AXELSE COURANT WERELDDIERENDAG. ,Sun balm GEMEENTERAAD VAN AXEL In één nacht Uw handen gaaf en zacht Frankering bij abonnement, Axel ZATERDAG 5 OKTOBER 1957 72e Jaargang No. 2 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN VERSCHIJNT IEL/ WOENSDAG EN ZATERDAG FIRMA Markt 12 AXEL Het is sinds vele jaren in vele landen een traditie geworden om 4 oktober tot Dieren dag te bestemmen. Deze dag, de sterfdag van St. Franciscus, is voor dit doel gekozen om er de herinne ring aan te verbinden van de heilige, wiens naam, vemeld in vele feiten en legenden, symbolisch is geworden voor een wijd en warm meegevoel met het geheel der schep ping, inbegrepen de dieren. Op deze 4e oktober 1957 vestigt de georganiseerde Dierenbescherming extra de aandacht op de verhouding van mens tot dier, op hetgeen daarin wenselijk is, op het geen reeds bereikt is en op hetgeen nog ver beterd moet worden. Wat nu de positie van het dier betreft, deze is en wij constateren dit met dank baarheid de laatste jaren enorm ver beterd. Niet alleen treden politie en justitie steeds strenger op tegen de dierenbeulen, maar wanneer de aanhangig gemaakte Die- renwet za Izijn aangenomen, kunnen kwel lingen en mishandelingen worden gestraft, die tot dusverre buiten het bereik van de wetgever vielen. Daarnaast is er speciaal van kerkelijke zijde, een verheugende inte resse voor het werk van de dierenbescher ming waar te nemen, die in menig geval gelijk te stellen is met sympathie en daad werkelijke steun. Mogen dit dus verblijdende verschijnselen worden genoemd, de wensen, die de dieren beschermers koesteren, gaan toch nog wel iets verder. Belangstelling voor het streven der dierenbescherming is voortreffelijk en een goede dierenwet is nog beter, maar uit eindelijk gaat het er om dat de mens leert beseffen, dat het zijn plicht is om goed voor dieren te zijn. Dit kan gebeuren op gods dienstige gronden op basis van de verhou ding Schepper-mens-dier, maar het kan ook geschieden op overwegingen van menselijk heid en van fatsoen. Dit besef nu bij de „buitenstaanders" wakker te roepen, is één van de doelstellingen en misschien wel de voornaamste van werelddierendag. Natuur lijk spreekt het vanzelf, dat de dierenbe schermers daarvoor niet alleen de vierde oktober aangrijpen, maar dag in dag moeite doen om de niet-geestverwanten hiervan te doordringen. Want het is eigenlijk altijd ietwat hache lijk om een speciale dag aan een bepaalde gedachte of streven te wijden. Licht kan het gevoel ontstaan dat men door enige speciale aandacht op die ene dag voor de rest van het jaar van het probleem af is. Maar waar de mens gauw in sleur en onnadenkendheid vervalt, is het nu eenmaal zo, dat velen een stimulans, een bepaalde aanleiding nodig hebben om op een vraagstuk, dat zich steeds het gehele jaar voordoet, opmerkzaam te worden of om er wat meer aandacht dan gewoonlijk het geval is, aan te geven. Bestaat er dan nocj^ zulk een probleem van de de verhouding van mens tot dier Is er, zo zal men misschien vragen, door de wet geving, door toezicht van politie en andere officiële instanties, door het werk van de Dierenbescherming niet reeds zoveel ver beterd, dat dit extra aandacht vestigen op genoemde verhouding eigenlijk nog wel nodig is Is wreedheid tegenover het dier niet be trekkelijk zeldzaam geworden, zijn we ook in dit opzicht niet zoveel beschaafder en ge voeliger geworden vergeleken bij vroeger, toen men zoveel minder oog had voor het leed dat uit een onnadenkende of onver schillige of wrede houding tegenover het dier voortvloeit Het is ongetwijfeld zo zoals we hier boven reeds citeerden dat er veel is ver beterd, dat het gevoel voor hetgeen ver meden kan en moet worden in pijn aan brengen aan het dier, is toegenomen, dat het inzicht in een betere behandeling van het dier in bredere kringen der bevolking, dank zij vooral ook de vele inlichtende propa ganda vanwege Dierenbescherming is door gedrongen, dat volksvermaken met dieren als slachtoffers zeer zijn afgenomen, althans in enkele landen. Het is waar, dat verschil lende persorganen in ons land vooral in de laatste jaren zeer medewerken, dat ook in kerkelijke