstelling dat het bestuur van Axel niet in staat zou zijn zelfstandig een beleid te voeren, dat ook aan het belang der in dustrialisatie recht doet wedervaren. Dit wordt niet anders door het enkele feit, dat de gemeente, gezien haar ligging, in het bij zonder de rol van woongemeente zal moeten vervullen, met name voor de werkers der op de Axelse Vlakte te vestigen industrieën. De conclusie uit het voorgaande moet luiden dat de reeds in een vroeger stadium geopper de bezwaren tegen de afstand van grondge bied in het westen onveranderd van kracht blijven en dat in het bijzonder bezwaar be staat tegen afstand van de Axelse Vlakte en de Axelse Sassing. Ten aanzien van dit laatste gebied moet bovendien worden opgemerkt, dat de bevol king van Sasing volledig (dus met inbegrip van kerken en scholen) op Axel georiënteerd is, hetgeen, gezien de geringe afstand tot de hoofdkern (ca. 1 km), vanzelfsprekend is. Zou de Axelse Sassing aan Terneuzen wor den toegevoegd, dan wordt de afstand tot de nieuwe hoofdkern vergroot tot ca. 9 km. III. Samenvoeging van Axel met rest van Zaamslag Axel telt thans ruim 8100 inwoners. Deze gemeente verliest volgens het ontwerp onge veer 450 inwoners. Zij krijgt er van Zaam slag ongeveer 2000 inwoners bij. De volgens het ontwerp te vormen gemeente zou dus minder dan 10.000 inwoners tellen. Een schaalvergroting van 8100 tot 10.000 kan in het licht van de opvattingen, welke aan het ontwerp ten grondslag liggen, bezwaarlijk reëel worden genoemd. Met recht menen wij derhalve te kunnen stel len dat Ged. Staten aan de in het begin van ons pré-advies genoemde hoofdgedachte: „verhoging van de bestuurskracht door schaalvergrotingen", althans met betrekking tot de combinatie Axel-Zaamslag, niet vol doende recht doen wedervaren. Door de toevoeging van een gedeelte der ge meente Zaamslag verkrijgt Axel geenszins een werkelijke materieel sterkere basis. Zeer zeker is dit niet het geval, als men hierbij voldoende in rekening brengt de centrale funkties, welke zij als streekcentrum vervult en die haar in de nieuwe constellatie dienen te worden toebedacht. Tot de vervulling van deze taken moet zij in staat worden gesteld. Tegenover de relatief geringe vergroting van het financiële draagvlak door de toename van het aantal inwoners staat een zeer ster ke verzwaring van de (eveneens financiële) eisen, die aan een richtige behartiging van de gemeentelijke taken worden gesteld. Dat de toevoeging van de kern Zaamslag met omgeving die financiële eisen rigoreus ver zwaart behoeft geen betoog, als men er van uitgaat dat de beide kernen der nieuwe ge meente als gelijkwaardig door het bestuur der nieuwe gemeente behandeld dienen te worden. Het zal ontegenzeggelijk van Axel zeer be langrijke inspanningen vergen, er voor te waken dat het haar toebedachte gedeelte van Zaamslag - van welks eigen karakter en ontwikkeling zoals die tot nu toe zijn ge weest geen kwaad woord wil gezegd zijn - meegenomen zal worden in de ontwikkeling, die de gemeente Axel nu al zo vele jaren dank zij het na-oorlogse beleid heeft gemaakt tot een met vooruitstrevend beleid bestuur de gemeente, die de eisen van het huidige tijdsgewricht onbevangen tegemoet treedt. M.a.w. het zal zaak zijn er voor te zor gen dat Zaamslag geen achtergebleven ge bied wordt. Mede in dit licht bezien is het aan Axel toe bedachte draagvlak absoluut te gering en haar gebiedsuitbreiding te beperkt. Hierop komen wij nader terug bij het vol gende punt. Het valt op dat door Ged. Staten in hun brief van 7 december 1964 op blz. 