ZWITSAL Verontrustende stijging van winkeldiefstallen HOEDER WORDEN... DE STRIJD OM ONZE WELVAART bij abonnement, Axel ZATERDAG 6 AUGUSTUS 1960 74e Jaargang No. 45 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN verschijnt iedere zaterdag Frankering ABONNEMENTSPRIJSLosse nummers 10 cent. Kwartaal - abonnement Axel binnen de kom 1,25. Andere plaatsen f 1,75. Buitenland 2,—. Hoofdredactie J. C. VINK. Redactie en Administratie j Axel, Markt 12, tel. 0 1155-646, postbus 16 Drukker - Uitgeefster FIRMA J. C. VINK Van winkelier bijzondere aandacht gevraagd. Op vele manieren treedt in het midden- standsbedrijf verlies op. Verlies, dat dikwijls op de een of andere manier kan voorkomen worden. Naast breuk, verkleuring of demo- dage dit laatste speciaal op het gebied van mode-artikelen maakt ook diefstal een belangrijke factor uit van dit totaal aan onkosten. In een vorig artikel concludeerden wij reeds dat het teveel aan verlies soms een derving kan betekenen van een kwart van het inkomen. In „spoorloze verdwijningen", een brochure zojuist uitgegeven door het actieve Productiviteitscentrum voor het Midden- en Kleinbedrijf, wordt nader ingegaan op dit nadelige verschijnsel. Het zijn de diefstallen, die volgens het rapport, een belangrijk aan deel hebben in het extra verlies dat wordt geleden. Het moeilijkste probleem bij de diefstal blijkt het vaststellen of en zo ja hoeveel er in de winkel wordt gestolen. Bij andere lek kages, zoals bijvoorbeeld bij demodage het steeds meer voorkomende verschijnsel dat bepaalde artikelen uit de mode geraken kan men altijd in de boeken nagaan welke bedragen men heeft verspeeld. Hoewel de meeste winkeliers niet snel geloven dat ook bij hen wordt gestolen blijkt uit de cijfers, die dank zij politie, warenhuizen en enkele winkelbedrijven ter beschikking zijn gekomen dat het aantal winkeldiefstallen in veront rustende mate toeneemt. Van 1953 tot 1958 is het landelijk cijfer van bij de politie be kend geworden winkeldiefstallen meer dan verdubbeld. Zelfs werd in Amserdam een stijging waargenomen van 500% In werkelijkheid is het aantal diefstallen nog veel en veel groter. In vele gevallen wordt namelijk geen aangifte gedaan. Het Productiviteitscentrum vermoedt dat er in •plaats van de in 1958 aangegeven ruim 3200 winkeldiefstallen er dat jaar zeker enkele tienduizenden hebben plaats gehad. Vooral in de grote warenhuizen en in de zelfbe dieningszaken neemt dit euvel sterk toe. Vrij wel iedere dag wordt daar iemand op dief stal betrapt. Men beschikt nog niet over cijfers uit de zelfbedieningszaken, maar naar algemeen wordt aangenomen komt de dief stal ook hier zeer dikwijls voor. Men zou verwachten, dat de meeste dief stallen worden gepleegd door mensen die in behoeftige omstandigheden verkeren. Maar niets is minder waar. Het gehele complex van moderne verkoopmethoden leidt er in vele gevallen toe, dat mensen, die niet met het voornemen een bepaald artikel te stelen naar een zaak gaan, toch tot diefstal over gaan. De gelegenheidsdief kan de verleiding niet weerstaan, wanneer hij plotseling de kans ziet iets ongezien weg te nemen. De ervaring heeft geleerd, dat het nooit grote artikelen zijn die worden weggenomen. Het betreft voornamelijk verpakte levensmiddelen, grammofoonplaten, textielgoederen, boeken en tijdschriften, lederwaren, schrijfwaren en speelgoed. Goederen, die een betrekkelijke luxe betekenen, maar niet erg veel kosten. De schade, die door diefstal wordt ver oorzaakt, is dan ook per geval meestal niet groot, maar vele kleintjes maken een grote en door het stijgende aantal diefstallen is het jaarlijkse verlies toch aanzienlijk. In de Verenigde Staten' bedraagt de schade door diefstallen van klanten een kwart tot 1 van de totale