kringen, die vreemd genoeg zo lang zijn achtergebleven in meegevoel voor het dier het inzicht in wat ook hier aan moreel gedrag nodig is begint te groeien en dat er op scholen meer en meer propa ganda voor dierenbescherming wordt ge maakt en dat er vanwege de overheid meer en meer preventief en straffend tegenover uitwassen wordt opgetreden. En toch wie, zoals dierenbeschermers en de betrokken overheidsorganen, iets nau wer met de praktijk op dit gebied bekend is, weet hoeveel wreedheden er nog, deels uit onverschilligheid, deels uit moedwil, soms door onkunde, worden bedreven, hoe ge makkelijk vele mensen het zich maken, ook in hun houding tegen eigen huisdieren, waar van ze de trouw en aanhankelijkheid heb ben ondervonden en waarvan ze zfch, zon der gevoel, als waren het dingen ontdoen en er zwerfdieren van maken. Als dierenbescherming wordt geconfron teerd met een dagelijkse lijst van zorgeloos heid en onnadenkendheid of erger, van gruwelen, waarvan de kranten vanwege het schokkende der details meestal geen mel ding kunnen maken en waarvan het pu bliek dus grotendeels onkundig blijft. Maar op een dag als 4 ojktober is het goed dat dit publiek er aan wordt herinnerd hoeveel misstanden, hoeveel telkens terug kerende uitingen van een verkeerde hou ding tegenover het dier er nog bestaan. En dan wordt hier nog maar voornamelijk ge dacht aan uitwassen en nog niet aan al die gevallen en houdingen, waarin, zonder dat van een uitgesproken wreedheid sprake is, toch, bij meer meegevoel een aanzienlijke verbetering mogelijk zou zijn. Nu zegge men niet dat dit alles toch maar vergeefse moeite is en een soort ploegen op de rotsen, omdat de mensen hardvochtig en wreed zijn. Zeker er zijn sadistische naturen, die er een behagen in scheppen om mensen en dieren te kwellen en te sarren Maar de grenzen van het meegevoel, van hetgeen men zich tegenover medemens en dier veroorlooft en van hetgeen geoorloofd wordt geacht, liggen bij de mensen nu een maal zeer verschillend. Toch kan men zeg gen dat het peil van hegeen geoorloofd of nodig wordt geacht ook in de verhouding tot het dier, in het volksbewustzijn in vele landen hoger ligt dan enkele tientallen jaren geleden het geval was. Dit toegenomen meegevoel en ook de be moeienis van Dierenbescherming beperkt zich in vele gevallen nog tot de huisdieren of tot dieren, die door de gemiddelde mens hetzij nuttig, hetzij sympathiek worden ge acht. En daarnaast staat de schaduwzijde van de sterke toename van 'het jagen op en het vangen van dieren als genot en de zinloze vernietiging van in het wild levende dier soorten in vele delen der wereld. Misschien mag men hopen, dat op den duur een ver wijding van inzicht en van gevoel mogelijk is, die zich betrekt op steeds meer soorten medeschepselen. Voor Dierenbescherming in ruime zin ge nomen blijft nog een ruime opvoedende taak over en 4 oktober is een goede gelegenheid te wijzen op het vele dat nog nodig is naast hetgeen bereikt is. Het beschavingspeil van een volk wordt niet alleen afgemeten naar de wetenschap pelijke of artistieke prestatie's of de tech nische ontwikkeling van dit volk, doch ook en niet in het minst naar zijn morele opvattingen en zijn moreel gedrag, daar onder ook begrepen de wijze waarop over dieren wordt gedacht en waarop dieren worden behandeld. En het is dan ook in deze geest dat wij de 4e oktober en niet alleen deze dag willen doorbrengen, dat wil dus zeggen niet in een ongezond vertroetelen van onze huis dieren, maar in een ernstige bezinning op en in een krachtige propaganda voor het wel zijn van het „collega schepsel" dat zo geheel en al van onze goede wil afhankelijk is. ZITTING VAN DONDERDAG 26 SEPTEMBER 1957. ABONNEMENTSPRIJS: Losse nummers 6 cent Kwartaal-abonnement t Axel binnen de kom f 1,55 Andere plaatsen f 1,75 Buitenland f 2,00 Drukker - UitgeefsterFIRMA J. C. VINK Red. en Adm.: Axel, Markt 12, Tal. 0 1155-646 Hoofdredactie: J. C. VINK ADVERTENTIEPRIJS: 8 cent per m.m. Bl] contracten belangrijke reductie, «onden Mededelingen 20 cent per m.m. Klein,. Idvertentiën (maximum 6 regels) 1-5 regels 70 cent Iedere regel meer 12 cent extra. (Vervolg) ALGEMENE