AXELSE COURANT De betekenis van de maximum snelheid in de bebouwde kom. Blijf meester J. C. VINK W-kerhto hii abonnement, Axel ZATERDAG 7 SEPTEMBER 1957 71 e Jaargang No. 96 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN VERSCHIJNT IID/ E WOENSDAG EN ZATERDAG Drukker-Uitgeefster: FIRMA J. C.VINK Red. en Adm.: Axel, Markt 12, Til. 0 1155-646 HoofdredactieJ. C. VINK Ideaal voor leder die brieven schrijft! FIRMA Markt 12 AXEL. RESULTATEN VAN EN BESCHOUWINGEN OVER EEN OBJECTIEF PROGNOSE - ONDERZOEK door T'h. B. Walbeehm Binnenkort zal wederom binnen de be bouwde 'kom het begrip „maximum-snel heid'' worden gehanteerd als middel tegen de steeds toenemende verkeersonveiligheid. Uit het feit, dat aan de publicatie van deze ministeriële beschikking een uitvoerig over leg is vooraf gegaan zonder dat eenstemmig heid kon worden bereikt ten aanzien van het aan de minister uittgebrachte advies (immers er was een meerderheids- en een minder heidsadvies) kan men al bij voorbaat de conclusie trekken, dat maximum-snelheid binnen de bebouwde kom stellig geen pa nacee belooft te worden. Bovendien kan men niet aan de indruk ontkomen, dat het begrip „maximum-snel heid'' meer verband houdt met de attitude tegenover het gemotoriseerde verkeer als zodanig dan met de reële situatie der immer toenemende verkeersonveiligheid. Een en ander was voor „Bedrijfsvervoer" aanleiding aan de heer Th. B. Walbeehm, I statistisch - psychologisch medewerker der PT .T., te verzoeken een objectief onder zoek in te stellen naar de betekenis van de ophanden zijnde snelheidsbeperking. Op grond van zijn onderzoekingen, waar van de resultaten in het verdere verloop van dit artikel zijn vastgelegd, komt de heer Walbeehm tot de conclusie, dat de invoe ring van de maximum-snelheid binnen de bebouwde kom niet het gewenste resultaat zal hebben. Met ieder weldenkend mens hopen auteur en „Bedrijfsvervoer", dat betere wegen zul len worden gevonden om de toenemende verkeersonveiligheid het hoofd te bieden. Goede wegconstructie en duidelijke weg- I bebakening zijn daarbij de stappen, die van overheidswege kunnen worden genomen. Opvoeding van de jeugd tot goede wegge bruikers en actieve, doeltreffende voorlich- ting van de volwassenen ir.zake het ver keer zijn in hun algemeenheid evenzeer een bijdrage tot bestrijding van de verkeers- onveiligheid, evenals voortdurende propa ganda voor een goede technische staat van de wegverkeersmiddelen. De argumenten zowel pro als contra de maximum-snelheid zijn in verreweg de mees te gevallen slechts gevoelsargumentaties. Zij zijn vrijwel nergens steekhoudend laat staan objectief en derhalve bij een zo belangrijke zaak, als de wegveiligheids- situatie anno 1957 toch stellig is, ten enen male en zonder voorbehoud te verwerpen. Zeker, zo op het eerste oog getuigen som mige argumenten der „contra-snelheidsbe- perkers" van wijs inzicht in de menselijke structuur. De invoering van een maximum-snelheid dat de gemiddelde autobestuurder bij in voering van een snelheidsbeperking, in plaats van zijn verantwoordelijkheidsgevoel te laten spreken, meer de snelheidsmeter dan de mo mentele verkeerssituatie als criterium zal laten gelden. Doch, niet alleen dat dit ar gument niet meer en niet minder is dan een wissel op de toekomst, het is bovendien on juist. Immers, deze gemiddelde autobestuur der zal toch waarlijk wel nalaten om ge durende het spitsuur b.v. in de Leidsestraat te Amsterdam, of op het Spui in Den Haag, of in de Steenstraat te Arnhem zijn snel heidsmeter als maatstaf te gebruiken. Een dergelijk argument getuigt dan ook meer van een onder-alle-omstandigheden- tegen-snelheidsbeperking-zijn dan van een objectief afwegen van de voor- en nadelen hieromtrent. Maar ook bepaalde uitspraken van de „pro-snelheidsbeperkers" kunnen gezag af dwingen, vooral als deze komen uit de mond van hooggeplaatste verkeersautori- teiten. Toen bijvoorbeeld de minister van Verkeer en Waterstaat tijdens de opening