Te weinig waardering voor U.L.O. ZEELAND deze week Eerste Kamerleden bezochten Zeeland Framkering bij abonnement. ZATERDAG 18 JUNI 1960 74e Jaargang No. 38 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN ABCWNBMBNTSPR1JS: Lom Kwartaal - aboamr nwnt Aad binnen ie ten fWS. Andere plaatsen 113- Baftenland f 2, Hoofdredactie J. C. VINK. Redactie en Aifasiaistsatie i Axel, Markt 12, teL 0 1153-646, Drukker - Uitgeefster FIRMA J. G. VINK 16 VERSCHIJNT IEDERE ZATERDAG ADVERTENTIEPRIJSM «ent per nun. Bi) contracten belangrijke reductie, logeeooden Mededelingen 30 Cent per nun. Kleine AdvwteatiSn 1-9 regels f L— iedere regel meer 12 tont VEEL MISVATTINGEN OVER DE WAARDE VAN HET ONDEWIJS. PLATTELAND NIET ACHTER OP GROTE STEDEN. Het U.L.O. neemt in het Nederlandse onderwijsbestel een zeer belangrijke en on misbare plaats in. Ook al wordt dat in het algemeen door het publiek niet erkend. Het is beslist niet waar, dat het U.L.O.-onderwijs slechts dient als toevlucht voor de leerlingen, die te groot voor het servet maar te klein voor het tafellaken zijn. Met andere woorden voor hen, die na de lagere school nog een verdere opleiding willen volgen maar niet over de capaciteiten voor H.B.S. of Gym nasium beschikken. Evenmin mag men zeg gen. dat het U.L.O. alleen reden van be staan heeft op het platteland, „waar men aan het middelbaar onderwijs nog niet of nog nauwelijks toe is". Een grote vergissing, voortgekomen uit denigrerende gevoelens zo wel jegens het U.L.O. als jegens minder be volkte streken van ons land. Over het ontstaan van de slechte naam, die het U.L.O. geheel ten onrechte heeft ge kregen, kan men kort zijn. De oorzaak zal wel liggen in het feit, dat zowel het ontstaan als de ontwikkeling is gegaan langs geheel onverwachte wegen. Het U.L.O. is gewor den tot een op vele gebieden felle concur rent van de H.B.S., maar is ontstaan uit het lager onderwijs. Het schooltype is bovendien na het nijverheidsonderwijs de meest om vangrijke tak van het dagonderwijs. Tijdens het in april te Bergen (N.H.) ge houden LI.L.O.-congres werd medegedeeld, dat het U.L.O. in 1959 gevolgd werd door maar liefst 228.200 leerlingen. Onmisbaar. De laatste tijd zijn pogingen ondernomen om aan de kleinerende houding, die ten aan zien van het U.L.O.-onderwijs wordt aan genomen, een eind te maken. Zo heeft het te Den Haag zetelende Kaski (Katholiek So ciaal Kerkelijk Instituut) een rapport uitge bracht, dat gebaseerd is op een onderzoek van jaren. Met één van de samenstellers, drs. G. J. M. Sonnemans. hebben wij een gesprek gehad over de resultaten. Een van de belangrijkste conclusies is, dat er geen enkele reden is om uit standover wegingen op het U.L.O. neer te zien. In tegendeel, de U.L.O.-school wordt bezocht door leerlingen uit alle geledingen van ons volk. Een kwart van de leerlingen is afkom stig uit de gezinnen van zelfstandige mid denstanders, een ander kwart van de leer lingen zijn kinderen van de z.g. hoofdarbei ders, terwijl een derde afkomstig is uit de agrarische milieus en arbeidersgezinnen. Verrassend was de uitspraak van onder vraagde bedrijven over het U.L.O.-onderwijs. Het onderzoek strekte zich namelijk ook uit tot 16 grote en middelgrote firma's in een grote stad' en 28 in de provincie. Men zegt de U.L.O.-gediplomeerden hard nodig te hebben. Dit onderwijs blijkt onmisbaar voor het Nederlandse bedrijfsleven. Het grootbedrijf waardeert het U.L.O. vooral om de algemeen vormende basis, die de leerlingen krijgen, maar stipt hier overi gens bij aan, dat alle dagonderwijs H.B.S. Gymnasium zowel als U.L.O. moet wor den gezien als een basis, waarop een verdere ontwikkeling moet worden gebouwd. Men moet zich door cursussen en bijzondere leer scholen eventueel bedrijfsscholen ver der ontwikkelen. Platteland gelijk. Een belangrijke misopvatting wordt door het Kaski uit de weg geruimd. Drs. Sonne mans deelde ons mee, dat het beslist niet de dommere kinderen zijn die d U.L.O.