BESCHOUWINGEN. Na de heer Oggel verkreeg de heer W. de Feijter het woord voor zijn beschouwing van de begroting. Mijnheer de Voorzitter. De begroting, die voor ons ligt wijkt zeer veel af van die van 1957. Onze fractie betreurt het met het College .zoals zij in het voorwoord vermeldt, dat deze begroting moet worden samengesteld met een tekort van 160.000.Door verschillende zaken, ook in het voorwoord vermeld, blijft het met de financiën onzeker, zodat moeilijk een vast beheer kan worden gevoerd. Wij verheugen ons, dat in een zeer uitvoerige toe lichting verschillende zaken worden belicht, al moet ons van het hart, dat met geen woord wordt gerept over datgene, v/at in de buitenwijken nog wachtende is of tot stand zou moeten worden gebracht. Ge lukkig kan weer een klein gedeelte aansluiting krijgen op het electrisch net, al is het dan ook tegen een zeer hoge bijdrage in de aanlegkosten. Stel u eens voor, wanneer men hen, die in de kom der gemeente bouwen, zou zeggen, de aanlegkosten voor electriciteit bedragen voor U 2500.er zou een storm van protesten B. en W. om de oren vliegen. De wijze waarop de P.Z.E.M. dit alles berekent voor gebieden, die al zo wat een generatie hiervan zijn verstoken, heeft onze instemming allerminst. De begroting heeft onze volledige goedkeuring, veel is genoemd van wat in een groeiende gemeente nodig en noodzakelijk moet worden geacht. Onze fractie heeft deze keer afgezien van daar nog een verlanglijstje aan toe te voegen en deze verlangens bij name te noemen. Het zou, hoewel tot onze spijt, volkomen nutteloos zijn, gezien de finan ciële toestand van de gemeente. Het bedrag van ruim ƒ400.000.—, dat zal ont vangen worden van de algemene uitkering uit het Gemeentefonds en de ruim 116.000.— als belasting uitkering uit genoemd fonds is niet toereikend voor de nodige zaken in de gemeente. Wij hopen, dat het verzoek tot een hogere uitkering uit het Gemeentefonds door hogere instanties gunstig zal worden beoordeeld. Wij achten dit van het groot ste belang voor de gemeente, daar bij een hogere uit kering het tekort kleiner wordt en meer tot stand zal kunnen komen. Voor deze zaak alleen wacht het College een zware taak. Wij zullen er het beste van hopen, anders zal de begroting een totale ommekeer moeten ondergaan met alle nadelige gevolgen voor de gemeente en haar instellingen. Mijnheer de Voorzitter, de begrotingspost van 25.000. als bijdrage aan de Centrale Dienst kan toch niet onbesproken blijven. Het druist toch vol komen tegen alles in, wanneer men spreekt over be- •perking, de gemeente genoodzaakt wordt dit bedrag te voteren, terwijl wij met een eigen gemeente-op zichter maar tot de helft van genoemd bedrag komen. Deze zaak, waarbij door in hoger beroep te gaan de beslissing ,s gevallen, houdt een waarschuwing in voor de toekomst, om duidelijk een zaak te bekijken vóór dat men op soortgelijke wijze medewerking ver leent. v Het zelfstandig democratisch bewustzijn van de ge meenteraad komt door cenrtalisatie in gevaar en men wordt geneigd te zeggen „Ze zoeken het maar uit", maar een zeer gevaarlijke uitspraak, die de weg opent voor dictatuur er. communisme. Het hart van Neder land moet kloppen in de raadzalen, om reden dat de leden daar het dichtst bij de kiezers staan. Wij danken het College voor de wijze waarop dit jaar weer enkele zaken hun beslag hebben gekregen en wij noemen daarvan speciaal het officieel in ge bruik nemen van het zwembad, dat tijdens de warme dagen in zo'n grote behoefte heeft voorzien en ook de belangstelling had van zeer velen in onze ge meente en daarbuiten. De Zuidsingel is bijna gereed en niet te vergeten de straatverlichting, die zo een schitterende verbetering is geworden, alleen wat de woningbouw betreft, hier is geen vooruitgang geweest, de bestedingsbeperking drukt hierop loodzwaar. Onze fractie heeft bij de vorige begroting gewezen op de behoefte aan een modern Rusthuis en wij zijn blij, dat deze zomer daarover een eerste overleg heeft plaats gehad, waarbij er een loyale overeenstemming voor werd bereikt. Wij hopen, dat hieraan met vrucht kan worden voortgewerkt. Dit zowat in het algemeen over de