AXELSE IMPRESSIE'S.
RAAöseL in mjmeqen.
It
XIV. AARDAPPELTEELT EN -HANDEL EEN HOOFDBRON
VAN BESTAAN.
FEUILLETON
door G. PLANTEMA.
Snerpende pijnen
van brandend maagzuur?
Maar neem dan toeh Rennies.
Die doven de znr.rlrntl r 'ij'
Het was een tamelijk lange, magere man, die wat
voorover liep.. Van zijn gezicht was niets te zien,
want de bian droeg een donker masker. Hij had een
donker pak aan, dat waarschijnlijk door een goede
kleermaker was gemaakt, want de coupe was uit
stekend en de stof ook.
UIT ONZE OMGEVING
AXEL
Dezer dagen ontleenden we aan authentieke gegevens
dat de eerste aardappelen in Zeeland omstreeks het
jaar 1700 werden geteeld in het land van Cadzand.
Sindsdien is dit momenteel zo veelvuldig geteelde
knolgewas tot een zodanig belangrijke voedselbron
voor het ganse volk uitgegroeid, dat men in kringen
van agrariërs en akkerbouwers gedurig hoort spreken
>ver de aardappelmoeheid van onze bodem.
Snel moet van meet af aan de teelt zijn toegenomen,
ten plakkaat van de Staten van Zeeland van 1736
bepaalde ten minste reeds dat de aardappelen voortaan
onder het „tiendrecht" zouden vallen. Tegen het
midden van die eeuw waren ze een belangrijk voe
dingsmiddel voor de landelijke bevolking geworden.
En enige tientallen jaren later (rond 1780) vond dr.
de Hullu in boedelinventarissen partijen van 8 tot
30 zakken aardappelen op hofsteden aanwezig. Het
aardappelverbruik in de steden was toen echter al zo
aanzienlijk, dat productie voor de markt lonend werd.
Aan een verhandeling hierover in 1783 geschreven,
ontlenen we het volgende citaat„Duurte van tarwe
en grutterswaren deeden arme lieden tot het gebruik
van aardappelen overslaan dewelke in het vervolg van
tijd in die algemeene smaak geraakt zijn, dat ze zelfs
op de tafels van veelvermogenden zich bevinden".
Onze provincie Zeelan'd, concurrente van Friesland,
begon de grote steden te voorzien en ofschoon de
Friese aardappelen uitstekend van kwaliteit waren,
bleken reeds in die lijd de consumenten de voorkeur
te geven aan het Zeeuwse knolgewas.
In het jaar 1817 werd de productie van aardappelen
in onze provincie (zonder Zeeuwsch-Vlaanderen) al
geschat op plm. 225.000 hl., waarvan ongeveer de
helft voor export in aanmerking kwam. Dit waren
speciaal de op Tholen en Noord-Beveland geteelde
aardappelen. De cijfers over het beschot variëren van
150 tot 300 hl. per ha. De prijzen beliepen in het
begin van de 19e eeuw van ƒ1,50 tot ƒ3.— per hl.
Dit is bedoeld om een kleine indruk te geven van
dit typische in het midden van de 16e eeuw vanuit
Peru en Bolivia via Spanje en vandaar naar Oosten
rijk en andere landen in Europa ingevoerde gewas.
Een tweede weg ging van Ierland naar Engeland
en vandaar uit verspreidde het zich eveneens over de
landen van het Europese continent.
Betrekkelijk kort noc^ zijn deze twee en een halve
eeuwen, sinds dit consumptiegewas hier 'verbouwd
werd en geworden is tot een van onze eerste levens
behoeften, zodat we het moeten rangschikken onder
de jongste inheemse voedingsmiddelen.
De teelt van dit volksvoedsel bij uitstek, heeft echter
een vlucht genomen, die nauwelijks ooit door enig
ander gewas is overtroffen. Sinds het laatst van de
18e eeuw toen het reeds een zeer belangrijk export
product geworden was handhaafden onze Zeeuwse
aardappelen hun gunstige reputatie. Van een oor
spronkelijk uitheems product werd het als het ware
één der meest gevraagde en geteelde gewassen.