omzet. Op iedere honderd gulden omzet is dus een bedrag van een kwartje tot een gulden als verloren te be schouwen. Cijfers voor Nederland zijn niet bekend, maar men kan stellen dat het hier tussen 0,1 en 0,5% ligt. Het is niet zelden voorgekomen, dat echt genoten van hooggeplaatste personen op winkeldiefstal werden betrapt. Vrouwen van tussen de 30 en 50 jaren vormen overigens een hoog percentage van het aantal be trapten. Het winkelend publiek bestaat nu eenmaal voornamelijk uit vrouwen en ook de reclame is speciaal op haar afgestemd. Ook de jeugd is weinig bestand tegen de lokroep van de moderne winkel. Vaak komt het voor, dat een groepje onder de invloed komt van een vriendje, dat „alles durft Onder hen bevinden zich scholieren uit ge goede milieus, die in feite geld genoeg be zitten om het artikel pas na betalen mee te nemen. De stijging van het aantal jeugd- diefstallen is oorzaak van veel zorgen. Er gaan zelfs stemmen op om kinderen zonder geleide te weren uit warenhuizen en zelf bedieningswinkels. Ofschoon de wet het melden van diefstal aan de politie verplicht stelt wordt hier al te dikwijls geen gevolg aan gegeven. Vooral wanneer het iemand betreft uit de gegoede kringen en aangifte de goede naam van de famlie kan schaden, acht de winkelier de ernst van het vergrijp dikwijls niet in ver houding tot de gevolgen. Bovendien brengt inmenging van de politie ongemak en tijd verlies mee door verhoren en het afleggen van verklaringen, die ook nog eens tijdens de rechtszitting moeten worden herhaald. Er zijn trouwens geen gevallen bekend, waarin strafmaatregelen zijn gevolgd op het niet-aangeven van een winkeldiefstal. De be slissing is dikwijls een gewetenskwestie. Al gemene richtlijnen zijn moeilijk te geven. De ontvreemding van een artikel uit de zaak brengt, hoe dan ook, veel last mee. Voorkomen is dus beter dan genezen. Bij het bestrijden van het euvel wordt vooral van de zijde van de winkelier veel aandacht Wanneer in Afrika een planter verbin ding zoekt met een dokter, omdat zijn vrouw ernstig ziek is, doet hij dat met een uit Nederland afkomstig radio-toestel. In India weegt een kruidenier in een provincie stadje zijn waren af op een in Nederland gefabriceerde weegschaal. In Amerika haast een jongen zich naar school op een Neder landse fiets en waarlijk, sinds kort rijdt in België een handelsreiziger in een Neder landse personenwagen, terwijl de expeditie van zijn bedrijf al jaren een tevreden ge bruik maakt van Nederlandse vrachtauto's. De administratie gebruikt voor haar kosten berekeningen in Nederland vervaardigde kantoormachines. Het is niet uit overdreven chauvinisme dat we dit schrijven. Het is het nuchtere resul taat van tien jaren Nederlandse industriali satie, die ons nationaal economisch beleid op een zo geheel andere basis heeft gefundeerd. Wanneer men zo omstreeks 1948 onze economiSbhe toestand bezag, had men reden om verontrust het voorhoofd te fronsen. Met in het vooruitzicht een door de bevolkings aanwas veroorzaakte toenemende druk op de personeelsmarkt zat men al met het probleem van een overmatige werkloosheid. De land bouw was niet in staat het teveel aan arbeids krachten op te nemen. Aan de andere kant, letterlijk buiten onze onze grenzen, lag een zich koortsachtig in dustrialiserend Europa. Een Europa waarin toen al de gedachten zweefden naar een politiek noodzakelijke nauwe samenwer king. Met deze omlijsting was een sterke omschakeling van de Nederlandse volkshuis houding bijzonder urgent. Het strekt prof. Van den Brink, de toenmalige minister van economische zaken, en zijn medewerkers tot eer, dat zij, toen zij met dit probleem werden geconfronteerd, het op de meest doortastende wijze hebben aangepakt. Zo succesvol, dat het zwakke