begroting. Kon bij voorgaande begrotingen steeds de nadruk worden gelegd op verschillende aangelegenheiden betreffende groei, vernieuwing of verbetering, nu treden meer andere gedachten op de voorgrond en wel de finan ciën, die hun stempel zwaar zullen drukken op de begroting voor 1958. De zorg om de financiën is iet van voorbijgaande aard geweest, maar grijpt integen deel steeds dieper en ook onze gemeente ondervindt dit aan den lijve door het steeds moeilijker worden van de omstandigheden. Ik dank U Rede Burgemeester Van Oeveren. De Voorzitter, daarop het woord nemende, aan gezien geen der andere leden zich in eerste instantie nog meldt om het woord te voeren, verklaart niet te zullen ingaan on datgene wat door de diverse sprekers als „principieels hier in het midden werd gebracht. Hij acht dat niet op zijn plaats en zo wil hij enkele punten waaromtrent verschillende sprekers het eens waren en op eenzelfde aambeeld sloegen, allereerst opsommen. Dit waren het stratenplan (en de ver beteringen die dit nog behoeft), de helicopterdienst, het recreatiegebied, de aantrekking van klein-industrie en de positie van de middenstand. Spr. wil van elk dezer wel voornaamste der naar voren gebrachte punten iets zeggen. Zo beaamt hij allereerst dat aan het stratenplan nog heel wat kan en moet gebeuren maar men mag niet vergeten dat er een jaar achter ons ligt, waarin men zeer moeilijk heeft ge werkt in verband met het overlijden van de heer D, van den Berg, waardoor het hoofd van gemeente werken inplaats van leider te kunnen zijn in de volle zin van het woord .zodanig met allerlei werk is over stelpt geworden ,dat dit af en toe onoverzichtelijk dreigde te worden. De Raad dient voor de bijzondere omstandigheden dus hiervoor wel clementie in acht te nemen. Bovendien is men voldoende op de hoogte omtrent de gemeente-financiën om te beseffen dat met de middelen waarover men de beschikking had, door het gemeentebestuur moest worden gewoekerd en men zich bepal enmoest tot die straten vooral in de nieuwe wijken een beurt te geven die deze ook gekregen hebben. Als spr. nu zo het verlanglijstje hoort dat hier werd opgesomd dan kan hij voor de eerst volgende jaren niet anders in uitzicht stellen dan dat de kans eerder kleiner dan groter is dat er afdoende verbeteringen zullen kunnen plaats hebben. Zo wordt van verschillende kanten de Weststraat genoemd, ook zo n straat die er al van de middeleeuwen ligt en die naar spr. toegeeft zeker om verbetering schreeuwt, maar hier is momenteel weinig positiefs te zeggen. De helicopterdienst moet blijven bestaan heeft spr. in alle toonaarden gehoord en hij onderschrijft dit ten volle en dan zou h ijdit grote belang waarderende niets liever zien dan dat men minstens driemaal per week of dagelijks gebruik van dit communicatiemiddel zo ukunnen maken. Maar met dat al bestaat er maar weinig kans dat we deze dienst zelfs in zijn huidige vorm zullen kunnen handhaven. Als spr. overweegt dat noch de provincie (ƒ6000.— noch de gemeente Rotterdam (ƒ4000.en zelfs de Kamers van Koop handel te Rotterdam en voor Zeeuwsch-Vlaanderen niet meer mee wensen te doen, dan zal het uitermate moeilijk en veeleer onmogelijk zijn de dienst te pro longeren. Als de Zeeuwsch-Vlaamse industrie nu ook geen medewerking meer wenst te verlenen ziet spr. geen enkel perspectief dat voor hem nog in reeële zin houvast biedt, maar persoonlijk is hij zeer zeker be reid nog het uiterste te proberen bij het werkbezoek dat Prins Bernhard anderendaagst aan de gemeente komt brengen. Het grootste bezwaar ziet hij in de concentratie van Rotterdam, dat in verband met de vliegbasis Zestienhoven vooral daarop is gericht. Omtrent de woningbouw heeft spr. momenteel niet zoveel positiefs te zeggen, maar mag de Raad zich overtuigd houden dat het gemeentebestuur diligent zijnde als altijd za ldoen wat er maar enigszins te bereiken valt. In verband hiermede wenst hij iets te zeggen over het recreatiegebied waaromtrent van alle zijden zoveel lof in de meest onverdeelde zin werd gehoord. Na tuurlijk resten er altijd nog enkele moeilijk te ver vullen wensen, zoals b.v. ten opzichte van de voetbal