-school bezoeken. Men treft daar zowel leerlingen aan die op de lagere school tot de besten be hoorden als zij, die tot de normale midden moot, die goed mee kan, worden gerekend. Ruim een derde van de U.L.O-leerlingen heeft blijkens de prestatie's op de lagere school heel goede capaciteiten, terwijl het overige tweederde over gemiddelde dus niet lage capaciteiten beschikt. Dit is een algemeenheid, die zowel geldt voor de steden als voor het platteland. Ook in de provincie wordt de intelligentie van de kinderen even goed benut als in de grote bevolkingscentra. Het is zeker niet zo, dat alleen de kinderen met de grootste capaci teiten in de provincie naar het U.L.O. gaan en dat de anderen, met mindere gaven, van verder onderwijs afzien. Men is na het onderzoek tot de conclusie gekomen, dat het U.L.O. op het platteland evenveel waard is als in de steden. Er be staat geen enkele reden om een onderscheid te maken. Mogelijkheden. Naar aanleiding van het onderzoek bij de bedrijven kon worden vastgesteld, dat de af gestudeerde U.L.O.-leerling zowel bij grote als middelgrote bedrijven belangrijke func- tie's kan vervullen. Functies, die soms gelijk, soms zelfs hoger liggen dan die van afge studeerden vxan het V.H.M.O. In de meeste bedrijven hecht men meer waarde aan wat gepresteerd wordt dan aan behaald diploma. Voor een ontplooiing van de werkkracht kan het U.L.O. een goede basis zijn. Wel heeft men in het grootbedrijf het nadeel van een te geringe beroepsoriëntatie gevonden. De leer lingen weten soms te weinig van wat van hen verwacht wordt, hoe een bedrijf werkt en welke bijdrage zij aan het geheel kunnen leveren. Practisch gevoel voor middenstand. In het kleinbedrijf, waartoe ook de midden stand wordt gerekend, heeft men ten aanzien van het U.L.O. andere wensen dan in het grootbedrijf. In de laatste tijd wordt vooral een algemene vorming op prijs gesteld, om dat in het bedrijf zelf voor een specialisatie wordt gezorgd. In middenstandskringen ver langt men echter vooral een practisch gevoel. Veelal zijn de functie s in het middenstands- ibedrijf zelfstandiger dan die in het grootbe drijf en wordt meer overgelaten aan eigen beslissingskracht. Treffend was nog, dat bij een onderzoek in een winkelbedrijf is gebleken, dat men voor de verkoop van duurzame gebruiks goederen en artikelen, die een groot deel van het huishoudbudget vragen meubilering, stoffering gebruik maakt van U.L.O.- krachten, daar deze meer genuanceerd hun voorlichting kunnen geven. (Nadruk verboden) Krijgt Zeeland een nieuwe spoorlijn Achter lbovenstaand kopje moeten mis schien wel drie of meer vraagtekens komen te staan. Een feit is echter, dat de Neder landse Spoorwegen de mogelijkheid bestu deren van de aanleg van een spoorlijn vanaf Vlissingen via de dam in het Veerse Gat, over Noord-Beveland en de dam in de Oosterschelde en over Schouwen-Duiveland zo naar Rotterdam. Of deze nieuwe lijn er zal komen Dit zal afhangen van de in dustrialisatie van Zeeland en de Zuid-Hol landse eilanden en van de bevolkingstoename in deze gebieden. Wat Zeeland wel krijgt. Ligt dan de aanleg van de nieuwe spoor lijn nog in het verre, misschien wel zeer verre verschiet, een feit is, dat de gemeenten Ter- neuzen, Goes en Zierikzee in totaal een be drag van 2 millioen gulden krijgen voor de infra-structuurverbetering. Het provinciaal bestuur Iheeft deze her dragen als volgt verdeeldGoes krijgt 1,2 millioen voor het uitdiepen van het kanaal en de aanleg van een nieuwe brug. Zierikzee krijgt een kwart millioen voor het maken Van een nieuwe zwaaikom. terwijl Terneuzen driekwart millioen krijgt voor de aanleg van een nieuwe invalsiweg naar de Axelsestraat