5, onder punt 5, aan de nieuwe gemeente „Axel" geen positieve funktie wordt toebedacht. Dit ver vult ons met zorg, te meer in verband met hetgeen wij hiervoor opmerkten inzake de klaarblijkelijk geringe aandacht, die bij de ontwikkeling van het plan aan de gemeente Axel is besteed. IV. De zogenaamde „Zuidgemeente" Behalve de hierna te noemen argumenten noopt hetgeen wij onder het vorige hoofd betoogden ons er toe, te pleiten voor een zeer noodzakelijke verdergaande schaalver groting en wel in zuidelijke richting. a. Bij een vluchtige beschouwing van de bij het ontwerp behorende kaart valt het reeds aanstonds op dat Axel de enige gemeen te is, die aan alle zijden ligt ingesloten tussen buurgemeenten. Alle andere nieu we gemeenten grenzen of aan de Wes- terschelde, de Noordzee of de landsgrens. b. Bij de huidige constellatie is Axel van de 30 Zeeuwsch-Vlaamse gemeenten de op één na grootste en belangrijkste. Door het herindelingsplan wordt Axel gede gradeerd tot' de 3e of 4e van de 10 nieu we gemeenten. c. Als Axel haar belangrijk industriegebied Sluiskil verliest, zullen de bestuursuitga- ven relatief zwaarder gaan drukken, mede vanwege het feit dat het verlies van een betrekkelijk belangrijke bron van inkom sten reeds het directe gevolg hiervan is (aan belastingen en retributies alleen al ruim 23.000, - per jaar). Hierbij zij tevens vermeld dat een qua status belangrijk gedeelte der inwoners van Axel verloren gaat. d. Axel wordt door het ontwerp in een be narde concurrentie-positie t.o.v. de nieu we gemeenten Hulst en Terneuzen ge drongen. e. Wij wijzen er nog op dat de uitbreiding welke in noordelijke richting aan Axel wordt toebedacht, zeer onbevredigend is, in het geheel van het plan bezien. Immers wordt van de gemeente Zaam slag het aantrekkelijke recreatiegebied (Otheense Kreek en omgeving) haar ont houden. De afstand van het industriege bied aan het kanaal wordt derhalve ook niet goed gemaakt met het bieden van meer mogelijkheden tot ontplooiing a* woon- en recreatiegemeente. f. De toevoeging van een gedeelte van Zaamslag is voor een krachtige uitbouw van de woonfunktie van Axel niet vol doende. Deze factoren alleen reeds, welke met nog meerdere zouden zijn aan te vullen, pleiten voor een verdergaande gebiedsuitbreiding en wel ten zuiden van de Lange Weg. Een zeer sterk argument, juister gezegd een omstandigheid, die de noodzaak van deze uitbreiding aantoont, is wel het feit, dat de kern van Axel op zeer korte afstand van haar zuidgrens, t.w. ca. 600 meter is gelegen. Het reeds in voorbereiding zijnde uitbrei dingsplan-Zuid West (gronddepot Smits- schorre) strekt zich uit tot de Lange Weg, die de zuidgrens der gemeente vormt. Dit leidt tot zeer onaangename consequenties. Allerlei voorzieningen, welke een gevolg zijn van de bebouwing van dit gebied, zullen op het grondgebied van de „zuidgemeente" moeten worden uitgevoerd. Toevoeging van de gemeenten Koewacht, Zuiddorpe en Overslag aan Axel zou aan de nieuwe gemeente Axel de zozeer noodza kelijke schaalvergroting bieden. Te gereder wijzen wij op deze mogelijkheid, aangezien de in het ontwerp gedachte combi natie van deze drie gemeenten nog slechts een gemeente van 3700 inwoners (en niet zoals Ged. Staten stellen, 4700) schept. Waar Ged. Staten op bladzijde 10, 3e alinea, van hun brief van 7 december 1964 een com binatie van 3800 inwoners te klein vinden, bevreemdt het, dat in dit geval 3700 inwo ners voldoende zullen zijn. Wij kunnen volkomen instemmen met het principe van „schaalvergroting" en hebben een open