Maar ook hier had men met vooroordeel en con
servatisme te kampen. Er waren nog in de eerste jaren
na de Franse tijd veel boeren - die zich nota bene
opwierpen als „deskundigen" die in hun kortzichtig
heid de aardappelen als volksvoedsel van geen waarde
achtten of zelfs als nadelig beschouwden. Een oude
omstreeks het jaar 1830 gedrukte prent laat ons een
romantisch boslandschap zien met een maisveld om
zoomd en voorzien van het volgende onderschrift, dat
we in zijn oorspronkelijke stijl letterlijk weergeven
„Rigt de ledige handen naar de landbouw 1 Hij geeft
duurzaam werk. Hij schenkt elk schepsel zijn eigen
aardig voedsel. Hij bevordert geluk en welvaren.
Zijn grondwerk is door God gegeven en staat on
wrikbaar vast. Verbouw arbeid en voordeel aan
brengende gewassen. Vergeet de mais nietVerlaat
de aardappelen Zij brengen gebreken en kwalen,
luiheid, drinkzucht en misdaad aan."
Aldus schreef men nog vóór of omstreeks 1830
Maar de consun
onze Zeeuwse
34)
Jörgensen was, toen hij over zijn eerste verbazing
heen kwam, duidelijk bezig, de inspekteur te wenken,
voorzover zijn benauwde toestand hem dat mogelijk
maakte. Alles wees er op, dat hij de inspekteur ver
zocht hem zo spoedig mogelijk van zijn boeien te be
vrijden. Dat was een moeilijk probleem.. Deze man
was immers de medeplichtige van Dupont, die twee
moorden had gepleegdDat nu met de arrestatie
van de moordenaars het hele geheim van de ge
beurtenissen was opgelost, leek Sven niet denkbaar.
Daarom ging hij snel naar de Zweed toe en luisterde
ondertussen goed of ergens anders in het grote huis
geen geluiden te horen waren, die er op wezen, dat
andere mensen in aantocht waren
Hoofdstuk 9.
ZUSTER ANNA, MARIA OFMIQUÈLE
„Tja," zei inspekteur Broekman nadenkend. „Dat
is een merkwaardig verhaal, dat u ons gedaan heeft."
André Boorneman leunde in zijn kussens. Het spre
ken had hem vermoeid, maar hij leek toch een beetje
te genieten van het ,feit, dat hij de politieman en de
andere mensen in de ziekenkamer een geschiedenis had
medegedeeld, die hen al heel eigenaardig in de oren
klonk. Wat had hij wel verteld, toen hij uit zijn ver
doving wakker was geworden
Diep beledigd was André Boorneman op de be
wuste avond uit de foyer van het concertgebouw „De
Vereniging" weggegaan. De woorden van de poe
nige Van der Zuyden hadden hem geraakt en de
sumenten dachten er anders over want
imsi
aardappelen vonden een toenemende
c - .ns?
arzet in onze andere, provincies, maar vooral ook in
Vlaanderen. Zij werden om hun voortreffelijke kwa
liteit ook geprefereerd als pootaardappelen.
Men verbouwde ze in de regel na granen, bij voor
keur op droog, oud en niet te vet land. Men pootte
ze soms op rijen terwijl men voor zet- of pootaard
appelen meestal de kleinste soorten gebruikte.
Interessant zou het zijn na te gaan hoe sindsdien
de toestand zich heeft ontwikkeld en hoe de ver
bouw zich voortdurend heeft uitgebreid en steeds
intensiever ter hand werd genomen.
Het zou echter te ver voeren maar de vraag naar
goede consumptieaardappelen nam gedurig toe en ip
jaren van een ruim beschot kon een ha. aardappelen
soms hoge winst afwerpen.
Vanzelfsprekend had men aanvankelijk en vooral
in de gehele 19e eeuw te kampen met maar al te
dikwerf optredende aardappelziekten, doch door de
ervaring geleerd wist men deze steeds doeltreffender
te bestrijden en werd men die gedurig volkomener
meester.
Vlotte export een levensvoorwaarde.
Sinds in onze twintigste eeuw de aardappelrooi-
machines en de andere ook op het gebied van deze
tak van akkerbouw voortschrijdende mechanisatie, de
productie omhoog voerde en perfectioneerde, kon men
op steeds maar betere resultaten wijzen.
Wil dit nu zeggen dat alles koek en ei was met
handel en productie Geenszins I
Vooral ten opzichte van dit gewas ondervonden
de telers-akkerbouwers zowel als de handelaren van
jaar tot jaar hoezeer dit onderhevig en afhankelijk
was van de aloude wet van vraag en aanbod. Aard
appelen (evenals b.v. vlas) zijn en blijven altijd wis
selvallige producten.