van de wegverkeersdag van de K.N.A.C. in oktober 1956 zijn voornemen tot invoe ring van een snelheidsbeperking kenbaar tiaakte, kwam de eerste reactie van de zijde van de verkeerspolitie te Amsterdam. Een politie-autoriteit gaf aan de dagblad pers te kennen, dat hij dit ministeriële voor nemen van harte toejuichte. Immers, „het bewijs vcor de juistheid van des ministers verkeersinzicht was reeds in Amsterdam ge leverd, waar juist een verkeersongeval was gebeurd, dat niet had plaats gevonden, als de maximum-snelheid reeds kracht van wet zou hebben gehad". Toch zullen de verkeers-statistici zich bij deze politionele uitspraak wel ernstig achter de oren hebben gekrabd, want op een dergelijk groot aantal verkeers ongelukken als thans per jaar plaats vindt, mag men toch één ongeval stel lig niet als significant beschouwen wie bewijst, dat dit ongeval zij het dan ook met een lagere snelheid inderdaad niet zou hebben plaats ge vonden wie bewijst, dat zo deze snelheids beperking reeds zou zijn ingevoerd de betrokkene zich hier ook inderdaad aan zou hebben gehouden Sentimenten en ressentimenten. Hoe het ook zij en op welke gronden dan ook de maximumsnelheid van 50 resp. 70 km. per uur binnenkort zal worden inge voerd. zowel pro- als contra-snelheidsbe- perker zijn in ieder geval eensgezind in hun hoop, dat deze maatregel een effectieve wer king zal hebben wat betreft de vermindering van het aantal ongevallen en vooral wat be treft een diminutie van de meest ernstige verkeerscalamiteiten. Let weleensgezind in hun hoop doch stellig niet eensgezind in hun verwachting. Want door velen is de komende snelheids beperking met groot gejuich begroet als hèt (enige) middel om zich tegenover de ver keersonveiligheid te weer te stellen, doch door minstens zo velen wordt deze maat regel gezien als zijnde volkomen inadaequaat en zinloos. Het bestaan van deze discrepantie wordt naar aangenomen mag worden hoofd zakelijk veroorzaakt door het feit, dat het eenmaal ingenomen standpunt (pro of con tra maximum-snelheid) vrijwel uitsluitend wordt bepaald door sentimenten en ressen timenten. Wat mag werkelijk worden verwacht Voor allen, die ten nauwste betrokken zijn bij het wegverkeer zoals dit in belang rijke matet met de vervoersbedrijven het ge val is lijkt het van groot belang te weten wat werkelijk verwacht mag worden van de komende snelheidsbeperking. over Uw zenuwen. Neem Mijnhardt's Zenuwtabletten Zij schenken de rust tot herstel WAT Mijn HARPT Maakt ISGOED En onder dat „werkelijk" dient te worden verstaan een prognose, gebaseerd op de reële situatie, zoals deze bestaat, nu de maat regel neg niet is ingevoerd. Een prognose, gebaseerd op een onder zoek, waaraan niet de fouten kleven, die in het bovenstaande als zodanig werden ge signaleerd een onderzoek vooral, waarbij gevoelsargumenten als storende en mislei dende factoren zijn geëlimineerd. Samenvattend kan het probleem als volgt worden gesteld 1. Er komt een maximum-snelheid binnen de bebouwde kom van 50 km. per uur en op daartoe nader aan te wijzen wegen van 70 km. per uur 2. Deze maximum-snelheid wordt inge voerd, uitsluitend met Het oog op en met de verwachting van een diminutie van het aantal (ernstige) verkeersonge vallen. 3. Het gaat er dus om, met welk percen tage het ongevallencijfer vermoedelijk zal dalen als rechtstreeks gevolg van de snelheidsbeperking 4. Bovendien gaat het er om, welk deel hiervan betrekking heeft op de onge vallen met ernstig lichamelijk letsel en of deze eventueel minder ernstig zouden zijn geweest als gevolg van de invoering van de maximum-snelhid van 50 km. Het onderzoek. In ons land is een groot vervoersbedrijf gevestigd, dat reeds gedurende een reeks van jaren alle aanrijdingen, waarbij zijn wagenpark betrokken is, nauwgezet •cgis- treert. Het bedrijf telt enige duizenden ch feurs. Niet slechts beroepschauffeurs, nar oc, f-clinici, vertegenwoordigers, artsc -n d>r neren, voor wie autorijden slecht - een raid !el en geen beroep is. Men hee't d - halve personenauto's en vrachtauto's, een en ander in vele soorten en grootten en merken. Voorts heeft men locaal vervoer, streek vervoer, interlocaal vervoer en (sporadisch) internationaal vervoer. Deze gelukkige combinatie van vervoers- spreiding rechtvaardigt de stelling, dat men hier te maken heeft met een bedrijf, dat als representatief mag gelden voor het gehele Nederlandse wegverker. 