en de reconstructie van die straat tussen de Moffenschans en het Zwaantje. Misschien dat Zeeland ook nog een be drag krijgt toegewezen voor de uitvoering van nieuwe aanvullende werken. Zeeland be hoort nog steeds tot de probleemgebieden en daarom wil men het mogelijk maken, dat nog enkele z. g. „dure' werken worden uitge voerd. Hierover moet de Coördinatie-com missie voor openbare werken nog een be slissing nemen. jaarverslag van de N.V. P.Z.E.M. Aan het jaarverslag oevr 1959 van de N.V. P.Z.E.M. ontlenen wij, dat over dat jaar een winst werd gemaakt van bijna 800.000, Van deze winst wordt 500.000,gestort in een reserve voor afschrijvingen op de Centrale Zeeland 200.000,wordt ge stort in het fonds voor onrendabele gebieden, terwijl een kleine 100.000,wordt over gebracht naar de dienst 1960. Het streven van deze maatschappij is er op gericht, zoveel mogelijk percelen op het electrisCh net aan te sluiten. Nog hogere cijfers Het lijkt er tegenwoordig veel op, dat ge goocheld moet worden met millioenencijfers. Zo heeft de directeur van de provinciale V.V.V., de heer G. W. Oskamp, op de jaarvergadering van de afdeling Zeeland van de Maatschappij voor Handel en Nijverheid becijferd, dat de toeristen in 1959 ongeveer 43 millioen in Zeeland zouden hebben uit gegeven, hetgeen neerkomt op een gemid delde van 143,per inwoner van Zeeland. Het is duidelijk dat de Zeeuwse midden stand uit het toeristenbezoek een belangrijke bron van inkomsten heeft. Zeeuwse Bakkersbond jubileert. De Provinciale Zeeuwse Bakkersbond zal op 22 juni a.s. zijn 50-jarig bestaan vieren. De daarop volgende dag zullen te Vlissingen de Zeeuwse bakkers met hun dames in jaar vergadering bijeen komen. De bond, die in 1910 werd opgericht met 76 leden, telt er thans 280. Zeeuwse gemeentebestuurders ver gaderden. De afdeling Zeeland van de vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft haar vergade ring te Zierikzee gehouden. Als gasten waren aanwezig de Commissaris der Koningin, jhr. mr. A. E. C. de Casembroot, het lid van Ge deputeerde Staten, de heer M. J. van Poelje en de directeur van het E.T.I. voor Zeeland, drs. M. C. Verburg. De heer J. Smallenbroek, lid van de Twee de Kamer en tevens lid van het college van Gedeputeerde Staten van Drente, hield een causerie over „Mogelijkheden voor het pro bleemgebied Zeeland". Als Zeeuwse problemen, die hij als natio nale problemen zag. noemde hij het tekort aan werkgelegenheid en het wegtrekken van de bevolking. Wanneer de bevolkingsaanwas sinds 1880 door de eigen provincie was opgevangen, zou LOSSE GEDACHTEN HET RIJWIEL. Wanneer men tegenwoordig langs 's heren wegen loopt of rijdt, dan razen vele brom mers langs de weggen maar weinige fietsen meer. De bromfiets schijnt het rijwiel aan het verdringen te zijn en sommige pessimisten hebben zich wel eens de vraag gesteld, hoe lang het nog zal duren, voordat de mensen tegen elkaar zullen zeggen „Ik heb vandaag nog een fiets gezien." Zo erg in mineur zijn wij niet gestemd en zeker niet, nu wij tegenwoordig min of meer geregeld kunnen lezen, dat fietsen zo gezond is. Nog dezer dagen lazen wij in een pro vinciaal blad een verslag van een vergade- ring van de Federatie van Nederlandse Rij- 1 wielpadverenigingen. Tijdens deze vergadering stelde de voor zitter in zijn openingswoord, dat de fiets, i ondanks de steeds verde rgaande motorise- ji ring, toch nog steeds het vervoermiddel bij uitstek zal blijven. Een net van aansluitende rijwielpaden noemde hij de aangewezen weg om een groot deel van de toeristen een welkome en verantwoorde recreatie te bieden. Toen wij dit la:J;n, deed ons dit toch weer goed, ondanks het feit, dat wij geen aan delen hebben in de een of andere rijwiel- fabriek. Laat de mensen fietsen, zo dachten wij, f zowel letterlijk als figuurlijk het is gezond ,nu het aantal inwoners van Zeeland ruim 500.000 zijn in plaats van 284.000, zoals het werkelijke inwonertal thans is. De spreker gaf als middelen ter verbete- ring aan de vestiging van industriekernen en de verbetering van de verbindingen. Hij adviseerde steeds maar weer de aan dacht van „Den Haag" op Zeeland te ves- tigen. Hij zag hierin een grote taak voor het provinciaal bestuur. Is dit een programmapunt voor een volgend feest Niet minder dan achttien brandweerkorp sen hebben te Heinkenszand wedstrijden ge houden om de wisselbeker en de bevelvoer- dersprijs. Daarnaast werden ook spuibal- demonstrttie's gegeven. Door middel van de standpijpen moest worden „gevoetbald", en door middel van krachtige waterstralen moest men de bal in het doel zien te 'krijgen. Vaak kwam het hierbij vopr, dat niet alleen de bal, maar ook de spelers werden geraakt, tot grote vreugde van de toeschouwers. Een groep leden van de Eerste Kamer der Staten-Generaal heeft eind vorige week een tweedaags bezoek aan Zeeland gebracht. Daarbij werden onder meer bezoeken ge bracht aan de kanaalzone in Zeeuwsch- Vlaanderen. aan de Koninklijke Maatschap pij „De Schelde" te Vlissingen, aan het Sloe- plan en de Delta-werken. Het behoeft welhaast geen betoog, dat verschillende sprekers uit de streek de af gevaardigden hebben geconfronteerd met de wensen, mogelijkheden en moeilijkheden van onze provincie. In het Casino van de Compagnie Neer- landaise de l'Azote te Sluiskil werden de problemen belicht door de heer drs. H. J. P. Verschaffel, voorzitter van de kring van werkgevers in de kanaalzoen, door de onder voorzitter van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Zeeuwsch-Vlaanderen, de heer H. A. M. A. de Meijer en door de burgemeester van Westdorpe, de heer G. H. E. M. van Waes. Deze toespraken hadden (betrekking op het tegengaan van de verzilting van het water in het kanaal TerneuzenGent, de juiste formulering van de Nederlandse eisen betreffende de havengelden en de spoorweg tarieven, de afvalwaterleiding, de onteige ning van de landbouwgronden in verband met de kanaalverbreding, de mogelijkheden voor de aanleg van haven- en industrie terreinen alsmede de sdholings- en woon- mogelijkheden. Dat bij deze besprekingen geen blad voor de .mond werd genomen, doch klare taal ge sproken werd, blijkt wel uit hetgeen de heer Van Waes zej „De erfpachters van staats- gronden hebben weliswaar formeel geen enkel recht op schadevergoeding, maar er is wel degelijk een moreel recht. Over het be staan daarvan wens ik zelfs niet te dis cussieren. De heer Verburg, directeur van het Eco nomisch Technologisch Instituut voor Zee land wees er nog op, dat in België de in- dustriebevorderende maatregelen veel soepe ler worden toegepast dan in Nederland. Ook het lid van Gedeputeerde Staten van Zeeland, de heer mr. A. J. van der Weel zei het duidelijk „Wij bedelen niet. Het gaat ons immers niet alleen om ons Zeeuwse belang, maar hier is een nationale zaak in het geding. Wij hebben in onze provincie grote mogelijkheden om een belangrijke bij drage te leveren aan de nationale economie, maar dan zal de rijksoverheid ons moeten helpen deze mogelijkheden tot ontwikkeling te brengen. Er is maar één woord dat de Zeeuwen een koude rilling over de rug doet lopen en dat is „temporisering". De president-directeur van ,,De Schelde", ir. J. W. Hupkes, formuleerde het aldus „Als wij van het rijk de benodigde terreinen in het Zuid-Sloe kunnen krijgen, dan zijn wij klaar om er onmiddellijk te beginnen. En hoe eerder wij er beginnen, hoe beter wij het vinden." Laten wij de hoop uitspreken, dat al deze bezoeken er zijn al vele overheidsbe- zoeken gebracht hun vruchten voor Zee land spoedig zullen afwerpen AXELSE COURANT

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1960 | | pagina 1