Een hoofdfactor voor vlotte handel en levende af
zet was vooral steeds de export.
En dan vers twee Maar waarvoor geldt dit niet
Moeder Natuur
Van haar gestemdheid was men al zeer afhankelijk.
Geen betere barometer was er denkbaar en nergens
luisterde de marktprijs nauwer naar als naar deze
factoren. Tegenvallers als gevolg van natte seizoenen
lieten nooit na hun ongunstige reactie's te doen ge
voelen. Maar ten spijt van welke invloeden ook bleef
de aardappel als dagelijks voedsel nodig in iedere tijd,
hoe wisselend of onzeker die vaak was. En in elk
gezin bleef ze even nodig als brood op de plank
In het begin onzeer eeuw kon men bij voldoende
bemesting al rekenen op ruim 200 hl. opbrengst per
ha., een resultaat dat ongeveer 50% hoger was dan
een halve eeuw daarvoor.
Zeeuwse „bonten" en „blauwen" bleven ook in de
eerste wereldoorlog van 1914.'18 hun reputatie be
houden als de beste consumptie-aardappel die ons
land voortbracht. In die tijd stak Oost Zeeuwsch-
Vlaanderen als productieterrein Zuid-Beveland met
zijn 3000 ha. bepote oppervlakte naar de kroon
Axel vanouds de Zeeuwsch-Vlaamse aardappel-
beurs.
Geen marktplaats in Zeeuwsch-Vlaanderen en dit
sinds meer dan een eeuw, waar aardappelteelt en
-handel weliger tierden dan ten onzent. Onze weke
lijkse zaterdagmarkt was de hartader waar groot-,
tussen- en kleinhandel sinds het begin van deze eeuw
onbetwister bloeiden dan ergens elders. En nu denk
ik bijzonder aan de beide andere grote landbouw
marktplaatsen als Hulst en Oostburg
Is het te verwonderen dat men een eeuw geleden
de Axelaars al de bijnaam verleende van „aardappel
kappers" Een bijnaam echter, die geen scheldnaam
maar veeleer een erenaam is En zo had ons goede
Axel zowel op de Brusselse, de Gentse, Luikse of
Rotterdamse beurzen een naam met een uitmuntende
warmte, waarmee het Roemeense meisje afscheid van
hem had genomen, konden die indruk niet wegnemen.
Hij was, al gauw bekoeld door de nachtlucht, naar
de St. Annastraat gewandeld om zijn pension op te
zoeken. Toen was hij langs de automatiek gekomen.
Een aantal verlichte vierkanten wenkten hem en
achter de venstertjes lagen kroketten, nierbroodjes en
andere eetwaren. André had de verleiding niet kunnen
weerstaan om er een proefje van te nemen en toen
de orkestleider Louis Mulders even later arriveerde,
had hij die van harte een nierbroodje kunnen advi
seren. Omdat hij zelf klaar was, stak hij de straat
over, want hef pension lag aan de overkant, nog
wat verderop. Hij was dicht in de nabijheid er van,
toen een auto stil hield.
„Monsieur riep een vreemde stem.
André liep op de auto toe. Hij zag direct, dat de
man, die het portier opende en er half uitleunde in
zijn richting, een onbekende was en zeker niet
iemand van het gezelschap, waarin hij zich die
avond had bevonden. De man wenkte hem. Hij had
een witte zakdoek in de hand.
„MonsieurDitmaal klonk zijn stem dringend,
alsof hij zich in grote verlegenheid bevond.
André Boorneman kwam bij de auto staan
Ja, toen hij ontwaakte, lag hij op een bed in een
kleine, niet ongezellige kamer. Hij voelde zich akelig
slap. Hoe hij, daar was gekomen, wist hij niet. Lang
lag hij er over te piekeren, maar zijn gedachten kon
den. hem niet verder brengen dan tot het ogenblik,
waarop hij de mond opende om de onbekende, Frans
sprekende man te vragen, wat hij wilde. Hij begreep,
dat de man hem een bedwelmend middel had toege
diend, dat waarschijnlijk op de zakdoek had gezeten.