oog voor de noodzaak van vergro ting van de bestuurskracht der gemeenten, die de toekomst van ons gewest meebrengt. Aan dit principe beantwoordt een gemeente van 3700 inwoners zeer zeker in het toe komstige Zeeuwsch-Vlaanderen niet. Zij zal een zwakke plaats blijven innemen tussen de omringende gemeenten. Om bovengenoemde redenen achten wij het noodzakelijk dat de gemeenten Koewacht, Zuiddorpe en Overslag aan de gemeente Axel worden toegevoegd en menen wij die - in de gegeven omstandigheden - met recht te mogen bepleiten. De motieven welke Ged. Staten hiertegen aanvoeren, achten wij aanvechtbaar. Van een mentaliteitsverschil tussen de be volking van Koewacht, Zuiddorpe en Over slag met die van Axel kan geenszins in ab solute zin gesproken worden. Er bestaan van ouds op velerlei gebied banden met deze dorpen. Spreekt dit al zeer sterk t.a.v. Zuid dorpe, ook m.b.t. Koewacht en Overslag is dit het geval. Enige gegevens inzake de migratie mogen dit 'nog adstrudiien. In h<jt /bevolkingsregister zijn momenteel ruim 200 personen opgeno men, die geboren zijn te Koewacht, Zuid dorpe of Overslag en Westdorpe, terwijl ge durende de laatste jaren zich ongeveer 150 personen uit deze gemeenten te Axel heb ben gevestigd. Hierbij komen nog allerlei bestaande con tacten, zoals familierelaties, vriendschaps banden en handelsbetrekkingen, die sedert tientallen van jaren de mentaliteit der be volking wederkerig sterk hebben beinvloed in velerlei zin. Trouwens, in geheel Oost Zeeuwsch-Vlaan deren is niet in absolute zin van mentaliteits- verschillen te spreken. Men heeft het niet ten onrechte over een specifiek Zeeuwsch- Vlaams volkskarakter. Mocht t.a.v. de Zaamslagse bevolking al enigszins gesproken kunnen worden van een mentaliteitsverschil met de „zuidgemeente", dan kan dit, gezien de afstand, moeilijk als een reëel bezwaar worden aangevoerd. Een aantrekkelijke zijde van toevoeging van de zuidgemeente is nog dat deze uitbreiding in zuidelijke richting het bestaande zeer ge wenste evenwicht in de intern-gemeentelijke verhoudingen zou bestendigen. Benalve dat de bevolking sterk op Axel is georiënteerd, behoren de zuidelijke gemeen ten bovendien tot de vleeskeuringskring, cen trum Axel en ressorteren zij voor de diensten van posterijen en politie eveneens onder Axel. Voorts behoren de Protestanten in dit gebied tot de Axelse Kerkgenootschappen en doet de bevolking grotendeels haar inkopen in de gemeente Axel. Het lijkt derhalve alleszins aangewezen om Zuiddorpe, Koewacht en Overslag bij Axel te voegen. Tenslotte vraagt ook het aan Axel grenzen de noord-oostelijke gedeelte van Westdorpe de aandacht. Dit gebied, dat volgens het voorstel zal gaan behoren tot het grondge bied van Sas van Gent, leent zich uitstekend* voor industrialisatie en heeft in dit opzicht ook goede kansen. Hierbij zij verwezen naar onze motivering onder II met betrekking tot het gevaar van luchtverontreiniging. De geringe afstand tot Zelzate, waar een groot hoogovenbedrijf in wording is, wettigt de verwachting, dat de belangstelling voor hier gelegen terreinen in de nabije toekomst snel zal stijgen. Wil men die kans benutten, dan is het echter aangewezen, dat de open legging en uitgifte van gronden in handen worden gelegd van dezelfde instanties, die het beleid bepalen aan de andere kant van de gemeentegrens, waar eenzelfde ontwikke ling verwacht mag worden. De eenheid van beleid, die hier gevorderd wordt, is zonder voorbehoud gewaarborgd indien het voor niet-agrarische bebouwing bestemde deel gevoegd wordt bij