1000 gevallen. Van dit bedrijf werden uit het archief een duizendtal aanrijdingsgevallen („van de grootste stapel") opgevraagd en aan een nauwkeurig onderzoek onderworpen. Wat de procedure betreft na een plaats gevonden ongeval dient het volgende te worden opgemerkt 1. De betrokken chauffeur-autobestuurder moet een gestandaardiseerd schadefor mulier invullen, waarop o.m. vermeld is plaats en tijdstip van het ongeval, toe stand van de weg, de weersomstandig heden, snelheid voor het moment van de aarijding van eigen- en tegenpartij, toedracht van het ongeval, namen Van getuigen, enz. 2. Van iedere aanrijding moet zo moge lijk ter plaatse een politierapport op gemaakt worden. 3. Tevens moet een situatie-tekening in gediend worden. 4. De chauffeurs moeten zo mogelijk voor ten minste twee getuigen zorgen. 5. Alle gegevens Worden indien moge lijk door de ongevallendienst van het bedrijf gecontroleerd. Deze procedure rechtvaardigt de stelling dat aan de juistheid van de opgegeven toe dracht, zomede aan de juistheid van het door de betrokken chauffeur ingevulde schade formulier, in het algemeen niet behoeft te worden getwijfeld. Men mag volgens statistische begrippen een sample van 1000 (niet-geselecteerde gevallen als representatief beschouwen. Zo men tegen de significatie van dit on derzoek wil inbrengen dat ieder bedrijf zijn eigen stempel drukt op de werknemers en dat een dergelijk materiaal derhalve niet de juiste verhoudingen weergeeft, dient aange merkt te worden, dat dit misschien op zich zelf genomen wel juist is, doch dat dit in ieder geval niet van toepassing is op de „tegenpartij", die allen toch willekeurige deelnemers zijn van ons tegenwoordige weg verkeer. Betrouwbaarheid. Hoewel dus zoals gesteld het mate riaal alleszins betrouwbaar moest worden geacht, werden niettemin, zulks met het oog op een zo groot mogelijke objectiviteit van het onderzoek nog de volgende maatregelen getroffen, betrekking hebbende op de door de chauffeurs opgegeven snelheden als doel van het prognose-onderzoek 1. De chauffeur die onverhoopt een schade formulier moet invullen, zou mogelijk ge neigd kunnen zijn om de eigen snelheid te laag en die van de tegenpartij te hoog op te geven. Daarom werden de opge geven snelheden met elkaar vergeleken, waaruit bleek, dat gemiddeld genomen de opgegeven eigen snelheid niet lager was dan die van de tegenpartij. 2. Indien van de snelheden een schatting werd gemaakt tussen twee grootheden, werd steeds het hoogste getal genomen. Hiermee werd bereikt dat een maximum aantal verkeersongevallen, waarbij de snelheid hoger was dan 50 km. per uur van een der partijen, in het onderzoek werd betrokken. Geen nuttig rendement. Om op het uitgangspunt terug te keren het ging er dus om hoeveel van deze 1000 aanrijdingen eventueel hadden plaats ge vonden binnen de bebouwde kom en met een snelheid van meer dan 50 km. per uur. Bovendien ging het er om hoeveel onge vallen met ernstig letsel, c.q. met dodelijke afloop, hierbij eventueel voorkwamen. Van deze 1000 aanrijdingen bleken er slechts 9 te hebben plaats gevonden binnen de bebouwde kom, waarbij de snelheid van een der partijen of die van beiden hoge was dan 50 km. per uur. Dit betekent, dat slechts 0,9% mogelijk niet zou zijn voorgekomen, indien er toen eeds een snelheidsbeperking tot 50 km. zou hebben bestaan. Let welmogelijk. Immers, het betreft hier slechts een bruto-percentage, want a. het staat niet vast, of al deze 9 onge vallen zij het ook met een lagere snel heid niet zouden zijn opgetreden b. het staat niet vast, of de eigen- dan wel de tegenpartij, dan wel beide partijen zich aan de opgelegde snelheidsmarge zouden hebben gehouden, want de ac ties, die volgens de Haagse dagbladen door de verkeerspolitie van onze Resi dentie regelmatig moeten worden onder nomen ten opzichte van de bromfietsen, die zich niet aan de hun toegemeten 40 km.