Maar hij had er geen idee van, waar hij was. In
een ziekenhuis Maar de kamer had geen raam.
klank. Het waren steeds de Axelse handelaars, die in
onze streek domineerden en soms leek het of ze een
monopolie-positie innamen.
Het heugt schrijver dezes, hoe hij als kleine jongen
's ochtends en 's middags in de drukke tijd van de
export als soms 20 tot 30 boerenwagens op de stations-
losplaats' achter elkaar stonden te wachten op hun
beurt Van lossen, met de koffie naar zijn vader moest
die toen /voorman was bij één der voornaamste
aardappelhandelaren onzer streek.
Rechtstreeks werden de Axelse „pataten" per spoor
naar Brussel of Luik verzonden. Ook per schip werden
de aardappels vanaf de Sassing naar België (en later
ook naar Holland) verzonden.
Geen treffender symbool, geen getrouwer allegorie
voor de Axelaars dan een rasechte „Eigenheimer".
Ja, indien ooit nog eens een ander wapenschild voor
onze stad zou moeten worden ontworpen, voorzeker
dat de „aardappel" in één der kwartieren een ere
plaats zou worden toegewezen.
En dit is terloops gememoreerd niet van
vandaad óf gisteren Toen in de tijd van de tach
tiger en fn het begin der negentiger jaren de Ter-
neuzenaars in onze toenmalige eerste streekplaats
moesten kömen loten voor de dienstplicht, hadden ze
de gewoonte een vlag mee te voeren, waarop stee
vast als trofee een aardappel prijkte. Blijkbaar was
dit met de bedoeling om de Axelaars te irriteren. Wij,
als kinderen van de twintigste eeuw lachen thans om
„de dolle dingen dier dagen." Doch deze tot scher
mutselingen in de straten aanleiding gevende demon-
straties, die tot vechtpartijen leidden, tekenden toch
de situatie en de vanouds onweersprekelijke supre
matie van de „aardappel", die zo sterk en tot in de
onderste lagen des volks leefde en daarmede onge
wild aan Axel werd toegekend.
Doch laat ons terzake keren
Konden reeds voor 1914 de aardappelen tot de
belangrijkste gewassen worden gerekend, hun relatieve
betekenis nam in het na-oorlogse tijdperk nog voort
durend toe. Gedurende de tweede wereldoorlog werd
de aardappelverbouw speciaal van de variëteiten
met hogere opbrengsten in het belang van de volks
voeding verder aangemoedigd.
Het spijt ons, hier in verband met de plaatsruimte
een staat van de in die tijd endaarvoor, in de ver
schillende delen onzer provincie met aardappels be-
teelde oppervlakten achterwege te moeten laten. Deze
spreekt evenwel boekdelen.
Vele tienduizenden lijders aan brandend maagzuur
verbreiden de roem van Rennies. Ze zijn dan ook
een ware uitkomst ook in de hardnekkigste ge
vallen. En U hoeft helemaal niet in het onzekere te
zijn over het resultaat, ze helpen vanaf het eerste
ogenblik dat ge Uw eerste Rennies laat smelten op
de tong. U voelt de zuurbrand doven één of twee
minuten en alle leed is geleden.
Ingez. Med.
Verhoogde opbrengsten door selectie.
Teneinde een duidelijk bewijs te leveren van de
gunstige invloed van het verhoogd gebruik van kunst
meststoffen en gekeurd pootgoed, moge zulks blijken
uit de vastgestelde resultaten over langdurige perioden.
Gemiddeld bedroegen deze in de jaren 1911 1920
per ha 206 hl., van 1921 1925 per ha 221 hl en van
19281937 zelfs 287 hl per ha. Steeds meerdere zorg
werd besteed aan de aardappelkeuring. Reeds tijdens
de ontwikkeling van het gewas bezocht de keur
meester meermalen de akkers om het verloop der virus
ziekten enz. beter te kunnen beoordelen.
Zo kregen ook in het buitenland de Zeeuwse poot-
aardappelen een steeds uitstekender naam, zodat de
export van dit product na 1918 van jaar tot tjaar
toenam, totdat de crisis in combinatie met de protectie-
maatregelen in het buitenland ook daaraan een einde
maakte.
En hij wilde wel opstaan om eens te gaan kijken,
maar dat lukte niet. Hij was zo slap, dat zijn benen
hem de dienst weigerden. Het was stil rond hem.