wedstrijden en de grote moeilijkheid om het publiek dat de voorkeur aan wandelen geeft absoluut uit die omgeving te weren.. In dit opzicht meent spr. dat het recreatiegebied nog altijd niet groot genoeg is en dat is de voornaamste reden der klachten. Als er werke lijk doeltreffende suggesties zijn die het gemeente bestuur uit de impasse kunnen helpen zal niets het college welkomer ziin. Zoals overigens op dit ogenblik de verhoudingen liggen ten opzichte van de saneringsplannen zullen allen het er wel over eens zijn dat we onmogelijk nog verder kunnen en vanuit Middelburg ook in verband met de Julianastraat op een dood spoor zijn. Er is geen schijn van mogelijkheid hiervoor een 4)4% lening te plaatsen en dit sluit de oplosbaarheid dezer pro blemen absoluut vooralsnog uit. De Voorzitter komt nu tot de door de heren Oggel en Kesbeke aanbevolen aantrekking van de kleine in dustrie ,maar het college dat evenals genoemde heren zeer warm hiervoor loopt en ook al genoegzaam toonde ten deze diligent te zijn heeft hiermede nu eenmaal geen prettige ervaringen opgedaan. Een uitzondering daargelaten liggen we hier nu eenmaal ongunstig ten opzichte van overig Nederland. Spr. herinnert aan de recente uitlatingen van de heer ir. Horstmann, voorzitter van de Zeeuwsch-Vlaamse Kamer van Koophandel, die het gemis aan verbin dingen de hoofdoorzaak noemde van het kwaad. Indrdaad valt niet het te ontkennen dat de ver bindingen. van het allervitaalste belang zijn voor een volk. engrote uitkomst zou het betekenen als zich hier een grote export-industrie zou kunnen vestigen, maar ook in dit opzicht heeft de ervaring al genoeg zaam geleerd. Er worden allerlei mooie plannen ge maakt en toekomstbeelden gevormd in verband met alle mogelijke uitbreidingen, doch het klimaatis ten enenmale hier r.iet gunstig. Altijd komt het neer op hetzelfde alternatief van de verbindingen en dan na tuurlijk ook het bevolkingspotentieel. Het is een niet weg te redeneren feit dat men een grote fabriek in de omgeving van een grote stad zal plaatsen. Ford, de grote Amerikaanse industrieel heeft altijd geadviseerd welke spanningen dit soms ook op de arbeidsmarkt veroorzaakte een grote fabriek te stichten in de onmiddellijke nabijheid van een grote stad. Zo en niet anders ligt het nu eenmaal, maar spr. hoopt in staat te zijn bij het werkbezoek enige der vitaalste punten hier genoemd met Prins Ef-nhard te bespreken. Zo komende tot het overzicht van deze begroting kan aan het slot niet anders worden geconstateerd dan dat het geen optimisme wekkend beeld is, nu we met een zodanig tekort als geraamd werd moeten starten. Zelfs is het lang niet denkbeeldig dat we deze be groting nog drastisch zullen moeten wijzigen en zoveel is wel zeker dat we veel minder dan voorafgaande jaren zullen, kunnen besteden aan diverse voorzienin gen van hoe urgente aard en betekenis deze ook zijn en spr. besloot zijn rede met de wens uit te spreken dat voor de gemeente Axel ondanks alle sombere voortekenen toch een redelijk verzorgingspeil kan blijven gehandhaafd, waarna werd gepauzeerd. Na de hervatting van de vergadering wil de heer P. van Bendegem even reageren op het verwijt aan gaande de ontvangst van de Polen hier ter plaatse en de afzijdigheid hierbij der leden van het College. Voor zichzelf kan spr. verklaren dat hij op dat tijdstip door griep verhinderd was er hij meent dat ook zijn collega de heer de Putter door ongesteldheid niet in staat was aanwezig te zijn, hetgeen overigens tot de grote zeld zaamheden behoort. Voorts wat de klacht betreft van de heer C. van Bendegem aangaande het uitblijven van een rapport betreffende de recreatie-commissie vindt spr. dat dit verwijt in de eerste plaats de heer C. Van Bendegem zelf betreft daar hij verklaart voorzitter dier commissie te zijn. Daarna vroeg wethouder de Putter het woord voor een persoonlijke verklaring. Dit naar aanleiding van een persoonlijk feit als hoedanig hij de door het raads lid C. van Bendegem op hem gerichte aanval be schouwde, die deze in eerste instantie op hem richtte. (Vervolg op pagina 2)

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1957 | | pagina 1