Axel, welke kern trouwens op korter afstand gelegen is dan die van de nieuwe gemeente Sas van Gent, waarvoor dit gebied steeds een uithoek zal blijven. Zouden wij er van uit gaan dat de oplossing niet in groter verband gezocht moet worden, dan zou het vorenstaande ons aanleiding ge ven tot de volgende conclusies: a. de gemeente Axel moet aan het kanaal Terneuzen-Gent blijven grenzen en dient daartoe het gebied Axelse Vlakte en Axelse Sassing te behouden; b. met de toevoeging van het gedeelte der gemeente Zaamslag wordt akkoord ge gaan; c. toevoeging van de zogenaamde zuidge meente (Koewacht, Zuiddorpe en Over slag, alsmede een noordoostelijk gedeelte van Westdorpe) is noodzakelijk. Echter, het wetsontwerp schept, ook na even tuele wijziging overeenkomstig het gestelde in deze conclusie, nog geen situatie, welke be antwoordt aan de eisen, die een dynamische ontwikkeling, gepaard gaande met structuur veranderingen op grote schaal, stelt. Met andere woorden: het plan van Gedepu teerd Staten loopt achter bij de evolutie, wel ke Zeeuwsch-Vlaanderen doormaakt. Het wetsontwerp dient derhalve aan een be schouwing in groter verband te worden on derworpen. 1. In hun toelichting citeren Ged. Staten de Commissie Oppenheim in die zin, dat de vergroting van de bestaande gemeenten moet worden gezien als het „meest werk zame middel" tot verhoging van de be stuurskracht. Met Ged. Staten zijn wij van oordeel dat bij de vorming van grotere eenheden een ruimer draagvlak wordt ver kregen en dat de bestuursmogelijkheden groter zullen zijn. Inderdaad vormen, zo als Ged. Staten schrijven, de bestuurs- kosten bij kleine eenheden een onevenre dig groot percentage van de totale ge meentelijke uitgaven. De zich alom open barende tendens tot schaalvergroting moet dan ook mede in dit licht worden bezien. Het instituut der gemeenschappelijke re geling heeft op velerlei terrein vruchtbaar gewerkt, doch kan geen medicijn zijn voor elke kwaal. Gemeenschappelijke regelin gen met betrekking tot b.v. de genees kundige dienst, de vuilverbranding, de brandweer, de woonwagenkampen, enz. komen slechts moeizaam of in het geheel niet tot stand. 2. Tot onze teleurstelling moeten wij consta teren, dat de hoofdgedachten van Ged. Staten slechts zeer ten dele hun weer spiegeling vinden in het onderhavige wetsontwerp. Immers bij hantering van de norm, dat grotere agglomeraties een we zenskenmerk zijn van onze tijd, past niet de gedachte dat met bestuurseenheden van resp. 4300 en 3700 zielen kan wor den volstaan. Zelfs een draagvlak van 10.000 of 15.000 zielen zal, met name in de zich snel ontwikkelende gebieden ten zuiden van de Westerschelde, binnen afzienbare tijd onvoldoende blijken te zijn om tijdig, gedegen en efficiënt te kunnen werken aan de overfieidstaken. Wij zijn er van overtuigd, dat een nieuwe herinde ling spoedig opnieuw aan de orde zal moe ten worden gesteld indien het huidige wetsontwerp onverkort, c.q. in onderdelen gewijzigd, moet doorgaan. Vandaar dat wij pleiten voor een krachtiger aanpak van het probleem, dat ons thans bezigd houdt. In dit kader zien wij als minimale oplos sing de vorming van 3 gemeenten in Zeeuwsch-Vlaanderen, t.w. een westge meente, een middengemeente en een oost gemeente (resp. 25.000, 40.000 en 25.000 zielen). Wij staan met deze gedachte niet alleen. Bij de behandeling van het wetsontwerp in meerdere Zeeuwsch-Vlaamse gemeen teraden is dit geluid reeds eerder ge hoord. Ho«»tdrank In tabl>tvorw. flSct

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1965 | | pagina 2