Geen klok kon hem vertellen hoe laat het was. Zijn
polshorloge was verdwenen. Hij droeg een vreemde
pyama en van zijn kleren zag hij. niets, ook niet van
de weinige eigendommen, die hij in zijn jas- en
broekzakken bij zich had had gedragen.
André Boorneman moest wachten. Hij wachtte, en
nu hij eenmaal in dit stille vertrek bij bewustzijn was,
kwam het hem voor, dat er uren voorbij gingen.
Helemaal helder waren zijn gedachten trouwens niet.
want het bedwelmende middel werkte nog na, zodat
het denken hem moeite kostte. Eindelijk ging de
deur van het vertrek open. André ontdekte een ste
kende hoofdpijn, toen hij probeerde zijn gezicht naar
de deur te keren. Hij kreeg sterretjes voor zijn ogen.
Maar toch kreeg hij een indruk van de persoon, die
binnen was gekomen.
André doelde eerst een suffe verwondering, dat
de dokteF van het vreemde ziekenhuis, waarin hij
verzeild fras geraakt, het nodig vond, zijn patiënten
gemaskerd te bezoeken. Pas toen drong het tot hem
door, dat hij waarschijnlijk helemaal niet in een
ziekenhuis was en dat deze man misschien in verband
stond met de ontvoering, die hem was overkomen
door de onbekende Frans sprekende man. Daarna
begonnen zijn hersens zich moeizaam af te vragen,
waarom juist hem zo iets moest overkomen.
„Waar" ben ik eigenlijk vroeg André toen, een
rtslt.
In de oorlogsjaren beleefden de aardappelteelt ca
-handel een tijd van ongekende voorspoed. Nog vele
jaren na 1944 kon men niet zonder reden van
hoogconjunctuur gewagen.
Onze handelaren verzonden hun pootgoed naar verre
landen bij scheepsladingen, zelfs naar andere wereld
delen had de expert plaats. Doch de kentering schijnt
de laatste jar.n op handen en daartegen stelling te
nemen blijkt meer en meer noodzakelijk. We leven
onder het „gezegende" stelsel van de geleide economie
en dit schept va jaar tot jaar zich wijzigende Vormen
en verhoudingen die de toestand niet verbeteren, maar
steeds moeilijker maken.
De Axelse handelaren die zich staande houder, te
midden van de wilde maatschappelijke deiningen staan
thtans voor structuurswijzigingen die naar het schijnt
hun schaduwen vooruit werpen.
We herinneren aan de tijd na 1929 en '30, toen na
een reeks van ongekènd voorspoedige jaren de crisis
kwam. De crisis van de dertiger jaren was een struc
tuurcrisis, die voortkwam uit diep-liggende verande
ringen in het economisch wereldbestel.
Denken we aan de vrij sombere laatste jaarver
slagen en resultaten van de oogst van recente datum,
dan zijn we niet zo erg optimistisch. Maar als de
overheid in het kader van de geleide economie geen
kans meer zien mocht, door krachtdadig ingrijpen een
(dringend verstoord) marktevenwicht te handhaven,
dan zou het er wel eens bedenkelijk uit kunnen gaan
zien.
In de agrarische sector vallen weinig bemoedigende
klanken te vermelden de laatste tijd. De ledige schat
kist opent nu niet bepaalt gunstige perspectieven. De
bestedingsbeperking is één der symptomen van steeds
meer voelbare moeilijkheden.
Maar we willen ons niet scharen in het kamp van
de sombersten en geen moed en hoop verliezen.
Ook de aardappelteelt en -handel, we constateer
den het boven reeds, kende in de tijd van een paar
eeuwen slechts tijden van gedurige wisseling, waaraan
weinig gewassen in zodanige mate onderhevig zijn
als het hier besprokene.
De laatste jaren verrezen in onze stad gebouwen
en complexen, voorzien van het allermodernste com
fort op het gebied van koelinrichtingen, etc., die
demonstreren dat onze Axelse kooplieden en expor
teurs vol vertrouwen de toekomst tegemoet blikken.
Dit alles tot meerdere perfectie van de aardappel-
handel.
We zien geen enkele reden om dit vertrouwen na
de steeds in zodanige mate gedemonstreerde geest van
energie en ondernemingsgeest te schokken. Er zijn
heel wat somberder tijden geweest. Het volk van
kooplieden versaagde nimmer.