schuitje van 's lands economie van een roemloze stran ding kon worden afgehouden en herbouwd tot een magnifiek schip, krachtig genoeg om oils naar een veilig en comfortabel welvaarts- strand te brengen. Tot ieders verbazing bleek de uitbreiding van de industrie zo groot dat, blijkens de onlangs op de jubileumvergade ring van de Vereniging Nederlands Fabri kaat door onze minister van economische za ken, drs. J. W. de Pous, uitgesproken woor den „niet alleen het welvaartspeil kon wor- gevraagd. De manier waarop de winkel is ingericht kan in belangrijke mate de diefstal bevorderen of tegengaan. Gebruik van spie gels bijvoorbeeld geeft de klant het gevoel dat hij in het oog wordt gehouden en schrikt daardoor eventuele gelegenheidsdieven af. De bonafide klant zal weinig hinder van de spiegels ondervinden daar hij er meestal wel de noodzaak van inziet. Spiegels hebben bovendien een bijzondere verkoopwaarde de hoeveelheid uit gestalde goederen lijkt groter, hetgeen stimulerend werkt. Ook het personeel kan door een verhoogde waakzaamheid en een tactvol optreden dief stal voorkomen. Klanten met twijfelachtige bedoelingen kenmerken zich dikwijls door een aarzelend gedrag. Door hen te laten merken, dat op hen gelet wordt, voorkomt men dikwijls de daad. Het rapport van het Productiviteitscentrum waarin bijzonder diep wordt ingegaan op het verschijnsel van de winkeldiefstal, legt nog extra de nadruk op het feit, dat de inhoud geen aanleiding mag geven tot de conclusie van de winkelier, dat hij niemand meer kan vertrouwen. Men moet voor ogen houden, dat de diefstallen, hoe dikwijls zij ook voor komen, toch door slechts een klein gedeelte van de klanten wordt gepleegd. Vertrouwen is juist een van de belang rijkste bindingen, die tussen winkelier en klant bestaan De trots en de risico's. den gehandhaafd, maar men zelfs serieus sinds 1956 mogelijkheden tot welvaartsver ruiming kon gaan realiseren." Dit ondanks de moeilijke investeringsperiode, want zegt niet de ijzeren wet, dat wie wil sparen moet offeren Met de productie-uitbreiding steeg onze export. Gelukkig, natuurlijk, maar deze pap heeft een bijsmaak. Het blijft een vreemde zaak, dat de Nederlander nog altijd weinig gelooft in een eigen nationale kwaliteit. Wij mogen dan op culnair gebied zeggen „wat wij niet weten, niet eten", wanneer het om producten gaat, kijken we maar al te graag naar een dure naam en het opschrift „Made in U.S.A." of „Made in Germany". De bin nenlandse markt voor onze bedrijven is daar door onevenredig klein. De econoom be speurt hier een gevaar, want bij het uitval len van de kwetsbare buitenlandse markt, die niet alleen beperkt is tot Europa, bijvoorbeeld door een oorlog, komt onze industrie voor grote moeilijkheden te staan. En de econoom, de meest practisohe onder de geleerden, is niet iemand die zegt „het gaat ons toch goed, waarom dan zorgen Zijn taak is het in de toekomst te kijken en de werkelijkheid met die verwachtingen in overeenstemming te brengen. Het aantal arbeidsplaatsen nam sterk toe, zelfs kwamen vijftigduizend functies meer vrij dan oorspronkelijk was voorzien. De toe neming van de werkgelegenheid heeft zich vooral gemanifesteerd in het Zuiden van ons land. In de perode 1950-1958 nam de perso neelsbezetting in de indusriëele sector in Nrd Brabant en Limburg toe met 51.000. Dat is meer dan de helft van het totaal in de rest van ons land. Toeneming van de industriële nijverheid wil bovendien zeggen meer handel, meer koopkracht en daardoor meer vrije plaatsen in administratieve-, handels- en middenstands sectoren, zodat de werkelijke toeneming nog hoger ligt. Met de voorzichtige koelheid, de verant woordelijke man eigen, wordt in regerings kringen gezegd, dat de tien jaren van indus