-grens houden, zijn n.l. weinig hoop vol als indicatie hieromtrent c. het staat niet vast, of al deze wegen, waarop de 9 aanrijdingen plaats vonden zouden vallen onder de 50 km.-limiet, dan wel 70 km. als toelaatbare snel- heidsgrens zouden toegewezen krijgen. De conclusie die 'hier dan ook gevoeglijk uit kan worden getrokken is, dat het nuttig rendement van de in te voeren maximum snelheid binnen de bebouwde kom aanmer kelijk lager zal komen te liggen dan 0,9% van het totale ongevallencijfer en dat het niet geheel uitgesloten moet worden geacht, dat van enig nuttig rendement zelfs in het geheel geen sprake zal zijn. Wat voorts de ernst der ongevallen be treft het volgende Bij geen der 9 ongevallen, die plaats von den binnen de bebouwde kom en waarbij de snelheid van een der partijen of van die van beiden hoger was dan 50 km. per uur was sprake van lichamelijk letsel van betekenis. Dit betekent, dat voor zover toen reeds een maximum-snelheid van 50 km. per uur zou hebben bestaan dit van geen enkele invloed zou zijn geweest op het ongevallen cijfer met ernstig lichamelijk letsel. De concusie, die hier dan ook gevoeglijk uit kan worden getrokken is, dat het nuttig rendement van de in te voeren maximum snelheid binnen de bebouwde kom en voor zover betrekking hebbende op calamiteiten met lichamelijk leed, precies nihil is. De weg als schuldige. Het onderzoek van de hier bedoelde 1000 aanrijdingen heeft ons nog meer geleerd, de bestudering van de schade-aangifte-formu lieren heeft ons inzicht gegeven in een zeer belangrijke gevarenbron in ons Nederlandse wegverkeer. Zoals n.l. reeds eerder naar voren £\vam, moeten de chauffeurs van dit bedrijf ook de toestand van het wegdek vermelden. Deze opgaven worden „gedekt" zowel door de getuigen-verklaringen als door de politie rapporten en door de controle door de on gevallendienst van het bedrijf. In niet minder dan 36% van de gevallen blijkt de toestand van het wegdek bij de ongevals-constellatie mede een rol te hebben gespeeld. Uiteraard bevinden zich hieronder geval len, die de wegbeheerder niet in de hand 'heeft, zoals b.v. sneeuwval, opvriezen, enz. In een zeer groot aantal evenwel moet men helaas spreken van nalatigheid van de weg beheerder. Dit onderzoek heeft aangetoond, dat een belangrijk deel der ongevallen Van het hier onderzochte materiaal aan het bedrijfsleven, dus aan onze gemeenschap, bespaard zou zijn gebleven bij een juist beleid ten aanzien van de onderhoud van ons wegennet. Verkeersveiligheid uit de hand gelopen. Is volgens een van onze grote verkeers- bonden de verkeersveiligheid de autori teiten uit de hand gelopen Het laat zich, jammer genoeg, aanzien van wel. Doch te laat is het zeker niet. Men is slechts verdwaald in een doolhof van agressie en antagonisme, van sentimen ten en ressentimenten. Men 2al moeten terug keren naar de weg der objectiviteit en van het objectieve onderzoek, want eerst dan is het mogelijk tot een aantal maatregelen te komen, die inderdaad aan het gestelde doel beantwoorden. Want slechts op grond van een prognose- onderzoek, zoals hierboven beschreven, is het mogelijk het rendement te checken van het al dan niet invoeren van bepaalde maat regelen. ABONNEMENTSPRIJS: Loste nummers 6 cent Kwartaal-abonnement t Axel binnen de kom f 1,55 Andere plaatsen f 1,75 Buitenland f 2,00 ADVEÏTENTIEPIIJS8 cent per m.m. Bl] contracten belangrijke reductie, hif» «onden Mededelingen 20 cent per m.m. Klein*, kdvertentlön (maximum 6 regels) 1-5 regels 70 cent Iedere regel meer 12 cent extra.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1957 | | pagina 1