De namen Mieras, van Bendegem en de Feijter zijn
voor de Axelse handel nog sprekende bewijzen van
durf en levenskracht.
Wat zou Axel zijn zonder aardappelteelt en-handel?
Die immers is en blijven zal één der hoofdbronnen
van bestaan Q
De;
gedee
Rinn.
D
Ree
Zich ii
een gi
die zie
hen gi
elgemi
door
komst
drager
dus d
noemd
Een
het Ni
voor f
Overh
leiding
Tha
Goes e
ten za
avondi
onderv
voegdt
De 1
bedraa
geld -v
leerlinc
Degc
van or
melden
schap,
Amster
tingen
Zo
Mc
Su
ERNSTIGE AANRIJDING.
Woensdagnamiddag werd onze 82-jarige stadge
noot L. P. O., die zich als zo vaak per rijwiel
naar én zijner kinderen in Terneuzen had begeven,
uit de Zuidlandstraat aldaar komend, aangereden
door een auto bestuurd door de heer G. F. M. V.
uit Eindhoven, op het moment dat thij de Axelse-
straat wilde oversteken.
O. werd door de auto op dusdanige wijze ge
schept, dat thij op de kofferruimte werd geslingerd,
waarbij hij zodanig tegen de voorruit werd geslingerd
dat deze werd verbrijzeld.
De ongelukkige hoogbejaarde fietser bleek, toen dr.
van Zanten hem onderzocht had, een hersenschud
ding en verwondingen aan het hoofd te hebben op
gelopen en is ter verpleging in het Juliana-ziekenhuis
opgenomen. Zonder verdere complicatites is zijn toe
stand niet gevaarlijk. De bestuurder van de auto
trof geen schuld.
tikje geprikkeld, omdat de gemaskerde hem aan
staarde en geen woord zei.
„U bent in veiligheid," was het laconieke antwoord
dat hem niet veel wijzer maakte.
„Daar ben ik blij om," merkte André op. „Maar
dat zegt me nog niet veel. Kunt u zich nader ver
klaren Waarom ben ik hier Is dit een zieken
huis Bent U een dokter
„U vraagt erg veel ineens," zei de man met het
masker. Hij had een koele, diepe stem en hij sprak
niet als een vreemdeling. Dit was een volbloed Neder
lander, dat was duidelijk te merken.
„Maar een enkele verklaring ben ik u wel schul
dig, ging hij door. „Dit is geen ziekenhuis. Ik ben
geen dokter. Waar u bent, ja, daarover kan ik u
geen inlichtingen verstrekken. Ik zou me graag aan
u voorstellen, maar er zijn zekere bezwaren, die dat
niet mogelijk maken. U bent meneer Boorneman en
u komt uit Rotterdam, nietwaar U bent in „De
Vereniging" in een merkwaardig gezelschap terecht
gekomen en daarom was het beter u in veiligheid te
brengen. Op het ogenblik kan ik u nog niets zeggen,
maar u kunt er zeker van zijn dat u in de toekomst
tekst en uitleg zult ontvangen. U bent op het ogen
blik ziek. Ja, u bent zelfs vrij ernstig ziek, zodat u
het beste doet, kalm in bed te blijven. Het zal u aan
niets ontbreken. Ik weet niet, hoe lang u hier moet
blijven, maar wij zullen proberen, u het verblijf zo
aangenaam mogelijk te maken."
Dat was een hele redevoering en André Boorne
man kon de woordenstroom maar met yioeite ver
werken. „Wat voor gevaar dreigt mij dan wel
informeerde hij ten slotte.
(Wordt vervolgd)
Huwi
21 j. er
(van E
Alten,
Visser,
26 j. en
theus S
coba Se
en. Frai
Pieter 2
FrabW
Gehu'
court, 5
49 j. 1.
Dielema
Lourina
Adrianu
mina L;
de Brui
Faas, 24
burg), 2
de Potte
Herwegl
Visser,
Gebor
en Corn
nelis, z.
laar. 16
nelis va
Cornelia
van de
Janna IV
van Abr
link. 31.
der Vis.
Overlei
V/edn. v;
Ned. I
2.30 uur
Geref.
Geref.
W. Krei
Geref.
7-f
De du
hield een
duiven. S
de eerste
Oude i
Dorsselae
meersch
Broe
Jonge d
Pieters
Van Dror