trialisatie, die achter ons liggen, een bevre digend verloop hebben gehad. Maar zij de den meer. Zij hebben alle, ook de meest op timistische verwachtingen overtroffen. De opzet van de eerste industrialisatienota ging uit van een kritieke toestand. Men kon ADVERTENTIEPRIJS10 cent per m.m. Bij contracten belangrijke reductie. Ingezonden Mededelingen 30 cent per nun. sj Kleine Advertentiën 1-5 regels f 1^— iedere regel meer 12 cent extra. Losse Gedachten DE BRUG We kunnen dan nu zo langzamerhand wel aannemen dat de brug er zal komen, al zal het dan wel 1964 worden voor deze voor het verkeer gereed zal zijn. Omdat het Rijk gezegd had, dat de streek niet op een brug behoefde te rekenen, hebben de streekbewoners zelf de handen maar uit de mouwen en de koppen bij elkaar gestoken. En nu is het dan zo ver, dat alle maatregelen genomen zijn de Naamloze Vennootschap is opgericht, de commissarissen zijn benoemd en de financiële overeenkomsten zijn afge sloten Wacht even, lezer of lezeres, als U denkt, dat het hier om een brug over de Wester- schelde gaat, dan hebt U het mis. Wij hebben het hier over de brug, die de verbinding zal vormen tussen Schouwen-Duiveland ener zijds en Goeree-Overflakkee anderzijds. Dat is in kannen en kruiken. Maar de ver binding Zeeuwsch-Vlaandeen - Zuid-Beve land is zo ver nog niet. Maar ook de brugverbinding Haringvliet komt er niet zomaar ineens. De eerste verga dering werd al in 1936 gehouden. En nu, 24 jaar later pas, staat het vast dat de brug er zal komen. Hoe komt het nu, dat die brug er komt Omdat men niet heeft stil gezeten en zeer zeker ook, omdat men niet op het Rijk wil wachten, maar het zelf doet. Zelf aanpakken, dat is ook hier de bood schap geweest. BABYSET DE LUXE <4 En toen we dit lazen dachten wij, zou het ook niet veel beter zijn, wanneer in Zeeuws- Vlaanderen veel meer zelf ter hand werd ge nomen Ook hier zit men vaak het prachtige plannen - denk onder andere maar aan de vaste oeververbinding - die echter om finan ciële redenen niet kunnen worden uitgevoerd. Ligt ook hier geen mogelijkheid om bij ge zamenlijk overleg een financiële basis te vin den om de brug te verwezenlijken Het is maar de vraag van een leek, van een kranteman. Maar waarom kan het een paar eilanden hogerop wel en waarom zou het dan hier niet kunnen Zou het verkeer over het Haringvliet dat straks van de brug gebruik gaat maken, aan merkelijk intensiever zijn dan het verkeer over de We9terschelde Als wij het vervoer op de Zeeuwse veren in ogenschouw nemen en wij veronderstellen eens dat al deze personen, auto's en vracht wagens hun passageprijzen eens als tol voor de brug zouden betalen, dan komen we ook al een heel eind Trouwens, de deskundigen op dit terrein zullen het stukken beter weten dan wij. Bovendien, het is weer maar een gedachte die wij doorgeven. Wij zijn er echter zeker van, dat in zo n geval de brug eerder verwezenlijkt zou zijn, dan wanneer deze door het Rijk moet worden gefinancierd zich niet gaan verliezen in idealistische dro merijen en het bouwen van luchtkaselen, maar moest binnen de perken blijven van wat mogelijk was. Men moest rekenen naar „Be ter één vogel in de hand, dan tien in de lucht" Gezien de economische resultaten kan men nu, na tien jaren, zeggen, dat men niet één, maar alle tien vogels in de hand heeft. In een volgend artikel zullen wij het tot slot hebben over de pilaren van onze wel vaart. Tien vogels in de hand (II) AXELSE COURANT Dit is de titel van het nieuwe boek van Dr.W. de Kok. Alles over zwangerschap, geboorte, babyverzorging en kleuter opvoeding. Dit waardevolle boek (184 pagina's in fraaie omslag) krijgt U ten geschenke bij aanschaffing van een

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1960 | | pagina 1